3 januari 2002
Zo, weer een nieuw jaar. Weer allemaal fantastisch mooie wensen, prachtige voornemens en terugblikken vol ontzag of ontzetting. Er lijkt maar geen eind te komen aan de rampen die zich niets aantrekken van jaartallen of kalender. Maar aan de andere kant gebeuren er ook leuke dingen. Kijk maar naar de euro. Vol enthousiasme staan ze uren in de rij om de nieuwe munt te bemachtigen en hun oude en vertrouwde gulden zo snel mogelijk af te stoten. Er staan zelfs mensen in de verkeerde rij. Want mensen die bijvoorbeeld hun geld op een rekening bij de Postbank willen storten, hebben niets te zoeken bij de andere banken, of andersom natuurlijk. Ze hebben maar één doel voor ogen. Dat is zo snel mogelijk de gulden lozen en euro’s te bemachtigen. Voor sommige mensen zal het wel even wennen zijn, want krampachtig wordt alles omgerekend naar de oude munteenheid, om na betaling het te verwachten wisselgeld weer om te rekenen naar euro’s. Dit levert som heel komische taferelen op. Zo stonden bij de Oegstgeester geldautomaten op 1 januari lange rijen met geduldig wachtende mensen en kregen de banken stuk voor stuk te maken met topdrukte. Aan de ene kant worden grote hoeveelheden guldens naar binnen gebracht en aan de andere kant gingen ze weer naar buiten met een bepaalde hoeveelheid euro’s om de komende dagen door te kunnen komen. Het is net of de mensen in het buitenland zijn, zo onwennig wordt het geld bekeken en betast.
Een goed voornemen is om het nieuwe geld te laten rollen. Dat gaat bijna als vanzelf. Er zijn nu zoveel verschillende munten dat er ongetwijfeld nieuwe beurzen moeten worden aangeschaft. Met al die verrassingspakketten in je zak, loop je behoorlijk scheef als je er teveel instopt. Een ander goed voornemen is om je auto netjes te parkeren en niet op de stoep. In heel wat straten in Haaswijk kun je niet meer over het trottoir lopen en ligt een ongeluk op de loer. Het is voor een voetganger niet veilig op straat, ook niet in een dertig kilometer gebied. Het enige voordeel is dat je niet meer in de hondenpoep hoeft te trappen. Voor volgend jaar moeten we ook maar eens het goede voornemen invoeren om de vuurwerkresten op te ruimen. In 2001 heeft het maanden geduurd voordat de laatste restjes weg waren en dit jaar lijkt daar geen verandering in te komen. Want ondanks de hogere prijzen voor het vuurwerk, ligt er genoeg rotzooi op straat. Even een bezem er doorheen en het is zo weer weg. Veeg je eigen straatje eens schoon, dat scheelt een stuk; als er tenminste geen auto op staat!
Wil van Elk
9 januari 2002
In een strip van André van Duijn kwam de hond van André aan bod. Hij liep weg en zijn baasje riep hem. Iedere keer als zijn naam werd geroepen, stopte de hond en keerde zijn kop om met zijn ene oor omhoog, om even later weer vrolijk door te lopen. “Hij luistert goed hè?”, merkte een toeschouwer op. Dit effect krijgen sommige burgers ook als zij het gemeentehuis contacten over misstanden. Op maandag schoot een van de buurtbewoners mij aan over het binnenplaatsje tussen het Meijerspad en de Cleveringalaan. “De verlichting is al geruime tijd defect en de gemeente doet er niets aan”, was zijn opmerking. “Die en die hebben al gebeld en ik ben persoonlijk naar het gemeentehuis geweest om ze te vertellen over deze ongewenste situatie. Maar tot op heden is er nog niets aan gedaan.” Op het binnenplaatsje staan enkele speelwerktuigen opgesteld en ’s nachts in het donker is het een onplezierige plaats om te vertoeven. Het is er zelfs gevaarlijk, vandaar dat de omwonenden de verlichting zo snel mogelijk weer aan willen zien.
De gemeente heeft zich voorgenomen om te luisteren naar de klachten en opmerkingen van de burgers. Maar als ze alleen maar luisteren, komt er niets van terecht. Nee, een beetje snelle actie zou pas getuigen van hun goede wil. Pas dan heb je kans dat de burger weer vertrouwen krijgt in het gemeentelijke apparaat. Voor de rest moeten we goed luisteren naar de politieke kandidaten die staan te trappelen om in het volgende bestuur zitting te willen nemen. Je gaat uiteraard stemmen op die politici die voorstaan wat jij graag zou willen. Of maakt het u niet uit wie er zitting neemt? Dan maakt het niet uit op wie je stemt, maar echt slim zou dat niet zijn.
Wil van Elk
16 januari 2002
Er was niet zoveel aan de hand, rond de jaarwisseling. Tenminste, zo lieten de politieberichten het voorkomen. Alles was rooskleurig verlopen, op enkele kleine schermutselingen na. Maar hoe komt het dan dat in Warmond geen enkele PTT brievenbus meer heel was? Alleen de achterkant zat nog vast aan de paal. Prachtig idee om een grote tent neer te zetten en een grote groep jeugd van de straat te houden. Maar ook grote groepen moeten een keer naar huis en als ze dan alles slopen wat ze in hun handen krijgen ben je weer terug bij af. Hoeveel euro zou het nieuwe Monopoly spel uitkeren als je weer terug moet naar af? Want wat kost een brievenbus eigenlijk? En wie gaat dat betalen? Zo komt er vanzelf weer een paar eurocentjes bij om een brief te kunnen versturen. Oorzaak drank; drinken met maten.
In Oegstgeest vonden ze het zelfs nodig om kledingcontainers in de brand te steken. Als je nagaat dat de inhoud bestemd was voor arme drommels die nauwelijks een droge draad aan hun lijf hebben en geen geld hebben om kleding te kunnen kopen om de koude van het lijf te houden. En al zouden ze het geld wel hebben, dan was er in de verste verte geen winkel in de buurt om iets te kunnen kopen. Dan is het mooi als uit Nederland kledingstukken worden uitgedeeld die wij in een container hebben gestopt omdat wij het niet meer aan willen trekken. Soms is het niet of nauwelijks gedragen. Heel mooi dat er mensen zijn die in hun vrije tijd die kleding verzamelen, sorteren en doorsturen. Maar minder mooi dat het door onverlaten in de brand wordt gestoken. Zoiets komt toch niet in je op? Ook hier oorzaak drank en dri(o)nken met maten?
Wil van Elk
23 januari 2002
In Warmond rommelt het in de politiek. Vooral vorig jaar is het dorp aan de Leede aan het schudden gebracht. Omdat de provincie kleinschaligheid probeert uit te bannen, staan samenwerking en herindeling bovenaan de agenda. Het lonken van het gemeentebestuur naar Leiden schoot bij de bevolking in het verkeerde keelgat. Leiden is inmiddels van de agenda geschrapt (echter niet bij de provincie) en verdere samenwerking wordt gezocht bij andere buurtgemeenten. Zelfs Oegstgeest kwam in de picture.
Warmond heeft door al die commotie er wel een nieuwe politieke partij bijgekregen: Warmond @nders. Onlangs werd hun verkiezingslijst uitgebracht en daar prijken maarliefst dertig namen op. Kun je nagaan hoe politiek actief die Warmonders zijn! Iedereen staat te trappelen om de gemeente te gaan besturen. Ik vraag mij af of ze zich wel bewust zijn van de verantwoordelijkheid die een gemeenteraadzetel met zich meebrengt. Als het net zo gaat als in Oegstgeest toen Leefbaar Oegstgeest werd opgericht, dat krijgen ze heel wat zetels. En als je denkt dat je op een veilige plaats staat op de lijst, dan kon je wel eens bedrogen uit komen. Stel je voor dat vrijwel iedere Warmonder @nders stemt, dan moet je toch maar mooi naar het gemeentehuis. Maar dan krijg je maar één partij in de Warmondse raad, en dat zou niet goed zijn. Een beetje veelzijdigheid is goed voor het dorp.
Voorlopig is het nog niet zover en moet Warmond eerst maar een echte burgemeester zien te krijgen. Hoewel ze zich als een echte burgemeester gedraagt – en Warmond dit als zodanig ook ervaart – is mevrouw Vosjan nog steeds niet officieel burgemeester. Minister de Vries van Binnenlandse Zaken heeft de geldigheidsduur van de opschorting van de burgemeestervacature laten verlopen. Hij vindt dat hij dit kan maken, sterker nog, hij verlengt het met een jaartje. Maar Warmond denkt daar anders over en ondernemen juridische stappen om de minister te bewegen alsnog de vacature voor burgemeester van Warmond open te stellen. In de regionale onderhandelingen dient Warmond een benoemde burgemeester te hebben om als een gelijkwaardige partner gezien te kunnen worden. Want nog steeds gaat Warmond voor zelfstandigheid. De regionale samenwerking is niet vrijblijvend en in de zomer komen de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland met een definitief standpunt hierover. Ik hoop maar dat er een heleboel leden van GS uit de omliggende dorpen komen. En zo te zien aan de politieke belangstelling in Warmond, onder andere bij Warmond @nders, is de toekomst verzekerd van een brede ondergrond voor het provinciebestuur. Maar dat kon wel eens te laat zijn.
