Oegstgeestigheid

7 januari 1998

“Een aardigheidje”, zei Henk Heemskerk. Hij had een prachtig schilderij van een stevige kerel met een snor. "De gelijkenis met Jan Turk was zo frappant dat ik vond dat er wat mee moest gebeuren."

Jan Turk mocht daarom het schilderij onthullen op 1 januari na de nieuwjaarsduik, in Strandpaviljoen Kees van Beelen in Katwijk. "Om vrijwilligers eens in het zonnetje te zetten, mensen die zich altijd inzetten voor de gemeenschap, leek het mij leuk om een VIP-room in te richten. Jan Turk is zo iemand, hij is dan ook de eerste", zei Henk Heemskerk. "Ik ga er zowaar van blozen", riep Jan Turk, die zelf liever een ander in het zonnetje zet. Onder applaus werd het schilderij uitgepakt. En inderdaad, de karikatuur op het doek heeft iets weg was Jan. "Als ik mijn snor bijwerk, zou ik er ook voor door kunnen gaan", zei Leo van de Luit lachend.

Of de VIP-room er ooit komt, laten we maar in het midden. Maar voor Oegstgeest is het wèl een goed idee. Wat zou het een mooie aanzet zijn voor een eregalerij. Bij voorbeeld in het nieuwe gemeentehuis, of in de nieuwe bibliotheek, straks in het centrum van Oegstgeest. Aan de muur allemaal vrijwilligers van het jaar. Gevat in olieverf, breed grijnzend op het linnen doek in vrolijke kleuren. Niet voor persoonsverheerlijking. Maar gewoon: een aardigheidje.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

15 januari 1998

Het mag wat kosten. De verhuizing van het Marine Elektronisch en Optisch Bedrijf (MEOB) naar Den Helder kost geld. Heel veel geld. De plannen voor het nieuwe gebouw zijn grotendeels klaar en het lijkt een fraai gebouw te worden. In ieder geval met een afwijkende kleur. Niet meer dat grauwe grijs dat we gewend zijn te zien op de Nieuwe Haven in Den Helder. Nee, het wordt een pretentieus gebouw. Hoewel de laatste discussies over de indeling nog niet zijn gevoerd, is de ruwe vorm min of meer bepaald. Tegen de tijd dat het gebouw klaar is en de laatste MEOB-er uit Oegstgeest is vertrokken, zullen de kosten van de verplaatsing meer dan honderd miljoen gulden bedragen. Enkele pessimisten praten reeds over tweehonderd miljoen gulden. In deze tijd van bezuinigingen, sommige politieke partijen hebben het er over om de kosten van defensie voor de komende begroting maar te halveren, is dat een schril contrast.

Defensie heeft de MEOB-ers in eerste instantie af willen schepen met een mager Sociaal Plan MEOB. Het personeel ging hier massaal tegen in het geweer. "Harde acties zullen er worden gevoerd", werd er gedreigd. Het bleef echter niet bij dreigen. Inmiddels is men er in Den Haag van doordrongen dat niet alles zomaar meer wordt geslikt door het personeel. Het personeel van het MEOB heeft een trend gezet. Er is geschiedenis geschreven. Voor het eerst in de geschiedenis werd door defensiepersoneel gestaakt. Met resultaat. De werkgever heeft diverse malen overlegd met de actieleiders en is over de brug gekomen met betere voorstellen. De bonden kregen van hun leden toestemming om hierover verder te gaan onderhandelen. Staken kost geld. De bonden stellen voor de stakers een dagvergoeding ter beschikking van ongeveer 85 gulden. Er is in totaal 22 uur gestaakt. Dat levert een vergoeding op van zo'n 230 gulden, ongeveer de helft van wat wordt ingehouden van het salaris. Dat is geen vetpot, maar dat wisten de actievoerders van tevoren. De directie van het MEOB had dit ook verteld: "Van stakers zal het salaris worden gekort. Je moet weten dat je hebt gestaakt." Per brief is het personeel verteld dat dit van het salaris van januari wordt ingehouden. Maar ja, je verwacht niet van een werkgever, die uiteindelijk over de brug komt - eigenlijk een bevestiging dat hij fout zat - dat hij dit dreigement doorzet. De leden van een vakbond lijken dus het gelag te moeten betalen. Al die anderen die vanaf de zijlijn toekeken profiteren alleen maar van die acties, hun kost het niks. De dienstcommissie heeft in allerijl overleg met de directie bedongen dat het nog mogelijk is om achteraf de gestaakte uren om te zetten in verlof en zelfs nog om de uren in te mogen halen. De korting op het salaris is daarom opgeschort tot vermoedelijk januari. "Verlof is eigenlijk ook geld", zei actieleider Willem Homburg, "maar, een werkgever die door stakingen moet worden gedwongen om over de brug te komen en dan ook nog eens geld gaat inhouden (hoewel dat formeel juist is), zit er wat mij betreft faliekant naast." De stakers krijgen in ieder geval de helft terug van de bond waarvan zij lid zijn. Het mag wat kosten.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

21 januari 1998

"Wat kan ik er aan doen?", vroeg de directeur van Teylinger scholengemeenschap locatie Duinzigt in Oegstgeest. Hij was benaderd door een meisje waarvan haar jas van de kapstok was gestolen. Eigenlijk de jas van haar zus. Ze had hem geleend, want haar zus lag thuis met een op drie plaatsen gebroken enkel. Nu is haar favoriete 'Australian'-jas ook nog gejat! "Die hang je toch niet aan een kapstok", schreeuwde ze tegen haar zusje. "Waarom niet?, daar is een kapstok toch voor?" En zo ging het over en weer.

Een tijdje terug komt dat zelfde meisje thuis met een mosterdvlek in haar broek. "Heeft een klasgenootje gedaan. Ze had mosterd op een bank gesmeerd en mij uitgenodigd om te gaan zitten. Juist, op de mosterd en een vlek in mijn broek die er niet meer uitgaat!" "Ja", reageerde haar moeder kwaad, "de broek was net nieuw! En een vergoeding krijgen, ho maar!"

Niet lang daarna komt ze thuis met een knik in de velg van het achterwiel van haar fiets. Weggooien en vervangen, was de enige oplossing. "Heeft een klasgenootje gedaan!, maak je hem snel pap, want ik moet morgen weer kranten bezorgen." Is dit stomme pech? Is dit pesterij? En de directeur roept: "Wat moet ik er aan doen?"

Nou, ik heb wel een paar ideetjes. Je zou iedere leerkracht de volgende dag voor de klas de diefstal van de jas kunnen laten vertellen. Allicht dat er een kind begint te blozen! Of een ander kijkt het bewuste kind aan omdat hij of zij ermee is gezien! Of alle lockers openen en wat dacht je van de omroep? Hebben ze geen schoolkrant? De gedupeerde zelf maakt zich over dat jatten niet meer druk. Er was eerder ook al een sjaal uit de mouw van haar jas gejat. Ze raken er aan gewend, denk ik. Want de directie weet toch niet wat ze er aan moet doen! Die kleine dieven hebben blijkbaar vrij spel bij Duinzigt! En dan vragen ze zich nog af hoe kranten toch aan hun verhalen komen! Vragen ouders zich niet meer af hoe dochter- of zoonlief aan een jas komt? En de ouders van het slachtoffer? Gewoon een nieuw slot op de deuren, fietsslot vervangen of in goed vertrouwen nieuwe sleutels bij laten maken. Ze moeten wel, want in een van de zakken zat ook nog een bos sleutels. Maar dat kost wel geld, al dat vervangen, maar "wat kan ik er aan doen?"

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

25 februari 1998

Er was een politiek debat gaande. Alle lijsttrekkers van Oegstgeester politieke partijen zaten donderdag 19 februari achter de discussietafel voor een gemeenteraads-verkiezingsdebat. Het was jammer dat het grote publiek niet aanwezig was. Alleen partijgenoten van de forumleden waren namelijk aanwezig. Als er twee onafhankelijke kiezers in de zaal zaten, zal het veel zijn geweest. Journalisten waren gelukkig wel aanwezig. Zij zaten er namens u, en in de diverse regionale bladen proberen zij u een indruk te geven wat daar gebeurde. Gelukkig hoef ik dat niet te doen, ik was alleen maar ter lering en vermaak aanwezig.

Aantrekkelijk

"Oegstgeest aantrekkelijk maken als vestigingsgemeente voor bedrijven is een belangrijke gemeentelijke taak. D66 vindt dat de gemeente een actiever beleid moet voeren op dit gebied dan tot nu toe gebeurde. Dat geldt niet alleen voor Rijnfront, maar ook voor de terreinen die achterblijven na het vertrek van het MEOB", zo staat op de computerdiskette te lezen die D66 op haar tafel had liggen in de gang van het Gemeentecentrum. Ook werd door een van de partijen een sporthal genoemd op het MEOB-terrein, een wens die is blijven hangen. Voorlopig is het MEOB nog niet verplaatst naar Den Helder. Er moet eerst nog een ingrijpende nieuwbouw plaatsvinden op het haventerrein van Den Helder: gereed verwacht eind 1999. Maar dan nog. Het terrein is op een bepaalde plaats vervuild. Niet erg schokkend, maar volgens de huidige milieu-wetten moet het eerst worden schoongemaakt voordat er iets nieuws kan komen. Het voormalige bedrijfsterrein bij de Maaldrift in Wassenaar staat al geruime tijd leeg. De oude gebouwen van het voormalige MEOB zijn gesloopt en afgevoerd. Wat overblijft is een troosteloze vlakte. "Voorlopig kan daarop niet worden gebouwd", aldus de Haagse Courant van 11 februari. "Het is niet eens zeker of het ooit wel goed komt, meldde een sombere wethouder", zo schreef de courant.

Ophoesten

Staat deze langdurige kwestie ook het MEOB-terrein in Oegstgeest te wachten? Je zou toch denken dat daar een hele lange tijd mee is gemoeid, maar zeker ook een heleboel geld. Geld dat de belastingbetaler moet ophoesten. Nou, begin dan alvast maar je keel te schrapen of te kuchen, want alleen de verplaatsing met de nieuwbouw kost al meer dan honderd miljoen gulden. "We weten precies waar de vervuiling zit en we ruimen het op", zo beweerde defensie toen de vervuiling in Oegstgeest werd bekendgemaakt. Maar Oegstgeester wethouder Van Elsen gaat het niet snel genoeg. Hij wil de vervuiling zo snel mogelijk uit de grond. Of het MEOB dat nog redt voor de verhuizing, valt nog te bezien. De vraag of het bedrijf dan niet beter in Oegstgeest kan blijven omdat het zoveel geld kost - en ook nog eens een hoop ellende voor het personeel dat met een aantal van zes mensen per maand het bedrijf verlaat door een baan elders in de regio te zoeken - kan moeilijk worden beantwoord. Waarom?: Er was een politiek debat gaande.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

4 maart 1998

Wat een wind. Vooral in de Morsebel kreeg ik de wind van voren. Aangezien dochterlief nog steeds met een gebroken enkel rondhupt, mag ik voor haar de krant bezorgen. Helemaal geen probleem. Tenminste, als het goed weer is. Maar als het stormt, zoals afgelopen dinsdag, dan vraag ik mij af: "waar ben ik aan begonnen." Het waaide zo hard dat tussen de flats door zo'n harde wind woei, dat ik compleet werd gelanceerd. Zelfs de wormen waaiden de grond uit. De stoep lag op meerdere plaatsen bezaaid met dunne regenwormen, waarschijnlijk totaal in de war door het warme winterweer.

Onderweg zag ik een leeg melkpak tollend over de weg waaien. Ik bedacht dat als het straks weer rustig is, al het zwerfvuil weer opgehoopt in een hoek van menig sloot drijft. Een stille getuige van de slordigheid waarmee wij met het milieu omgaan. Het is ons eigen leefmilieu nota bene dat wij vervuilen. Blikjes, plastic, kranten, boodschappentasjes, stukken hout en ander zwerfvuil wordt door de harde wind onverbiddelijk op een hoop gedwongen. Soms, heel soms, zie je iemand opstaan en met de moed der wanhoop de handen uit de mouwen steken om er wat aan te doen. Eigenlijk zou het er maar heel kort mogen liggen. Een telefoontje naar de gemeentereinigingsdienst zou daarvoor genoeg moeten zijn. De praktijk wijst helaas anders uit. Waarschijnlijk neemt niemand de moeite om even te bellen. Maar Dirk was het zat. Hij kon er niet meer tegen, sprong de sloot in en ging aan de slag. Na een paar uur noeste arbeid was het resultaat een paar fikse blaren op zijn handen, een hele hoop troep op de kant en de sloot?, die was nog maar half opgeruimd. Kun je nagaan hoeveel troep er lag! Helaas was op de foto niet goed te onderscheiden wat er allemaal lag, u moet me maar geloven! Maar de duiker onder de Kleyn profijtlaan, bij het Rademakerspad, was weer een klein beetje toonbaar.

