7 januari 1998
“Een aardigheidje”, zei Henk Heemskerk. Hij had een prachtig schilderij van een stevige kerel met een snor. "De gelijkenis met Jan Turk was zo frappant dat ik vond dat er wat mee moest gebeuren."
Jan Turk mocht daarom het schilderij onthullen op 1 januari na de nieuwjaarsduik, in Strandpaviljoen Kees van Beelen in Katwijk. "Om vrijwilligers eens in het zonnetje te zetten, mensen die zich altijd inzetten voor de gemeenschap, leek het mij leuk om een VIP-room in te richten. Jan Turk is zo iemand, hij is dan ook de eerste", zei Henk Heemskerk. "Ik ga er zowaar van blozen", riep Jan Turk, die zelf liever een ander in het zonnetje zet. Onder applaus werd het schilderij uitgepakt. En inderdaad, de karikatuur op het doek heeft iets weg was Jan. "Als ik mijn snor bijwerk, zou ik er ook voor door kunnen gaan", zei Leo van de Luit lachend.
Of de VIP-room er ooit komt, laten we maar in het midden. Maar voor Oegstgeest is het wèl een goed idee. Wat zou het een mooie aanzet zijn voor een eregalerij. Bij voorbeeld in het nieuwe gemeentehuis, of in de nieuwe bibliotheek, straks in het centrum van Oegstgeest. Aan de muur allemaal vrijwilligers van het jaar. Gevat in olieverf, breed grijnzend op het linnen doek in vrolijke kleuren. Niet voor persoonsverheerlijking. Maar gewoon: een aardigheidje.
Wil van Elk
15
januari 1998
Het
mag wat kosten. De verhuizing van het Marine Elektronisch en Optisch Bedrijf
(MEOB) naar Den Helder kost geld. Heel veel geld. De plannen voor het nieuwe
gebouw zijn grotendeels klaar en het lijkt een fraai gebouw te worden. In ieder
geval met een afwijkende kleur. Niet meer dat grauwe grijs dat we gewend zijn te
zien op de Nieuwe Haven in Den Helder. Nee, het wordt een pretentieus gebouw.
Hoewel de laatste discussies over de indeling nog niet zijn gevoerd, is de ruwe
vorm min of meer bepaald. Tegen de tijd dat het gebouw klaar is en de laatste
MEOB-er uit Oegstgeest is vertrokken, zullen de kosten van de verplaatsing meer
dan honderd miljoen gulden bedragen. Enkele pessimisten praten reeds over
tweehonderd miljoen gulden. In deze tijd van bezuinigingen, sommige politieke
partijen hebben het er over om de kosten van defensie voor de komende begroting
maar te halveren, is dat een schril contrast.
Defensie
heeft de MEOB-ers in eerste instantie af willen schepen met een mager Sociaal
Plan MEOB. Het personeel ging hier massaal tegen in het geweer. "Harde
acties zullen er worden gevoerd", werd er gedreigd. Het bleef echter niet
bij dreigen. Inmiddels is men er in Den Haag van doordrongen dat niet alles
zomaar meer wordt geslikt door het personeel. Het personeel van het MEOB heeft
een trend gezet. Er is geschiedenis geschreven. Voor het eerst in de
geschiedenis werd door defensiepersoneel gestaakt. Met resultaat. De werkgever
heeft diverse malen overlegd met de actieleiders en is over de brug gekomen met
betere voorstellen. De bonden kregen van hun leden toestemming om hierover
verder te gaan onderhandelen. Staken kost geld. De bonden stellen voor de
stakers een dagvergoeding ter beschikking van ongeveer 85 gulden. Er is in
totaal 22 uur gestaakt. Dat levert een vergoeding op van zo'n 230 gulden,
ongeveer de helft van wat wordt ingehouden van het salaris. Dat is geen vetpot,
maar dat wisten de actievoerders van tevoren. De directie van het MEOB had dit
ook verteld: "Van stakers zal het salaris worden gekort. Je moet weten dat
je hebt gestaakt." Per brief is het personeel verteld dat dit van het
salaris van januari wordt ingehouden. Maar ja, je verwacht niet van een
werkgever, die uiteindelijk over de brug komt - eigenlijk een bevestiging dat
hij fout zat - dat hij dit dreigement doorzet. De leden van een vakbond lijken
dus het gelag te moeten betalen. Al die anderen die vanaf de zijlijn toekeken
profiteren alleen maar van die acties, hun kost het niks. De dienstcommissie
heeft in allerijl overleg met de directie bedongen dat het nog mogelijk is om
achteraf de gestaakte uren om te zetten in verlof en zelfs nog om de uren in te
mogen halen. De korting op het salaris is daarom opgeschort tot vermoedelijk
januari. "Verlof is eigenlijk ook geld", zei actieleider Willem
Homburg, "maar, een werkgever die door stakingen moet worden gedwongen om
over de brug te komen en dan ook nog eens geld gaat inhouden (hoewel dat formeel
juist is), zit er wat mij betreft faliekant naast." De stakers krijgen in
ieder geval de helft terug van de bond waarvan zij lid zijn. Het mag wat kosten.
Wil
van Elk
21
januari 1998
"Wat
kan ik er aan doen?", vroeg de directeur van Teylinger scholengemeenschap
locatie Duinzigt in Oegstgeest. Hij was benaderd door een meisje waarvan haar
jas van de kapstok was gestolen. Eigenlijk de jas van haar zus. Ze had hem
geleend, want haar zus lag thuis met een op drie plaatsen gebroken enkel. Nu is
haar favoriete 'Australian'-jas ook nog gejat! "Die hang je toch niet aan
een kapstok", schreeuwde ze tegen haar zusje. "Waarom niet?, daar is
een kapstok toch voor?" En zo ging het over en weer.
Een
tijdje terug komt dat zelfde meisje thuis met een mosterdvlek in haar broek.
"Heeft een klasgenootje gedaan. Ze had mosterd op een bank gesmeerd en mij
uitgenodigd om te gaan zitten. Juist, op de mosterd en een vlek in mijn broek
die er niet meer uitgaat!" "Ja", reageerde haar moeder kwaad,
"de broek was net nieuw! En een vergoeding krijgen, ho maar!"
Niet
lang daarna komt ze thuis met een knik in de velg van het achterwiel van haar
fiets. Weggooien en vervangen, was de enige oplossing. "Heeft een
klasgenootje gedaan!, maak je hem snel pap, want ik moet morgen weer kranten
bezorgen." Is dit stomme pech? Is dit pesterij? En de directeur roept:
"Wat moet ik er aan doen?"
Nou,
ik heb wel een paar ideetjes. Je zou iedere leerkracht de volgende dag voor de
klas de diefstal van de jas kunnen laten vertellen. Allicht dat er een kind
begint te blozen! Of een ander kijkt het bewuste kind aan omdat hij of zij ermee
is gezien! Of alle lockers openen en wat dacht je van de omroep? Hebben ze geen
schoolkrant? De gedupeerde zelf maakt zich over dat jatten niet meer druk. Er
was eerder ook al een sjaal uit de mouw van haar jas gejat. Ze raken er aan
gewend, denk ik. Want de directie weet toch niet wat ze er aan moet doen! Die
kleine dieven hebben blijkbaar vrij spel bij Duinzigt! En dan vragen ze zich nog
af hoe kranten toch aan hun verhalen komen! Vragen ouders zich niet meer af hoe
dochter- of zoonlief aan een jas komt? En de ouders van het slachtoffer? Gewoon
een nieuw slot op de deuren, fietsslot vervangen of in goed vertrouwen nieuwe
sleutels bij laten maken. Ze moeten wel, want in een van de zakken zat ook nog
een bos sleutels. Maar dat kost wel geld, al dat vervangen, maar "wat kan
ik er aan doen?"
Wil
van Elk
25
februari 1998
Er
was een politiek debat gaande. Alle lijsttrekkers van Oegstgeester politieke
partijen zaten donderdag 19 februari achter de discussietafel voor een
gemeenteraads-verkiezingsdebat. Het was jammer dat het grote publiek niet
aanwezig was. Alleen partijgenoten van de forumleden waren namelijk aanwezig.
Als er twee onafhankelijke kiezers in de zaal zaten, zal het veel zijn geweest.
Journalisten waren gelukkig wel aanwezig. Zij zaten er namens u, en in de
diverse regionale bladen proberen zij u een indruk te geven wat daar gebeurde.
Gelukkig hoef ik dat niet te doen, ik was alleen maar ter lering en vermaak
aanwezig.
Aantrekkelijk
"Oegstgeest
aantrekkelijk maken als vestigingsgemeente voor bedrijven is een belangrijke
gemeentelijke taak. D66 vindt dat de gemeente een actiever beleid moet voeren op
dit gebied dan tot nu toe gebeurde. Dat geldt niet alleen voor Rijnfront, maar
ook voor de terreinen die achterblijven na het vertrek van het MEOB", zo
staat op de computerdiskette te lezen die D66 op haar tafel had liggen in de
gang van het Gemeentecentrum. Ook werd door een van de partijen een sporthal
genoemd op het MEOB-terrein, een wens die is blijven hangen. Voorlopig is het
MEOB nog niet verplaatst naar Den Helder. Er moet eerst nog een ingrijpende
nieuwbouw plaatsvinden op het haventerrein van Den Helder: gereed verwacht eind
1999. Maar dan nog. Het terrein is op een bepaalde plaats vervuild. Niet erg
schokkend, maar volgens de huidige milieu-wetten moet het eerst worden
schoongemaakt voordat er iets nieuws kan komen. Het voormalige bedrijfsterrein
bij de Maaldrift in Wassenaar staat al geruime tijd leeg. De oude gebouwen van
het voormalige MEOB zijn gesloopt en afgevoerd. Wat overblijft is een
troosteloze vlakte. "Voorlopig kan daarop niet worden gebouwd", aldus
de Haagse Courant van 11 februari. "Het is niet eens zeker of het ooit wel
goed komt, meldde een sombere wethouder", zo schreef de courant.
Ophoesten
Staat
deze langdurige kwestie ook het MEOB-terrein in Oegstgeest te wachten? Je zou
toch denken dat daar een hele lange tijd mee is gemoeid, maar zeker ook een
heleboel geld. Geld dat de belastingbetaler moet ophoesten. Nou, begin dan
alvast maar je keel te schrapen of te kuchen, want alleen de verplaatsing met de
nieuwbouw kost al meer dan honderd miljoen gulden. "We weten precies waar
de vervuiling zit en we ruimen het op", zo beweerde defensie toen de
vervuiling in Oegstgeest werd bekendgemaakt. Maar Oegstgeester wethouder Van
Elsen gaat het niet snel genoeg. Hij wil de vervuiling zo snel mogelijk uit de
grond. Of het MEOB dat nog redt voor de verhuizing, valt nog te bezien. De vraag
of het bedrijf dan niet beter in Oegstgeest kan blijven omdat het zoveel geld
kost - en ook nog eens een hoop ellende voor het personeel dat met een aantal
van zes mensen per maand het bedrijf verlaat door een baan elders in de regio te
zoeken - kan moeilijk worden beantwoord. Waarom?: Er was een politiek debat
gaande.
Wil
van Elk
4
maart 1998
Wat
een wind. Vooral in de Morsebel kreeg ik de wind van voren. Aangezien
dochterlief nog steeds met een gebroken enkel rondhupt, mag ik voor haar de
krant bezorgen. Helemaal geen probleem. Tenminste, als het goed weer is. Maar
als het stormt, zoals afgelopen dinsdag, dan vraag ik mij af: "waar ben ik
aan begonnen." Het waaide zo hard dat tussen de flats door zo'n harde wind
woei, dat ik compleet werd gelanceerd. Zelfs de wormen waaiden de grond uit. De
stoep lag op meerdere plaatsen bezaaid met dunne regenwormen, waarschijnlijk
totaal in de war door het warme winterweer.
Onderweg
zag ik een leeg melkpak tollend over de weg waaien. Ik bedacht dat als het
straks weer rustig is, al het zwerfvuil weer opgehoopt in een hoek van menig
sloot drijft. Een stille getuige van de slordigheid waarmee wij met het milieu
omgaan. Het is ons eigen leefmilieu nota bene dat wij vervuilen. Blikjes,
plastic, kranten, boodschappentasjes, stukken hout en ander zwerfvuil wordt door
de harde wind onverbiddelijk op een hoop gedwongen. Soms, heel soms, zie je
iemand opstaan en met de moed der wanhoop de handen uit de mouwen steken om er
wat aan te doen. Eigenlijk zou het er maar heel kort mogen liggen. Een
telefoontje naar de gemeentereinigingsdienst zou daarvoor genoeg moeten zijn. De
praktijk wijst helaas anders uit. Waarschijnlijk neemt niemand de moeite om even
te bellen. Maar Dirk was het zat. Hij kon er niet meer tegen, sprong de sloot in
en ging aan de slag. Na een paar uur noeste arbeid was het resultaat een paar
fikse blaren op zijn handen, een hele hoop troep op de kant en de sloot?, die
was nog maar half opgeruimd. Kun je nagaan hoeveel troep er lag! Helaas was op
de foto niet goed te onderscheiden wat er allemaal lag, u moet me maar geloven!