Wil van Elk
30 januari 2002
Iedereen kent onderhand wel de klapschaats. Hoewel ik er raar tegenaan kijk, schijnt het allemaal erg goed te bevallen, bij de schaatsers dan wel te verstaan. Maar je hebt tegenwoordig ook de klapfiets. Ik heb zo’n fiets. Dagelijks onderweg naar en van mijn werk krijg ik steeds meer de indruk dat mijn fiets een klapfiets is. Overal waar kabel- en leidingboeren in de grond hebben zitten poeren, liggen de tegels ongelijk en maak ik grote klappen. Nou ben ik niet de enige die last heeft van ongelijkheid; vooral oudere mensen hebben daar last van. Zo bleek ook tijdens de samenvatting van de toekomstvisie van de gemeente Oegstgeest. Bent u daar niet geweest? Dan hebt u wat gemist. In het gemeentecentrum aan de Lijtweg werd uitgebreid ingegaan op het commentaar dat de Oegstgeestenaren hebben gegeven tijdens de vier sessies in de gemeente. Deze bijeenkomsten worden door het gemeentebestuur als zeer waardevol ervaren. Met onze opmerkingen kunnen ze blijkbaar goed aan de slag. Ik hoop dat de politieke partijen dit allemaal goed in hun oren knopen en gebruiken tijdens hun verkiezingscampagnes. Oegstgeest zonder obstakels, doet het nog steeds goed als verkiezingsleuze.
Maar weer terug bij de ongelijkheid van de tegels. Oudere mensen kunnen nou eenmaal niet hun voeten meer zo lenig optillen. Het lopen gaat maar als te vaak schoorvoetend en ongelijke tegels met onderling soms meer dan drie centimeter verschil, daar komen ze niet overheen. Een grote klap is het gevolg en ze liggen languit op de tegels. Klaptegels zijn het, en levensgevaarlijk soms. Leuk om te zien dat het trottoir van het Warmonder Hek richting het spoorviaduct opnieuw wordt gelegd, fantastisch!
Ook mijn auto gaat steeds meer op een klapauto gelijken. Als ik vanuit de Lange Voort de Korenbloemlaan inrijd, dan volgt steevast een schokdempertest. Niet van de druppel die op de kruising met de Papaverlaan ligt – eigenlijk meer een driesprong –daar heb je amper last van als je die snel passeert. Nee, de rest van de straat is veel erger. De auto rammelt aan alle kanten en maakt tot aan de Floralaan behoorlijk grote klappen. Met een volle blaas of hernia kun je die straat beter mijden als de pest!
Wil van Elk
6 februari 2002
Afgelopen zaterdag liet Nederland zich van zijn beste kant zien. Het was stil op straat en in menig huiskamer erd samen met Máxima een traantje weggepinkt. Zo’n huwelijksfeest krijg je maar zelden te zien. Ook al regel je de mooiste trouwauto of koets met paarden ervoor, je krijgt nooit de gouden koets. Dat is slechts voor een enkeling weggelegd. Toch zijn er mensen die daar jaloers op zijn, en menen ze met verf te moeten gooien. Ach, dat was zo weer weggepoetst, dus niets aan de hand. En ook aan een rit met de gouden koets komt een eind en is het wachten op gezinsuitbreiding. Historisch gezien hoeven we daar niet lang op te wachten.
Er zijn zaterdag heel wat vlaggen gehesen en ook de oranje wimpel werd daarbij gebruikt. Toch lijkt dit straatgebonden. In sommige straten werd slechts door een enkeling gevlagd, en in andere straten waren vrijwel alle huizen gesierd met een vlag. Oegstgeest en Warmond maakten daarop geen uitzondering. Maar waar sommige mensen ondersteboven van waren, was de vlag bij Liduina. Toen ik daar ’s-middags langsfietste, stonden twee medewerksters bij de mast naar de vlag te staren. De vlag hing nog niet bovenin en ze waren blijkbaar bezig dit in orde te maken. Daags erna kwam ik achter de ware reden van dit schijnbaar onschuldige incident. “Ze hadden bij Liduina de vlag ondersteboven gehesen”, sprak een voorbijganger mij verontwaardigd aan. “Ik heb maar eens gebeld naar ze, want dit kan echt niet.” Ogenblikkelijk kreeg de technische dienst de schuld, want die deed dat werk altijd. Maar gelukkig kwam het uiteindelijk weer goed en wapperde de Hollandse driekleur even later weer fier in de wind. In de juiste volgorde, want dat is toch het mooiste!
Wil van Elk
13 februari 2002
Het afgelopen weekend was het hollen of stilstaan. Stilstaan bij het carnaval in Warmond is praktisch onmogelijk, dus dat was rennen. Leuk om te zien dat een grote Oegstgeester familie al twintig jaar achter elkaar Oegstgeest vertegenwoordigt bij het carnavalsfeest. We zijn per slot van rekening toch buren. Het thema was dit jaar reclame en de familie Van Rijn, want daarover heb ik het, maakte van deze gelegenheid gebruik om reclame te maken voor het Warmondse carnaval. Eigenlijk is dat helemaal niet nodig. Want iedereen in Warmond weet wel dat dit heel erg leuk is en dat het een echt familiefeest is. Maar in Oegstgeest zijn ze dat al weer een tijdje vergeten. Het wordt tijd dat we de draad weer eens oppakken.
We hebben toch een florerende Oranjevereniging, buurtverenigingen en nog veel meer? Nou dan. Net als de Oranjevereniging van Voorhout, zouden die ook mee kunnen doen aan de optocht en het feest. Daarbij kun je ook nog eens reclame maken voor je eigen vereniging en dorp, want dat is hard nodig in deze tijd. Stel je voor dat alle sportverenigingen en buurtverenigingen eensgezind opstaan en mee gaan doen. Dat zou me een spektakel geven! Misschien dat we in Oegstgeest dan ook nog eens een heuse carnavalsoptocht krijgen! Feest vieren op je eigen honk, en meelopen in de optocht van de buren. Kunnen we op een leuke manier alvast wennen aan elkaar, nu het nog vrijwillig is, en leuk!
Wil van Elk
20 februari 2002
Connexxion heeft eindelijk in de gaten dat er reizigers nodeloos staan te wachten op hun bussen bij het station in Leiden. Al sinds mensenheugenis gaan de bussen richting Oegstgeest in de avonduren vlak na elkaar en zie je bijna een uur lang geen bus meer die richting Oegstgeest-Noord rijdt. Bus 30 reed zelfs niet meer ’s avonds. Maar daar gaat blijkbaar verandering in komen. Bus 42 en 57 gaan hun tijden verleggen en bus 30 gaat weer rijden ’s avonds. Zo kun je tenminste weer terug naar Oegstgeest zonder dat je een uur in de kou hoeft te staan. De tijden worden aangepast aan de vertrek- en aankomsttijden van de treinen. Nu maar hopen dat als een trein vertraging heeft, de bus daar niet halsstarrig op blijft staan wachten!
Onlangs kregen we een prachtige folder van Connexxion in de bus. Daarop staan de haltes vermeld die bepaalde bussen aandoen. Bus 42 stopt nog steeds bij het MEOB! Hoewel het bedrijf al een tijdje is opgeheven, blijft de naam blijkbaar nog lang hangen. Zo gek is dat eigenlijk niet, want op het internet vind je zelfs nog een pagina waarop ze mensen aansporen om daar te solliciteren! Het provinciebestuur weet overigens over het MEOB-terrein niet meer te vertellen dat het nog steeds bestemd is als bedrijventerrein en dat het past in de plannen voor Rijnfront.
De prachtige boekjes met alle lijnen en trajecten in de regio worden helaas niet meer gemaakt. In plaats daarvan geeft Connexxion per lijn een folder uit. Deze zijn wat makkelijker mee te nemen op reis. Je kunt er maximaal vijf tegelijk aanvragen op de antwoordkaart die samen met de folder door de brievenbus op de mat viel. Daar maak ik natuurlijk graag gebruik van, al vallen er bij mij twee lijnen af. Nu ik heerlijk op de fiets naar mijn werk ga, heb ik de informatie over lijn 88 en 188 niet meer nodig. Al kijk ik nog wel eens scheef naar ze, als ze met slecht weer mij inhalen.
Wil van Elk
27 februari 2002
De burger wordt politiek gezien steeds bewuster. Althans, dat beweren de politici. Helaas merk je er in de praktijk zo weinig van, ondanks dat lokale partijen als paddestoelen uit de grond lijken te schieten en ogenschijnlijk als vanzelf een lange kandidatenlijst krijgen. Maar als je een gemeenteraadsvergadering bezoekt, dan zitten er net zo weinig mensen op de tribune als vroeger. Publiek komt er nauwelijks, dus van enige interesse kun je amper spreken. Laten we eerlijk zijn, de burger heeft daar ook geen tijd voor. Zo gauw je laat zien dat je wel tijd en interesse hebt, word je lid van zo’n club en kom je vaker naar een raadsvergadering. Voor de mensen die zich met passie en gedrevenheid willen inzetten voor hun dorp en medebewoners, kun je alleen maar bewondering hebben. Op 6 maart laten we zien wie de komende weken de beste indruk hebben gemaakt. Zowel in Oegstgeest als in Warmond is de verkiezingsstrijd in volle gang. Ze verzinnen van alles om de aandacht te trekken van de burgers: spreekuren, debatten, spreekbeurten, rondwandelingen, vaartochten en marktkramen op winkelcentra waar de nodige vlaggetjes, flyers, pennen en andere leuke hebbedingetjes worden weggegeven.