Soms kan de vervuiling en misschien daardoor ook een zuurstoftekort in de sloot, er toe leiden dat er een grote vissterfte plaatsvindt. Dat is een rotgezicht! De sloten onder de hoogspanningskabels, nabij de Erasmuslaan, waren daar onlangs een smerig voorbeeld van. Een behandeling in de kliniek voor gezelschapsdieren zal daarbij niet meer baten. Maar ondertussen waait het nog steeds, dat zal altijd wel zo blijven. In de lente om de buigzaamheid van de boomtakken te testen en in de herfst om de blaadjes er weer af te blazen. Maar ondertussen waait het allemaal de sloot in. Wat een wind.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

11 maart 1998

Waar hebt dat nou voor nodig. Brand stichten in een vuilcontainer. Daar is heel wat fantasie voor nodig om daar het nut van in te zien. Maar aan de Cleveringalaan stond voor de tweede keer in een paar weken tijd een vuilcontainer in de brand.

"Een van de omwonenden probeerde het brandje te blussen met een emmertje water. Toen dat niet lukte riep hij zijn vrouw toe om de brandweer te bellen", aldus een ooggetuige van de bluspoging.

"We waren toevallig in de brandweerkazerne toen we het telefoontje binnen kregen", vertelde een woordvoerder van de Oegstgeester brandweer, "we gaven dat door aan de brandalarmcentrale in Leiden. Het duurde eigenlijk opvallend lang voordat onze pieper afging, maar daarna waren wij al snel ter plaatse."

Heel even vroeg ik mij af, of dat in de toekomst ook allemaal zo snel zal gaan. Door al die snelheidsremmende maatregelen, zoals kort geleden bij de Kan Sweelincklaan in Haaswijk is aangebracht, wordt het voor een flink uit de kluiten gewassen brandweerwagen moeilijk manoeuvreren om langs de obstakels te komen. "Ach, drie keer steken en alles komt goed", riep een van de brandweerlieden lachend. Het lachen zal hem nog wel vergaan. Er komt namelijk om de vijftig meter een obstakel.

De nog maar kort geleden geplaatste - nieuwe - vuilcontainer, had dus een prachtig gat in de bodem. Omdat de bak diezelfde maandag nog was geleegd, kreeg het vuur weinig voeding om echt veel schade aan te richten. De houten omheining was gelukkig nog niet vervangen. Nu staat er een metalen container. Het blijft een idiote tijd en geld verspilling om daar de brand in te steken. Waar hebt dat nou voor nodig.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

11 maart 1998

Waar hebt dat nou voor nodig. Brand stichten in een vuilcontainer. Daar is heel wat fantasie voor nodig om daar het nut van in te zien. Maar aan de Cleveringalaan stond voor de tweede keer in een paar weken tijd een vuilcontainer in de brand.

"Een van de omwonenden probeerde het brandje te blussen met een emmertje water. Toen dat niet lukte riep hij zijn vrouw toe om de brandweer te bellen", aldus een ooggetuige van de bluspoging.

"We waren toevallig in de brandweerkazerne toen we het telefoontje binnen kregen", vertelde een woordvoerder van de Oegstgeester brandweer, "we gaven dat door aan de brandalarmcentrale in Leiden. Het duurde eigenlijk opvallend lang voordat onze pieper afging, maar daarna waren wij al snel ter plaatse."

Heel even vroeg ik mij af, of dat in de toekomst ook allemaal zo snel zal gaan. Door al die snelheidsremmende maatregelen, zoals kort geleden bij de Kan Sweelincklaan in Haaswijk is aangebracht, wordt het voor een flink uit de kluiten gewassen brandweerwagen moeilijk manoeuvreren om langs de obstakels te komen. "Ach, drie keer steken en alles komt goed", riep een van de brandweerlieden lachend. Het lachen zal hem nog wel vergaan. Er komt namelijk om de vijftig meter een obstakel.

De nog maar kort geleden geplaatste - nieuwe - vuilcontainer, had dus een prachtig gat in de bodem. Omdat de bak diezelfde maandag nog was geleegd, kreeg het vuur weinig voeding om echt veel schade aan te richten. De houten omheining was gelukkig nog niet vervangen. Nu staat er een metalen container. Het blijft een idiote tijd en geld verspilling om daar de brand in te steken. Waar hebt dat nou voor nodig.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

1 april 1998

Oegstgeestigheid is eigenlijk niet meer en niet minder dan een geoniem. Een woord dat is afgeleid van een plaatsnaam. AWat u daarmee moet?@ Niets, maar er steekt meer achter. Jaren geleden ontstond >Buitenlustigheden= omdat in de woonbuurt Buitenlust de nodige (on-)gein plaatsvond. Helaas was deze rubriek van korte duur door een verhuizing naar Haaswijk. Daar kon ik dus niets mee! Al snel werd geestigheid gekoppeld aan Oegstgeest en werd Oegstgeestigheid geboren. Zo af en toe gebeurt er iets waarvan je zegt: Adat is geestig@. Maar al te vaak moet je die geestigheid met een korreltje zout nemen omdat er een bijsmaak aan zit. Twee weken geleden had men weer zoiets. Wethouder Kamphuisen deed in de raad een uitspraak waarmee hij zijn eretitel als slaapdokter eer aandeed. Gretig als hij is, als het terrein van het MEOB ter sprake komt, had hij de grond van Defensie al gekocht en zag hij visioenen van sporthallen, industrieën en prachtige bungalows die op zijn aangeven daar verrezen. Het bleek niet meer dan een nachtmerrie; een droom die als een zeepbel uiteen spatte. Een nachtmerrie die het personeel van het Marine Elektronisch en Optisch Bedrijf, zoals het MEOB voluit heet, al een paar jaar meemaakt. Hij zat er echter een paar straatstenen naast. Nu komt het >geo= uit geoniem, u weet wel Oegstgeestigheid, weer om de hoek kijken. Kamphuisen bleek, voor wat het de Haarlemmerstraatweg betrof, overduidelijk geografisch gestoord. Het ging namelijk om een stuk grond nabij het Groene Kerkje. Heel wat straatstenen verderop.

Heel even heb ik met iemand gesproken over een andere geoniem: Warmondigheid. Knap gevonden door een import Warmonder, maar kan ik daar wat mee? Toch maar even verder kijken dan mijn neus lang is: Warmonders zijn zeker mondig. Ook zijn ze warm en hartelijk. Het zijn over het algemeen aardige mensen, dus dat klopt wel. De mondigheid waarmee ze hun mening uiten, zou je dus best Warmondigheid kunnen noemen. Dus als ik ooit nog eens zonder Oegstgeestigheid kom te zitten, heb je best kans dat er een Warmondigheid om de hoek komt kijken. Wat in Warmond de gewoonste zaak van de wereld is, kan in Oegstgeest de blik aardig vertroebelen. Het is daar de gewoonste zaak van de wereld om je bootje af te meren. In Oegstgeest echter, kan hopen zwerfvuil maanden de sloten vertroebelen zonder dat er actie volgt (op Dirk na, maar die moest het ook nog eens langs de weg deponeren omdat het dan makkelijker kon worden opgehaald door de gemeente), maar boten vertroebelen de blik van sommige mensen. Je zou toch denken dat een boot in een sloot de gewoonste zaak van de wereld is. Ja in de rest van de wereld maar niet in Oegstgeest. Maar ja, in Oegstgeest hebben we een Ramp, een schans die wordt gebruikt als skatehelling en in WarmondY.... daar krijgen ze er ook een! De omwonenden zijn daar niet blij mee; ja, dit zou dus de eerste Warmondigheid kunnen worden.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

8 april 1998

Boven dit artikel zou net zo goed Warmondigheid kunnen staan. Afgelopen zaterdag was ik daar op een receptie ter ere van de bruiloft van een collega. Familieleden hadden het ludieke idee opgevat om een gigantische verjaardagskalender voor het toilet te schenken. Daarvoor hadden zij, terwijl het bruidspaar niet thuis was, de wc-deur uit de scharnieren gelicht en stiekem in de hal van Restaurant Meerrust gezet, tegen de muur met een laken erover. Telkens als iemand de receptie verliet kon hij of zij met een watervaste viltstift naam en geboortedatum op de deur schrijven. Met al de gebruikte kleuren werd het een bonte verzameling van verjaardagen; een gigantische verjaardagskalender. Of het bruidspaar dit kon waarderen is nog niet bekend.

Afgelopen maandag was kamerlid Hoekema, vertegenwoordiger van D66 in de Tweede Kamer, uitgenodigd door de plaatselijke D66. Zoals het een politicus betaamt, begon hij met een verdraaiing van de feiten. "Toen ik hier aan kwam rijden en mijn auto in een parkeerstrook zette, bedacht ik dat dit de tweede keer was dat ik bij het Witte Huis was. De eerste keer was voor het behalen van mijn rijbewijs." Als je zag wat hij met een parkeerstrook bedoelde, zijn auto stond half op het trottoir, dan vraag je je toch af hoe hij zijn rijbewijs heeft gehaald.

Het eerste onderwerp van zijn lezing ging over de veel besproken verhuizing van het Marine Elektronisch en Optisch Bedrijf, het MEOB, naar Den Helder. Hij had er mee getobd, geworsteld en gezeten. "Uiteindelijk heeft de fractie ja gezegd. Er is gekozen voor de doelmatigheid, zowel inhoudelijk als financieel. Voor het personeel werd een unieke baangarantie afgesproken. Ik heb steeds contact gehouden met het personeel in de persoon van de heer Albert Vink. Het personeel heeft zich, na lang protesteren, neergelegd bij de verhuizing. Juist omdat ik woon in de regio, was het een moeilijke afweging. Maar het was een goede en gezonde beslissing.

Het personeel van het MEOB begrijpt natuurlijk helemaal niet wat daar zo goed en gezond aan was. Vele gezinnen tobben nog steeds met het uitzicht op een verhuizing naar Den Helder.

Een van de aanwezigen vroeg zich af hoe de kamerleden hun afweging maken. "Hebben jullie dan niet gekeken naar bijvoorbeeld de PTT die naar Groningen verhuisde? Dat was toch ook een mislukking?"

Inmiddels hebben zo'n honderd en vijftig mensen hun besluit genomen en hebben elders werk gezocht en gevonden. De besparing is bij lange na niet wat de staatssecretaris voorspelde. Hoekema: "Is het werkelijk zo laag? Dan zal ik dat nog eens aankaarten bij de staatssecretaris. Maar terugdraaien van het besluit zal natuurlijk nooit gebeuren. Ik kan alleen maar verantwoording afleggen voor wat ik heb gedaan."

Het blijft helaas niet alleen bij het verplaatsen van het MEOB. Ook het Marine Vliegkamp Valkenburg zal er aan moeten geloven. "Over tien of vijftien jaar zullen we de knoop moeten doorhakken. Particuliere belangen zullen moeten wijken voor de woningbouwdrang", aldus Hoekema.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

15 april 1998

Aanstootgevend. Zo noemen ze het: aanstootgevend. Als er in de passage van het winkelcentrum Lange Voort kleine kinderen lopen te rennen en te gillen, vinden we dat aandoenlijk. Als ze iets ouder worden, wordt het al gauw: "kan het wat minder!". En als ze nog ouder zijn, bellen we de politie: "overlast", zeggen we dan. Als een groepje schooljeugd van 15 à 16 jaar zich daar ophoudt, soms gewoon om te praten en te schuilen, krijgen ze zelfs een boete van tachtig gulden. Soms hebben ze het er wel naar gemaakt, maar de troep die daar op de grond ligt, komt niet alleen van hun af. Soms zitten daar daklozen, wat we of zielig of smerig vinden. Maar onze jeugd noemen we tuig van de richel. Waarschijnlijk een kreet geboren uit angst. Maar ja, sommige groepjes pakken het soms geheel verkeerd aan. Zolang je geen eigen 'honk' hebt, zal je de omgeving van anderen niet moeten vervuilen met graffiti, peuken, blikjes, flesjes, glas of met urine die over enkele vierkante meter op of langs de muren wordt verspreidt. Dat vinden het grote publiek nou eenmaal niet leuk. En dan moet je niet raar staan te kijken als dat wordt aangepakt.