Maar de duiker onder de Kleyn profijtlaan, bij het Rademakerspad, was weer een
klein beetje toonbaar.
Soms
kan de vervuiling en misschien daardoor ook een zuurstoftekort in de sloot, er
toe leiden dat er een grote vissterfte plaatsvindt. Dat is een rotgezicht! De
sloten onder de hoogspanningskabels, nabij de Erasmuslaan, waren daar onlangs
een smerig voorbeeld van. Een behandeling in de kliniek voor gezelschapsdieren
zal daarbij niet meer baten. Maar ondertussen waait het nog steeds, dat zal
altijd wel zo blijven. In de lente om de buigzaamheid van de boomtakken te
testen en in de herfst om de blaadjes er weer af te blazen. Maar ondertussen
waait het allemaal de sloot in. Wat een wind.
Wil
van Elk
11
maart 1998
Waar
hebt dat nou voor nodig. Brand stichten in een vuilcontainer. Daar is heel wat
fantasie voor nodig om daar het nut van in te zien. Maar aan de Cleveringalaan
stond voor de tweede keer in een paar weken tijd een vuilcontainer in de brand.
"Een
van de omwonenden probeerde het brandje te blussen met een emmertje water. Toen
dat niet lukte riep hij zijn vrouw toe om de brandweer te bellen", aldus
een ooggetuige van de bluspoging.
"We
waren toevallig in de brandweerkazerne toen we het telefoontje binnen
kregen", vertelde een woordvoerder van de Oegstgeester brandweer, "we
gaven dat door aan de brandalarmcentrale in Leiden. Het duurde eigenlijk
opvallend lang voordat onze pieper afging, maar daarna waren wij al snel ter
plaatse."
Heel
even vroeg ik mij af, of dat in de toekomst ook allemaal zo snel zal gaan. Door
al die snelheidsremmende maatregelen, zoals kort geleden bij de Kan
Sweelincklaan in Haaswijk is aangebracht, wordt het voor een flink uit de
kluiten gewassen brandweerwagen moeilijk manoeuvreren om langs de obstakels te
komen. "Ach, drie keer steken en alles komt goed", riep een van de
brandweerlieden lachend. Het lachen zal hem nog wel vergaan. Er komt namelijk om
de vijftig meter een obstakel.
De
nog maar kort geleden geplaatste - nieuwe - vuilcontainer, had dus een prachtig
gat in de bodem. Omdat de bak diezelfde maandag nog was geleegd, kreeg het vuur
weinig voeding om echt veel schade aan te richten. De houten omheining was
gelukkig nog niet vervangen. Nu staat er een metalen container. Het blijft een
idiote tijd en geld verspilling om daar de brand in te steken. Waar hebt dat nou
voor nodig.
Wil
van Elk
11
maart 1998
Waar
hebt dat nou voor nodig. Brand stichten in een vuilcontainer. Daar is heel wat
fantasie voor nodig om daar het nut van in te zien. Maar aan de Cleveringalaan
stond voor de tweede keer in een paar weken tijd een vuilcontainer in de brand.
"Een
van de omwonenden probeerde het brandje te blussen met een emmertje water. Toen
dat niet lukte riep hij zijn vrouw toe om de brandweer te bellen", aldus
een ooggetuige van de bluspoging.
"We
waren toevallig in de brandweerkazerne toen we het telefoontje binnen
kregen", vertelde een woordvoerder van de Oegstgeester brandweer, "we
gaven dat door aan de brandalarmcentrale in Leiden. Het duurde eigenlijk
opvallend lang voordat onze pieper afging, maar daarna waren wij al snel ter
plaatse."
Heel
even vroeg ik mij af, of dat in de toekomst ook allemaal zo snel zal gaan. Door
al die snelheidsremmende maatregelen, zoals kort geleden bij de Kan
Sweelincklaan in Haaswijk is aangebracht, wordt het voor een flink uit de
kluiten gewassen brandweerwagen moeilijk manoeuvreren om langs de obstakels te
komen. "Ach, drie keer steken en alles komt goed", riep een van de
brandweerlieden lachend. Het lachen zal hem nog wel vergaan. Er komt namelijk om
de vijftig meter een obstakel.
De
nog maar kort geleden geplaatste - nieuwe - vuilcontainer, had dus een prachtig
gat in de bodem. Omdat de bak diezelfde maandag nog was geleegd, kreeg het vuur
weinig voeding om echt veel schade aan te richten. De houten omheining was
gelukkig nog niet vervangen. Nu staat er een metalen container. Het blijft een
idiote tijd en geld verspilling om daar de brand in te steken. Waar hebt dat nou
voor nodig.
Wil
van Elk
1
april 1998
Oegstgeestigheid
is eigenlijk niet meer en niet minder dan een geoniem. Een woord dat is afgeleid
van een plaatsnaam. AWat u daarmee moet?@ Niets, maar er steekt meer achter.
Jaren geleden ontstond >Buitenlustigheden= omdat in de woonbuurt Buitenlust
de nodige (on-)gein plaatsvond. Helaas was deze rubriek van korte duur door een
verhuizing naar Haaswijk. Daar kon ik dus niets mee! Al snel werd geestigheid
gekoppeld aan Oegstgeest en werd Oegstgeestigheid geboren. Zo af en toe gebeurt
er iets waarvan je zegt: Adat is geestig@. Maar al te vaak moet je die
geestigheid met een korreltje zout nemen omdat er een bijsmaak aan zit. Twee
weken geleden had men weer zoiets. Wethouder Kamphuisen deed in de raad een
uitspraak waarmee hij zijn eretitel als slaapdokter eer aandeed. Gretig als hij
is, als het terrein van het MEOB ter sprake komt, had hij de grond van Defensie
al gekocht en zag hij visioenen van sporthallen, industrieën en prachtige
bungalows die op zijn aangeven daar verrezen. Het bleek niet meer dan een
nachtmerrie; een droom die als een zeepbel uiteen spatte. Een nachtmerrie die
het personeel van het Marine Elektronisch en Optisch Bedrijf, zoals het MEOB
voluit heet, al een paar jaar meemaakt. Hij zat er echter een paar straatstenen
naast. Nu komt het >geo= uit geoniem, u weet wel Oegstgeestigheid, weer om de
hoek kijken. Kamphuisen bleek, voor wat het de Haarlemmerstraatweg betrof,
overduidelijk geografisch gestoord. Het ging namelijk om een stuk grond nabij
het Groene Kerkje. Heel wat straatstenen verderop.
Heel
even heb ik met iemand gesproken over een andere geoniem: Warmondigheid. Knap
gevonden door een import Warmonder, maar kan ik daar wat mee? Toch maar even
verder kijken dan mijn neus lang is: Warmonders zijn zeker mondig. Ook zijn ze
warm en hartelijk. Het zijn over het algemeen aardige mensen, dus dat klopt wel.
De mondigheid waarmee ze hun mening uiten, zou je dus best Warmondigheid kunnen
noemen. Dus als ik ooit nog eens zonder Oegstgeestigheid kom te zitten, heb je
best kans dat er een Warmondigheid om de hoek komt kijken. Wat in Warmond de
gewoonste zaak van de wereld is, kan in Oegstgeest de blik aardig vertroebelen.
Het is daar de gewoonste zaak van de wereld om je bootje af te meren. In
Oegstgeest echter, kan hopen zwerfvuil maanden de sloten vertroebelen zonder dat
er actie volgt (op Dirk na, maar die moest het ook nog eens langs de weg
deponeren omdat het dan makkelijker kon worden opgehaald door de gemeente), maar
boten vertroebelen de blik van sommige mensen. Je zou toch denken dat een boot
in een sloot de gewoonste zaak van de wereld is. Ja in de rest van de wereld
maar niet in Oegstgeest. Maar ja, in Oegstgeest hebben we een Ramp, een schans
die wordt gebruikt als skatehelling en in WarmondY.... daar krijgen ze er ook
een! De omwonenden zijn daar niet blij mee; ja, dit zou dus de eerste
Warmondigheid kunnen worden.
Wil
van Elk
8
april 1998
Boven
dit artikel zou net zo goed Warmondigheid kunnen staan. Afgelopen zaterdag was
ik daar op een receptie ter ere van de bruiloft van een collega. Familieleden
hadden het ludieke idee opgevat om een gigantische verjaardagskalender voor het
toilet te schenken. Daarvoor hadden zij, terwijl het bruidspaar niet thuis was,
de wc-deur uit de scharnieren gelicht en stiekem in de hal van Restaurant
Meerrust gezet, tegen de muur met een laken erover. Telkens als iemand de
receptie verliet kon hij of zij met een watervaste viltstift naam en
geboortedatum op de deur schrijven. Met al de gebruikte kleuren werd het een
bonte verzameling van verjaardagen; een gigantische verjaardagskalender. Of het
bruidspaar dit kon waarderen is nog niet bekend.
Afgelopen
maandag was kamerlid Hoekema, vertegenwoordiger van D66 in de Tweede Kamer,
uitgenodigd door de plaatselijke D66. Zoals het een politicus betaamt, begon hij
met een verdraaiing van de feiten. "Toen ik hier aan kwam rijden en mijn
auto in een parkeerstrook zette, bedacht ik dat dit de tweede keer was dat ik
bij het Witte Huis was. De eerste keer was voor het behalen van mijn
rijbewijs." Als je zag wat hij met een parkeerstrook bedoelde, zijn auto
stond half op het trottoir, dan vraag je je toch af hoe hij zijn rijbewijs heeft
gehaald.
Het
eerste onderwerp van zijn lezing ging over de veel besproken verhuizing van het
Marine Elektronisch en Optisch Bedrijf, het MEOB, naar Den Helder. Hij had er
mee getobd, geworsteld en gezeten. "Uiteindelijk heeft de fractie ja
gezegd. Er is gekozen voor de doelmatigheid, zowel inhoudelijk als financieel.
Voor het personeel werd een unieke baangarantie afgesproken. Ik heb steeds
contact gehouden met het personeel in de persoon van de heer Albert Vink. Het
personeel heeft zich, na lang protesteren, neergelegd bij de verhuizing. Juist
omdat ik woon in de regio, was het een moeilijke afweging. Maar het was een
goede en gezonde beslissing.
Het
personeel van het MEOB begrijpt natuurlijk helemaal niet wat daar zo goed en
gezond aan was. Vele gezinnen tobben nog steeds met het uitzicht op een
verhuizing naar Den Helder.
Een
van de aanwezigen vroeg zich af hoe de kamerleden hun afweging maken.
"Hebben jullie dan niet gekeken naar bijvoorbeeld de PTT die naar Groningen
verhuisde? Dat was toch ook een mislukking?"
Inmiddels
hebben zo'n honderd en vijftig mensen hun besluit genomen en hebben elders werk
gezocht en gevonden. De besparing is bij lange na niet wat de staatssecretaris
voorspelde. Hoekema: "Is het werkelijk zo laag? Dan zal ik dat nog eens
aankaarten bij de staatssecretaris. Maar terugdraaien van het besluit zal
natuurlijk nooit gebeuren. Ik kan alleen maar verantwoording afleggen voor wat
ik heb gedaan."
Het
blijft helaas niet alleen bij het verplaatsen van het MEOB. Ook het Marine
Vliegkamp Valkenburg zal er aan moeten geloven. "Over tien of vijftien jaar
zullen we de knoop moeten doorhakken. Particuliere belangen zullen moeten wijken
voor de woningbouwdrang", aldus Hoekema.
Wil
van Elk
15
april 1998
Aanstootgevend.
Zo noemen ze het: aanstootgevend. Als er in de passage van het winkelcentrum
Lange Voort kleine kinderen lopen te rennen en te gillen, vinden we dat
aandoenlijk. Als ze iets ouder worden, wordt het al gauw: "kan het wat
minder!". En als ze nog ouder zijn, bellen we de politie:
"overlast", zeggen we dan. Als een groepje schooljeugd van 15 à 16
jaar zich daar ophoudt, soms gewoon om te praten en te schuilen, krijgen ze
zelfs een boete van tachtig gulden. Soms hebben ze het er wel naar gemaakt, maar
de troep die daar op de grond ligt, komt niet alleen van hun af. Soms zitten
daar daklozen, wat we of zielig of smerig vinden. Maar onze jeugd noemen we tuig
van de richel. Waarschijnlijk een kreet geboren uit angst. Maar ja, sommige
groepjes pakken het soms geheel verkeerd aan. Zolang je geen eigen 'honk' hebt,
zal je de omgeving van anderen niet moeten vervuilen met graffiti, peuken,
blikjes, flesjes, glas of met urine die over enkele vierkante meter op of langs
de muren wordt verspreidt. Dat vinden het grote publiek nou eenmaal niet leuk.