Straks krijgen we de mogelijkheid om in het geweer te komen tegen besluiten van de plaatselijke overheid, althans, als het college vindt dat het referendabel is. Neem als voorbeeld het besluit om de dijk (Almondeweg) naar Rijnsburg tijdens de spits te sluiten. Je kunt nu netjes aansluiten in de file op de Rijnzichtweg en dat vind je uiteraard niet leuk. Het kost weer een paar centen om het fileprobleem aan te pakken en ook het sluiten van de dijk heeft het nodige gekost. Je moet 125 medestanders zien te vinden en in een volgende fase 1250 geldige verklaringen. Het zal dus niet makkelijk zijn om een dergelijk besluit aan te vechten. Het voorbeeld van de Almondeweg kan helaas niet meer worden toegepast, maar het is heel goed denkbaar dat er in de toekomst nog veel ‘leukere’ voorbeelden komen.
Bijeenkomsten waar om de mening wordt gevraagd van de burger, zodat de partijen hun beleid daar op kunnen afstemmen, genieten helaas weinig belangstelling. Een bijeenkomst in het Groot Proffijt van een lokale partij in Oegstgeest, genoot evenveel belangstelling als in de Kratong, het buurthuis van de buurtvereniging Buitenlust. Bij beide gelegenheden kwamen er slechts vijf burgers die hun wensen kenbaar maakten. Bitter weinig als je het afzet tegen de klachten die men heeft. Er is namelijk nogal wat commentaar op het gedrag van de jeugd, de verkeersveiligheid en leefomgeving zoals het openbaar groen en de gemeentereiniging. Toch blijft men liever thuis voor de buis, dan dat men de moeite neemt om bestuurders te motiveren om juist iets te doen aan het ongemak. Zo wordt het dus weer commentaar achteraf, zoals gewoonlijk.
Wil van Elk
7 maart 2002
Ineens heb je het in de gaten. De hobbel is weg. Er zijn heel wat hobbels te nemen als je onderweg bent. Vaak zijn het snelheidsremmende maatregelen, maar soms zijn het gewoon obstakels die zomaar zijn ontstaan. De ene keer is het een wortel van een boom die de tegels of het asfalt omhoog drukt, en de andere keer is de veroorzaker een kabel die onder de weg door is getrokken. In alle gevallen een behoorlijke klapper op je stuur. Nog voordat ik heb kunnen melden dat de hobbel onder het viaduct, tegenover de manege aan het eind van de Endegeesterstraatweg, de aandacht verdient van de gemeentewerken, was ie weg. Kanjers, die jongens van de gemeente.
Nou maar hopen dat ze snel teruggaan richting Oegstgeest en het fietspad eens onder handen nemen. Tegen de tijd dat je bij het Witte Huis bent, zijn al de onderdelen van je fiets afgerammeld. Over het geheel genomen valt het eigenlijk best nog wel mee om daar te fietsen. Maar ter hoogte van de tweede inrit – na de manege – liggen een paar kuilen waar je beter niet in kunt rijden; ze vinden je nooit meer terug! Ze zijn volgens mij dat stuk al voorbij, want onlangs miste ik iets op de Rhijngeesterstraatweg. Ook op de Dorpsstraat kreeg ik een gevoel dat er iets verdwenen was. Een dag later had ik het pas door: de broodjes zijn weg! Ik vind het weer heerlijk fietsen daar, maar ik denk dat de bewoners met angst en beven de toekomst tegemoet zien. Zij waren maar al te blij dat er iets gedaan werd om de snelheid uit het verkeer te halen. Helaas vonden velen dat die broodjes averechts werkten en alleen maar ongelukken veroorzaakten. Hun mening werd nog versterkt omdat menig fietser er lelijk over is gevallen. Maar zij kunnen opgelucht ademhalen, want ze zijn weg. Nu maar hopen dat het snelverkeer zich kan inhouden, want een racebaan hebben we niet nodig, daar niet en ergens anders ook niet!
Wil van Elk
14 maart 2002
Onlangs reed ik bijna iemand plat op een voetgangers oversteekplaats (VOP). Het was slecht weer en donker. Ik had een beetje haast en ondanks dat ik met mijn auto mijn eigen licht bij mij had, zag ik de voetganger over het hoofd. Ik zag hem pas toen ik hem rakelings passeerde. Hij keek mij vragend aan, en ik kon alleen maar geschrokken terugkijken. Vaak genoeg zie ik overdag onder prima weersomstandigheden automobilisten dezelfde stunt uithalen. Ik vraag mij dan wel eens af wat hun excuus is, want het zicht is immers prima.
Ook bij rotondes ben je als fietser je leven niet zeker. Het is blijkbaar niet genoeg om haaientanden op de weg te schilderen en borden te plaatsen. Ze komen aanrijden in hun auto en hebben alleen oog voor de auto’s op de rotonde en zoeken naar een gaatje om er snel tussen te piepen. Fietsers op de rotonde worden voor het gemak maar even genegeerd. Of ze stoppen wel, maar staan dan bovenop op het fietsgedeelte zodat er geen fiets meer door kan.
Het wordt alleen maar drukker op de wegen. Afsluiten van wegen in de spits maken dat op andere plaatsen alleen maar erger, evenals verkeerslichten die verkeerd lichten. Bij de brug over het kanaal naar Haaswijk zijn de tijden blijkbaar anders ingesteld. De lichten blijven nu veel langer op groen, vaak veel te lang zodat je meestal onnodig lang moet wachten bij een rood licht. Bij Buitenlust wordt de installatie vervangen; zou het daar nu eindelijk een stuk economischer worden geregeld? Dus alleen maar in werking treden als er verkeer aankomt uit een zijstraat? Ik denk het niet! Je moet ook eens proberen om in Oegstgeest-Noord de A44 te bereiken. Onbegonnen werk. De verkeerslichten daar maken er helemaal een zooitje van. Een groene golf onder het viaduct door, zou al een heleboel problemen oplossen. Dan moeten we gaan klagen bij de Provincie, maar dat moet dan waarschijnlijk weer via de gemeente Sassenheim. Een beetje slimmer samenwerken zou niet gek zijn.Wil van Elk
21 maart 2002
Wat een vreemde gewoonte hebben sommige mensen toch. Op het plein achter de passage van het winkelcentrum Lange Voort lagen grote brokken wit en bruin glas. Het leek wel of iemand een grote hoeveelheid flessen kapot had gegooid en er totaal niet bij nagedacht heeft wat voor nare gevolgen dit kan hebben. Los gezien van de lekke fietsbanden, de fietsenmaker huist immers dichtbij en die repareert dat wel weer, zijn die brokken glas bijzonder gevaarlijk. Boobytraps zijn het, heel gevaarlijke vallen. Kleine kinderen en bejaarden kunnen er over vallen en zich lelijk bezeren. Als er iemand valt in een rechtopstaand stuk glas, kan een slagaderlijke bloeding zelfs de dood tot gevolg hebben. Ik kan mij niet voorstellen dat iemand dat bewust aan het veroorzaken is!
Glas ligt er overal, op voetpaden, fietspaden en de rijbaan voor auto’s. Glas kan echter heel decoratief zijn. Glas in loodramen zijn vaak een lust voor het oog en menig glasblazer heeft ware kunststukken geblazen. Maar als de o zo fraaie producten aan scherven worden gegooid, heeft het de vervelende eigenschap om zich vernietigend te manifesteren. Je kunt je aan een glasscherf lelijk verwonden en daar zijn hele rollen pleisters aan weggeplakt. Heel kleine scherven op het wegdek zijn funest voor fietsbanden. Je kunt nog zulke dure antilekbanden kopen, als er een glasscherf in je buitenband blijft steken, duurt het niet lang of de binnenband wordt lekgeprikt. Lege flessen horen dus niet op straat, maar horen in de afvalbak en dan nog het liefst in de glasbak. Sommige flessen leveren zelfs geld op en kun je inleveren bij de eerste de beste supermarkt: die gooi je toch niet kapot?!
Wil van Elk
28 maart 2002
”Ik trap er niet meer in”, zei ik tegen een mevrouw die liep te mopperen over hondenpoep. “En dat zou u ook moeten doen.” Ik bedoelde in eerste instantie dat ik er niet meer over wilde schrijven, vooral omdat ik veel meer last heb van paardenpoep dat in de regio de fietspaden vervuilt. Met het risico dat ik niet alleen boze hondenbezitters over mij heen krijg, maar ook paardenbezitters, wil ik er toch op ingaan. Onlangs zag ik Stan Huygens op televisie. Hij werd voor deze keer eens geïnterviewd en vertelde dat hij uitstapjes organiseert voor een of ander genootschap. Hij verzorgde een rondtoer in Amsterdam per rijtuig en kreeg van de gemeente Amsterdam een tijdje later een rekening gepresenteerd voor het opruimen van de paardenpoep. Hij moest 750 gulden betalen aan de gemeente. Wat zullen zij daarvoor hebben gedaan? Want als ik om mij heen kijk, wordt hier in de regio helemaal niets gedaan aan poep. Ook paardenpoep blijft gewoon liggen, totdat de regen het helemaal heeft weggespoeld.