Aan de andere kant moet je de jeugd, die gewoon gezellig met elkaar staat te beppen, niet behandelen alsof het criminelen zijn. Het is een beetje geven en nemen. Elkaar met respect behandelen is al een goed begin. En wie weet, komen er dan vanzelf hangplekken die ook voor de jeugd gezellig is en niet wordt bepaald en ingericht door ouderen die allang zijn vergeten hoe het is om jong te zijn. Zij weten echt niet meer hoe het voelt om elkaar op te zoeken en te praten over alledaagse dingen. Maar ondertussen komen er in de wijken plaatsen waar in ieder geval rekening wordt gehouden met die o zo gezellige, doch lawaaimakende doelgroep en soms, ja: aanstootgevend.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

29 april 1998

Het was een drukke dag. Zaterdag 25 april was er overdag een PC-dump dag in de Rai in Amsterdam. Deze tweemaandelijkse computerbeurs trekt erg veel publiek. Als je dan bedenkt dat er van 21 april tot en met 23 april ook nog eens een Internetbeurs was in de RAI, dan kan je wel nagaan dat het een aardig heen en weer gereis was die week. Het Internet heeft al heel wat gebruikers die dagelijks het net afsurfen naar nieuws. De medewerkers van de Nederlandse computerfirma Tulip deden net of er niets met hun bedrijf aan de hand was en demonstreerden hun Webcard. De kaart ziet er uit als een telefoonkaart en kan worden opgeladen met toegangstijd voor het Web: bij voorbeeld vijftien minuten. Je steekt je kaart in een soort gokkast en je kan vijftien minuten surfen op het net. Deze noviteit wordt gesponsord door Mora en Pepsi. Het moet een alternatief bieden voor openbare gelegenheden om in plaats van gokkasten toch iets van vermaak te kunnen bieden aan hun klanten. Je moet er maar opkomen.

Oussama Cherribi promootte zijn VVD-kamerkandidaatschap en zijn Internetpage http://www.cherribi.nl. Ik heb hem gevraagd om te proberen om Meijlings besluit om het MEOB naar Den Helder te verplaatsen, terug te draaien. Zolang dat niet lukt, stem ik zeker niet op de VVD. Verder is er voor autoliefhebbers op het net de pagina http://www.autototaal.nl. Leuk als je op zoek bent naar een tweedehands of nieuwe auto. Je kan daar je wens kenbaar maken. Gewoon opgeven wat je zoek en je wordt geïnformeerd als er ergens een auto van jouw keuze opduikt. Mooi toch. Maar ja, wat is er eigenlijk niet op het net te vinden. Ik weet het niet, want daar heb ik nog niet naar gezocht. Wel jammer dat het altijd zo druk is op het net. Bij de kabelexploitant A2000 in Amsterdam hebben ze daar iets op gevonden: namelijk surfen op het net via een kabelmodem. Honderd gulden borg en je hebt er een te leen. Dan nog een kabelabonnement en je kan tot twintig mal zo snel het net op als voorheen. Hé Casema, waar blijf je nou, als grootste kabelaanbieder?

Ook goed om te weten is dat er op de digitale snelweg wordt gepatrouilleerd door Cyber Patrol. Dr. Solomons is met zijn virusprogramma's ook op het net actief. Prima, en nog betaalbaar ook; voor 139 gulden weet je alles. En op het net krijg je regelmatig updates aangeboden. Later kan voor de helft van de prijs een upgrade worden verkregen. Opvallend tijdens de beursen, zowel bij de Internetbeurs als bij de dumpdag, dat er door diverse bedrijven actief naar sollicitanten wordt gezocht voor zogenaamde IT-functies. Maar de meeste bezoekers, vooral van de PC-dump dag, waren meer geïnteresseerd in de apparatuur en programma's: want daar kwamen ze voor. Het was een drukke dag.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

6 mei 1998

Scherven brengen geluk. Alhoewel, zo luidt het spreekwoord. Maar als ik een bushokje zie met ingeslagen ruiten, dan vraag ik mij wel af eens voor wie die scherven eigenlijk geluk brengen. Misschien de firma die de ruiten levert of de man die ze er iedere keer dat ze eruit worden geslagen, ze er weer mag inzetten. Voor de rest denk ik dat er maar weinig mensen zijn die zich er gelukkig bij voelen. Degene die ze kapot sloeg moet wel heel erg veel woede en frustratie hebben gevoeld; je slaat ze niet zomaar even stuk, het is hartstikke dik glas.

Ook in de politiek worden momenteel de scherven aaneen gelijmd. Paarse scherven. Scherven van projecten die fout liepen. In de campagnes zullen de dames en heren politici het daar echter niet over hebben. Wel zullen ze het hebben over de dingen die ze wel goed hebben gedaan. Ook zullen ze het hebben over de zaken die ze goed zullen gaan doen. Maar ja, dat zeggen ze iedere vier jaar. Velen onder ons lopen zo te balen, dat ze eigenlijk helemaal niet gaan stemmen. Niet doen joh, dan gaat je stem zeker verloren! Stem dan op een partij die so wie so tegen de partij instemt waar jij nou zo de pest aan hebt. Dan komt er tenminste een beetje tegenstand. Anders gaat jouw stem op in een restzetel, maar dan wel naar de partij toe die jij het absoluut niet gunt. Misschien daarbij een leidraad om te onthouden wie het MEOB-personeel tot het laatst toe steunde in de kamer, toen ze het MEOB weggaven aan Den Helder. Dezelfde plaats die allang niet meer blij is met de komst van de dames en heren met een baangarantie, zeker niet nu er weer een paar honderd arbeidsplaatsen op de tocht staan. Ook daar zullen binnenkort de scherven moeten worden gelijmd.

Soms valt er wel te lachen als er scherven worden gemaakt. Het gebeurde tijdens een feestje ter ere van het twaalf en halve jarige huwelijk van mijn schoonzuster en zwager. Mijn schoonfamilie is er heel erg goed om tijdens dit soort feesten van alles te organiseren; er wordt dan ook heel wat afgelachen. De vreemdste acts worden opgevoerd. Zo ook afgelopen zondag. "Jullie zijn nog niet van ons af", sprak mijn oudste zwager Cor het bruidspaar toe, na het opvoeren van de nodige zottigheid. "Jullie wilden graag een nieuw servies, dus hebben wij een inzameling gehouden en een prachtig servies gekocht; ik hoop dat jullie er blij mee zijn." Ondertussen kwam Chris, een andere zwager - ik heb er heel wat - met een groot pak aanlopen. Hij struikelde en viel voorover. Wat er toen gebeurde, laat zich raden. Met een harde klap viel de doos, tot grote schrik van het bruidspaar, voor hun voeten aan diggelen. "Kan ik er wat aan doen", riep mijn zwager ontsteld. Gelukkig voor hem en het bruidspaar, zat er een oud servies in en was het door de vrouw van Cor allemaal is scene gezet. "Ik zag iemand het servies bij de vuilnisbak zetten en dacht dit moeten we gebruiken", zei ze lachend. Een fantastische act. In dit geval liep het goed af. Scherven brengen geluk.

Wil van Elk

Warmondigheid

20 mei 1998

Dat hebben ze niet nodig in Warmond. Wat? Nou, een ramp, want kortgeleden werd het dorp opgeschrikt door felle branden. Als dan ineens de loeiende sirenes door het dorp gaan, breekt er paniek uit. Zodoende werd een grootscheepse oefening op dinsdag 19 mei vooraf aangekondigd.

Even stond het Warmondse eiland te boek als 'Joppe Inferno'. Voor de hulpdiensten een prima locatie voor een grote oefening. Volgende week hierover meer, ondanks het verzoek van een Warmondse toeschouwer om het 'morgen' al te willen lezen in de Oegstgeester. Ik heb hem maar geadviseerd om een van zijn maten te helpen zoeken naar zijn echtgenote, want zij was het bejaarde trio ontvlucht.

Op de terugweg richting Oegstgeest, werd ik bijna van mijn fiets afgereden door een flitsende BMW. Toen ik hem een poosje later inhaalde, stond hij nog steeds bij het stoplicht te wachten. Ondanks dat hij het smalle straatje met hoge snelheid 'nam', won ik het van hem, gewoon op mijn fiets. Toen hij mij weer passeerde onder het spoorviaduct, ging hij even later zonder richting aan te geven een zijstraat in. Ik zag daar een witte kat wegrennen en dacht: "die heeft het ook weer overleefd". Soms is de openbare weg net een racebaan. Dat hebben ze niet nodig in Warmond.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

27 mei 1998

Bent u al gemeen?. In het algemeen genomen, ben ik dat namelijk niet. Toch ben ik gemeen genoeg om mij af te vragen waarom ik bij voorbeeld nog naar die commerciële televisiezenders kijk. Wie is er in het algemeen nou geïnteresseerd in reclame tegen middernacht. Ik niet. Soms gaat die reclame ook nog eens gepaard met een nieuwsflits. Na een kwartier weet ik niet meer waar die film, of wat daar voor doorgaat, eigenlijk over ging. Na een zappoging gaat dan in het algemeen de televisie gewoon uit.

Bent u nog naar de computerbeurs geweest in de Groenoordhallen. Ik wel. In het algemeen is het daar een stuk drukker en gezelliger. Nu was het er koud en er heerste een gelaten sfeer. Hoewel er door sommige handelaren goede zaken werden gedaan, was het erg stil, als je de lawaaierige luidsprekers er buiten liet tenminste. Wel was er genoeg tijd voor een praatje. Naast een gesprek met een ondertussen ongeïnteresseerd in het rond kijkende banenwerver, sprak ik met Wim Tol. Hij is steevast te vinden op dergelijke beurzen. Als een volleerd marktkoopman brengt hij 'voor weinig' CD's met computerprogramma's aan de man. "Dit is hartstikke leuk om te doen. Ik ben van huis uit programmeur; ik maak viewers voor CD's. Ik schrijf ook columns voor diverse bladen, maar dat vind ik minder leuk om te doen." Verder vroeg ik mij af wat ik bij voorbeeld met een CD met 3600 Fonts moet doen; in het algemeen koop ik dat soort dingen dan ook niet. Toch blijft zo'n beurs de moeite waard om te bezoeken; je vindt soms de leukste koopjes.

Bij het MEOB wordt nog steeds gewacht op een goed vervoersplan; een van de peilers van het Sociaal Plan. Inmiddels is er geen zinnig antwoord gekomen op de offerte van een treinverbinding naar Den Helder. Alleen de NS reageerde, maar die verwijst naar het spoorboekje. Maar dan ben je wel een hele tijd onderweg. In het algemeen ben je dan meer dan twaalf uur per dag met je werk bezig. Bent u al gemeen?.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

10 juni 1998

Ongelooflijk. Even dacht ik toch dat ik droomde, ik geloofde mijn oren niet. Het katholieke bolwerk stond op zijn kop. Protestanten hadden meegedaan aan een Eucharistieviering. Ongehoord, en dat werd ook nog eens uitgezonden op televisie. Een vrouw stond in het journaal te verkondigen dat zoiets helemaal verkeerd was. Een vrouw, kun je het je voorstellen? Tot voor kort wilde men in het katholieke wereldje helemaal niets weten van vrouwen. En nu mogen ze actief meedoen, een beetje. Juist zij zou toleranter moeten zijn.