En dan moet je niet raar staan te kijken als dat wordt aangepakt.
Aan
de andere kant moet je de jeugd, die gewoon gezellig met elkaar staat te beppen,
niet behandelen alsof het criminelen zijn. Het is een beetje geven en nemen.
Elkaar met respect behandelen is al een goed begin. En wie weet, komen er dan
vanzelf hangplekken die ook voor de jeugd gezellig is en niet wordt bepaald en
ingericht door ouderen die allang zijn vergeten hoe het is om jong te zijn. Zij
weten echt niet meer hoe het voelt om elkaar op te zoeken en te praten over
alledaagse dingen. Maar ondertussen komen er in de wijken plaatsen waar in ieder
geval rekening wordt gehouden met die o zo gezellige, doch lawaaimakende
doelgroep en soms, ja: aanstootgevend.
Wil
van Elk
29
april 1998
Het
was een drukke dag. Zaterdag 25 april was er overdag een PC-dump dag in de Rai
in Amsterdam. Deze tweemaandelijkse computerbeurs trekt erg veel publiek. Als je
dan bedenkt dat er van 21 april tot en met 23 april ook nog eens een
Internetbeurs was in de RAI, dan kan je wel nagaan dat het een aardig heen en
weer gereis was die week. Het Internet heeft al heel wat gebruikers die
dagelijks het net afsurfen naar nieuws. De medewerkers van de Nederlandse
computerfirma Tulip deden net of er niets met hun bedrijf aan de hand was en
demonstreerden hun Webcard. De kaart ziet er uit als een telefoonkaart en kan
worden opgeladen met toegangstijd voor het Web: bij voorbeeld vijftien minuten.
Je steekt je kaart in een soort gokkast en je kan vijftien minuten surfen op het
net. Deze noviteit wordt gesponsord door Mora en Pepsi. Het moet een alternatief
bieden voor openbare gelegenheden om in plaats van gokkasten toch iets van
vermaak te kunnen bieden aan hun klanten. Je moet er maar opkomen.
Oussama
Cherribi promootte zijn VVD-kamerkandidaatschap en zijn Internetpage http://www.cherribi.nl.
Ik heb hem gevraagd om te proberen om Meijlings besluit om het MEOB naar Den
Helder te verplaatsen, terug te draaien. Zolang dat niet lukt, stem ik zeker
niet op de VVD. Verder is er voor autoliefhebbers op het net de pagina
http://www.autototaal.nl. Leuk als je op zoek bent naar een tweedehands of
nieuwe auto. Je kan daar je wens kenbaar maken. Gewoon opgeven wat je zoek en je
wordt geïnformeerd als er ergens een auto van jouw keuze opduikt. Mooi toch.
Maar ja, wat is er eigenlijk niet op het net te vinden. Ik weet het niet, want
daar heb ik nog niet naar gezocht. Wel jammer dat het altijd zo druk is op het
net. Bij de kabelexploitant A2000 in Amsterdam hebben ze daar iets op gevonden:
namelijk surfen op het net via een kabelmodem. Honderd gulden borg en je hebt er
een te leen. Dan nog een kabelabonnement en je kan tot twintig mal zo snel het
net op als voorheen. Hé Casema, waar blijf je nou, als grootste kabelaanbieder?
Ook
goed om te weten is dat er op de digitale snelweg wordt gepatrouilleerd door
Cyber Patrol. Dr. Solomons is met zijn virusprogramma's ook op het net actief.
Prima, en nog betaalbaar ook; voor 139 gulden weet je alles. En op het net krijg
je regelmatig updates aangeboden. Later kan voor de helft van de prijs een
upgrade worden verkregen. Opvallend tijdens de beursen, zowel bij de
Internetbeurs als bij de dumpdag, dat er door diverse bedrijven actief naar
sollicitanten wordt gezocht voor zogenaamde IT-functies. Maar de meeste
bezoekers, vooral van de PC-dump dag, waren meer geïnteresseerd in de
apparatuur en programma's: want daar kwamen ze voor. Het was een drukke dag.
Wil
van Elk
6
mei 1998
Scherven
brengen geluk. Alhoewel, zo luidt het spreekwoord. Maar als ik een bushokje zie
met ingeslagen ruiten, dan vraag ik mij wel af eens voor wie die scherven
eigenlijk geluk brengen. Misschien de firma die de ruiten levert of de man die
ze er iedere keer dat ze eruit worden geslagen, ze er weer mag inzetten. Voor de
rest denk ik dat er maar weinig mensen zijn die zich er gelukkig bij voelen.
Degene die ze kapot sloeg moet wel heel erg veel woede en frustratie hebben
gevoeld; je slaat ze niet zomaar even stuk, het is hartstikke dik glas.
Ook
in de politiek worden momenteel de scherven aaneen gelijmd. Paarse scherven.
Scherven van projecten die fout liepen. In de campagnes zullen de dames en heren
politici het daar echter niet over hebben. Wel zullen ze het hebben over de
dingen die ze wel goed hebben gedaan. Ook zullen ze het hebben over de zaken die
ze goed zullen gaan doen. Maar ja, dat zeggen ze iedere vier jaar. Velen onder
ons lopen zo te balen, dat ze eigenlijk helemaal niet gaan stemmen. Niet doen
joh, dan gaat je stem zeker verloren! Stem dan op een partij die so wie so tegen
de partij instemt waar jij nou zo de pest aan hebt. Dan komt er tenminste een
beetje tegenstand. Anders gaat jouw stem op in een restzetel, maar dan wel naar
de partij toe die jij het absoluut niet gunt. Misschien daarbij een leidraad om
te onthouden wie het MEOB-personeel tot het laatst toe steunde in de kamer, toen
ze het MEOB weggaven aan Den Helder. Dezelfde plaats die allang niet meer blij
is met de komst van de dames en heren met een baangarantie, zeker niet nu er
weer een paar honderd arbeidsplaatsen op de tocht staan. Ook daar zullen
binnenkort de scherven moeten worden gelijmd.
Soms
valt er wel te lachen als er scherven worden gemaakt. Het gebeurde tijdens een
feestje ter ere van het twaalf en halve jarige huwelijk van mijn schoonzuster en
zwager. Mijn schoonfamilie is er heel erg goed om tijdens dit soort feesten van
alles te organiseren; er wordt dan ook heel wat afgelachen. De vreemdste acts
worden opgevoerd. Zo ook afgelopen zondag. "Jullie zijn nog niet van ons
af", sprak mijn oudste zwager Cor het bruidspaar toe, na het opvoeren van
de nodige zottigheid. "Jullie wilden graag een nieuw servies, dus hebben
wij een inzameling gehouden en een prachtig servies gekocht; ik hoop dat jullie
er blij mee zijn." Ondertussen kwam Chris, een andere zwager - ik heb er
heel wat - met een groot pak aanlopen. Hij struikelde en viel voorover. Wat er
toen gebeurde, laat zich raden. Met een harde klap viel de doos, tot grote
schrik van het bruidspaar, voor hun voeten aan diggelen. "Kan ik er wat aan
doen", riep mijn zwager ontsteld. Gelukkig voor hem en het bruidspaar, zat
er een oud servies in en was het door de vrouw van Cor allemaal is scene gezet.
"Ik zag iemand het servies bij de vuilnisbak zetten en dacht dit moeten we
gebruiken", zei ze lachend. Een fantastische act. In dit geval liep het
goed af. Scherven brengen geluk.
Wil
van Elk
20
mei 1998
Dat
hebben ze niet nodig in Warmond. Wat? Nou, een ramp, want kortgeleden werd het
dorp opgeschrikt door felle branden. Als dan ineens de loeiende sirenes door het
dorp gaan, breekt er paniek uit. Zodoende werd een grootscheepse oefening op
dinsdag 19 mei vooraf aangekondigd.
Even
stond het Warmondse eiland te boek als 'Joppe Inferno'. Voor de hulpdiensten een
prima locatie voor een grote oefening. Volgende week hierover meer, ondanks het
verzoek van een Warmondse toeschouwer om het 'morgen' al te willen lezen in de
Oegstgeester. Ik heb hem maar geadviseerd om een van zijn maten te helpen zoeken
naar zijn echtgenote, want zij was het bejaarde trio ontvlucht.
Op
de terugweg richting Oegstgeest, werd ik bijna van mijn fiets afgereden door een
flitsende BMW. Toen ik hem een poosje later inhaalde, stond hij nog steeds bij
het stoplicht te wachten. Ondanks dat hij het smalle straatje met hoge snelheid
'nam', won ik het van hem, gewoon op mijn fiets. Toen hij mij weer passeerde
onder het spoorviaduct, ging hij even later zonder richting aan te geven een
zijstraat in. Ik zag daar een witte kat wegrennen en dacht: "die heeft het
ook weer overleefd". Soms is de openbare weg net een racebaan. Dat hebben
ze niet nodig in Warmond.
Wil
van Elk
27
mei 1998
Bent
u al gemeen?. In het algemeen genomen, ben ik dat namelijk niet. Toch ben ik
gemeen genoeg om mij af te vragen waarom ik bij voorbeeld nog naar die commerciële
televisiezenders kijk. Wie is er in het algemeen nou geïnteresseerd in reclame
tegen middernacht. Ik niet. Soms gaat die reclame ook nog eens gepaard met een
nieuwsflits. Na een kwartier weet ik niet meer waar die film, of wat daar voor
doorgaat, eigenlijk over ging. Na een zappoging gaat dan in het algemeen de
televisie gewoon uit.
Bent
u nog naar de computerbeurs geweest in de Groenoordhallen. Ik wel. In het
algemeen is het daar een stuk drukker en gezelliger. Nu was het er koud en er
heerste een gelaten sfeer. Hoewel er door sommige handelaren goede zaken werden
gedaan, was het erg stil, als je de lawaaierige luidsprekers er buiten liet
tenminste. Wel was er genoeg tijd voor een praatje. Naast een gesprek met een
ondertussen ongeïnteresseerd in het rond kijkende banenwerver, sprak ik met Wim
Tol. Hij is steevast te vinden op dergelijke beurzen. Als een volleerd
marktkoopman brengt hij 'voor weinig' CD's met computerprogramma's aan de man.
"Dit is hartstikke leuk om te doen. Ik ben van huis uit programmeur; ik
maak viewers voor CD's. Ik schrijf ook columns voor diverse bladen, maar dat
vind ik minder leuk om te doen." Verder vroeg ik mij af wat ik bij
voorbeeld met een CD met 3600 Fonts moet doen; in het algemeen koop ik dat soort
dingen dan ook niet. Toch blijft zo'n beurs de moeite waard om te bezoeken; je
vindt soms de leukste koopjes.
Bij
het MEOB wordt nog steeds gewacht op een goed vervoersplan; een van de peilers
van het Sociaal Plan. Inmiddels is er geen zinnig antwoord gekomen op de offerte
van een treinverbinding naar Den Helder. Alleen de NS reageerde, maar die
verwijst naar het spoorboekje. Maar dan ben je wel een hele tijd onderweg. In
het algemeen ben je dan meer dan twaalf uur per dag met je werk bezig. Bent u al
gemeen?.
Wil
van Elk
10
juni 1998
Ongelooflijk.
Even dacht ik toch dat ik droomde, ik geloofde mijn oren niet. Het katholieke
bolwerk stond op zijn kop. Protestanten hadden meegedaan aan een
Eucharistieviering. Ongehoord, en dat werd ook nog eens uitgezonden op
televisie. Een vrouw stond in het journaal te verkondigen dat zoiets helemaal
verkeerd was. Een vrouw, kun je het je voorstellen? Tot voor kort wilde men in
het katholieke wereldje helemaal niets weten van vrouwen. En nu mogen ze actief
meedoen, een beetje. Juist zij zou toleranter moeten zijn.
Eigenlijk
is het voor de katholieken een ultieme overwinning: protestanten die mee doen
aan jouw spirituele gewoontes, die willen meedoen aan jouw kerkelijke gewoontes.