Hondenbezitters betalen hondenbelasting, zouden paardenbezitters ook belasting betalen? Moeten zij van te voren aanvragen of zij op de openbare weg mogen rijden? Krijgen zij dan ook een rekening van 750 gulden per dag? Ik denk het niet. Vooral niet omdat de poep niet wordt opgeruimd. Maar dat geldt ook voor de hondenpoep, dat wordt ook niet opgeruimd, ondanks de hondenbelasting. Maar voor die belastingbijdrage mogen zij de natuur belasten. Gewoon op straat, net als een paard. Dat is een privilege dat een mens niet is gegund. Ondanks dat we rioolbelasting betalen, mogen we het niet op straat doen, zelfs niet in de goot. Dat is alleen een hond gegund, die moet het zelfs in de goot doen!
Wil van Elk
3 april 2002
Waar aan de ene kant mensen bezig zijn om het milieu te behouden, doen andere mensen er juist van alles aan om het langzaam af te breken, of zoals u wilt, heel snel. De afbrekers zijn de mensen die blik, glas en ander afval te pas en te onpas op straat, in de bosjes of in het water gooien. Zo zag ik laatst iemand een hondendrol oprapen met een plastic zakje. “Kijk, dat ziet er goed uit, er is nog hoop”, dacht ik toen nog. Maar met een snelle beweging werd de nog warme hoop met plastic en al in de sloot gegooid! Zo gaat het natuurlijk niet goed!
Het is tegenwoordig makkelijk om iets te eten of te drinken mee te nemen voor onderweg. We hebben namelijk weinig tijd om ergens rustig te gaan zitten om een moment te genieten van de rust en de consumptie. Onder het lopen, rijden op de fiets of in de auto, wordt de limonade of het bier, de gevulde koek of patatje naar binnen gewerkt. De verpakking wordt als het heeft afgedaan achteloos aan de kant gegooid. Zo gaat ook dat natuurlijk niet goed!
Maar je hebt ook mensen die hele gebieden proberen te behouden voor de generaties na ons. Naast milieubewegingen heb je ook organisaties die het boeren- of bollenland proberen te redden van de ondergang. Een aantal Oegstgeestenaren is vrijwilliger bij Panorama Tulipland in Voorhout. Daar werd onlangs aan de Jacoba van Beierenweg een tentoonstelling geopend. Minister Brinkhorst doopte een tulp met de naam Mama Mia en schilderde een klein stukje van het Panorama Tulipland. Het is te hopen dat het gigantische schilderij, waar kunstschilder Leo van den Ende nog jaren werk aan heeft, straks niet het enige is dat nog herinnert aan de Bollenstreek in Zuid-Holland. Over een jaar of acht hoopt de 63-jarige Leo zijn levenswerk af te ronden. In het laatste tafereel komt Oegstgeest aan bod met een afbeelding van Het Groene Kerkje.
Wil van Elk
10 april 2002
Warmond
staat in het teken van de koe. Althans, wat de kunst betreft in Warmond waar
toevallig een zelfde thema in verschillende galeries tentoon wordt gesteld. Het
begon bij Henk J. Pruisen in zijn galerie met schitterende schilderijen van
Conny Sprinkhuizen, waarop de natte neuzen van de koeien wel heel dichtbij
komen. Het is jammer dat ze deze week weer op stal moeten, want zondag 14 april
wordt alweer de volgende expositie geopend. Maar dan kunnen we genieten van een
ander soort dier, want de grappige kippies van Hans Innemée – samen met de
slungelachtige figuren van Jan Jaap Horstink – komen weer eens op bezoek bij
Henk. Van zijn galerie naar het plein bij de pomp is slechts een paar stappen.
In Het Oude Raadhuis staan de koeien van Tineke van Gils zelfs op een voetstuk.
Ook Kees Eulink heeft zeer realistisch koeien voor eeuwig vastgelegd op het
doek; hij exposeert samen met zijn dochter in Mariënhaven.
Het is eigenlijk nog niet eens zo lang geleden dat midden in Oegstgeest ook koeien liepen te grazen. Waar nu Wijckerslooth en Rustenborch liefdevol senioren huisvesten en verzorgen, liepen in mijn jeugd koeien op het land. Toen ik na mijn diensttijd weer terug was in Nederland, stond daar ineens een verzorgingstehuis. Van de bouw heb ik nooit iets gezien; het was er ineens. Een rare gewaarwording als je bedenkt dat tien jaar daarvoor ik op die plaats nog in een ‘koeienvlaai’ trapte. Nu, 27 jaar later, wordt er op die plaats weer gebouwd. Er is daar ruimtegebrek, net als in de scholen in Haaswijk waar jaren geleden het gebouw al uitgebreid had moeten worden. Nu staan er van die lelijke keten, en nog is het niet genoeg. Als het schoolgebouw jaren geleden was uitgebreid, dan had het er nu beter uitgezien (en hadden we voor later een prachtig wijkgebouw gehad als aanvulling op het MFG Het Groot Proffijt dat ook te klein is – misschien is dat wel de bedoeling van de gemeente?). En nu willen ze in het MFG ook al een school onderbrengen. Zie je het voor je, al die auto’s in de ochtendspits bij het Boerhaaveplein? Als ze daar vlak bij het kanaal ook van die lelijke keten gaan plaatsen, wordt Oegstgeestigheid acuut omgedoopt in naargeestigheid!
Wil van Elk
17 april 2002
“Ik ben
kattenfluisteraar”, vertelde Rosa Lobensteijn. Deze uit Zoetermeer afkomstige
dame was op bezoek bij Galerie Henk J. Pruisen in de Dorpsstraat in Warmond.
Henk had zondag een opening van een expositie en zei: “We hebben een jarige in
ons midden”, en hij gaf Rosa een boeket bloemen. De jarige had een schilderij
van Hans Innemée gekocht waarop twee katten staan afgebeeld. Toen hij hoorde
dat zij kattenfluisteraar wordt genoemd, kleurde hij de oortjes van de katten
rood. Het schilderij verhuist na de tentoonstelling naar Zoetermeer.
Toch wel een vreemde titel,
kattenfluisteraar. “Iemand noemde mij zo omdat ik iets met katten doe waardoor
ze rustig worden. In het asiel komen soms katten die worden weggedaan omdat ze
onhandelbaar en vals zijn geworden. Eigenlijk moeten ze worden afgemaakt omdat
niemand ze meer wil hebben. Als ik een halve dag met ze opgesloten zit, worden
ze weer rustig en kunnen ze zelfs weer bij mensen thuis worden ondergebracht. Ik
zit vaak onder de krassen, maar dat is niet erg. Vaak krijgen ze klappen als ze
krabben, maar daar wordt het alleen maar erger van. Ik doe dat dus niet, ik
blijf heel rustig en reageer niet op de uithalen die ze doen met hun scherpe
nagels. Uiteindelijk kalmeren ze, en kan ik alles met ze doen.”
Rosa vertelde dat ze overal
waar ze op vakantie gaat, ze in aanraking komt met katten en daarom veel
foto’s heeft van katten. Haar liefhebberij heeft van haar een kattentherapeute
gemaakt en dat is eigenlijk heel bijzonder. “Mensen kunnen hun kat bij mij
laten behandelen, zodat ze niet naar het asiel hoeven.” Je zou zo iemand
eigenlijk moeten hebben voor alle onhandelbare problemen. Je kunt zelf wel
verzinnen waarvoor: onhandelbare kinderen, gemeenteambtenaren, politieagenten,
collega’s, echtgenoten, noem maar op. Een halve dag met zo iemand als Rosa
opgesloten in een kamertje, en ze zijn daarna poeslief!
Wil van Elk
24 april 2002
”Je bent het echt hè?”,
zei een wat oudere man tegen mijn collega. “Ja natuurlijk ben ik het”,
antwoordde hij de man, die zichtbaar blij was dat hij ons ontmoette. Hij kon mij
niet zo goed plaatsen en probeerde zich te herinneren of hij mij ergens van
kende en schudde mij wel een minuut lang de hand. “Je kent mij waarschijnlijk
niet, maar ik ben een vroegere collega van hem.” Ondertussen keek mijn collega
mij aan met een blik van: “Ik heb geen idee wie het is.” Ondertussen werden
wij overspoeld met verhalen van vroeger. “Weet je nog toen met die ME-ers, ze
hebben mij helemaal uitgekleed en ingesmeerd met chocola.” En zo kregen wij de
leukste anekdotes te horen. “We hebben wel wat afgelachen hè, vroeger?”
Wij stonden op een afstandje
een oploopje te bekijken bij het torentje van Wim Kok. Zojuist was bekendgemaakt
dat het kabinet was gevallen en verslaggevers en cameramensen probeerden Wim Kok
te interviewen zodra hij naar buiten kwam. “Hij is allang weg”, vertelde de
man tegen ons. Hij was nog steeds van mening dat wij als een stel under cover
agenten de boel in de gaten hielden. “Hij is onderlangs het torentje uit
gegaan. Hebben jullie nog wat kunnen doen hier?”, vroeg hij nieuwsgierig naar
nieuws. Wij wilden hem nog wat meegeven naar huis en speelden het spelletje mee.