Eigenlijk is het voor de katholieken een ultieme overwinning: protestanten die mee doen aan jouw spirituele gewoontes, die willen meedoen aan jouw kerkelijke gewoontes. Een kerk die openstaat voor anders denkenden. In deze tijd een mooi gegeven; iets dat past bij deze tijd. Maar nee hoor: opstand! Publiekelijk wordt er schande gesproken. Zelfs in het altijd zo tolerante Nederland wordt de strijd weer aangewakkerd. In Ierland is men ontzettend druk doende met verzoening tussen de twee geloven. En nu blijkt er in Nederland olie op het vuur te worden gegooid. Ik hoor de reacties al: "Die Wil van Elk snapt er helemaal niets van." Nou, de laatste keer dat ik in de kerk was, helaas is dat altijd bij een begrafenis als ik in een kerk kom, nodigde de dienstdoende priester iedereen uit om aan de Eucharistieviering mee te doen. En dan bedoelde hij ook iedereen, "ongeacht welk geloof u aanhangt", zei hij daarbij. Dat is mooi, dacht ik toen nog. Helaas wordt door diezelfde kerk met een aan kortzinnigheid grenzende verontwaardiging, schande gesproken. Een priester zij aan zij met een dominee in één kerkdienst en dan geven ze ook nog eens zomaar een gewijde Hostie aan ongetrainden!; alsof iemand die al jarenlang protestant is, niet godsdienstig is opgevoed. Maar blijkbaar wordt in de vanuit het Vaticaan strak geregeerde gemeenschap verdeeld gedacht over deze blijkbaar zeer persoonlijk gereserveerde kerkelijke gewoonte. "Eet, want dit is mijn lichaam", maar let wel goed op wie er mee-eet. "Doet dit ter nagedachtenis aan Mij", vertelde Lukas over de woorden van Jezus. Hij vertelde er toch niet bij dat dit strikt persoonlijk is. Eerst worden gedoopt, dan een eerste en op je twaalfde een tweede hernieuwde doopbelofte, en dan pas ben je gekwalificeerd om aan alles mee te doen. En protestanten hebben dat niet. Ongelooflijk.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

17 juni 1998

We laten ons horen. Juichend en toeterend gingen de oranje-supporters over straat, vlak voor de wedstrijd van Nederland tegen buurland België. Wat een domper dat Nederland er niet eens een in kon krijgen: 0-0. Ook over de rode kaart van Kluivert wordt het nodige geroepen. De volgende domper dus.

Maar ook tijdens de 3M marathon van Leiden lieten we van ons horen. Een sportief gebeuren dat heel even het voetbal deed vergeten. De vlaggen en oranje versierselen kwamen daarbij goed van pas. Een ander sportief gebeuren staat er trouwens weer aan te komen; De Poldercross. Na afloop kunnen we weer als vanouds genieten van de Pubband; dat zullen de omwonenden van het Boerhaaveplein dan ook goed kunnen horen. Als je daar niet tegen kan en al heel lang van plan bent om eens een weekendje naar Friesland te gaan, dan moet je dat nu doen. Een oud Oegstgeests spreekwoord luidt: "Wie niet horen wil, moet op vakantie gaan."

Als goed oplettende burger valt er genoeg te zien in Oegstgeest. Meestal zien we dan dat het eigenlijk allemaal prima is geregeld bij ons in het dorp. Maar soms gaat er iets mis. Een kleinigheid soms, maar toch genoeg om je druk over te maken. Als je richting de Klinckenbergerplas fietst of loopt, dan valt de een na laatste lantaarnpaal op, net voor de brug over de Leidse Vaart. Het paneel, waarachter de bedrading huist, ligt er af en is in geen velden of wegen meer te bekennen. Dit lijkt mij een gevaarlijke situatie: Twee vingers erin en even later zit heel Zuid-Holland zonder licht. En gillen dat we dan doen. We laten ons horen.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

25 juni 1998

Eindelijk mooi weer. Voor de een betekent dat een flink eind fietsen, zoals Antoon Koch dat zaterdag deed en voor de ander zal dat zeilen of surfen zijn op de Klinckenbergerplas. (Op weg daar naartoe zag ik trouwens dat de lantaarnpaal inmiddels weer keurig is gerepareerd. Want daarvan ontbrak tot voor kort een afdekplaat aan de zijkant.) Zelf maakte ik van de vrije zaterdag gebruik om de tweemaandelijks computerbeurs in de RAI te bezoeken, de PC-Dump dag. Het meest opvallende is wel dat de computer van gisteren inmiddels voor dumpprijzen op de liefhebber staat te wachten. Het ergste is nog dat als je thuis je computer aanzet, hij er eeuwig over lijkt te doen voordat je ook maar iets zinnigs op het beeld kan toveren. Het moet allemaal steeds sneller. De software wordt steeds uitgebreider en de portemonnee steeds sneller leeg. Goed voor de handel, dat wel. Voor weinig geld kan de leukste software worden aangeschaft die tot voor kort nog veel geld moest kosten. Fietsen is gezonder, maar een dagje computerbeurs bezoeken is voor de echte liefhebber ook een feest.

Nu we het toch over computers hebben. Op Internet staat uitgebreid te lezen hoe het met het project Poelgeest staat. "Het landschap ligt niet in Poelgeest, Poelgeest ligt in het landschap", zo staat op http://www.oegstgeest.nl/poelgeest/nbpoelg4.htm te lezen. De manier hoe met het landschap wordt omgegaan in Poelgeest wordt door sommigen zeer op prijs gesteld. Er worden bomen gepland om bij voorbeeld storende elementen als een spoorlijn aan het zicht te onttrekken: "het landschap wordt daarmee iets spannender en lijkt het ruimer. De paden zullen overigens niet mooi worden bestraat, maar blijven echt paadjes. Sommige paden zullen ook drassig worden, net als op het Joppe in Warmond. Wie er wil wandelen moet dus ook kaplaarzen hebben." Verder staat op de pagina welke huizen te koop of te huur zijn en bij wie informatie kan worden ingewonnen.

Inmiddels wordt al gewerkt aan ecoteams die in Poelgeest actief zullen zijn. Een goed initiatief. Het is niet alleen goed voor het milieu, maar ook nog eens te merken in de portemonnee omdat soms honderden guldens per jaar wordt bespaard. Mooi meegenomen.

Vrijdag zien we elkaar weer op het Boerhaaveplein. Al was het maar om de sportieve dorpsgenoten toe te juichen als zij nat en modderig over de finish komen van de Poldercross. Na afloop kunnen we weer ouderwets genieten van de Pub band. De verwachtingen zijn goed. Eindelijk mooi weer.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

9 juli 1998

"Ik trap er niet meer in", schreef ik lang geleden in deze inmiddels alom bekende column. "Over poep wordt niet meer geschreven", dacht ik toen. Ik kon toen niet weten dat het weer actueel zou worden. Met die poepdozen langs de weg moet men de hopen uit kunnen bannen. Niets is minder waar. We krijgen er plastic zakje bij. De jeugd kan blijkbaar niet met hun handjes van de zakjes afblijven, zodat die overal te vinden zijn, behalve met poep in de bak. Laten we er maar van uitgaan dat dit 'kinderziektes' zijn en dat het uiteindelijk een gewoonte gaat worden om de zakjes bij de bakken te laten, behalve als de hond wat heeft gedaan, want dan moeten ze worden gebruikt. Aan de soms forse hopen te zien, lukt het nog niet helemaal; of helemaal niet. "Deden ze maar wat aan die katten", zei een gepikeerde hondenbezitster, "die scheiten maar raak, m'n hele tuin zit onder, bah." En dan komt de discussie weer los en denk ik "was ik er maar nooit aan begonnen."

Is dat dan de reden dat de bewoners van het Meijerspad in Haaswijk met de neus in de hoogte lopen? Of is het de air van die lui? Nee, meer de air van het riool. Op onverklaarbare wijze hangt er een penetrante lucht in de woningbouwwoningen aan het Meijerspad. "We hebben al diverse malen gebeld naar de woningbouw, maar niets helpt. Het blijft stinken." Een buurvrouw knikt bevestigend. "Eerst stonk het verschrikkelijk bij mij in huis. Opeens werd het minder en nu stikt het bij de buren!" "Op aanraden van de woningbouw moesten we de deksel op de wc dicht houden want ze gingen er wat aan doen. Nou, het heeft niet geholpen, wat een stank zeg", en boos wijst ze op haar schuur in de brandgang achter het huis. "En aan het asbestprobleem doen ze ook al niets, hoewel we een hele tijd geleden een brief kregen dat ze er wat aan gingen doen." Haar schuur wordt gesierd met een lap plastic waaronder ik het asbest vermoed. Misschien dat binnenkort de lucht weer opklaart aan het Meijerspad en dat ik met een gerust hart kan zeggen: "Ik trap er niet meer in."

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

16 juli 1998

Nou dacht ik dat het broedseizoen voor eenden alweer achter de rug was, want overal groeperen de eenden zich en trekken al foeragerend door de sloten. Ook zwemmen grote kuddes meerkoeten rond in de Klinckenbergerplas. Een paar weken geleden nog vlogen ze elkaar in de veren als ze in elkaars vaarwater kwamen en nu zwemmen ze broederlijk naast elkaar. Wel zwemmen er nog kleine groepjes in sloten rond van moeder koeten met hun kroost die al een aardige omvang krijgen. Je bent er trouwens mooi klaar mee als zo'n broedrijp meerkoetenstelletje bij je voor de deur in de sloot zich heeft gevestigd. Het mannetje zwemt steeds maar onrustig heen en weer in de sloot, onderwijl luidkeels krijsend om aandacht. Dat houdt 's nacht echt niet op. Maar daar zijn we nu mooi vanaf. Het kost ook de nodige rietplanten die ze met wortel en al uit de bodem van de sloot rukken om een nest mee te bouwen. Nou vrees ik voor een tweede ronde want gisteren zag ik weer zo'n waterkoet met een rietplant stoeien en vanmiddag werd ik bijna omver gevlogen door twee eenden die elkaar achternazaten. Luidkwetterend kwamen zij al fladderend op de weg terecht. Even later kwam een bestelbusje met een noodgang de hoek omzeilen. Gelukkig waren de eenden al weer weg; waarschijnlijk waren het snel weg eenden.

Ook de moederganzen met hun kroost hebben zich gevoegd bij de groepen ganzen die permanent in Haaswijk verblijven. Al grazend trekken zij van grasstrook naar grasstrook. Dat ze hiervoor een straat moeten oversteken, trekken ze zich niets van aan, want het gras aan de andere kant is nou eenmaal groener, dat is een ongeschreven wet. Luidkeels protesterend tegen auto's trekken ze massaal naar de overkant, ondertussen een spoor van uitwerpselen achterlatend. Het fietspad langs de Haaswijklaan is vrijwel helemaal ondergescheten door de ganzen die door de nieuwbouw in deze positie zijn gedwongen. Toch is het een levendig geheel en als we een beetje opletten als die beesten oversteken, dan blijft het ook een levendig geheel. En het gras dat moet toch onderhand een overdosis mest hebben gehad en moet voor de plantsoenendienst niet meer te maaien zijn. Al hoewel, de ganzen die grazen er ook weer het nodige af. Toch zien we regelmatig de sporen van grasmaaimachines op de fietspaden en trottoirs, want achtergebleven plukken gras ruimt niemand op.

Over opruimen gesproken. De trap naar de brug over de Haarlemmertrekvaart, bij de Klinckenbergerplas, begint al aardig gecamoufleerd te raken. De treden zijn bijna geheel overdekt met onkruid dat daar weelderig tiert. Inmiddels zijn ze aan de overkant, in de Morsebel, volop bezig met het aanleggen van een pad langs de vaart en is er een vijver aangelegd. Nu is de linker- en rechterkant van de vaart vrijwel gelijk. De twee vijvers lijken er als twee bolle wangen bij te liggen; daar is over nagedacht. Door het slechte weer hebben honden de stranden van de Klinckenbergerplas overgenomen, want badgasten zie je er bijna niet. Mocht het weer plotseling omslaan, dan wordt het opletten waar de badhanddoek wordt neergelegd. Voordat je het weet zit er een luchtje aan.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

23 juli 1998

Een mier is een wonderlijk dier. Het was alsof er een ondergrondse telegraaf is werking trad. Overal kregen de mieren het op hun heupen. Koortsachtig begonnen de werkmieren hun gevleugelde soortgenoten naar buiten te duwen. De forse, gevleugelde koninginnen liepen een beetje verdwaasd rond, evenals hun kleinere soortgenoten, de mannetjes. Alras begrepen beiden wat de bedoeling was en stegen zij op naar grote hoogten. Want waar waren hun vleugels anders voor? De achterblijvende werkmieren waren in een klap vervallen tot werkloze mieren en liepen een beetje verdwaasd rond.