Een kerk die openstaat voor anders denkenden. In deze tijd een mooi gegeven;
iets dat past bij deze tijd. Maar nee hoor: opstand! Publiekelijk wordt er
schande gesproken. Zelfs in het altijd zo tolerante Nederland wordt de strijd
weer aangewakkerd. In Ierland is men ontzettend druk doende met verzoening
tussen de twee geloven. En nu blijkt er in Nederland olie op het vuur te worden
gegooid. Ik hoor de reacties al: "Die Wil van Elk snapt er helemaal niets
van." Nou, de laatste keer dat ik in de kerk was, helaas is dat altijd bij
een begrafenis als ik in een kerk kom, nodigde de dienstdoende priester iedereen
uit om aan de Eucharistieviering mee te doen. En dan bedoelde hij ook iedereen,
"ongeacht welk geloof u aanhangt", zei hij daarbij. Dat is mooi, dacht
ik toen nog. Helaas wordt door diezelfde kerk met een aan kortzinnigheid
grenzende verontwaardiging, schande gesproken. Een priester zij aan zij met een
dominee in één kerkdienst en dan geven ze ook nog eens zomaar een gewijde
Hostie aan ongetrainden!; alsof iemand die al jarenlang protestant is, niet
godsdienstig is opgevoed. Maar blijkbaar wordt in de vanuit het Vaticaan strak
geregeerde gemeenschap verdeeld gedacht over deze blijkbaar zeer persoonlijk
gereserveerde kerkelijke gewoonte. "Eet, want dit is mijn lichaam",
maar let wel goed op wie er mee-eet. "Doet dit ter nagedachtenis aan
Mij", vertelde Lukas over de woorden van Jezus. Hij vertelde er toch niet
bij dat dit strikt persoonlijk is. Eerst worden gedoopt, dan een eerste en op je
twaalfde een tweede hernieuwde doopbelofte, en dan pas ben je gekwalificeerd om
aan alles mee te doen. En protestanten hebben dat niet. Ongelooflijk.
Wil
van Elk
17
juni 1998
We
laten ons horen. Juichend en toeterend gingen de oranje-supporters over straat,
vlak voor de wedstrijd van Nederland tegen buurland België. Wat een domper dat
Nederland er niet eens een in kon krijgen: 0-0. Ook over de rode kaart van
Kluivert wordt het nodige geroepen. De volgende domper dus.
Maar
ook tijdens de 3M marathon van Leiden lieten we van ons horen. Een sportief
gebeuren dat heel even het voetbal deed vergeten. De vlaggen en oranje
versierselen kwamen daarbij goed van pas. Een ander sportief gebeuren staat er
trouwens weer aan te komen; De Poldercross. Na afloop kunnen we weer als vanouds
genieten van de Pubband; dat zullen de omwonenden van het Boerhaaveplein dan ook
goed kunnen horen. Als je daar niet tegen kan en al heel lang van plan bent om
eens een weekendje naar Friesland te gaan, dan moet je dat nu doen. Een oud
Oegstgeests spreekwoord luidt: "Wie niet horen wil, moet op vakantie
gaan."
Als
goed oplettende burger valt er genoeg te zien in Oegstgeest. Meestal zien we dan
dat het eigenlijk allemaal prima is geregeld bij ons in het dorp. Maar soms gaat
er iets mis. Een kleinigheid soms, maar toch genoeg om je druk over te maken.
Als je richting de Klinckenbergerplas fietst of loopt, dan valt de een na
laatste lantaarnpaal op, net voor de brug over de Leidse Vaart. Het paneel,
waarachter de bedrading huist, ligt er af en is in geen velden of wegen meer te
bekennen. Dit lijkt mij een gevaarlijke situatie: Twee vingers erin en even
later zit heel Zuid-Holland zonder licht. En gillen dat we dan doen. We laten
ons horen.
Wil
van Elk
25
juni 1998
Eindelijk
mooi weer. Voor de een betekent dat een flink eind fietsen, zoals Antoon Koch
dat zaterdag deed en voor de ander zal dat zeilen of surfen zijn op de
Klinckenbergerplas. (Op weg daar naartoe zag ik trouwens dat de lantaarnpaal
inmiddels weer keurig is gerepareerd. Want daarvan ontbrak tot voor kort een
afdekplaat aan de zijkant.) Zelf maakte ik van de vrije zaterdag gebruik om de
tweemaandelijks computerbeurs in de RAI te bezoeken, de PC-Dump dag. Het meest
opvallende is wel dat de computer van gisteren inmiddels voor dumpprijzen op de
liefhebber staat te wachten. Het ergste is nog dat als je thuis je computer
aanzet, hij er eeuwig over lijkt te doen voordat je ook maar iets zinnigs op het
beeld kan toveren. Het moet allemaal steeds sneller. De software wordt steeds
uitgebreider en de portemonnee steeds sneller leeg. Goed voor de handel, dat
wel. Voor weinig geld kan de leukste software worden aangeschaft die tot voor
kort nog veel geld moest kosten. Fietsen is gezonder, maar een dagje
computerbeurs bezoeken is voor de echte liefhebber ook een feest.
Nu
we het toch over computers hebben. Op Internet staat uitgebreid te lezen hoe het
met het project Poelgeest staat. "Het landschap ligt niet in Poelgeest,
Poelgeest ligt in het landschap", zo staat op
http://www.oegstgeest.nl/poelgeest/nbpoelg4.htm te lezen. De manier hoe met het
landschap wordt omgegaan in Poelgeest wordt door sommigen zeer op prijs gesteld.
Er worden bomen gepland om bij voorbeeld storende elementen als een spoorlijn
aan het zicht te onttrekken: "het landschap wordt daarmee iets spannender
en lijkt het ruimer. De paden zullen overigens niet mooi worden bestraat, maar
blijven echt paadjes. Sommige paden zullen ook drassig worden, net als op het
Joppe in Warmond. Wie er wil wandelen moet dus ook kaplaarzen hebben."
Verder staat op de pagina welke huizen te koop of te huur zijn en bij wie
informatie kan worden ingewonnen.
Inmiddels
wordt al gewerkt aan ecoteams die in Poelgeest actief zullen zijn. Een goed
initiatief. Het is niet alleen goed voor het milieu, maar ook nog eens te merken
in de portemonnee omdat soms honderden guldens per jaar wordt bespaard. Mooi
meegenomen.
Vrijdag
zien we elkaar weer op het Boerhaaveplein. Al was het maar om de sportieve
dorpsgenoten toe te juichen als zij nat en modderig over de finish komen van de
Poldercross. Na afloop kunnen we weer ouderwets genieten van de Pub band. De
verwachtingen zijn goed. Eindelijk mooi weer.
Wil
van Elk
9
juli 1998
"Ik
trap er niet meer in", schreef ik lang geleden in deze inmiddels alom
bekende column. "Over poep wordt niet meer geschreven", dacht ik toen.
Ik kon toen niet weten dat het weer actueel zou worden. Met die poepdozen langs
de weg moet men de hopen uit kunnen bannen. Niets is minder waar. We krijgen er
plastic zakje bij. De jeugd kan blijkbaar niet met hun handjes van de zakjes
afblijven, zodat die overal te vinden zijn, behalve met poep in de bak. Laten we
er maar van uitgaan dat dit 'kinderziektes' zijn en dat het uiteindelijk een
gewoonte gaat worden om de zakjes bij de bakken te laten, behalve als de hond
wat heeft gedaan, want dan moeten ze worden gebruikt. Aan de soms forse hopen te
zien, lukt het nog niet helemaal; of helemaal niet. "Deden ze maar wat aan
die katten", zei een gepikeerde hondenbezitster, "die scheiten maar
raak, m'n hele tuin zit onder, bah." En dan komt de discussie weer los en
denk ik "was ik er maar nooit aan begonnen."
Is
dat dan de reden dat de bewoners van het Meijerspad in Haaswijk met de neus in
de hoogte lopen? Of is het de air van die lui? Nee, meer de air van het riool.
Op onverklaarbare wijze hangt er een penetrante lucht in de woningbouwwoningen
aan het Meijerspad. "We hebben al diverse malen gebeld naar de woningbouw,
maar niets helpt. Het blijft stinken." Een buurvrouw knikt bevestigend.
"Eerst stonk het verschrikkelijk bij mij in huis. Opeens werd het minder en
nu stikt het bij de buren!" "Op aanraden van de woningbouw moesten we
de deksel op de wc dicht houden want ze gingen er wat aan doen. Nou, het heeft
niet geholpen, wat een stank zeg", en boos wijst ze op haar schuur in de
brandgang achter het huis. "En aan het asbestprobleem doen ze ook al niets,
hoewel we een hele tijd geleden een brief kregen dat ze er wat aan gingen
doen." Haar schuur wordt gesierd met een lap plastic waaronder ik het
asbest vermoed. Misschien dat binnenkort de lucht weer opklaart aan het
Meijerspad en dat ik met een gerust hart kan zeggen: "Ik trap er niet meer
in."
Wil
van Elk
16
juli 1998
Nou
dacht ik dat het broedseizoen voor eenden alweer achter de rug was, want overal
groeperen de eenden zich en trekken al foeragerend door de sloten. Ook zwemmen
grote kuddes meerkoeten rond in de Klinckenbergerplas. Een paar weken geleden
nog vlogen ze elkaar in de veren als ze in elkaars vaarwater kwamen en nu
zwemmen ze broederlijk naast elkaar. Wel zwemmen er nog kleine groepjes in
sloten rond van moeder koeten met hun kroost die al een aardige omvang krijgen.
Je bent er trouwens mooi klaar mee als zo'n broedrijp meerkoetenstelletje bij je
voor de deur in de sloot zich heeft gevestigd. Het mannetje zwemt steeds maar
onrustig heen en weer in de sloot, onderwijl luidkeels krijsend om aandacht. Dat
houdt 's nacht echt niet op. Maar daar zijn we nu mooi vanaf. Het kost ook de
nodige rietplanten die ze met wortel en al uit de bodem van de sloot rukken om
een nest mee te bouwen. Nou vrees ik voor een tweede ronde want gisteren zag ik
weer zo'n waterkoet met een rietplant stoeien en vanmiddag werd ik bijna omver
gevlogen door twee eenden die elkaar achternazaten. Luidkwetterend kwamen zij al
fladderend op de weg terecht. Even later kwam een bestelbusje met een noodgang
de hoek omzeilen. Gelukkig waren de eenden al weer weg; waarschijnlijk waren het
snel weg eenden.
Ook
de moederganzen met hun kroost hebben zich gevoegd bij de groepen ganzen die
permanent in Haaswijk verblijven. Al grazend trekken zij van grasstrook naar
grasstrook. Dat ze hiervoor een straat moeten oversteken, trekken ze zich niets
van aan, want het gras aan de andere kant is nou eenmaal groener, dat is een
ongeschreven wet. Luidkeels protesterend tegen auto's trekken ze massaal naar de
overkant, ondertussen een spoor van uitwerpselen achterlatend. Het fietspad
langs de Haaswijklaan is vrijwel helemaal ondergescheten door de ganzen die door
de nieuwbouw in deze positie zijn gedwongen. Toch is het een levendig geheel en
als we een beetje opletten als die beesten oversteken, dan blijft het ook een
levendig geheel. En het gras dat moet toch onderhand een overdosis mest hebben
gehad en moet voor de plantsoenendienst niet meer te maaien zijn. Al hoewel, de
ganzen die grazen er ook weer het nodige af. Toch zien we regelmatig de sporen
van grasmaaimachines op de fietspaden en trottoirs, want achtergebleven plukken
gras ruimt niemand op.
Over
opruimen gesproken. De trap naar de brug over de Haarlemmertrekvaart, bij de
Klinckenbergerplas, begint al aardig gecamoufleerd te raken. De treden zijn
bijna geheel overdekt met onkruid dat daar weelderig tiert. Inmiddels zijn ze
aan de overkant, in de Morsebel, volop bezig met het aanleggen van een pad langs
de vaart en is er een vijver aangelegd. Nu is de linker- en rechterkant van de
vaart vrijwel gelijk. De twee vijvers lijken er als twee bolle wangen bij te
liggen; daar is over nagedacht. Door het slechte weer hebben honden de stranden
van de Klinckenbergerplas overgenomen, want badgasten zie je er bijna niet.
Mocht het weer plotseling omslaan, dan wordt het opletten waar de badhanddoek
wordt neergelegd. Voordat je het weet zit er een luchtje aan.
Wil
van Elk
23
juli 1998
Een
mier is een wonderlijk dier. Het was alsof er een ondergrondse telegraaf is
werking trad. Overal kregen de mieren het op hun heupen. Koortsachtig begonnen
de werkmieren hun gevleugelde soortgenoten naar buiten te duwen. De forse,
gevleugelde koninginnen liepen een beetje verdwaasd rond, evenals hun kleinere
soortgenoten, de mannetjes. Alras begrepen beiden wat de bedoeling was en stegen
zij op naar grote hoogten. Want waar waren hun vleugels anders voor? De
achterblijvende werkmieren waren in een klap vervallen tot werkloze mieren en
liepen een beetje verdwaasd rond.