“Ach, zojuist hebben we twee gasten opgepikt met spandoeken. Ze werden een
beetje lastig en we hebben ze vermanend toegesproken.” “Wat hebben jullie
met ze gedaan”?, vroeg hij gretig. “We hebben ze in een busje gezet van de
Marechaussee, laten zij er maar voor zorgen”, vertelde mijn collega. We namen
even later hartelijk afscheid van die aardige man die waarschijnlijk een
enthousiast verhaal had voor zijn vrouw als hij thuis kwam.
Ik vraag mij af, zou ik later ook zo rondlopen op het pleintje bij het vernieuwde winkelcentrum Lange Voort? Dan zie ik iemand staan en vraag: “Je bent het echt hè?” En dan praat ik honderd uit over de leuke tijd die we hadden bij het MEOB, het marinebedrijf dat alweer geruime tijd verplaatst is naar Den Helder. “We hebben wel wat afgelachen hè, vroeger?”
Wil van Elk
2 mei 2002
Er is weer kermis in
Oegstgeest. Dat staat borg voor een leuke week in het anders zo betrekkelijk
rustige Oegstgeest. Rond Koninginnedag bruist Oegstgeest aan alle kanten en
wordt er van alles georganiseerd. De Oranjevereniging van Oegstgeest geeft zelfs
een boekje uit om alle evenementen aan de inwoners te presenteren. In Warmond is
dat net zo. Alleen heet het daar anders. Ze hebben daar een vereniging tot
Viering van Warmonds Feesten, het VWF. Ook zij geven een programmaboekje uit
voor Koninginnedag, waarin ook het programma rond Dodenherdenking is opgenomen,
net als in het boekje van Oegstgeest. De feesten van VWF gaan echter verder dan
dat. Ook het Sinterklaasfeest en de Kaagweek organiseren zij. Oegstgeest zou
eigenlijk ook zo’n soort vereniging moeten hebben. VOF, de vereniging tot
Viering van Oegstgeester feesten. Daaronder kunnen dan vele evenementen worden
ondergebracht, zoals de Oegstgeester Poldercross (Henk stopt immers binnen een
paar jaar) en een nog te verzinnen Carnavalsfeest. De kosten kunnen worden
gedeeld en het is waarschijnlijk een stuk eenvoudiger om sponsors te vinden door
de grote oplage. Iedereen doet dit tegenwoordig, ook de VVV in Warmond die
samenwerkt met andere VVV’s in de regio. Zij wel, in Oegstgeest hebben we niet
eens een VVV!
Aan de andere kant heeft
Oegstgeest twee winkeliersverenigingen, ooit waren het er drie, terwijl Warmond
er maar één heeft. Maar daar staat tegenover dat zij weer een prachtige eigen
roeisloep hebben. Aan de inwoners van beide dorpen wordt het overgelaten om slim
mee te feesten. Als zij de aankondigingen in de Oegstgeester Courant goed in de
gaten houden, kunnen ze een prachtig jaarprogramma samenstellen. Als dat er een
beetje inkomt, kunnen de Oranje getinte verenigingen wellicht hun krachten
bundelen en gezamenlijk een boekje uitgeven, net als de organisatoren hebben
gedaan van al de watersport getinte evenementen in de regio. Maar dan niet voor
de Oranjefeesten, want die zullen ze angstvallend voor zichzelf houden. Nee, ik
bedoel een boekje voor het hele jaar. Zie je het al voor je? Alle data van de
evenementen in Warmond en Oegstgeest op een rijtje, van het Schippertjes
Winterfeest tot het Koffieconcert van de Buurtvereniging Haaswijk en de
Morsebel. Van de Kunstmarkt bij het winkelcentrum Lange Voort tot de Strontrace
in Warmond. En dan hebben we nog de De Kempenaerstraat met de 5 mei Jaarmarkt en
de Buurtgroep Buitenlust met darttoernooien. Zo’n boekje zou helemaal niet
verkeerd zijn!
Wil van Elk
8 mei 2002
In een klap ziet je wereld er
anders uit als je in een kuil trapt. Een dame in Warmond heeft dat aan den lijve
ondervonden. Ze liep gewoon rustig te wandelen en zonder er iets aan te kunnen
doen, viel ze op de grond. Ze bleek in een kuil gestapt te zijn en was op haar
knie gevallen. Met een lantaarnpaal aan de overkant kon je in het donker
moeilijk zien wat voor gevaar er op loer lag. Die valkuil in het trottoir van de
Beatrixstraat bleek voldoende om haar knie te verbrijzelen. Trottoirtegels zijn
nou eenmaal harder dan botten van oude mensen. Echt makkelijk helen die botten
ook niet meer als je wat ouder bent, dus die dame is voorlopig uit de running.
Sterker nog, ze zal voorlopig voorzichtig schuifelend haar weg vervolgen in het
dorp. Of het ooit nog goed komt, moeten we maar afwachten.
De boodschap aan de gemeente
is dan ook om slechte plekken in trottoirs zo snel mogelijk te repareren. Oudere
mensen kunnen hun voeten niet meer zo makkelijk optillen en liggen zo op hun
gezicht. We blijven allemaal wel eens met een schoen hangen aan de rand van een
ongelijk liggende tegel. Met wat acrobatische toeren blijven we meestal wel
overeind. Maar een oudere medemens is niet meer zo elastisch en beseft pas wat
er aan de hand is, als iemand zich over hem of haar buigt met de vraag wat er
aan de hand is. “Heeft u zich bezeerd?”, is dan de intelligente vraag die
wordt gesteld. Pas later wordt de vraag gesteld: “Hoe komt het dat die persoon
ging liggen, midden op de stoep?” Veel beter zou het zijn om je af te vragen
of zoiets kan worden voorkomen. Ik denk dat aan het vallen nooit een eind komt,
maar aan kuilen en bulten kunnen we wat doen. En dan niet achteraf met zalf of
erger met gips, nee, vooraf met een schep en zand. Dus als je ongelijkheid
tegenkomt onderweg, meld het bij de gemeente zodat ze er zo snel mogelijk wat
aan kunnen doen. Weg met obstakels, een trottoirtegel is voor senioren net zo
hard als voor junioren. Het zal toch niet zo zijn dat we binnenkort zelfs lopend
een valhelm op moeten?
Wil van Elk
15 mei 2002
Ik ben niet de enige die aan het bestraten is. Mijn ‘terras’ in de voortuin is inmiddels aangelegd en nu maar wachten op het mooie weer. Echt veel aanvulling voor de buurt zal het niet zijn. Hooguit voor de visite en mezelf zal ik daar een biertje inschenken. Maar elders in Oegstgeest is dat ruimer opgezet. Bij Het Witte Huis in het Wilhelminapark is namelijk ook een terras aangelegd. Daar is het straks heerlijk toeven voor de bezoekers. Er is dus weer een terras bij in Oegstgeest. Jammer alleen dat men in het centrum van Oegstgeest er nog even op moet wachten voordat het daar zover is. Bij het winkelcentrum Lange Voort laat de nieuwbouw nog even op zich wachten. Het Wilhelminapark was ooit het beoogde centrum van Oegstgeest en al lang daarvoor lag het aan een doorgaande route. Het is al heel wat, dat aan die aloude route nog steeds de ‘herbergen’ zijn gebleven, zoals De Roode Leeuw, De Gouwe en Het Witte Huis.
Er wordt nog meer ‘betegeld’ in het Wilhelminapark. Bij de aansluitingen op de Endegeesterstraatweg worden snelheidsremmende maatregelen genomen. Voordat je de weg op kan, moet je een hindernis nemen. Het is overduidelijk dat die hindernis bestaat uit een trottoir dat nu in één laag doorgetrokken is. Geen stoepen meer op en af voor de oudere medemens of rolstoelrijders. Wel voor de automobilisten. Maar zij zullen er weinig moeite mee hebben omdat de hellingproef een onderdeel van het rijexamen was.
Ook bij het nieuwste raadhuis van Oegstgeest zijn de stratenmakers actief. Naar het kort geleden opgeknapte theehuisje wordt een keurig pad aangelegd, zodat het wellicht snel in gebruik genomen zal worden. Het komt overigens mooi uit dat de stratenmakers daar aan het werk zijn. Kunnen ze meteen het gat dichten naast het bordes van het gemeentehuis. Direct naast de traptreden is er namelijk een gigantisch gat waarin je behoorlijk onderuit kunt gaan als je achteloos de trap afkomt. Er wordt nergens aangeven dat het gat er is. Wel makkelijk dat je direct ter plaatse je ongeval kunt melden en ze aansprakelijk kunt stellen voor de gevolgen van je noodlottige ongeval. Je zal niet de eerste zijn die er in trapt.
Wil van Elk
22
mei 2002 (niet geplaatst)
29 mei 2002
Eindelijk vroeg iemand mij
wat het adres is van de uitslagen van de Paashaaswijkloop op het Internet. Voor
de Buurtvereniging Haaswijk en de Morsebel heb ik die uitslagen aan mijn
homepage toegevoegd. Ze zijn te vinden op http://home.hccnet.nl/w.j.van.elk/paashaaswijkloop.htm.
Er wordt bijgehouden hoe vaak ze geraadpleegd worden en dat is bijzonder weinig,
slechts iets meer dan twintig bezoekers tot nu toe. Wellicht dat het de meeste
mensen niet interesseert hoe lang ze er over hebben gedaan. Maar de man die het
aan mij vroeg wilde graag zien hoe hij het heeft gedaan tegenover de rest van de
deelnemers.