Blijde motorrijders waren zondag 19 juli direct herkenbaar; zij hadden allemaal dode mieren op hun gebit. Wielrenners en hun langzamere soortgenoten op gewone fietsen, deden gewoon de lippen stijf op elkaar. Vliegende mieren, daar hadden zij geen trek in. Je kon ze echter niet ontwijken; de ondergrondse telegraaf had zijn werk grondig gedaan. Overal in Nederland kwamen de mieren massaal de grond uit, grote gaten achterlatend tussen de tegels. En als ik die beestje zo eens na tuur, dan kan ik alleen maar vaststellen, het is iets wonderlijks die natuur.

Zwaluwen, maar ook meeuwen, hebben de tamtam ook gehoord. Zij zweefden rond op de thermiek. Geduldig wachtend op de massaal in aantocht zijnde vliegende mieren die op grote hoogte hun paringsdaad gingen uitvoeren. Voor al de mieren was het hun eerste keer, voor allemaal ook de laatste keer. Sommigen kwamen er niet eens aan toe. Zij kwamen als maagd in de maag terecht van een rondvliegende vogel die alleen maar zijn bekkie hoefde open te houden. Anderen, die wel zo gelukkig waren om het nodige te doen om de soort in stand te houden, kwamen op de grond terecht en werden alsnog opgegeten door rondlopend vogels of eenden; ook voor hen was het tafeltje dekje. Ze maakten echt geen onderscheid tussen mieren die van onderen kwamen of van boven. De koninginnen die kans zagen om weer terug te kruipen de grond in, zijn alweer driftig bezig aan de opbouw van een nieuwe kolonie. De mannetjes hebben pech, zij gaan dood, hoe dan ook. Een mier is een wonderlijk dier.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

30 juli 1998

Het snoepje van de week. Zo maakte Jamin vroeger reclame. En nu?, nu is de zaak aan de Irislaan leeg, helemaal leeg. Een zaak leegmaken is geen kunst. Maar om hem dan vol te hangen met kunst, dat is wel een kunst. En dat gaat nu gebeuren. Voortaan geen snoepje van de week, maar het kunstje van de week. Alhoewel, kunstje, het zijn niet de eerste de besten die daar een atelier beginnen, dus daar horen we vast meer van.

Wat is het rustig in de buurt. Velen zijn met vakantie en dat is goed te merken; wat een rust. Toch menen sommigen dat een beetje lawaai geen kwaad kan. M'n achterbuurjongen liet 's middags bijna drie uur lang zijn wekker aflopen (en dat klonk goed met het raam wijd open) terwijl hij niet thuis was en de bewoners van het Thorbeckehof in Haaswijk hielden onlangs een feestje. Zij vormen een hechte gemeenschap dat zich uit in de feesten die worden gehouden. In de gemeenschapsruimte Thor wordt regelmatig bewezen dat jongeren heel sociaal met elkaar om kunnen gaan, zonder een ander overlast te bezorgen. Maar een keer per jaar dan leven ze zich echt uit. Dan huren ze een bandje en houden een grandioze barbecue. De mensen in hun naaste omgeving krijgen een paar weken vooraf een briefje in de bus dat dit evenement gaat plaatsvinden. Keurig geregeld. Tenminste, voor de naaste buren. Willen zij er niet van horen dan gaan ze die bewuste zaterdagavond uit en tegen de tijd dat ze thuis komen is het feest voorbij en is de rust weergekeerd. Maar in een zo'n stille wijk als Haaswijk draagt geluid heel ver en tot voorbij de Jan Wolkerslaan keken mensen verbaasd op van zoveel lawaai. "Ongehoord dat zoiets kan", werd er gemompeld. Het bandje zelf speelde niet onverdienstelijk. Helaas was het geluid niet constant, maar wel hard. Heel hard. En aangezien de binnenplaats van het Thorbeckehof de akoestiek heeft van een amfitheater, kwam het geluid ver, heel ver. Verder gebeurde er die week niet zoveel, dus was het voor sommigen het snoepje van de week.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

6 augustus 1998

Heerlijk, een rondje klinck. Op een zonnige zomermiddag een fikse wandeling te maken rond de Klinckenbergerplas doet de mens goed. De vegetatie rond de plas is heel veelzijdig. In deze tijd dragen de bramenstruiken heel wat bramen en veel mensen zijn daar gek op. Wij maakten daar vroeger Haagse bluf van. Kent u dat? In een oude theedoek of door een zeef, gekookte bramen uitpersen tot je een sap overhield. Dat mengde je met het opgeklopte wit van eieren waardoor een luchtige pudding ontstond: Haagse bluf.

Aan de zijde van Warmond, voor Oegstgeestenaren dus de overkant van de Klinck, staan vele bramenstruiken achter een hek. Voor sommige bramenliefhebbers is dat geen beletsel. Het hekwerk is dan ook compleet vernield. Ze kunnen nu makkelijker bij de bramen, dat wel, maar of ze dat er ook voor over zouden hebben als ze het hekwerk zelf hadden betaald, betwijfel ik ten zeerste. Het hek aan de kant van de kleine plas is trouwens ook voorzien van een doorgang, maar of dat de eigenaar zo heeft gewild, kan ik mij nauwelijks voorstellen, gezien de kwaliteit van het gat.

De Klinck is eigenlijk niet populair. Ja, wel bij duikers. De plas is namelijk bij uitstek geschikt om te duiken. Lekker veel puin, dat maakt het extra spannend. En je kan er goed surfen. Ook hondenliefhebbers maken er gretig gebruik van. Van mei tot oktober moeten ze hun huisdieren wel aan de lijn houden en van de verharde paden gebruik maken. Dat niet iedereen zich daar aan houdt, is dagelijks te bewonderen. Ook fietsers maken gebruik van de paden en als iedereen dat rustig doet is er niets aan de hand. Helaas komen er ook bromfietsers, tot grote ergernis van sommige 'badgasten'. "Ze rijden soms gewoon over je badhanddoek en als je er wat van zegt, moet je zien hoe ze dan reageren. Flink 'gassen' en provocerend langs je heen scheuren. Nee, mij zien ze daar voorlopig niet meer." Ook het 'kleine' strand aan de zuidoostkant heeft zijn 'ergernissen'. "Surfers gaan gewoon dwars door de afzetting heen. Op diverse plaatsen zijn daar openingen in gemaakt. Door die surfplanken is het soms hartstikke gevaarlijk voor de kleintjes die juist een afgezet stukje hadden om te baden. Nee, mij zie je daar ook niet meer." "Trouwens, als je kind naar de WC moet, ook heel erg leuk. 'Mama, ik moet heel nodig hoor.' Ja, leuk, de twee toiletten staan helemaal aan de andere kant van de plas. Dat haal je nooit met zo'n kind in paniek."

Ondanks dat sommige vissers hun troep niet opruimen en er te weinig afvalbakken staan - als ze niet in brand zijn gestoken of vernield zijn - is het toch een bijzonder stukje 'natuur', daar aan de noordkant van Oegstgeest en de zuidkant van Warmond. Het is dan ook fantastisch om daar te wandelen en voor sommigen zelfs om daar te fietsen. Je moet goed opletten dat je nergens intrapt want naast de hondenhopen liggen er ook de grote jongens: die van paarden. En als je dan toch het rondje zonodig op de fiets wilt maken, let dan extra goed op want aan de Warmondse kant ligt het bezaaid met glas. Heerlijk, een rondje klinck.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

20 augustus 1998

De vakantie zit er weer op. Het wordt de komende weken weer monter jakkeren op het werk om dat buikje weer weg te krijgen. Inmiddels wordt er weer volop de aandacht gevraagd voor passerende passers omdat de scholen weer zijn begonnen. Daar wordt zelfs met een landelijke actie terecht aandacht voor gevraagd. Ook in de bouw klonken alweer de eerste klopgeluiden en komt de boel weer langzaam op gang.

Heeft u ook zulk mooi weer gehad?, wij in elk geval wel. Vorige week kwamen we terug van een weekje kamperen en achteraf bleek dat de mooiste week van de zomer te zijn geweest. Op de camping werd een spokentocht georganiseerd waarbij mijn verschijning al voldoende was om de deelnemende campinggasten de stuipen op het lijf te jagen. Maar ook de andere 'spoken' deden hun uiterste best om iedereen een trauma van jewelste te bezorgen. Hoewel niemand in spoken gelooft, haakten toch meer dan twintig kinderen bij het begin al af en velen wensten na afloop dat ook zij waren thuisgebleven. De volgende dag was de spokentocht dan ook het enige onderwerp waarover werd gesproken.

Verbazend hoe snel alles weer wordt opgepikt. Een dag werken is voldoende om alle routine weer op te pakken. Er is de laatste week dan ook weer van alles gebeurd: het gemeentehuis is aan het verhuizen, in Warmond was een Poldercross en in Oegstgeest is de KIVA-vakantieweek met succes afgerond. De vakantie zit er weer op.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

27 augustus 1998

Voordat je het weet is het weer voorbij. Wat?, nou die zonnige periode bedoel ik. Wat was die kort dit jaar. En nu is het ineens herfst. De natuur lijkt te beseffen dat voordat het winter wordt, eerst alle blaadjes van de bomen moeten. Logisch, anders zouden de bomen bevriezen, en dat zou wel heel erg zonde zijn. En die wind rukt dan ook geweldig hard aan de blaadjes. Ook aan de enige boom in het park aan de Surinamestraat die het heeft overleefd na de recente aanplant. De wal die is aangelegd door de bloemenveiling Flora heeft echter geen dode bomen. Dus ook die bomen worden prooi van de aanwakkerende herfstwinden.

"Vissende vissers die vissen naar vissen, maar vissende vissers die vangen vaak bot (vissen waar vissende vissers naar vissen, vinden vissers die vissers vervelend en rot)", zong André van Duyn jaren terug. Ook de vissers in Buitenlust lijken hierdoor getroffen te worden; ook zij vangen bot. De steiger die daar is aangelegd heeft een rare leuning die, als je daar zit te vissen, op twee plaatsen recht voor je neus zit. Als toeschouwer kan je er prima op leunen, maar anders moet je een rolstoel hebben met een lift, dan kan je jezelf op een hoger niveau tillen. Het is te hopen dat het park zelf zo snel mogelijk op een hoger niveau wordt getild, "want zo is het toch niets gedaan", zo zeggen de bewoners. Nou moet je de aanplant wel de kans geven om aan te slaan, maar nu lijkt het erop dat de bewoners gelijk hebben, het is niet geworden wat ze er van verwachtten. Het was ze ten slotte ander beloofd.

Iedere twee maanden kijken veel mensen uit naar de PC-dumpdag in de RAI in Amsterdam. Een prima gelegenheid om voor een prikkie oude, soms zelfs nieuwe, computerspullen te kopen. Zaterdag 22 augustus was het weer zover en stonden lange rijen wachtenden 's morgens om tien uur te popelen om de RAI binnen te gaan. Je weet maar nooit en is wat je goedkoop zou willen kopen snel uitverkocht. Voordat je het weet is het weer voorbij.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

2 september 1998

Is er leven na de IP? Ik kan maar moeilijk wennen aan al die hinderlijke reclameblokken op de buis. Zit je lekker op je gemak te kijken en IP, het programma wordt onderbroken door reclame. IP? ja IP. Dat betekent waarschijnlijk Irritante Pestreclame. Iets anders kan ik maar moeilijk bedenken. In Amsterdam willen de bewoners zelfs twee gulden meer betalen om al die zenders die Ippen op de kabel te kunnen ontvangen. Ik kan het me maar moeilijk voorstellen.

Het ontbreekt er nog maar aan dat zelfs voetbalwedstrijden worden onderbroken door reclame. En zo ondenkbaar is het niet meer hoor. Op 28 augustus werd het wereldrecord dominostenen omgooien verbroken. Nederland heeft het record op haar naam staan. Maar hoe werd het uitgezonden?, live, maar wel een paar maal onderbroken door reclame. Over het camerawerk tijdens het dominorecord zullen we het maar niet hebben. De regie daarvan bezorgde ook heel wat spanning in de huiskamer. Zonder sponsoring is zo'n evenement waarschijnlijk niet uit te voeren. Maar de ontwerper van het dominoparcours had daar wat op gevonden. Met een slingerende kogel aan een touwtje werden rondjes gemaakt die steeds kleiner werden totdat bij de laatste slinger een dominosteentje werd omgegooid. Briljant!, zo konden er reclameblokken worden tussengevoegd. Dat is nog maar het begin! Straks moeten voetballers na twintig minuten voetballen de bal hooghouden, minstens vijf minuten. Dan kan er tijdens de wedstrijd gewoon reclame worden tussengevoegd en kan je in het stadion ook even naar achteren om te plassen. Daar zitten we met zijn allen blijkbaar op te wachten. Is er leven na de IP?