Blijde
motorrijders waren zondag 19 juli direct herkenbaar; zij hadden allemaal dode
mieren op hun gebit. Wielrenners en hun langzamere soortgenoten op gewone
fietsen, deden gewoon de lippen stijf op elkaar. Vliegende mieren, daar hadden
zij geen trek in. Je kon ze echter niet ontwijken; de ondergrondse telegraaf had
zijn werk grondig gedaan. Overal in Nederland kwamen de mieren massaal de grond
uit, grote gaten achterlatend tussen de tegels. En als ik die beestje zo eens na
tuur, dan kan ik alleen maar vaststellen, het is iets wonderlijks die natuur.
Zwaluwen,
maar ook meeuwen, hebben de tamtam ook gehoord. Zij zweefden rond op de
thermiek. Geduldig wachtend op de massaal in aantocht zijnde vliegende mieren
die op grote hoogte hun paringsdaad gingen uitvoeren. Voor al de mieren was het
hun eerste keer, voor allemaal ook de laatste keer. Sommigen kwamen er niet eens
aan toe. Zij kwamen als maagd in de maag terecht van een rondvliegende vogel die
alleen maar zijn bekkie hoefde open te houden. Anderen, die wel zo gelukkig
waren om het nodige te doen om de soort in stand te houden, kwamen op de grond
terecht en werden alsnog opgegeten door rondlopend vogels of eenden; ook voor
hen was het tafeltje dekje. Ze maakten echt geen onderscheid tussen mieren die
van onderen kwamen of van boven. De koninginnen die kans zagen om weer terug te
kruipen de grond in, zijn alweer driftig bezig aan de opbouw van een nieuwe
kolonie. De mannetjes hebben pech, zij gaan dood, hoe dan ook. Een mier is een
wonderlijk dier.
Wil
van Elk
30
juli 1998
Het
snoepje van de week. Zo maakte Jamin vroeger reclame. En nu?, nu is de zaak aan
de Irislaan leeg, helemaal leeg. Een zaak leegmaken is geen kunst. Maar om hem
dan vol te hangen met kunst, dat is wel een kunst. En dat gaat nu gebeuren.
Voortaan geen snoepje van de week, maar het kunstje van de week. Alhoewel,
kunstje, het zijn niet de eerste de besten die daar een atelier beginnen, dus
daar horen we vast meer van.
Wat
is het rustig in de buurt. Velen zijn met vakantie en dat is goed te merken; wat
een rust. Toch menen sommigen dat een beetje lawaai geen kwaad kan. M'n
achterbuurjongen liet 's middags bijna drie uur lang zijn wekker aflopen (en dat
klonk goed met het raam wijd open) terwijl hij niet thuis was en de bewoners van
het Thorbeckehof in Haaswijk hielden onlangs een feestje. Zij vormen een hechte
gemeenschap dat zich uit in de feesten die worden gehouden. In de
gemeenschapsruimte Thor wordt regelmatig bewezen dat jongeren heel sociaal met
elkaar om kunnen gaan, zonder een ander overlast te bezorgen. Maar een keer per
jaar dan leven ze zich echt uit. Dan huren ze een bandje en houden een grandioze
barbecue. De mensen in hun naaste omgeving krijgen een paar weken vooraf een
briefje in de bus dat dit evenement gaat plaatsvinden. Keurig geregeld.
Tenminste, voor de naaste buren. Willen zij er niet van horen dan gaan ze die
bewuste zaterdagavond uit en tegen de tijd dat ze thuis komen is het feest
voorbij en is de rust weergekeerd. Maar in een zo'n stille wijk als Haaswijk
draagt geluid heel ver en tot voorbij de Jan Wolkerslaan keken mensen verbaasd
op van zoveel lawaai. "Ongehoord dat zoiets kan", werd er gemompeld.
Het bandje zelf speelde niet onverdienstelijk. Helaas was het geluid niet
constant, maar wel hard. Heel hard. En aangezien de binnenplaats van het
Thorbeckehof de akoestiek heeft van een amfitheater, kwam het geluid ver, heel
ver. Verder gebeurde er die week niet zoveel, dus was het voor sommigen het
snoepje van de week.
Wil
van Elk
6
augustus 1998
Heerlijk,
een rondje klinck. Op een zonnige zomermiddag een fikse wandeling te maken rond
de Klinckenbergerplas doet de mens goed. De vegetatie rond de plas is heel
veelzijdig. In deze tijd dragen de bramenstruiken heel wat bramen en veel mensen
zijn daar gek op. Wij maakten daar vroeger Haagse bluf van. Kent u dat? In een
oude theedoek of door een zeef, gekookte bramen uitpersen tot je een sap
overhield. Dat mengde je met het opgeklopte wit van eieren waardoor een luchtige
pudding ontstond: Haagse bluf.
Aan
de zijde van Warmond, voor Oegstgeestenaren dus de overkant van de Klinck, staan
vele bramenstruiken achter een hek. Voor sommige bramenliefhebbers is dat geen
beletsel. Het hekwerk is dan ook compleet vernield. Ze kunnen nu makkelijker bij
de bramen, dat wel, maar of ze dat er ook voor over zouden hebben als ze het
hekwerk zelf hadden betaald, betwijfel ik ten zeerste. Het hek aan de kant van
de kleine plas is trouwens ook voorzien van een doorgang, maar of dat de
eigenaar zo heeft gewild, kan ik mij nauwelijks voorstellen, gezien de kwaliteit
van het gat.
De
Klinck is eigenlijk niet populair. Ja, wel bij duikers. De plas is namelijk bij
uitstek geschikt om te duiken. Lekker veel puin, dat maakt het extra spannend.
En je kan er goed surfen. Ook hondenliefhebbers maken er gretig gebruik van. Van
mei tot oktober moeten ze hun huisdieren wel aan de lijn houden en van de
verharde paden gebruik maken. Dat niet iedereen zich daar aan houdt, is
dagelijks te bewonderen. Ook fietsers maken gebruik van de paden en als iedereen
dat rustig doet is er niets aan de hand. Helaas komen er ook bromfietsers, tot
grote ergernis van sommige 'badgasten'. "Ze rijden soms gewoon over je
badhanddoek en als je er wat van zegt, moet je zien hoe ze dan reageren. Flink
'gassen' en provocerend langs je heen scheuren. Nee, mij zien ze daar voorlopig
niet meer." Ook het 'kleine' strand aan de zuidoostkant heeft zijn
'ergernissen'. "Surfers gaan gewoon dwars door de afzetting heen. Op
diverse plaatsen zijn daar openingen in gemaakt. Door die surfplanken is het
soms hartstikke gevaarlijk voor de kleintjes die juist een afgezet stukje hadden
om te baden. Nee, mij zie je daar ook niet meer." "Trouwens, als je
kind naar de WC moet, ook heel erg leuk. 'Mama, ik moet heel nodig hoor.' Ja,
leuk, de twee toiletten staan helemaal aan de andere kant van de plas. Dat haal
je nooit met zo'n kind in paniek."
Ondanks
dat sommige vissers hun troep niet opruimen en er te weinig afvalbakken staan -
als ze niet in brand zijn gestoken of vernield zijn - is het toch een bijzonder
stukje 'natuur', daar aan de noordkant van Oegstgeest en de zuidkant van
Warmond. Het is dan ook fantastisch om daar te wandelen en voor sommigen zelfs
om daar te fietsen. Je moet goed opletten dat je nergens intrapt want naast de
hondenhopen liggen er ook de grote jongens: die van paarden. En als je dan toch
het rondje zonodig op de fiets wilt maken, let dan extra goed op want aan de
Warmondse kant ligt het bezaaid met glas. Heerlijk, een rondje klinck.
Wil
van Elk
20
augustus 1998
De
vakantie zit er weer op. Het wordt de komende weken weer monter jakkeren
op het werk om dat buikje weer weg te krijgen. Inmiddels wordt er weer volop de
aandacht gevraagd voor passerende passers omdat de scholen weer zijn begonnen.
Daar wordt zelfs met een landelijke actie terecht aandacht voor gevraagd. Ook in
de bouw klonken alweer de eerste klopgeluiden en komt de boel weer langzaam op
gang.
Heeft
u ook zulk mooi weer gehad?, wij in elk geval wel. Vorige week kwamen we terug
van een weekje kamperen en achteraf bleek dat de mooiste week van de zomer te
zijn geweest. Op de camping werd een spokentocht georganiseerd waarbij mijn
verschijning al voldoende was om de deelnemende campinggasten de stuipen op het
lijf te jagen. Maar ook de andere 'spoken' deden hun uiterste best om iedereen
een trauma van jewelste te bezorgen. Hoewel niemand in spoken gelooft, haakten
toch meer dan twintig kinderen bij het begin al af en velen wensten na afloop
dat ook zij waren thuisgebleven. De volgende dag was de spokentocht dan ook het
enige onderwerp waarover werd gesproken.
Verbazend
hoe snel alles weer wordt opgepikt. Een dag werken is voldoende om alle routine
weer op te pakken. Er is de laatste week dan ook weer van alles gebeurd: het
gemeentehuis is aan het verhuizen, in Warmond was een Poldercross en in
Oegstgeest is de KIVA-vakantieweek met succes afgerond. De vakantie zit er weer
op.
Wil
van Elk
27
augustus 1998
Voordat
je het weet is het weer voorbij. Wat?, nou die zonnige periode bedoel ik. Wat
was die kort dit jaar. En nu is het ineens herfst. De natuur lijkt te beseffen
dat voordat het winter wordt, eerst alle blaadjes van de bomen moeten. Logisch,
anders zouden de bomen bevriezen, en dat zou wel heel erg zonde zijn. En die
wind rukt dan ook geweldig hard aan de blaadjes. Ook aan de enige boom in het
park aan de Surinamestraat die het heeft overleefd na de recente aanplant. De
wal die is aangelegd door de bloemenveiling Flora heeft echter geen dode bomen.
Dus ook die bomen worden prooi van de aanwakkerende herfstwinden.
"Vissende
vissers die vissen naar vissen, maar vissende vissers die vangen vaak bot
(vissen waar vissende vissers naar vissen, vinden vissers die vissers vervelend
en rot)", zong André van Duyn jaren terug. Ook de vissers in Buitenlust
lijken hierdoor getroffen te worden; ook zij vangen bot. De steiger die daar is
aangelegd heeft een rare leuning die, als je daar zit te vissen, op twee
plaatsen recht voor je neus zit. Als toeschouwer kan je er prima op leunen, maar
anders moet je een rolstoel hebben met een lift, dan kan je jezelf op een hoger
niveau tillen. Het is te hopen dat het park zelf zo snel mogelijk op een hoger
niveau wordt getild, "want zo is het toch niets gedaan", zo zeggen de
bewoners. Nou moet je de aanplant wel de kans geven om aan te slaan, maar nu
lijkt het erop dat de bewoners gelijk hebben, het is niet geworden wat ze er van
verwachtten. Het was ze ten slotte ander beloofd.
Iedere
twee maanden kijken veel mensen uit naar de PC-dumpdag in de RAI in Amsterdam.
Een prima gelegenheid om voor een prikkie oude, soms zelfs nieuwe,
computerspullen te kopen. Zaterdag 22 augustus was het weer zover en stonden
lange rijen wachtenden 's morgens om tien uur te popelen om de RAI binnen te
gaan. Je weet maar nooit en is wat je goedkoop zou willen kopen snel
uitverkocht. Voordat je het weet is het weer voorbij.
Wil
van Elk
2
september 1998
Is
er leven na de IP? Ik kan maar moeilijk wennen aan al die hinderlijke
reclameblokken op de buis. Zit je lekker op je gemak te kijken en IP, het
programma wordt onderbroken door reclame. IP? ja IP. Dat betekent waarschijnlijk
Irritante Pestreclame. Iets anders kan ik maar moeilijk bedenken. In Amsterdam
willen de bewoners zelfs twee gulden meer betalen om al die zenders die Ippen op
de kabel te kunnen ontvangen. Ik kan het me maar moeilijk voorstellen.
Het
ontbreekt er nog maar aan dat zelfs voetbalwedstrijden worden onderbroken door
reclame. En zo ondenkbaar is het niet meer hoor. Op 28 augustus werd het
wereldrecord dominostenen omgooien verbroken. Nederland heeft het record op haar
naam staan. Maar hoe werd het uitgezonden?, live, maar wel een paar maal
onderbroken door reclame. Over het camerawerk tijdens het dominorecord zullen we
het maar niet hebben. De regie daarvan bezorgde ook heel wat spanning in de
huiskamer. Zonder sponsoring is zo'n evenement waarschijnlijk niet uit te
voeren. Maar de ontwerper van het dominoparcours had daar wat op gevonden. Met
een slingerende kogel aan een touwtje werden rondjes gemaakt die steeds kleiner
werden totdat bij de laatste slinger een dominosteentje werd omgegooid.
Briljant!, zo konden er reclameblokken worden tussengevoegd. Dat is nog maar het
begin! Straks moeten voetballers na twintig minuten voetballen de bal
hooghouden, minstens vijf minuten. Dan kan er tijdens de wedstrijd gewoon
reclame worden tussengevoegd en kan je in het stadion ook even naar achteren om
te plassen. Daar zitten we met zijn allen blijkbaar op te wachten. Is er leven
na de IP?