Zo heb ik ook een pagina opgenomen van de ANBO. De nieuwsbrief van deze ouderenbond bevat interessante informatie. De teller heeft de twintig nog niet bereikt, maar de bezoekers komen wel uit het hele land. Best leuk om te zien hoe ze binnen komen. Ergens in het land wil iemand iets weten over de beleidsnota ouderen of vervoer ouderen. Dit geeft hij of zij op in de zoekmachine, meestal die van Google.nl, en krijgt in het lijstje ook mijn ANBO-pagina te zien.
Ook
Oegstgeestigheid is te vinden op het net. Vreemd genoeg komen daar geen
bezoekers binnen via een zoekmachine, maar gewoon via het intoetsen van http://home.hccnet.nl/w.j.van.elk/Oegstgeestigheid.html
in de browser. Er staan ook de oude Oegstgeestigheden van 1999, 2000, 2001 en
2002. Oegstgeestigheid is tevens geplaatst op http://home-1.tiscali.nl/~wjvelk/Oegstgeestigheid.html.
Bij de onlangs gestarte opleiding Communicatie bij de Hogeschool Leiden zullen
ze dit lichtelijk overdreven vinden. Zo zal Eddy Neumann het niet hebben bedoeld
bij zijn presentatie van de nieuwe opleiding. Toch jammer dat ik nu te oud ben
om nog vier jaar te gaan studeren. Dan houd ik het maar bij twee internet sites.
Zowel bij Tiscali als bij Hccnet staan dezelfde gegevens; veiligheid voor alles!
29 mei 2002
Het is de bedoeling dat er in Poelgeest woontorentjes komen. Deze torentjes worden “Heemland terras” genoemd. De rechtbank in Den Haag heeft onlangs bepaald dat de bouwvergunning voor Heemland terras 1-6 niet deugt en heeft deze vernietigd. Er wordt dus niet verder gebouwd aan dit bouwplan. Leuk als je al de nodige betalingen hebt gedaan en op je woning wacht. Als ‘jouw’ laag er niet komt omdat het torentje minder verdiepingen krijgt, heb je helemaal pech en krijg je niets. Volgens de gemeente zal de bouwer op korte termijn een nieuw bouwplan indienen, zodat de gedeeltelijk al verkochte appartementen kunnen worden afgebouwd. Voor het nieuwe bouwplan zal echter een nieuwe procedure gelopen moeten worden. De rechtbank heeft in haar uitspraak bepaald dat zes bouwlagen wél binnen het planologisch kader passen. De hoogte van de torentjes zou volgens de vergunning maximaal zeven bouwlagen op een verhoogde plint mogen bedragen. In het ontwikkelingsplan staat: “De torentjes zijn vijf à zes lagen hoog en bevatten twee woningen per laag.” De Gemeente Oegstgeest beraadt zich op de te volgen stappen, zo staat op het internet te lezen. Jammer voor de toekomstige bewoners, maar het gaat dus even duren.
Je zal je maar
verheugen op een nieuwe woning en dan krijg je dit. Er gaat meestal heel wat aan
vooraf voordat je besluit om een woning te kopen en deze ellende kan niemand
erbij gebruiken. Zeven mag dus niet, maar dat is niet genoeg. Ook zes vindt men
te hoog. En waarom? Kun je als buurman dan wel over vijf lagen heen kijken?
Neemt zo’n woontoren de zon weg uit je tuin? Volgens een toekomstige bewoner
is dat niet het geval en snapt hij er niets meer van. Hij verheugt zich samen
met zijn vrouw al op het uitzicht. “Wij hebben gekozen voor een woning met
twee balkons op de vijfde verdieping en kunnen alle kanten opkijken. Maar
voorlopig ligt alles nog stil”, vertelde ze met een zuur gezicht. “Wonen in
een wijk met een eigen waterkringloop”, is er dus voor die mensen voorlopig
nog niet bij. Voor niemand eigenlijk, want ook dat is nog niet klaar. Het is een
heel ambitieus plan en op de internet site van de gemeente Oegstgeest wordt
uitgelegd hoe het gaat worden.
Wil van Elk
5 juni 2002
Het is de bedoeling dat er in Poelgeest woontorentjes komen. Deze torentjes worden “Heemland terras” genoemd. De rechtbank in Den Haag heeft onlangs bepaald dat de bouwvergunning voor Heemland terras 1-6 niet deugt en heeft deze vernietigd. Er wordt dus niet verder gebouwd aan dit bouwplan. Leuk als je al de nodige betalingen hebt gedaan en op je woning wacht. Als ‘jouw’ laag er niet komt omdat het torentje minder verdiepingen krijgt, heb je helemaal pech en krijg je niets. Volgens de gemeente zal de bouwer op korte termijn een nieuw bouwplan indienen, zodat de gedeeltelijk al verkochte appartementen kunnen worden afgebouwd. Voor het nieuwe bouwplan zal echter een nieuwe procedure gelopen moeten worden. De rechtbank heeft in haar uitspraak bepaald dat zes bouwlagen wél binnen het planologisch kader passen. De hoogte van de torentjes zou volgens de vergunning maximaal zeven bouwlagen op een verhoogde plint mogen bedragen. In het ontwikkelingsplan staat: “De torentjes zijn vijf à zes lagen hoog en bevatten twee woningen per laag.” De Gemeente Oegstgeest beraadt zich op de te volgen stappen, zo staat op het internet te lezen. Jammer voor de toekomstige bewoners, maar het gaat dus even duren.
Je zal je maar
verheugen op een nieuwe woning en dan krijg je dit. Er gaat meestal heel wat aan
vooraf voordat je besluit om een woning te kopen en deze ellende kan niemand
erbij gebruiken. Zeven mag dus niet, maar dat is niet genoeg. Ook zes vindt men
te hoog. En waarom? Kun je als buurman dan wel over vijf lagen heen kijken?
Neemt zo’n woontoren de zon weg uit je tuin? Volgens een toekomstige bewoner
is dat niet het geval en snapt hij er niets meer van. Hij verheugt zich samen
met zijn vrouw al op het uitzicht. “Wij hebben gekozen voor een woning met
twee balkons op de vijfde verdieping en kunnen alle kanten opkijken. Maar
voorlopig ligt alles nog stil”, vertelde ze met een zuur gezicht. “Wonen in
een wijk met een eigen waterkringloop”, is er dus voor die mensen voorlopig
nog niet bij. Voor niemand eigenlijk, want ook dat is nog niet klaar. Het is een
heel ambitieus plan en op de internet site van de gemeente Oegstgeest wordt
uitgelegd hoe het gaat worden.
Wil van Elk
19 juni 2002
De publieke tribune in het
gemeentehuis van Warmond is de laatste tijd goed gevuld. Zowel tijdens de
vergaderingen van de gemeenteraad als van bepaalde commissies stroomt het
publiek massaal toe. Na de vergaderingen over de bestuurlijke toekomst van
Warmond, ontstond er een nieuw fenomeen: het overleg over de Oude Gymzaal.
Warmond is ineens verdeeld in verschillende kampen. Het ene kamp is voor een
jeugdtheater in het door de bibliotheek verlaten pand en het andere is voor een
galerie met een terrasfunctie. Het nieuwe college van Warmond doorbrak alle
discussies door als donderslag bij heldere hemel het pand voor verhuur ter
beschikking te stellen aan Henk J. Pruijsen, galeriehouder aan de Dorpsstraat in
Warmond.
Wat volgde was een schokgolf
door cultuurminnend Warmond. Hoe kan het gebeuren dat de werkgroep Oude Gymzaal,
die toch duidelijk aangaf dat “ons kindertheater” de voorkeur geniet, totaal
op een zijspoor terecht kwam. Ook de huidige bewoners van het Pleintje bij De
Pomp waren geschokt. “Het is essentieel dat wij onze activiteiten kunnen
voortzetten op het Plein”, zo stellen zij. “Ik ben in de rouw”, zo
vertelde Clara Sikking van galerie De Pomp onlangs. “Ik ben als buurvrouw niet
eens benaderd”, vertelde ze. Zij woont in het pand naast de Oude Gymzaal.
Er moet slagvaardiger worden opgetreden, zo vond men in de plaatselijke politiek. Maar zo slagvaardig had men waarschijnlijk niet kunnen dromen. Nu kunnen ze er alleen maar achteraf over praten, want dat gaat gewoon door. Inmiddels is wethouder Vergeer afgetreden en is het wachten op een nieuwe bestuurder. Wordt het Van der Steur van de VVD? Hij kan goed debatteren, maar hij zit aan de verkeerde kant van de bestuurstafel. Van der Vooren van Warmond @nders? “Alles is nog open”, zo zegt het nieuwbakken raadslid van de jongste partij in Warmond. En dan is er ook nog eens de discussie over de zelfstandigheid van het dorp en de aanstelling van de burgemeester. Moeilijk hoor, die politiek.