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

9 september 1998

Stuur eens een berichtje. Communicatie, daar draait het om de laatste tijd. Maar als mens falen we nog wel eens op het gebied van communicatie; heel vaak ontaardt het dan ook in crommunicatie. De factor tijd speelt een voorname rol. Sire, een instantie die communiceert via het medium televisie, is heel erg goed in het wijzen op onze fouten. Eerst tonen ze een hondje met de mededeling dat het beestje drie keer per dag wordt uitgelaten. Zo passeren een paar honden het beeldscherm met wisselende uitlaatbeurten per dag. En dan tonen ze opa. Opa zit voor het raam een beetje voor zich uit te staren. Een beeld dat maar al te bekend is. "Opa gaat één keer naar buiten...", en na een korte stilte volgt: "...per drie maanden!" En daar kijken we dan naar zonder ook maar te knipperen met de ogen. Maar het is schandalig dat ze gelijk hebben!

Internet is het communicatiemiddel van deze tijd. "Ik stuur wel een E-mail naar je", roepen we. Nou is het medium Internet een fantastisch middel om te communiceren met elkaar. Landsgrenzen bestaan niet op het net. Tegen lokale telefoonkosten kunnen we met iedereen communiceren, waar ook ter wereld. Over iemand uit zijn bed bellen hoeven we ons ook niet druk te maken omdat het berichtje in een soort postbus wordt geplaatst. De ontvanger kan dat bericht ophalen wanneer hij dat zelf wilt. Zelfs gesprekken met videobeelden zijn mogelijk. Een beetje schokkerige beelden, dat wel, maar het is een mooie ontwikkeling. Alleen, je komt de deur niet meer uit en dat is het negatieve eraan. Je moet het zelf maar doseren, dan komt het wel goed.

Internet providers, waar je een abonnement moet afsluiten om te kunnen communiceren via internet, vechten om de abonnees. Zelf zit ik bij WorldOnline. Ik erger mij wel eens aan de wachttijden en de bijna altijd 'in gesprek toon'. Bij DSL, de Digitale Stad Leiden, zijn veel mensen in de regio 071 aangesloten: gratis! Het kan dus wel goedkoop! Bij Capitol Online Amsterdam word je altijd in een keer doorverbonden. Maar er is ook een geval bekend van iemand waarvan ten onrechte twee keer abonnementskosten zijn afgeboekt. Na herhaaldelijk bellen, verzoeken en sommeren om teruggave, heeft Capitol online niet eens de moeite genomen om contact op te nemen met de gedupeerde. Dat is een hogere vorm van communiceren. KPN schijnt Capitol Online overgenomen te hebben. KPN is een kei in communicatie, misschien komt het alsnog goed. Het advies aan KPN is dan ook: Stuur eens een berichtje.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

16 september 1998

Afstandsbediening, misschien wel de beste uitvinding van deze eeuw. Het is vooral handig om te kunnen zappen als er weer zo'n irritant reclameblok de film of andere uitzending onderbreekt. Maar in de hobbysfeer is het vooral handig om je modelboot, -auto of -vliegtuig te besturen. Straks heeft het MEOB ook een afstandsbediening. De leiding van het bedrijf zal gedurende de laatste jaren van haar bestaan in Den Helder zetelen. Het ooit florende defensie onderhoudsbedrijf wordt dan vanaf afstand bestuurd; een rare gewaarwording.

Eigenlijk nemen we overal afstand van. We nemen afstand van onze kinderen die we, omdat we werken, in een crèche stoppen. We nemen ook afstand van onze ouderen die we in een andere crèche stoppen: het bejaardentehuis of verzorgingstehuis. Communiceren doen we dan met een telefoon, tegenwoordig het liefst mobiel vanaf een afstand. Een afstandsbediening is dus een goed instrument.

Om een afstand te kunnen overbruggen hebben we een vervoermiddel nodig. Voor een grote afstand is het kiezen van een transportmiddel best lastig. Als dat voor het dagelijks heen en weer reizen is in het woonwerkverkeer, dan komen er frustraties om de hoek kijken. Kijk maar naar meneer Hoekzema. Wie? Hoekzema, ken je die niet? Dat is de burgemeester van Den Helder. Een van zijn neventaken is het voorzitterschap van de VVD. Hij volgde in de meest noordelijke gemeente van Noord-Holland Gmelich Meijling (ook VVD) op die al snel in de regio Den Haag ging wonen omdat hij staatssecretaris van Defensie werd. Een van de meest opvallende zaken die Meijling voor Hoekzema bewerkstelligde was het verhuizen van het MEOB naar Den Helder. Uiteindelijk is het MEOB opgegaan in een nieuw Marine Bedrijf en niet 1 op 1 verplaatst zoals Meijling dat voorspiegelde. De afstand was helemaal geen probleem, werd steeds geopperd. Maar Hoekzema krijgt toch wel wat problemen met de afstand van Den Helder naar Den Haag en denkt er over om te stoppen met het voorzitterschap van de VVD. Hij moet namelijk nogal eens naar Den Haag. Goh, moeten de MEOB-ers niet dagelijks die afstand afleggen? Dat komt goed uit. Hij kan toch vragen of hij 's avonds met de VIP coach mag meerijden. Die gaat toch naar Oegstgeest. Maar velen zullen het met hem eens zijn; het blijft een roteind. Er zijn er al heel wat die een andere baan hebben gezocht, juist door die afstand. Maar misschien is een afstandsbediening wat voor Hoekzema, misschien wel de beste uitvinding van deze eeuw.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

30 september 1998

Een hondenpenning. Dat heb je nodig als je niet opgepakt wilt worden voor wildplassen. Dat bedacht ik toen ik laatst een rondje Klinckenbergerplas liep. Er stoppen daar vaak mensen, die op doorreis zijn, om even uit te blazen. Even rustig een boterhammetje eten met uitzicht op de plas. Dat kan prima vanaf het parkeerterrein. De gemische toiletten zijn inmiddels weg, dus als zo'n bezoeker nodig moet, dan wordt dat dus de dichtstbijzijnde boom. Nou zou dat daar waarschijnlijk niet zoveel uitmaken als je ziet hoeveel vrachtwagens daar dagelijks slib of iets dergelijks storten. Wie weet wat daar voor rotzooi inzit. Het bord gevaarlijk terrein staat daar waarschijnlijk niet voor niets. Die paar wildplassers kunnen er ook nog wel bij.

Nou zijn de meeste mensen rustige plassers die het keurig thuis of elders op het toilet doen. In het openbaar hebben sommige mensen het best een beetje moeilijk. Soms staan ze omhoog te kijken en een beetje zachtjes te fluiten als ze in een openbaar urinoir krampachtig staan te plassen. Pas maar op in zo'n situatie dat ze je niet herkennen: "he, ben jij niet die en die?", als ze zich naar je toedraaien, ben je wel helemaal nat!

Maar goed. In de natuur zoek je een stil plekje achteraf om even stoom af te blazen. In sommige gemeenten wordt je daarvoor beboet. Wildplassen mag daar niet. Honden mogen dat echter wel. Die plassen bijna tegen iedere boom. Daarvoor wordt nooit iemand bekeurd. Noem jezelf voortaan Fido. Geef jezelf op voor de hondenbelasting en hang de bijbehorende penning om je nek. Nooit meer loop je de kans bekeurd te worden als wildplassers. De oplossing is eigenlijk te simpel voor woorden. Een hondenpenning.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

7 oktober 1998

Heerlijk een dagje genieten. Na lange afwezigheid kon weer eens worden genoten van de Firato in de RAI in Amsterdam. Genieten van een beurs vol noviteiten op het gebied van audio‑, film- en foto-apparatuur. Speciaal voor de consument. Direct al bij binnenkomst werd ik geconfronteerd met een digitale versterker (TACT) van twintigduizend gulden van de firma NAD. Het geluid was er wel naar, maar zoveel geld had ik helaas niet bij me, zodat ik nog steeds naar het geluid luister dat uit mijn twintig jaar oude stereo komt.

Hoewel alles geconcentreerd lijkt te zijn rond de DVD-speler, ging mijn interesse voornamelijk uit naar digitale camera's en wat je daar zoal mee kunt doen. Vooral het medium Internet is daar een prima geschikt platform voor om al je creativiteit in te leggen. Maar ook de digitale videocamera is leuk speelgoed. Met een piepkleine tape kun je een uur lang digitaal filmen. De beelden kan je ook stuk voor stuk in je computer binnenhalen. Dat er dan zo'n twintigduizend beelden op die tape staan, is bijna niet voor te stellen. Als je dan ook nog eens een kleurenprinter tot je beschikking hebt, ben je een gelukkig mens. Dat een afdruk dan vijf keer of meer kost dan een foto volgens de gewone methode, lijkt niemand te deren. Het is een kwestie van tijd denk ik. Binnenkort zullen de een-uur servicebedrijven een computer via een adapter aangesloten hebben op hun ontwikkel- en afdrukapparatuur en kost een afdruk misschien nog maar een kwartje, gewoon vanaf een diskette. De foto's die opgeslagen zijn in de computer kunnen worden bewerkt met speciale software. De plaatjes kunnen worden opgenomen in een Webpagina op Internet. Vier enthousiaste knapen van Noble Twin Mountain (NTM) uit Amsterdam, hebben daar trouwens een heel aardig programma voor ontwikkeld. Na een gedegen voorbereiding hebben zij het programma WEB-design op de markt gebracht. Een laagdrempelig programma, speciaal voor de leek geschreven. Je hoeft geen Wiz Kid te zijn om met dat programma een eigen home page te maken. Met een paar muisklikken maak je van een saai stukje tekst en een foto, een fraai ogende pagina met flitsende beelden, alsof ze door Bill Gates zelf zijn ontwikkeld. Maar geen Microsoftproductie deze keer. Nee, eigen ontwerp, en dat voor 129 gulden!, chapeau. Hoewel er geen recensie-exemplaar beschikbaar was, werd het programma afdoende gedemonstreerd, voldoende om een positieve indruk te krijgen. Voor de leek lijkt het mij een prima programma, mede door de Nederlandstalige handleiding die er wordt bijgeleverd. Voor de gevorderde internetontwerper is het misschien te simpel, of...?

Terugfietsend vanaf het Leidse NS-station bemerkte ik de lage temperatuur. Het is een stuk frisser geworden. Maar mijn naamgenoot merkte daar niets van. Hij keek afgeschermd voor de kou vanachter het raam naar de overkant. Zijn uitzicht is opmerkelijk veranderd. Vrijwel al het groen rond de 'Gerberaflat' is verdwenen, ter voorbereiding op een ingrijpende verbouwing. Maar op dat moment kon mij dat niet zoveel schelen. Ik was op weg naar huis voor een lekker warm kopje koffie. Ik was naar de Firato geweest. Heerlijk een dagje genieten.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

14 oktober 1998

Een plaatje zegt meer dan duizend woorden. Ik heb mij er altijd tegen verzet. "Van mij geen foto in de krant. Ik werk liever inKochnieto (Hè, komt Koch niet? Nee, ik ben in-Koch-niet-o), zonder foto van mezelf erbij." Maar overal, in alle kranten, staan foto's bij columns. Vooruit dan maar. Maar Oegstgeestigheid zou Oegstgeestigheid niet zijn als er een serieuze foto bij zou staan. Dus....

Bij de Firato, zeg maar de elektronicabeurs die onlangs werd gehouden in de RAI in Amsterdam, mocht ik poseren voor een digitale camera. De operator van de camera en bijbehorende computeropstelling, trok mijn gezicht - toen leek het nog op mijn eigen gezicht - helemaal uit zijn verband. Mijn oren maakte hij langer, in mijn opgerekte mond (en hij was al zo groot) verschenen er lange tanden en mijn ogen zette hij in de hoek van de kassen alsof ik hartstikke scheel was. Maar die gozer was nog niet klaar met mijn nieuwe gezicht; ook mijn witte kuifje moest er aan geloven. Met een simpele muisbeweging trok hij mijn trotse kuifje helemaal naar de bovenrand van de foto. Het zal je maar gebeuren!