Wil
van Elk
9
september 1998
Stuur
eens een berichtje. Communicatie, daar draait het om de laatste tijd. Maar als
mens falen we nog wel eens op het gebied van communicatie; heel vaak ontaardt
het dan ook in crommunicatie. De factor tijd speelt een voorname rol. Sire, een
instantie die communiceert via het medium televisie, is heel erg goed in het
wijzen op onze fouten. Eerst tonen ze een hondje met de mededeling dat het
beestje drie keer per dag wordt uitgelaten. Zo passeren een paar honden het
beeldscherm met wisselende uitlaatbeurten per dag. En dan tonen ze opa. Opa zit
voor het raam een beetje voor zich uit te staren. Een beeld dat maar al te
bekend is. "Opa gaat één keer naar buiten...", en na een korte
stilte volgt: "...per drie maanden!" En daar kijken we dan naar zonder
ook maar te knipperen met de ogen. Maar het is schandalig dat ze gelijk hebben!
Internet
is het communicatiemiddel van deze tijd. "Ik stuur wel een E-mail naar
je", roepen we. Nou is het medium Internet een fantastisch middel om te
communiceren met elkaar. Landsgrenzen bestaan niet op het net. Tegen lokale
telefoonkosten kunnen we met iedereen communiceren, waar ook ter wereld. Over
iemand uit zijn bed bellen hoeven we ons ook niet druk te maken omdat het
berichtje in een soort postbus wordt geplaatst. De ontvanger kan dat bericht
ophalen wanneer hij dat zelf wilt. Zelfs gesprekken met videobeelden zijn
mogelijk. Een beetje schokkerige beelden, dat wel, maar het is een mooie
ontwikkeling. Alleen, je komt de deur niet meer uit en dat is het negatieve
eraan. Je moet het zelf maar doseren, dan komt het wel goed.
Internet
providers, waar je een abonnement moet afsluiten om te kunnen communiceren via
internet, vechten om de abonnees. Zelf zit ik bij WorldOnline. Ik erger mij wel
eens aan de wachttijden en de bijna altijd 'in gesprek toon'. Bij DSL, de
Digitale Stad Leiden, zijn veel mensen in de regio 071 aangesloten: gratis! Het
kan dus wel goedkoop! Bij Capitol Online Amsterdam word je altijd in een keer
doorverbonden. Maar er is ook een geval bekend van iemand waarvan ten onrechte
twee keer abonnementskosten zijn afgeboekt. Na herhaaldelijk bellen, verzoeken
en sommeren om teruggave, heeft Capitol online niet eens de moeite genomen om
contact op te nemen met de gedupeerde. Dat is een hogere vorm van communiceren.
KPN schijnt Capitol Online overgenomen te hebben. KPN is een kei in
communicatie, misschien komt het alsnog goed. Het advies aan KPN is dan ook:
Stuur eens een berichtje.
Wil
van Elk
16
september 1998
Afstandsbediening,
misschien wel de beste uitvinding van deze eeuw. Het is vooral handig om te
kunnen zappen als er weer zo'n irritant reclameblok de film of andere uitzending
onderbreekt. Maar in de hobbysfeer is het vooral handig om je modelboot, -auto
of -vliegtuig te besturen. Straks heeft het MEOB ook een afstandsbediening. De
leiding van het bedrijf zal gedurende de laatste jaren van haar bestaan in Den
Helder zetelen. Het ooit florende defensie onderhoudsbedrijf wordt dan vanaf
afstand bestuurd; een rare gewaarwording.
Eigenlijk
nemen we overal afstand van. We nemen afstand van onze kinderen die we, omdat we
werken, in een crèche stoppen. We nemen ook afstand van onze ouderen die we in
een andere crèche stoppen: het bejaardentehuis of verzorgingstehuis.
Communiceren doen we dan met een telefoon, tegenwoordig het liefst mobiel vanaf
een afstand. Een afstandsbediening is dus een goed instrument.
Om
een afstand te kunnen overbruggen hebben we een vervoermiddel nodig. Voor een
grote afstand is het kiezen van een transportmiddel best lastig. Als dat voor
het dagelijks heen en weer reizen is in het woonwerkverkeer, dan komen er
frustraties om de hoek kijken. Kijk maar naar meneer Hoekzema. Wie? Hoekzema,
ken je die niet? Dat is de burgemeester van Den Helder. Een van zijn neventaken
is het voorzitterschap van de VVD. Hij volgde in de meest noordelijke gemeente
van Noord-Holland Gmelich Meijling (ook VVD) op die al snel in de regio Den Haag
ging wonen omdat hij staatssecretaris van Defensie werd. Een van de meest
opvallende zaken die Meijling voor Hoekzema bewerkstelligde was het verhuizen
van het MEOB naar Den Helder. Uiteindelijk is het MEOB opgegaan in een nieuw
Marine Bedrijf en niet 1 op 1 verplaatst zoals Meijling dat voorspiegelde. De
afstand was helemaal geen probleem, werd steeds geopperd. Maar Hoekzema krijgt
toch wel wat problemen met de afstand van Den Helder naar Den Haag en denkt er
over om te stoppen met het voorzitterschap van de VVD. Hij moet namelijk nogal
eens naar Den Haag. Goh, moeten de MEOB-ers niet dagelijks die afstand afleggen?
Dat komt goed uit. Hij kan toch vragen of hij 's avonds met de VIP coach mag
meerijden. Die gaat toch naar Oegstgeest. Maar velen zullen het met hem eens
zijn; het blijft een roteind. Er zijn er al heel wat die een andere baan hebben
gezocht, juist door die afstand. Maar misschien is een afstandsbediening wat
voor Hoekzema, misschien wel de beste uitvinding van deze eeuw.
Wil
van Elk
30
september 1998
Een
hondenpenning. Dat heb je nodig als je niet opgepakt wilt worden voor
wildplassen. Dat bedacht ik toen ik laatst een rondje Klinckenbergerplas liep.
Er stoppen daar vaak mensen, die op doorreis zijn, om even uit te blazen. Even
rustig een boterhammetje eten met uitzicht op de plas. Dat kan prima vanaf het
parkeerterrein. De gemische toiletten zijn inmiddels weg, dus als zo'n bezoeker
nodig moet, dan wordt dat dus de dichtstbijzijnde boom. Nou zou dat daar
waarschijnlijk niet zoveel uitmaken als je ziet hoeveel vrachtwagens daar
dagelijks slib of iets dergelijks storten. Wie weet wat daar voor rotzooi inzit.
Het bord gevaarlijk terrein staat daar waarschijnlijk niet voor niets. Die paar
wildplassers kunnen er ook nog wel bij.
Nou
zijn de meeste mensen rustige plassers die het keurig thuis of elders op het
toilet doen. In het openbaar hebben sommige mensen het best een beetje moeilijk.
Soms staan ze omhoog te kijken en een beetje zachtjes te fluiten als ze in een
openbaar urinoir krampachtig staan te plassen. Pas maar op in zo'n situatie dat
ze je niet herkennen: "he, ben jij niet die en die?", als ze zich naar
je toedraaien, ben je wel helemaal nat!
Maar
goed. In de natuur zoek je een stil plekje achteraf om even stoom af te blazen.
In sommige gemeenten wordt je daarvoor beboet. Wildplassen mag daar niet. Honden
mogen dat echter wel. Die plassen bijna tegen iedere boom. Daarvoor wordt nooit
iemand bekeurd. Noem jezelf voortaan Fido. Geef jezelf op voor de
hondenbelasting en hang de bijbehorende penning om je nek. Nooit meer loop je de
kans bekeurd te worden als wildplassers. De oplossing is eigenlijk te simpel
voor woorden. Een hondenpenning.
Wil
van Elk
7
oktober 1998
Heerlijk
een dagje genieten. Na lange afwezigheid kon weer eens worden genoten van de
Firato in de RAI in Amsterdam. Genieten van een beurs vol noviteiten op het
gebied van audio‑, film- en foto-apparatuur. Speciaal voor de consument.
Direct al bij binnenkomst werd ik geconfronteerd met een digitale versterker
(TACT) van twintigduizend gulden van de firma NAD. Het geluid was er wel naar,
maar zoveel geld had ik helaas niet bij me, zodat ik nog steeds naar het geluid
luister dat uit mijn twintig jaar oude stereo komt.
Hoewel
alles geconcentreerd lijkt te zijn rond de DVD-speler, ging mijn interesse
voornamelijk uit naar digitale camera's en wat je daar zoal mee kunt doen.
Vooral het medium Internet is daar een prima geschikt platform voor om al je
creativiteit in te leggen. Maar ook de digitale videocamera is leuk speelgoed.
Met een piepkleine tape kun je een uur lang digitaal filmen. De beelden kan je
ook stuk voor stuk in je computer binnenhalen. Dat er dan zo'n twintigduizend
beelden op die tape staan, is bijna niet voor te stellen. Als je dan ook nog
eens een kleurenprinter tot je beschikking hebt, ben je een gelukkig mens. Dat
een afdruk dan vijf keer of meer kost dan een foto volgens de gewone methode,
lijkt niemand te deren. Het is een kwestie van tijd denk ik. Binnenkort zullen
de een-uur servicebedrijven een computer via een adapter aangesloten hebben op
hun ontwikkel- en afdrukapparatuur en kost een afdruk misschien nog maar een
kwartje, gewoon vanaf een diskette. De foto's die opgeslagen zijn in de computer
kunnen worden bewerkt met speciale software. De plaatjes kunnen worden opgenomen
in een Webpagina op Internet. Vier enthousiaste knapen van Noble Twin Mountain (NTM)
uit Amsterdam, hebben daar trouwens een heel aardig programma voor ontwikkeld.
Na een gedegen voorbereiding hebben zij het programma WEB-design op de markt
gebracht. Een laagdrempelig programma, speciaal voor de leek geschreven. Je
hoeft geen Wiz Kid te zijn om met dat programma een eigen home page te maken.
Met een paar muisklikken maak je van een saai stukje tekst en een foto, een
fraai ogende pagina met flitsende beelden, alsof ze door Bill Gates zelf zijn
ontwikkeld. Maar geen Microsoftproductie deze keer. Nee, eigen ontwerp, en dat
voor 129 gulden!, chapeau. Hoewel er geen recensie-exemplaar beschikbaar was,
werd het programma afdoende gedemonstreerd, voldoende om een positieve indruk te
krijgen. Voor de leek lijkt het mij een prima programma, mede door de
Nederlandstalige handleiding die er wordt bijgeleverd. Voor de gevorderde
internetontwerper is het misschien te simpel, of...?
Terugfietsend
vanaf het Leidse NS-station bemerkte ik de lage temperatuur. Het is een stuk
frisser geworden. Maar mijn naamgenoot merkte daar niets van. Hij keek
afgeschermd voor de kou vanachter het raam naar de overkant. Zijn uitzicht is
opmerkelijk veranderd. Vrijwel al het groen rond de 'Gerberaflat' is verdwenen,
ter voorbereiding op een ingrijpende verbouwing. Maar op dat moment kon mij dat
niet zoveel schelen. Ik was op weg naar huis voor een lekker warm kopje koffie.
Ik was naar de Firato geweest. Heerlijk een dagje genieten.
Wil
van Elk
14
oktober 1998
Een
plaatje zegt meer dan duizend woorden. Ik heb mij er altijd tegen verzet.
"Van mij geen foto in de krant. Ik werk liever inKochnieto (Hè, komt Koch
niet? Nee, ik ben in-Koch-niet-o), zonder foto van mezelf erbij." Maar
overal, in alle kranten, staan foto's bij columns. Vooruit dan maar. Maar
Oegstgeestigheid zou Oegstgeestigheid niet zijn als er een serieuze foto bij zou
staan. Dus....
Bij
de Firato, zeg maar de elektronicabeurs die onlangs werd gehouden in de RAI in
Amsterdam, mocht ik poseren voor een digitale camera. De operator van de camera
en bijbehorende computeropstelling, trok mijn gezicht - toen leek het nog op
mijn eigen gezicht - helemaal uit zijn verband. Mijn oren maakte hij langer, in
mijn opgerekte mond (en hij was al zo groot) verschenen er lange tanden en mijn
ogen zette hij in de hoek van de kassen alsof ik hartstikke scheel was. Maar die
gozer was nog niet klaar met mijn nieuwe gezicht; ook mijn witte kuifje moest er
aan geloven. Met een simpele muisbeweging trok hij mijn trotse kuifje helemaal
naar de bovenrand van de foto. Het zal je maar gebeuren!