Wil van Elk
26 juni 2002
Waarom zou
Oegstgeest niet samen kunnen met Warmond? Of met Sassenheim? “Omdat ze geen
bollencultuur hebben in Oegstgeest!” “Omdat ze veel meer op Leiden
lijken!” Zo maar een paar uitspraken die je leest in de media. Alsof dat een
reden zou kunnen zijn van wel of niet samenvoegen. Warmond of Sassenheim heeft
toch echt niet het alleenrecht van paardenpoep op straat. Oegstgeest kent bij
voorbeeld ook een bloemenhistorie, denk maar aan “het land van Lubbe.” Vanaf
de Hofdijck tot aan het kanaal zag je bloemenvelden en mijn vader heeft daar als
jongen nog keihard op het land gewerkt. Ook Oegstgeest heeft koeien in de wei
gehad. Sterker nog, ze lopen er nog steeds, evenals schapen. Alleen niet meer
zoveel. Ik kan mij nog de tijd herinneren dat het voormalige MEOB verdeeld was
over twee terreinen en dat een boer daar tussen zat met zijn koeien. Waar nu de
woonwijken Haaswijk en de Morsebel zijn, waren nog niet eens zo gek lang geleden
de boeren de baas. En omdat Leiden al een heel groot gedeelte van Oegstgeest
heeft ingepikt, wil dat nog niet zeggen dat ze de rest ook mogen hebben!
Veel
Oegstgeestenaren zijn lid van een Warmondse vereniging of hebben kinderen op
school in Warmond. Ook andersom komt voor. Er staat zelfs een Warmondse voor de
klas in Oegstgeest. Heus, we liggen niet eens zo ver van elkaar. Ook het
verenigingsleven telt Oegstgeestenaren als lid. Dit geldt zowel voor bij
voorbeeld de Stichting Zeilvaart Warmond als de Carnavalsvereniging De
Billenprikkers. Er zijn zelfs Oegstgeestenaren die zot genoeg zijn om mee te
lopen in de Carnavalsoptocht. Straks staan er ook weer heel wat Oegstgeestenaren
bij het touwtrekken te kijken tijdens De Kaagweek of ze komen langs tijdens de
Schippertjesdagen. Andersom winkelen veel Warmonders in Oegstgeest en komen ze
naar de 5 mei Jaarmarkt.
De samenwerking zou nog intensiever kunnen. Optochten kunnen langer en mooier worden als we samenwerken. Zeeverkenners kunnen samenwerken en vaker meedoen aan vaarwedstrijden. De Brandweer werkt al aan een samenwerkingsverband en de gemeentebesturen praten al geruime tijd met elkaar over raakpunten. Maar verdeeldheid zul je altijd blijven houden. Zowel Warmond als Oegstgeest heeft een vrouw als burgemeester en beide hebben hun hart op de juiste plaats, vooral als het een goed doel betreft. Mevrouw Vosjan bewees dit door op vrijdag 7 juni 43 kilometer te lopen voor een goed doel in de omgeving van Epe. “Ik heb er acht uur over gedaan en heb een boel geld opgehaald voor het goede doel.” Chapeau.
Wil van Elk
3 juli 2002
Sinds de komst van
de nieuwe haring, is het echt genieten geblazen. Zowel los uit de hand, als op
een broodje, smaakt de haring uitzonderlijk goed en boterzacht als dat hij is,
glijdt hij zo naar binnen. Als ik even in de gelegenheid ben, weet ik de visboer
te vinden; op het winkelcentrum Lange Voort zijn er zelfs twee! Je ziet de
handelaar glunderen van trots als iemand aan de kar of in de winkel vertelt dat
hij sinds tijden niet meer zo’n lekkere haring heeft gegeten. Hoewel de prijs
gekoppeld lijkt aan de kwaliteit, wordt door menigeen een tweede exemplaar
besteld, die met evenveel smaak naar binnen wordt gewerkt. Gelukkig is de prijs
weer iets omlaag gegaan, maar het blijft een luxe.
De vier dagen per
week dat ik in Den Haag vertoef, probeer ik tijdens de lunchpauze langs te gaan
bij de viskraam op het Buitenhof. De kraam staat strategisch opgesteld bij de
ingang van het Binnenhof. Toeristen komen daar met busladingen aan, en het
eerste dat ze zien is de feestelijk met vlaggetjes versierde kraam. Het is er
dan ook altijd druk en Peter gaat meerdere keren per dag naar een apart
opgestelde handkar om in een hoog tempo haringen schoon te maken. “Als het erg
druk is, ga ik even apart staan, dan kan ik lekker doorgaan”, vertelde hij,
onder het schoonmaken van de zoveelste haring. Terwijl hij met vaardige hand de
haringen ontdoet van overbodige ballast, wordt hij druk gefotografeerd door
enkele toeristen. Dat levert best een leuk plaatje op, zo’n ouderwetse
haringkar.
Het is de pers een
beetje ontgaan, maar tijdens de wisseling van de wacht in de Tweede Kamer,
kregen de nieuwe kamerleden de nieuwe haring aangeboden. “Nieuwe haring, voor
een nieuwe kamer”, zei de eigenaar van de kraam lachend. Hij kwam net terug
van de Kamer en had slechts lege schalen over. Inmiddels is het nieuwe van de
haring er een beetje af, ook al smaken ze nog zo lekker. De nieuwe kamerleden
beginnen echter nog maar pas en wachten met smart op een nieuwe regering. Dan
pas kan het echte feest beginnen. Maar tijdens de middagpauze kunnen ze heerlijk
genieten van een haring, zorgvuldig schoongemaakt en van uitzonderlijke
kwaliteit. Wellicht dat de kwaliteit van de politiek daardoor positief beïnvloed
wordt. Als ze maar wel netjes op hun beurt wachten, want ik heb maar een half
uurtje pauze!
Wil van Elk
10 juli 2002
Er is ineens paniek
in Haaswijk. Het begon allemaal ongeveer tien jaar geleden, toen in deze wijk in
Oegstgeest-Noord een project opgezet werd met begeleidend wonen van voormalige
psychiatrische patiënten. In de Hélène Swartlaan woonden toen al mensen die
voorheen in huize Rosarium verbleven aan de Louise de Colignylaan. Mevrouw
Schuil die het huis runde was op zeer hoge leeftijd gestopt en men besloot de
bewoners na lang zoeken te integreren in een woonwijk in Oegstgeeest-Noord. En
met succes, zo bleek al snel.
Het was even
onwennig voor mensen als Jaap en Wijnand. Maar na een poosje begonnen ze te
wennen in de gezellige buurt waar de bewoners al snel bevriend raakten met hen.
“Lekker weertje hè”, roept Jaap steevast naar bekenden. Hij heeft zijn
vaste ‘rondjes’ en is een vertrouwd gezicht in de wijk. Wijnand is een graag
geziene gast bij feesten en evenementen. Vooral als er een herinneringspenning
wordt uitgedeeld aan de deelnemers, dan krijgt hij altijd een exemplaar. Dat is
meestal een officieel gebeuren, en dat vinden beide partijen altijd heel leuk.
Maar nu gaan er
geruchten door de wijk dat de huidige bewoners van Rosarium verkast moeten
worden naar het Plantsoen in Leiden. De omwonenden maken zich ernstig zorgen
hierover. Hun ‘opa’s en oma’s van de straat’ zouden moeten verhuizen?
Dat kan toch niet? Er zijn er bij die heel lang nodig hadden om te wennen, die
stuur je toch niet weg? Dan begint het voor hen weer helemaal opnieuw! Anderen
die knapten helemaal op toen ze daar kwamen wonen en men vreest dat die weer
helemaal terugvallen als ze moeten verhuizen. Ze horen bij de buurt en zijn
nooit tot last. Nee, de buurt is unaniem van mening dat dit niet kan. Een paar
jaar geleden speelde een soortgelijke poging tot verhuizen en Jaap heeft nachten
liggen huilen, zo kapot was hij ervan. “Ze worden diep ongelukkig als je ze
gaat verhuizen”, zei een van de buren. “Blijf zo lang mogelijk in je eigen
huis”, is een stelregel die ook voor hen geldt. De Regionale Instellingen voor
Beschermde Woonvormen (RIBW) is in 2000 gefuseerd met de Rijngeest Groep en het
is nog maar de vraag of de noodgedwongen bezuinigingsmaatregelen ook gedwongen
overplaatsingen veroorzaken. Worden de bewoners van Rosarium het kind van de
rekening? De buurtbewoners in Haaswijk hopen in ieder geval van niet. Zij willen
zo lang mogelijk de huidige bewoners als buren behouden. Paniek? De buren
trekken het zich in ieder geval persoonlijk aan!
Wil van Elk
17 juli 2002
De betrokkenheid van
de buurtbewoners bij het wel en wee van de bewoners van het Rosarium, zoals het
pand in de Hélene Swarthlaan in de volksmond nog steeds wordt genoemd, wordt
door het bestuur van Rijngeest Groep hoog geacht. Dit betekent immers dat het
project is geslaagd en volledig is opgegaan in de wijk. Maar het betekent ook
dat er met argusogen wordt gelet op alle bewegingen rondom het project. Dus
zomaar bewoners verhuizen is er niet bij, zeker niet als het om financiële
redenen is.