De uiteindelijke foto printte hij uit met een kleurenlaserprinter, daar bleek het allemaal om te gaan, en onder luid gelach van de omstanders kreeg ik het overhandigd. Het lachen zal hen wel zijn vergaan, want ook zij kregen een mishandeling te verwerken. Maar daar heb ik niet op gewacht. Ik ben maar snel vertrokken en was blij dat ik een half uur later inKochnieto weer in de trein zat, op weg naar huis. Maar ik moest steeds maar denken aan die foto. Een plaatje zegt meer dan duizend woorden.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

21 oktober 1998

Een eigen container. Dat hadden wij vroeger niet. Wij moesten van ellende op een of andere winderige hoek elkaar ontmoeten. Als we mazzel hadden was er een portiek waar we konden schuilen, maar verder was het behelpen. Eerst was er dus een commissie en toen een hele tijd niets en nu is er dan een container. Daar is het laatste woord nog niet over gesproken.

Er valt heel wat te beleven in Oegstgeest, als je er oog voor hebt. Mijn oudste dochter ging met haar klas een weekje naar Parijs. In een container op wielen, een bus. Haar krantenwijk mocht ik voor haar lopen. Dat was al weer een tijdje terug dat ik dat mocht doen. Al heel snel pikte ik de draad weer op en fluitend fietste ik door de Morsebel. Soms floot ik van verbazing. Want het was maart toen ik de krantenwijk voor het laatst deed en in een paar maanden tijd was er best wel wat veranderd. Met verbazing keek ik naar het park waar ik altijd veel kinderen spelend aantrof. Als het weer het toelaat is dat nu ook nog het geval. Maar de ondergrond heeft een metamorfose ondergaan. Overal komt door het grind onkruid tevoorschijn. Nog even en dan is het overal groen. Geen gezicht. Maar op meer plaatsen in de wijk begint het onkruid buiten proporties te groeien. De nieuwe 'flat' aan de Dudoklaan heeft al bijna geen toegang meer door overwoekerend onkruid.

Gelukkig vallen ook nog andere dingen op. Op een gegeven moment staat een dame mij op te wachten met een verrekijker in de hand. "Kijkt u naar mij uit?, ben ik dan zo laat?" "Nee hoor, ik zag een heel mooi vogeltje daar onder de hoogspanningsdraden." Ja, er valt nog heel wat moois te zien in de Morsebel. Onlangs nog zag ik in de door bouwactiviteiten verstoken nieuwbouw een verlaten bouwvakker tegen een van de containers aanpiesen. Vroeger hadden bouwvakkers bouwketen. Tegenwoordig hebben ze ook containers. Een eigen container.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

28 oktober 1998

Soms duurt het even. Ga maar na. Op 2 november vorig jaar, een mistige zondagochtend, stonden de fotograaf van de Oegstgeester Courant, Loek de Groot en de verslaggever, ik dus, te blauwbekken op het Boerhaaveplein. Ze waren filmopnames aan het maken voor het programma 12 Steden, 13 ongelukken. "De aflevering heet Oegstgeest en wordt medio februari uitgezonden", zei een van de medewerkers van ID-TV. Nou, met een beetje geduld zou dat wel lukken. Leuk voor de medewerker van de supermarkt aan het Boerhaaveplein en ander figuranten die we nog dagelijks in Oegstgeest zien rondlopen. Het Groene Hoekje was die ochtend ook 'open'. En maar wachten en wachten. Inmiddels waren de meeste mensen allang vergeten dat er ooit opnames zijn gemaakt in Oegstgeest. Maar o wat een verrassing. Op 1 oktober, zo stond in de Radio- en Tv-gids vermeld, kwam er een aflevering van 12 steden, 13 ongelukken met als titel "Oegstgeest - wat een dag". Het programma vertelde het verhaal achter het ongeluk, een reconstructie ter voorkoming van leed. Deze aflevering, geschreven door Ruud van Meegen,  ging over de gevaren bij het op de borst dragen van een babydraagzak. "Er zijn al heel wat ongelukken gebeurd met babydraagzakken", vertelde de presentator Jan Douwe Kroeske.

Urenlang is gefilmd op het Boerhaaveplein. Urenlang is gefilmd op de Kennedylaan. Wat overbleef waren enkele minuten Oegstgeest. Toch heel wat beelden van ons dorp en de figuranten waren weliswaar kort in beeld, zij zullen daarvan hebben genoten. Want wie komt er zomaar op TV? Maar ook, wie heeft het programma gezien? Misschien hebben ze het zelf ook gemist, want ze moesten er bijna een jaar op wachten. Soms duurt het even.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

4 november 1998

Lekker banjeren door de regen. Nou valt het in Oegstgeest nog mee, ondanks de plassen overal. In andere delen van het land lopen de straten onder en staan de gewassen weg te rotten. De boeren krijgen waarschijnlijk subsidie en wij kunnen straks dure aardappelen uit weet ik waar vandaan gaan kopen. De consument mag het gelag betalen. Maar dat is altijd al zo geweest. Alles wordt duurder, maar je salaris stijgt minimaal. Maar het waterpijl stijgt vaak heel snel tot ongekende hoogte. Op sommige plaatsen hebben we voorzieningen getroffen om te voorkomen dat er overstromingen komen. Maar als dan de varende consument kans ziet om een toch niet al te kleine sluisdeur aan gort te varen, met een schade van meer dan tien miljoen gulden, wordt het er niet goedkoper op.

Bij de tijdens het afgelopen weekeinde gehouden atelierroute, kreeg ik te horen dat het leek alsof er niets anders dan kunst was te melden in de krant. Dat is deze keer niet anders. Maar door een opening van een kunstcentrum aan de Lange Voort en twee dagen lang een atelierroute van de Oegstgeester Kunstenaarsvereniging Instock in hetzelfde weekeinde, wordt het wederom erg kunstig. In een advertentie van Instock las ik dat de 'kunstconsument' kennis kon nemen van het werk van de kunstenaars. Een kunstconsument lijkt mij geen echte consument, of het moet iemand met een kunstkop zijn. Of is iemand die kunst consumeert een kunstconsument? Of iemand die kunst aanschaft, is dat er een? Al met al werd er goed geconsumeerd tijdens het afgelopen weekeinde en niet alleen door 'kunstmensen'. Ik heb er mijn buik vol van. Waar je ook heen ging: lekker banjeren door de regen.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

11 november 1998

Ik weet het nog goed. Het was 1957. Als hummeltje van drie jaar oud verhuisde ik samen met mijn ouderlijk gezin naar de Korenbloemlaan. Wat was daar een hoop ruimte. Vanuit de achtertuin keek je helemaal naar Warmond. Halverwege kon je de waterwipmolen zien staan, met daar voorlangs de zandsloot. Deze sloot was ontstaan door zandafgravingen. Voorbij de molen stonden allemaal bloemen, zo ver het oog reikte: "Dat is het land van Lubbe", zeiden we toen. Vrij snel begon men met de bouw van de woningen aan de Papaverlaan. De bloemenbuurt begon vorm te krijgen. De Wijttenbachweg was door de nieuwbouw van deze buurt geheel haar uitzicht kwijt. Als kind vond je het natuurlijk prachtig; zo de achtertuin uit en de bouw in. Spijkers zoeken en spelletjes doen over de balken die in het begin nog open en bloot lagen. Toen er eenmaal een houten vloer op lag, was het vrij snel afgelopen met de pret en kregen we nieuwe buren, achterburen wel te verstaan. Ook de jongens die daar woonden brachten menig uurtje door in de weilanden. De jongens van Lens, Dijkers, Helvensteijn, Heinsman en Haak, zullen zich dat nog levendig kunnen herinneren.

Na de bouw van de Papaverlaan werd het aan die kant even stil. Als kind konden wij heerlijk spelen in het gebied rond de molen. Soms liep het weiland onder water en kon je vlotje varen tussen het hoge gras door. Ik kan mij nog herinneren dat ik met een van de jongens van Dullaert, hij was iets ouder dan ik en woonde aan de Wijttenbachweg, een vlot had gemaakt van balken en touwen. De touwen werden nat, raakten los en de balken begonnen te wijken. Een spagaat waren wij niet machtig en even later stond het water tot aan mijn lippen. Ik was namelijk een stuk kleiner (toen) dan Harry, want zo heette hij vermoed ik, en overleefde de barre tocht naar hoger gelegen grond nog maar nauwelijks. Een hoog Indiana Jones gevoel, daar in die polder.

Nu kan je dat weidse gevoel van toen amper voorstellen. Het winkelcentrum Lange Voort staat daar al zolang, dat de mensen aan de Papaverlaan zich het uitzicht van die begintijd zich nog maar nauwelijks kunnen herinneren. Toch moet dat heel wat geweest zijn in die tijd. Je zal maar een flatgebouw voor je neus krijgen. En dan niet een met een fraaie voorgevel, nee, het was de achterkant met laad- en losplaatsen van de winkels die het dagelijkse uitzicht van de Papaverlaanbewoners moesten verlevendigen. Een bijzonder saai uitzicht en een fantasieloos parkeerterrein was jarenlang hun lot. De naam Papaverlaan doet - vooral door de uitgang laan - heel wat vermoeden. Helaas, meer dan een laantje is het niet; en de papavers zie je al tientallen jaren niet meer. Dan had je vroeger moeten komen. Kikkervisjes, donderkopjes werden ze genoemd, kikkertjes, salamanders en stekelbaarsjes kon je vangen in het weiland. Overal groeiden papavers en deden de naam van die laan eer aan. Ik weet het nog goed.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

18 november 1998

De taal verpaupert. Dat zei iemand laatst tegen mij door de telefoon. Hij had het ook weer van iemand anders. Maar je hoort het wel vaker. Een taal is levendig of een taal is dood. Een taal verandert, gelukkig maar. Een taal is iets dat een mens naar buiten brengt. Een uiting. Als mensen onderling afspraken maken over die taal, zou het wenselijk zijn dat die afspraken ook worden nagekomen. Helaas, zoals met zoveel dingen in het leven, komt daar weinig van terecht. Mensen die groepjes vormen, maken hun eigen taal. Schoolkinderen zijn daar op zeer jonge leeftijd al heel bedreven in. Op de beurs spreken ze een eigen taal. Op een veiling, op de markt, vooral op een beestenmarkt, bij modeshows, in ziekenhuizen, rechtbanken en universiteiten, overal spreken ze een eigen taal. Ook journalisten spreken een eigen taal. Over hun manier van schrijven raakt men niet uitgepraat. (Mag een journalist het wel over men hebben?). Maar om nu te stellen dat de taal verpaupert als ze fouten makenY Gelukkig heeft niet iedereen gestudeerd. De meeste mensen hebben het moeilijk als ze een stukje tekst moeten schrijven. Gelukkig maar, anders zou iedereen journalist kunnen worden. "Taalfouten zijn uit den boze", schreef een journalist op mijn werk dat ik had ingestuurd van de opleiding Journalistiek. Hij had de hinderlijke taalfout rood omlijnd. Over de meeste fouten die de scribent maakt wordt overheen gelezen. Maar dat is voor de journalist geen excuus. Hij mag geen fouten maken. Toch komt dat regelmatig voor. Gelukkig maar. Een journalist is ook maar een mens.

Bij het jaarlijks groot dictee blijkt maar al te vaak hoe moeilijk het is om foutloos Nederlands te schrijven. Het gebeurt maar zelden dat iemand foutloos eindigt. En dan gaat het alleen nog maar over de juiste spelling. Dan hebben we het nog niet eens over grammatica. Want een juiste zinsopbouw is verrekte moeilijk. Laatst stond een grote kop op de voorpagina van de Volkskrant: "Kok: anonieme aangifte zinloos geweld mag". Als je die zin verkeerd leest, krijg je onherroepelijk problemen. Bedoelt Kok: "anonieme aangifte zinloos, geweld mag?" Ik denk het niet. Het is meer als: "dood hem niet, wachten tot morgen." Of: "dood hem, niet wachten tot morgen." Ik heb regelmatig dat ik denk: "heb ik dat geschreven?" Vast wel, want het staat in de krant. Maar ik bedoelde toch iets anders. Of, die taalfout heb ik toch niet gemaakt? Ja hoor! Het staat er echt. Maar hebben de taalpuristen dan toch gelijk als iemand zegt: "de taal verpaupert".