De
uiteindelijke foto printte hij uit met een kleurenlaserprinter, daar bleek het
allemaal om te gaan, en onder luid gelach van de omstanders kreeg ik het
overhandigd. Het lachen zal hen wel zijn vergaan, want ook zij kregen een
mishandeling te verwerken. Maar daar heb ik niet op gewacht. Ik ben maar snel
vertrokken en was blij dat ik een half uur later inKochnieto weer in de trein
zat, op weg naar huis. Maar ik moest steeds maar denken aan die foto. Een
plaatje zegt meer dan duizend woorden.
Wil
van Elk
21
oktober 1998
Een
eigen container. Dat hadden wij vroeger niet. Wij moesten van ellende op een of
andere winderige hoek elkaar ontmoeten. Als we mazzel hadden was er een portiek
waar we konden schuilen, maar verder was het behelpen. Eerst was er dus een
commissie en toen een hele tijd niets en nu is er dan een container. Daar is het
laatste woord nog niet over gesproken.
Er
valt heel wat te beleven in Oegstgeest, als je er oog voor hebt. Mijn oudste
dochter ging met haar klas een weekje naar Parijs. In een container op wielen,
een bus. Haar krantenwijk mocht ik voor haar lopen. Dat was al weer een tijdje
terug dat ik dat mocht doen. Al heel snel pikte ik de draad weer op en fluitend
fietste ik door de Morsebel. Soms floot ik van verbazing. Want het was maart
toen ik de krantenwijk voor het laatst deed en in een paar maanden tijd was er
best wel wat veranderd. Met verbazing keek ik naar het park waar ik altijd veel
kinderen spelend aantrof. Als het weer het toelaat is dat nu ook nog het geval.
Maar de ondergrond heeft een metamorfose ondergaan. Overal komt door het grind
onkruid tevoorschijn. Nog even en dan is het overal groen. Geen gezicht. Maar op
meer plaatsen in de wijk begint het onkruid buiten proporties te groeien. De
nieuwe 'flat' aan de Dudoklaan heeft al bijna geen toegang meer door
overwoekerend onkruid.
Gelukkig
vallen ook nog andere dingen op. Op een gegeven moment staat een dame mij op te
wachten met een verrekijker in de hand. "Kijkt u naar mij uit?, ben ik dan
zo laat?" "Nee hoor, ik zag een heel mooi vogeltje daar onder de
hoogspanningsdraden." Ja, er valt nog heel wat moois te zien in de
Morsebel. Onlangs nog zag ik in de door bouwactiviteiten verstoken nieuwbouw een
verlaten bouwvakker tegen een van de containers aanpiesen. Vroeger hadden
bouwvakkers bouwketen. Tegenwoordig hebben ze ook containers. Een eigen
container.
Wil
van Elk
28
oktober 1998
Soms
duurt het even. Ga maar na. Op 2 november vorig jaar, een mistige zondagochtend,
stonden de fotograaf van de Oegstgeester Courant, Loek de Groot en de
verslaggever, ik dus, te blauwbekken op het Boerhaaveplein. Ze waren filmopnames
aan het maken voor het programma 12 Steden, 13 ongelukken. "De aflevering
heet Oegstgeest en wordt medio februari uitgezonden", zei een van de
medewerkers van ID-TV. Nou, met een beetje geduld zou dat wel lukken. Leuk voor
de medewerker van de supermarkt aan het Boerhaaveplein en ander figuranten die
we nog dagelijks in Oegstgeest zien rondlopen. Het Groene Hoekje was die ochtend
ook 'open'. En maar wachten en wachten. Inmiddels waren de meeste mensen allang
vergeten dat er ooit opnames zijn gemaakt in Oegstgeest. Maar o wat een
verrassing. Op 1 oktober, zo stond in de Radio- en Tv-gids vermeld, kwam er een
aflevering van 12 steden, 13 ongelukken met als titel "Oegstgeest - wat een
dag". Het programma vertelde het verhaal achter het ongeluk, een
reconstructie ter voorkoming van leed. Deze aflevering, geschreven door Ruud van
Meegen, ging over de gevaren bij
het op de borst dragen van een babydraagzak. "Er zijn al heel wat
ongelukken gebeurd met babydraagzakken", vertelde de presentator Jan Douwe
Kroeske.
Urenlang
is gefilmd op het Boerhaaveplein. Urenlang is gefilmd op de Kennedylaan. Wat
overbleef waren enkele minuten Oegstgeest. Toch heel wat beelden van ons dorp en
de figuranten waren weliswaar kort in beeld, zij zullen daarvan hebben genoten.
Want wie komt er zomaar op TV? Maar ook, wie heeft het programma gezien?
Misschien hebben ze het zelf ook gemist, want ze moesten er bijna een jaar op
wachten. Soms duurt het even.
Wil
van Elk
4
november 1998
Lekker
banjeren door de regen. Nou valt het in Oegstgeest nog mee, ondanks de plassen
overal. In andere delen van het land lopen de straten onder en staan de gewassen
weg te rotten. De boeren krijgen waarschijnlijk subsidie en wij kunnen straks
dure aardappelen uit weet ik waar vandaan gaan kopen. De consument mag het gelag
betalen. Maar dat is altijd al zo geweest. Alles wordt duurder, maar je salaris
stijgt minimaal. Maar het waterpijl stijgt vaak heel snel tot ongekende hoogte.
Op sommige plaatsen hebben we voorzieningen getroffen om te voorkomen dat er
overstromingen komen. Maar als dan de varende consument kans ziet om een toch
niet al te kleine sluisdeur aan gort te varen, met een schade van meer dan tien
miljoen gulden, wordt het er niet goedkoper op.
Bij
de tijdens het afgelopen weekeinde gehouden atelierroute, kreeg ik te horen dat
het leek alsof er niets anders dan kunst was te melden in de krant. Dat is deze
keer niet anders. Maar door een opening van een kunstcentrum aan de Lange Voort
en twee dagen lang een atelierroute van de Oegstgeester Kunstenaarsvereniging
Instock in hetzelfde weekeinde, wordt het wederom erg kunstig. In een
advertentie van Instock las ik dat de 'kunstconsument' kennis kon nemen van het
werk van de kunstenaars. Een kunstconsument lijkt mij geen echte consument, of
het moet iemand met een kunstkop zijn. Of is iemand die kunst consumeert een
kunstconsument? Of iemand die kunst aanschaft, is dat er een? Al met al werd er
goed geconsumeerd tijdens het afgelopen weekeinde en niet alleen door
'kunstmensen'. Ik heb er mijn buik vol van. Waar je ook heen ging: lekker
banjeren door de regen.
Wil
van Elk
11
november 1998
Ik
weet het nog goed. Het was 1957. Als hummeltje van drie jaar oud verhuisde ik
samen met mijn ouderlijk gezin naar de Korenbloemlaan. Wat was daar een hoop
ruimte. Vanuit de achtertuin keek je helemaal naar Warmond. Halverwege kon je de
waterwipmolen zien staan, met daar voorlangs de zandsloot. Deze sloot was
ontstaan door zandafgravingen. Voorbij de molen stonden allemaal bloemen, zo ver
het oog reikte: "Dat is het land van Lubbe", zeiden we toen. Vrij snel
begon men met de bouw van de woningen aan de Papaverlaan. De bloemenbuurt begon
vorm te krijgen. De Wijttenbachweg was door de nieuwbouw van deze buurt geheel
haar uitzicht kwijt. Als kind vond je het natuurlijk prachtig; zo de achtertuin
uit en de bouw in. Spijkers zoeken en spelletjes doen over de balken die in het
begin nog open en bloot lagen. Toen er eenmaal een houten vloer op lag, was het
vrij snel afgelopen met de pret en kregen we nieuwe buren, achterburen wel te
verstaan. Ook de jongens die daar woonden brachten menig uurtje door in de
weilanden. De jongens van Lens, Dijkers, Helvensteijn, Heinsman en Haak, zullen
zich dat nog levendig kunnen herinneren.
Na
de bouw van de Papaverlaan werd het aan die kant even stil. Als kind konden wij
heerlijk spelen in het gebied rond de molen. Soms liep het weiland onder water
en kon je vlotje varen tussen het hoge gras door. Ik kan mij nog herinneren dat
ik met een van de jongens van Dullaert, hij was iets ouder dan ik en woonde aan
de Wijttenbachweg, een vlot had gemaakt van balken en touwen. De touwen werden
nat, raakten los en de balken begonnen te wijken. Een spagaat waren wij niet
machtig en even later stond het water tot aan mijn lippen. Ik was namelijk een
stuk kleiner (toen) dan Harry, want zo heette hij vermoed ik, en overleefde de
barre tocht naar hoger gelegen grond nog maar nauwelijks. Een hoog Indiana Jones
gevoel, daar in die polder.
Nu
kan je dat weidse gevoel van toen amper voorstellen. Het winkelcentrum Lange
Voort staat daar al zolang, dat de mensen aan de Papaverlaan zich het uitzicht
van die begintijd zich nog maar nauwelijks kunnen herinneren. Toch moet dat heel
wat geweest zijn in die tijd. Je zal maar een flatgebouw voor je neus krijgen.
En dan niet een met een fraaie voorgevel, nee, het was de achterkant met laad-
en losplaatsen van de winkels die het dagelijkse uitzicht van de
Papaverlaanbewoners moesten verlevendigen. Een bijzonder saai uitzicht en een
fantasieloos parkeerterrein was jarenlang hun lot. De naam Papaverlaan doet -
vooral door de uitgang laan - heel wat vermoeden. Helaas, meer dan een laantje
is het niet; en de papavers zie je al tientallen jaren niet meer. Dan had je
vroeger moeten komen. Kikkervisjes, donderkopjes werden ze genoemd, kikkertjes,
salamanders en stekelbaarsjes kon je vangen in het weiland. Overal groeiden
papavers en deden de naam van die laan eer aan. Ik weet het nog goed.
Wil
van Elk
18
november 1998
De
taal verpaupert. Dat zei iemand laatst tegen mij door de telefoon. Hij had het
ook weer van iemand anders. Maar je hoort het wel vaker. Een taal is levendig of
een taal is dood. Een taal verandert, gelukkig maar. Een taal is iets dat een
mens naar buiten brengt. Een uiting. Als mensen onderling afspraken maken over
die taal, zou het wenselijk zijn dat die afspraken ook worden nagekomen. Helaas,
zoals met zoveel dingen in het leven, komt daar weinig van terecht. Mensen die
groepjes vormen, maken hun eigen taal. Schoolkinderen zijn daar op zeer jonge
leeftijd al heel bedreven in. Op de beurs spreken ze een eigen taal. Op een
veiling, op de markt, vooral op een beestenmarkt, bij modeshows, in
ziekenhuizen, rechtbanken en universiteiten, overal spreken ze een eigen taal.
Ook journalisten spreken een eigen taal. Over hun manier van schrijven raakt men
niet uitgepraat. (Mag een journalist het wel over men hebben?). Maar om
nu te stellen dat de taal verpaupert als ze fouten makenY Gelukkig heeft niet
iedereen gestudeerd. De meeste mensen hebben het moeilijk als ze een stukje
tekst moeten schrijven. Gelukkig maar, anders zou iedereen journalist kunnen
worden. "Taalfouten zijn uit den boze", schreef een journalist op mijn
werk dat ik had ingestuurd van de opleiding Journalistiek. Hij had de
hinderlijke taalfout rood omlijnd. Over de meeste fouten die de scribent maakt
wordt overheen gelezen. Maar dat is voor de journalist geen excuus. Hij mag geen
fouten maken. Toch komt dat regelmatig voor. Gelukkig maar. Een journalist is
ook maar een mens.
Bij
het jaarlijks groot dictee blijkt maar al te vaak hoe moeilijk het is om
foutloos Nederlands te schrijven. Het gebeurt maar zelden dat iemand foutloos
eindigt. En dan gaat het alleen nog maar over de juiste spelling. Dan hebben we
het nog niet eens over grammatica. Want een juiste zinsopbouw is verrekte
moeilijk. Laatst stond een grote kop op de voorpagina van de Volkskrant:
"Kok: anonieme aangifte zinloos geweld mag". Als je die zin verkeerd
leest, krijg je onherroepelijk problemen. Bedoelt Kok: "anonieme aangifte
zinloos, geweld mag?" Ik denk het niet. Het is meer als: "dood hem
niet, wachten tot morgen." Of: "dood hem, niet wachten tot
morgen." Ik heb regelmatig dat ik denk: "heb ik dat geschreven?"
Vast wel, want het staat in de krant. Maar ik bedoelde toch iets anders. Of, die
taalfout heb ik toch niet gemaakt? Ja hoor! Het staat er echt. Maar hebben de
taalpuristen dan toch gelijk als iemand zegt: "de taal verpaupert".