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

25 november 1998

Hoe is het mogelijk. Een keer per jaar ga ik met de trein naar Utrecht en iedere keer gebeurt er wat bijzonders. "Ja", zult u zeggen, "als er niets bijzonders was, zou je niet naar Utrecht gaan." Daar heeft u dan gelijk in, maar dat bedoel ik niet. Nu waren het afgelopen weekend de HCC-dagen in de Jaarbeurshallen; dat is ieder jaar zo rond deze tijd. Het zijn van die schaarse momenten dat ik van het openbaar vervoer gebruik maak. En dan alleen maar van de trein. De firma die erg goed haar best doet om het grote publiek openbaar te vervoeren is de NS. Nou, ik wordt er openbaar beroerd van. Het begon al toen ik vrijdagochtend een beetje te gehaast van huis ging. Achteraf was dat niet nodig, ik had mij vergist in de vertrektijd van de trein naar Utrecht. Dik een kwartier te vroeg stond ik op het perron. Ik was in ieder geval op tijd. Toen de trein moest vertrekken, sloeg de motor af. Oeps, foutje. Door de omroep klonk de stem van de machinist: "het is zo weer verholpen hoor." En inderdaad. Binnen vijf minuten vertrok de trein, weliswaar te laat, maar ik was onderweg naar een gigantische computerbeurs, dus wie doet mij wat.

Niemand deed mij inderdaad wat en ongeschonden ging ik op in een zich traag langs computerkramen voortbewegende mensenmassa. Ongelooflijk dat dit gigantische spektakel drie dagen duurde. Ik had graag nog een dag willen gaan, zondag. Maar ik kon het niet meer opbrengen. Na de hele dag rond lopen in rokerige en lawaaiige hallen vol met mensen, ben je blij dat je kan gaan zitten: desnoods in de trein. Tien minuten voor de vertrektijd zat ik in de trein naar Leiden, tenminste, als hij zou gaan rijden. Ik had nog net de laatste zitplaats en iedereen die na mij kwam moest staan: en dat waren nogal wat mensen die dat overkwam. De machinist had dat snel door en in plaats van dat hij gewoon vol wegreed, ging hij bellen. "Dames en heren, u heeft gemerkt dat we nogal vol zitten en dat er niet voor iedereen plaats is. We hebben gebeld om extra materieel. Het komt eraan, maar het kan nog wel even duren. Intussen kwamen er steeds meer mensen die ook de trein in stapten. Tien minuten na de officiële vertrektijd, klonk de stem van de machinist weer uit de luidsprekers: "dames en heren, aan de overkant van dit perron komt straks een trein binnen, die gaat ook naar Leiden. Deze trein gaat als eerste weg." Hoorde ik dat goed? Gaat deze trein als eerste weg? Komt dat even mooi uit. Voor het eerst sinds jaren heb ik eindelijk een zitplaats en dan zit ik nog goed ook!

Keep on dreaming; Sinterklaas bestaat. Deze trein ging mooi niet als eerste weg. Het andere treinstel aan de overzijde van het perron, die ging als eerste weg, volgepropt met mensen; er kon echt niemand meer bij! Vaag zei even later een stem uit de luisprekers op het perron dat deze trein pas wegging om acht minuten over halfzes. Een half uur te laat dus. Ondertussen liep de trein weer vol: en hij was al bijna vol. Deze trein vertrok dus niet op tijd. Het wachten was nog steeds op extra materieel. Extra materieel dat de NS allang had kunnen voorzien. Iedere vrijdag is het van zichzelf al druk en zitten de trein vol. En als er dan HCC-dagen in de Jaarbeurs worden gehouden, willen nog eens honderden mensen met de trein naar huis. Vooral rond sluitingstijd van de beurs. Klinkt logisch hè? Maar niet voor de NS. Ieder jaar gebeurt hetzelfde. En maar promoten dat openbaar vervoer. Ik zat inmiddels al meer dan drie kwartier in een stilstaande trein. Maar ik zat, dus wat had ik te klagen? Niks. Ik was in een trein gaan zitten die het presteerde om twee keer van hetzelfde station te laat te vertrekken. Hoe is het mogelijk. Wacht even, dit is nog niet het einde. We waren station Alphen aan den Rijn gepasseerd. De trein had er behoorlijk de gang in gezet; we waren onderweg naar huis. Net voor Leiden Lammenschans merkte iemand op: "wat gaat hij hard, het lijkt wel een vliegtuig." Ja hoor, de trein reed het station voorbij! De machinist had te laat in de gaten dat hij daar hoorde te stoppen. Pieieieieiep, en de trein stond alsnog stil. Even wachten Y even wachten, ja hoor, in zijn achteruit; we komen er wel. Deze keer heeft het openbaar vervoer mijn Oegstgeestigheid wel heel erg lang gemaakt. Hoe is het mogelijk.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

2 december 1998

Een digitale ontmoetingsplaats. DSL, de Digitale Stad Leiden en Omstreken is zo'n ontmoetingsplaats. Negenduizend mensen zijn inmiddels gratis lid bij de in 1995 opgerichte vereniging. Op 28 november stuurde de organisatie haar bewoners een bericht per E-mail. In dat bericht wordt aangekondigd dat ze gaat verhuizen naar de Evertsenstraat in Leiden. De huidige locatie in de Meelfabriek biedt niet de garantie dat de kantoorruimte beschikbaar blijft. Op de nieuwe vestiging wordt de verlangde stabiliteit wel geboden en ook nog eens meer mogelijkheden, aldus de mededeling. De organisatie hoopt dat de verwachte ongemakken beperkt blijven en zo snel mogelijk weer zijn verholpen.

Verder viel mij nog een mededeling op: "15 November 1998 23:15. Een groot aantal van onze bewoners heeft een advertentie e-mail ontvangen van Plug and Play computers in  Oegstgeest. De Stichting Digitale Stad Leiden en Omstreken is op geen enkele manier betrokken bij deze spam e-mail, en keurt de gang van zaken ten zeerste af. Omdat de DSL al eerder problemen gehad heeft met Plug and Play, is besloten om voortaan e-mail van deze firma linea recta terug te sturen, nog voordat het uw mailbox bereikt heeft. Zodra deze mailfilter geïnstalleerd is, kunt u er verzekerd van zijn dat u nooit meer lastig gevallen wordt door Plug and Play computers", zo luidt het bericht op Internet.

Als je inlogt bij Plug and Play (http://plugandplay.hypermart.net/) kan je alleen maar constateren dat de prijzen van de aangeboden systemen aantrekkelijk zijn. Dat laatste kan alleen maar gunstig zijn voor de aspirant koper. Of de computerverkopers in de regio blij zijn met dergelijke concurrentie, laten we maar in het midden.

Jongeren werker Arthur Schouten wil trouwens op Internet een eigen website voor jongeren. Dit prevaleert hij boven een jeugdpagina in de Oegstgeester Courant. Mijn advies zou zijn: doe beiden. Maak samen met enkele jongeren een flitsende home page met voor jongeren interessante nieuwtjes. Er is vast wel een link te leggen met andere pagina's waar jongeren hun hart op kunnen halen met nieuwswaardigheden over muziek en sport. Ook de sportclubs kunnen zich hier profileren: die hebben toch ook veel te bieden voor de jongeren? Juist voor hen, zou ik zeggen. In de Oegstgeester Courant kan daar wekelijks op worden ingespeeld, net als bij het internetnieuws in bij voorbeeld het Leids Dagblad. Er zijn vast wel bedrijven te vinden die graag in de buurt van die pagina willen adverteren, maar dan op een manier dat de jongeren er beter van worden. Ik denk dan aan aanbiedingen voor Cd's, bromfietsonderdelen, sportkleding, vrije tijdskleding en schoenen, sportgebeurtenissen en uitgaansmogelijkheden, er is genoeg te verzinnen. En dan op Internet idem dito. Hier kan een prachtige ontmoetingsplaats voor jongeren worden opgebouwd. Een digitale ontmoetingsplaats.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

9 december 1998

Meervallen die meevallen. In ieder geval zal je er niet over vallen. Maar ik wil u ook niet overvallen, maar "vissende vissers vissen naar vissen, maar vissende vissers vangen vaak bot. Vissen waar vissende vissers naar vissen, vinden vissers die vissen vervelend en rot." Hoe realistisch is die tekst van André van Duin. Maar kort geleden ving iemand in de Klinckenberger plas wel een heel bijzondere vis: een meerval. Nou wordt er wel vaker een meerval gevangen, hoewel de kans klein is om zo'n nachtelijke rover te vangen. Of in de Klinckenberger plas meervallen voorkomen kan ik niet beoordelen. Maar dit exemplaar was wel een heel bijzonder exemplaar. Normaal komt deze soort niet voor in onze wateren. Toch dook hij op in de plas; alleen bewoog hij niet meer. Zijn lengte is meer dan twintig centimeter en voor een aquariumbewoner is dat een behoorlijk formaat. Waarschijnlijk is dat de reden dat hij is gedumpt in de plas. Niet zo'n slimme zet, want de gepantserde meerval kon absoluut niet tegen de koude. Het beschermende pantser hielp hem niet tegen de koude.

Het is een tijd geleden dat ik zo'n fraai uit de kluiten gewassen Hypostomus punctatus, een pantermeerval, heb gezien. Duidelijk een volwassen exemplaar die de ruimte en de tijd heeft gekregen om zijn maximale lengte te bereiken. Als zo'n kanjer een flinke klapper maakt met zijn staart, en je hebt net je bak - of zoals u wilt - sieraquarium, opnieuw ingericht met nieuwe exotische en dure plantjes, dan kan je daar best wanhopig van worden. Hij was het waarschijnlijk niet helemaal eens met de wellicht onnatuurlijke inrichting van zijn biotoop en werd er een beetje opgewonden van. Maar jij vond het wel mooi, en dan is het hij eruit of Y. Hij eruit is wel erg radicaal, maar het kon blijkbaar niet anders. Maar er zijn genoeg grote bakken waar hij zijn laatste dagen had kunnen slijten. De Klinckenberger plas was een maatje te groot voor hem; en veel te koud. Want om te denken dat hij de zelf wel de weg terug zou vinden naar de streek waar hij oorspronkelijk thuis hoort, Borneo of zoiets exotisch, is teveel gevraagd. Hij heeft de tocht in ieder geval niet overleefd. De laatste eigenaar van dit 'slagschip' zal bij een volgende aankoop van meervallen even in een boek moeten kijken hoe groot die beestjes kunnen worden en kleinere exemplaren moeten aanschaffen. Meervallen die meevallen.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

16 december 1998

Ik snap er helemaal niks meer van. Als je van darten houdt, dan ga je toch darten. Dan ga je toch niet zitten wachten op de wedstrijden die de buurtgroep Haaswijk organiseert. Dan is daar de Dartclub Haaswijk die iedere vrijdagavond - heerlijk ontspannen - in 't Groot Proffijt haar dartavonden houdt. Dan word je daar toch lid van. Van oktober tot en met april ben je verzekerd van een gezellig avondje darten, met af en toe serieus oefenen, want je wilt er toch wat leren en je maakt dan een goede kans op een eindklassering tijdens het Haaswijk Darttoernooi. Je moet de hele week werken en onder het motto: de boog kan niet altijd gespannen staan, zoek je het vertier buitenshuis. Want darten is ook ontspannen en worden er ook gezellige partijtjes gespeeld: zoals tactics.

Maar tot mijn verbazing is het ledental van de vereniging tot een dieptepunt gedaald. Afgelopen vrijdag trof ik in de kelder vier mensen aan die gezellig aan het darten waren. "We spelen 501", zei een van hen. "We hebben nog maar zes leden en kunnen nog wel wat aanwas gebruiken." Toen vorig jaar het clubje volop draaide, dacht ik: dat kan niet meer stuk. Toch lijkt het ten onder te gaan aan een duidelijke onderbezetting. Aangezien de gemeente het jongerenwerk ook weer probeert te activeren, zal het met de gastvrijheid in de kelder ook wel gedaan zijn. Nu is het gebouw groot genoeg en wordt vast wel weer een  ruimte gevonden waar kan worden gedart. Maar een paar leden erbij kan geen kwaad voor die gezellige club. "Mooier kan het haast niet. Het gebouw is amper om de hoek: je kan er lopend naar toe. Laat op de avond komen soms de echtgenotes even om de hoek kijken en dat is best gezellig." En toch blijft het stil in 't Groot Proffijt in Haaswijk, terwijl er animo genoeg is onder de Haaswijkers. Ik snap er helemaal niks meer van.

Wil van Elk



Terug naar begin van deze pagina.
Terug naar hoofdpagina.