Wil
van Elk
25
november 1998
Hoe
is het mogelijk. Een keer per jaar ga ik met de trein naar Utrecht en iedere
keer gebeurt er wat bijzonders. "Ja", zult u zeggen, "als er
niets bijzonders was, zou je niet naar Utrecht gaan." Daar heeft u dan
gelijk in, maar dat bedoel ik niet. Nu waren het afgelopen weekend de HCC-dagen
in de Jaarbeurshallen; dat is ieder jaar zo rond deze tijd. Het zijn van die
schaarse momenten dat ik van het openbaar vervoer gebruik maak. En dan alleen
maar van de trein. De firma die erg goed haar best doet om het grote publiek
openbaar te vervoeren is de NS. Nou, ik wordt er openbaar beroerd van. Het begon
al toen ik vrijdagochtend een beetje te gehaast van huis ging. Achteraf was dat
niet nodig, ik had mij vergist in de vertrektijd van de trein naar Utrecht. Dik
een kwartier te vroeg stond ik op het perron. Ik was in ieder geval op tijd.
Toen de trein moest vertrekken, sloeg de motor af. Oeps, foutje. Door de omroep
klonk de stem van de machinist: "het is zo weer verholpen hoor." En
inderdaad. Binnen vijf minuten vertrok de trein, weliswaar te laat, maar ik was
onderweg naar een gigantische computerbeurs, dus wie doet mij wat.
Niemand
deed mij inderdaad wat en ongeschonden ging ik op in een zich traag langs
computerkramen voortbewegende mensenmassa. Ongelooflijk dat dit gigantische
spektakel drie dagen duurde. Ik had graag nog een dag willen gaan, zondag. Maar
ik kon het niet meer opbrengen. Na de hele dag rond lopen in rokerige en
lawaaiige hallen vol met mensen, ben je blij dat je kan gaan zitten: desnoods in
de trein. Tien minuten voor de vertrektijd zat ik in de trein naar Leiden,
tenminste, als hij zou gaan rijden. Ik had nog net de laatste zitplaats en
iedereen die na mij kwam moest staan: en dat waren nogal wat mensen die dat
overkwam. De machinist had dat snel door en in plaats van dat hij gewoon vol
wegreed, ging hij bellen. "Dames en heren, u heeft gemerkt dat we nogal vol
zitten en dat er niet voor iedereen plaats is. We hebben gebeld om extra
materieel. Het komt eraan, maar het kan nog wel even duren. Intussen kwamen er
steeds meer mensen die ook de trein in stapten. Tien minuten na de officiële
vertrektijd, klonk de stem van de machinist weer uit de luidsprekers:
"dames en heren, aan de overkant van dit perron komt straks een trein
binnen, die gaat ook naar Leiden. Deze trein gaat als eerste weg."
Hoorde ik dat goed? Gaat deze trein als eerste weg? Komt dat even mooi
uit. Voor het eerst sinds jaren heb ik eindelijk een zitplaats en dan zit ik nog
goed ook!
Keep
on dreaming; Sinterklaas bestaat. Deze trein ging mooi niet als eerste
weg. Het andere treinstel aan de overzijde van het perron, die ging als eerste
weg, volgepropt met mensen; er kon echt niemand meer bij! Vaag zei even later
een stem uit de luisprekers op het perron dat deze trein pas wegging om
acht minuten over halfzes. Een half uur te laat dus. Ondertussen liep de trein
weer vol: en hij was al bijna vol. Deze trein vertrok dus niet op tijd. Het
wachten was nog steeds op extra materieel. Extra materieel dat de NS allang had
kunnen voorzien. Iedere vrijdag is het van zichzelf al druk en zitten de trein
vol. En als er dan HCC-dagen in de Jaarbeurs worden gehouden, willen nog eens
honderden mensen met de trein naar huis. Vooral rond sluitingstijd van de beurs.
Klinkt logisch hè? Maar niet voor de NS. Ieder jaar gebeurt hetzelfde. En maar
promoten dat openbaar vervoer. Ik zat inmiddels al meer dan drie kwartier in een
stilstaande trein. Maar ik zat, dus wat had ik te klagen? Niks. Ik was in een
trein gaan zitten die het presteerde om twee keer van hetzelfde station te laat
te vertrekken. Hoe is het mogelijk. Wacht even, dit is nog niet het einde. We
waren station Alphen aan den Rijn gepasseerd. De trein had er behoorlijk de gang
in gezet; we waren onderweg naar huis. Net voor Leiden Lammenschans merkte
iemand op: "wat gaat hij hard, het lijkt wel een vliegtuig." Ja hoor,
de trein reed het station voorbij! De machinist had te laat in de gaten dat hij
daar hoorde te stoppen. Pieieieieiep, en de trein stond alsnog stil. Even
wachten Y even wachten, ja hoor, in zijn achteruit; we komen er wel. Deze keer
heeft het openbaar vervoer mijn Oegstgeestigheid wel heel erg lang gemaakt. Hoe
is het mogelijk.
Wil
van Elk
2
december 1998
Een
digitale ontmoetingsplaats. DSL, de Digitale Stad Leiden en Omstreken is zo'n
ontmoetingsplaats. Negenduizend mensen zijn inmiddels gratis lid bij de in 1995
opgerichte vereniging. Op 28 november stuurde de organisatie haar bewoners een
bericht per E-mail. In dat bericht wordt aangekondigd dat ze gaat verhuizen naar
de Evertsenstraat in Leiden. De huidige locatie in de Meelfabriek biedt niet de
garantie dat de kantoorruimte beschikbaar blijft. Op de nieuwe vestiging wordt
de verlangde stabiliteit wel geboden en ook nog eens meer mogelijkheden, aldus
de mededeling. De organisatie hoopt dat de verwachte ongemakken beperkt blijven
en zo snel mogelijk weer zijn verholpen.
Verder
viel mij nog een mededeling op: "15 November 1998 23:15. Een groot aantal
van onze bewoners heeft een advertentie e-mail ontvangen van Plug and Play
computers in Oegstgeest. De
Stichting Digitale Stad Leiden en Omstreken is op geen enkele manier betrokken
bij deze spam e-mail, en keurt de gang van zaken ten zeerste af. Omdat de DSL al
eerder problemen gehad heeft met Plug and Play, is besloten om voortaan e-mail
van deze firma linea recta terug te sturen, nog voordat het uw mailbox bereikt
heeft. Zodra deze mailfilter geïnstalleerd is, kunt u er verzekerd van zijn dat
u nooit meer lastig gevallen wordt door Plug and Play computers", zo luidt
het bericht op Internet.
Als
je inlogt bij Plug and Play (http://plugandplay.hypermart.net/) kan je alleen
maar constateren dat de prijzen van de aangeboden systemen aantrekkelijk zijn.
Dat laatste kan alleen maar gunstig zijn voor de aspirant koper. Of de
computerverkopers in de regio blij zijn met dergelijke concurrentie, laten we
maar in het midden.
Jongeren
werker Arthur Schouten wil trouwens op Internet een eigen website voor jongeren.
Dit prevaleert hij boven een jeugdpagina in de Oegstgeester Courant. Mijn advies
zou zijn: doe beiden. Maak samen met enkele jongeren een flitsende home page met
voor jongeren interessante nieuwtjes. Er is vast wel een link te leggen met
andere pagina's waar jongeren hun hart op kunnen halen met nieuwswaardigheden
over muziek en sport. Ook de sportclubs kunnen zich hier profileren: die hebben
toch ook veel te bieden voor de jongeren? Juist voor hen, zou ik zeggen. In de
Oegstgeester Courant kan daar wekelijks op worden ingespeeld, net als bij het
internetnieuws in bij voorbeeld het Leids Dagblad. Er zijn vast wel bedrijven te
vinden die graag in de buurt van die pagina willen adverteren, maar dan op een
manier dat de jongeren er beter van worden. Ik denk dan aan aanbiedingen voor
Cd's, bromfietsonderdelen, sportkleding, vrije tijdskleding en schoenen,
sportgebeurtenissen en uitgaansmogelijkheden, er is genoeg te verzinnen. En dan
op Internet idem dito. Hier kan een prachtige ontmoetingsplaats voor jongeren
worden opgebouwd. Een digitale ontmoetingsplaats.
Wil
van Elk
9
december 1998
Meervallen
die meevallen. In ieder geval zal je er niet over vallen. Maar ik wil u ook niet
overvallen, maar "vissende vissers vissen naar vissen, maar vissende
vissers vangen vaak bot. Vissen waar vissende vissers naar vissen, vinden
vissers die vissen vervelend en rot." Hoe realistisch is die tekst van André
van Duin. Maar kort geleden ving iemand in de Klinckenberger plas wel een heel
bijzondere vis: een meerval. Nou wordt er wel vaker een meerval gevangen, hoewel
de kans klein is om zo'n nachtelijke rover te vangen. Of in de Klinckenberger
plas meervallen voorkomen kan ik niet beoordelen. Maar dit exemplaar was wel een
heel bijzonder exemplaar. Normaal komt deze soort niet voor in onze wateren.
Toch dook hij op in de plas; alleen bewoog hij niet meer. Zijn lengte is meer
dan twintig centimeter en voor een aquariumbewoner is dat een behoorlijk
formaat. Waarschijnlijk is dat de reden dat hij is gedumpt in de plas. Niet zo'n
slimme zet, want de gepantserde meerval kon absoluut niet tegen de koude. Het
beschermende pantser hielp hem niet tegen de koude.
Het
is een tijd geleden dat ik zo'n fraai uit de kluiten gewassen Hypostomus
punctatus, een pantermeerval, heb gezien. Duidelijk een volwassen exemplaar die
de ruimte en de tijd heeft gekregen om zijn maximale lengte te bereiken. Als
zo'n kanjer een flinke klapper maakt met zijn staart, en je hebt net je bak - of
zoals u wilt - sieraquarium, opnieuw ingericht met nieuwe exotische en dure
plantjes, dan kan je daar best wanhopig van worden. Hij was het waarschijnlijk
niet helemaal eens met de wellicht onnatuurlijke inrichting van zijn biotoop en
werd er een beetje opgewonden van. Maar jij vond het wel mooi, en dan is het hij
eruit of Y. Hij eruit is wel erg radicaal, maar het kon blijkbaar niet anders.
Maar er zijn genoeg grote bakken waar hij zijn laatste dagen had kunnen slijten.
De Klinckenberger plas was een maatje te groot voor hem; en veel te koud. Want
om te denken dat hij de zelf wel de weg terug zou vinden naar de streek waar hij
oorspronkelijk thuis hoort, Borneo of zoiets exotisch, is teveel gevraagd. Hij
heeft de tocht in ieder geval niet overleefd. De laatste eigenaar van dit
'slagschip' zal bij een volgende aankoop van meervallen even in een boek moeten
kijken hoe groot die beestjes kunnen worden en kleinere exemplaren moeten
aanschaffen. Meervallen die meevallen.
Wil
van Elk
16
december 1998
Ik
snap er helemaal niks meer van. Als je van darten houdt, dan ga je toch darten.
Dan ga je toch niet zitten wachten op de wedstrijden die de buurtgroep Haaswijk
organiseert. Dan is daar de Dartclub Haaswijk die iedere vrijdagavond - heerlijk
ontspannen - in 't Groot Proffijt haar dartavonden houdt. Dan word je daar toch
lid van. Van oktober tot en met april ben je verzekerd van een gezellig avondje
darten, met af en toe serieus oefenen, want je wilt er toch wat leren en je
maakt dan een goede kans op een eindklassering tijdens het Haaswijk
Darttoernooi. Je moet de hele week werken en onder het motto: de boog kan niet
altijd gespannen staan, zoek je het vertier buitenshuis. Want darten is ook
ontspannen en worden er ook gezellige partijtjes gespeeld: zoals tactics.
Maar
tot mijn verbazing is het ledental van de vereniging tot een dieptepunt gedaald.
Afgelopen vrijdag trof ik in de kelder vier mensen aan die gezellig aan het
darten waren. "We spelen 501", zei een van hen. "We hebben nog
maar zes leden en kunnen nog wel wat aanwas gebruiken." Toen vorig jaar het
clubje volop draaide, dacht ik: dat kan niet meer stuk. Toch lijkt het ten onder
te gaan aan een duidelijke onderbezetting. Aangezien de gemeente het
jongerenwerk ook weer probeert te activeren, zal het met de gastvrijheid in de
kelder ook wel gedaan zijn. Nu is het gebouw groot genoeg en wordt vast wel weer
een ruimte gevonden waar kan worden
gedart. Maar een paar leden erbij kan geen kwaad voor die gezellige club.
"Mooier kan het haast niet. Het gebouw is amper om de hoek: je kan er
lopend naar toe. Laat op de avond komen soms de echtgenotes even om de hoek
kijken en dat is best gezellig." En toch blijft het stil in 't Groot
Proffijt in Haaswijk, terwijl er animo genoeg is onder de Haaswijkers. Ik snap
er helemaal niks meer van.
Wil
van Elk