Nu is dat laatste
ook niet de bedoeling van het bestuur. Volgens Peter Vader van Algemene Zaken
Rijngeest Groep is dat zelfs absolute onzin en wordt er zorgvuldig overlegd met
de bewoners en familieleden. Hoewel er financieel toch wel problemen zijn, is
dat niet alleen de reden om bewoners te verhuizen. Volgens de heer Vader is
vooral de zorg om de bewoners hier de drijfveer. Het gaat om twee bewoners die
zichtbaar een dagje worden. Ze kunnen niet meer zo makkelijk de trap op en af en
het zou beter voor hen zijn om naar een ander onderkomen te verhuizen waar de
gehele dag verzorgers aanwezig zijn. In een normale gezinssituatie zou de
persoon in kwestie wellicht in een bed in de woonkamer terecht komen, maar in de
huidige woonsituatie is dat een stuk lastiger omdat er meerdere bewoners zijn
waar rekening mee gehouden moet worden. Naast het feit dat een traplift en
overige voorzieningen te duur is, zou het voor de andere bewoners een stuk
onveiliger worden op de trap.
De insteek van de organisatie is dezelfde als in het normale leven. Zo lang mogelijk op jezelf blijven, maar als er behoefte is aan meer zorg, dan is het beter om te verhuizen. In Leiden is in het Plantsoen dag en nacht verplegend personeel aanwezig, er is een lift en er zijn grote kamers. Een van de betrokkenen is daar volgens de heer Vader heel enthousiast over. Ze kunnen overigens voor proef logeren om te zien hoe het gaat. Om duidelijk te maken wat er speelt, belooft de heer Vader om na de vakantie, dat wordt waarschijnlijk september, een bijeenkomst te organiseren en de buurtbewoners nader te informeren over de gang van zaken.
Wil van Elk
24 juli 2002
Het was zaterdag tot
een uur of vijf schitterend weer om er op uit te trekken. Om wat leuks mee te
maken, moest ik helaas het dorp weer uit. Naast een bezoek aan Noordwijk, was ik
voornamelijk in Warmond aanwezig en genoot daar samen met echtgenote en
schoonouders van een gezellige middag. Genietend van een snack en een drankje op
een piepklein terras in de Dorpsstraat, trof ik daar Martijn Roos die honderduit
vertelde over zijn deelname aan de Nijmeegse vierdaagse. Hij was naar de
snackbar geweest en wilde weer op zijn brommer stappen. Hij zette nog eerst even
een brommer van een andere bezoeker aan de kant omdat die het overige verkeer
zou kunnen hinderen in de smalle Dorpsstraat. “Ik heb blaren opgelopen op de
laatste dag”, vertelde hij. Met een zuur gezicht wees hij op een dikke hiel
waar onmiskenbaar een forse vochtophoping zijn sok deed opzwellen. Om zijn
voeten te ontzien had hij sandalen aan. “Ik heb lange benen en kon lekker
doorstappen en deed ongeveer vijf en een halfuur uur over de veertig kilometer.
Alleen liepen ze de laatste dag niet lekker door zodat ik blaren kreeg.”
Martijn Roos, “Ik ben beter bekend als de Zilverentand, genoemd naar mijn moeders naam”, had flink getraind voor de Vierdaagse. “Je moet je wel goed voorbereiden. Omdat ik niet meer voetbal, wilde ik toch wat te doen hebben, vandaar dat ik ben gaan wandelen. Ik heb overnacht in een bungalow, samen met een groepje van zeven waarvan de leidster haar verjaardag vierde, heel gezellig allemaal. Bij de aankomst stonden mijn ouders mij op te wachten. Ze konden mij makkelijk herkennen; met mijn oranje petje stak ik overal boven uit.” Volgend jaar wil ik samen met een vriend uit Oegstgeest de vijftig kilometer lopen. Hij heeft dit jaar niet gelopen omdat hij liever niet alleen de vijftig kilometer loopt.” Dus wie weet zien we Martijn volgend jaar samen met zijn Oegstgeester vriend vier keer de vijftig kilometer afleggen. Maar of dat zonder blaren is, zal nog moeten blijken. Als ze goed trainen, zal dat wel loslopen.
Wil van Elk
31 juli 2002
Drie pagina’s met reclame
kondigde de opening aan van een nieuwe Media Markt in Den Haag, heel
toepasselijk aan de Grote Marktstraat. Al vroeg in de ochtend stonden lange
rijen met potentiële klanten te dringen om naar binnen te gaan. Vier uur later
was er nog steeds een grote drukte en met dranghekken werden de ongeduldig
wachtenden in bedwang gehouden. “Vanmorgen stonden ze helemaal tot aan de
Haagse Courant”, vertelde een van de beveiligingsmensen en hij wees het gebouw
aan om te illustreren hoe druk het was die ochtend.
Binnen was het niet anders.
Het pand telt drie verdiepingen en overal zag het zwart van de mensen die op
zoek waren naar de koopjes. Bij de kassa’s stonden lange rijen met klanten die
gretig gebruik maakten van de aantrekkelijke openingskortingen die de
mediagigant aanbood ter ere van de opening. Met verbazing zagen mijn collega en
ik al die mensen naar buiten gaan met grote dozen onder hun armen en grote rode
plastic boodschappentassen met het beeldmerk van de Mediamarkt. “Het valt wel
mee met de teruggang in de koopkracht”, merkte mijn collega op. “Ik kon dat
alleen maar beamen en rekende snel het scheerapparaat af dat ik voor de helft
van de prijs had aangeschaft; mooi meegenomen! Een interessant geprijsde
breedbeeld televisie en spotgoedkope dvd-speler liet ik maar voor wat het was.
Maar velen konden de verleiding niet weerstaan en of ze het nu wel of niet nodig
hadden, ze snelden de winkel in en grepen snel een doos van de stapel. “Nog
mooi op tijd”, stond er op hun gretige gezichten te lezen.
Wil van Elk
7 augustus 2002
Zo af en toe wordt
Oegstgeest opgeschud door verontruste berichten. In de buurt van de Jan
Wolkerslaan is dat onlangs gebeurd door het bericht dat het scholencomplex wordt
verbouwd. Althans, er wordt een fors bedrag uitgetrokken om een architect zijn
plannen uit te laten werken, wat uiteindelijk moet leiden tot vergroting van het
schoolgebouw en uitbreiding met een ruimte voor naschoolse opvang. Onlangs
lichtte de school samen met de gemeente de buurtbewoners in en werden de
premature ideeën van de architect getoond. Hoewel de werkgroep en de gemeente
beiden nogal gecharmeerd waren van de ideeën van het architectenbureau, waarmee
het als beste van de drie inzendingen uit de bus kwam en de vervolgopdracht
waarschijnlijk gaat krijgen, ging er een schok door de publieke tribune. De
omwonenden vinden het maar niks en kunnen vooralsnog niet wennen aan het idee
van een uitbreiding van de school dat er uitziet als een blokkendoos op hoge
poten. Zij zien de uitbreiding het liefst aan de andere kant van de school, daar
aan de kant van de vijver met de fontein in het midden.
Onlangs kregen de
omwonenden een brief toegestuurd. Deze ‘Nieuwsbrief uitbreiding scholencomplex
Haaswijk’ gaat geheel over dit onderwerp. Er wordt gesproken over zes lokalen
en een speellokaal. “Bij de uitbreiding is ook ruimte voor naschoolse opvang
gepland”, aldus de brief. De reden waarom men in de lucht wil bouwen, is omdat
er weinig ruimte is, zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde van de
school. Over de hele breedte wordt als het ware een balk op poten geplaatst die
in totaal zo’n zevenenhalve meter hoog wordt. “Net hoog genoeg om mijn
privacy te schenden”, merkte toen een van de omwonenden op. Net als zijn buren
kan hij straks tegen de blokkendoos opkijken. “De waarde van onze huizen gaan
hierdoor ongetwijfeld dalen.”
Voorlopig wordt nog
even genoten van de vakantie. Daarna worden de bewoners verder geïnformeerd
over de plannen. Er is best haast bij, want begin volgend jaar wil men al gaan
bouwen. In ieder geval is er al weer een noodlokaal bijgebouwd waar de bewoners
een paar jaar tegen aan mogen kijken. Het park is er niet fraaier op geworden en
er blijft maar bitter weinig vrije ruimte over. Straks komen er ongetwijfeld nog
een paar bouwketen bij en dan is het feest compleet. Men heeft beloofd om de
ideeën en bezwaren van de omwonende mee te nemen in de plannen. In ieder geval
denkt men nu ook na over de verkeersoverlast. Maar het voorstel om de school op
een andere locatie in Oegstgeest te bouwen, zal ongetwijfeld geen gehoor vinden.
Wil van Elk
14 augustus 2002
Jammer eigenlijk dat
je in Oegstgeest je boot niet kwijt kunt. We hebben wel steigers om langs te
varen, maar je mag er niet afmeren. Wonend in Oegstgeest-Noord kun je een bootje
in de Haarlemmertrekvaart leggen of in het Oegstgeester Kanaal. Nog mooier zou
een ligplaats in een zijsloot zijn; er is geen doorvaart en een keurig
onderhouden steigertje zou zeker niet misstaan. De meeste watersportliefhebbers
houden dat soort plekken ook nog eens goed schoon, dus dat komt mooi uit. Nu de
bootjes weg zijn, liggen de sloten vaak vol met zwerfvuil. Maar een boot
langdurig afmeren mag niet in Oegstgeest. En als je het stiekem toch doet, is er
altijd wel iemand die het meldt. Jammer.
Wat zou het leuk
zijn als we een gemeentehaven zouden hebben. Passanten kunnen daar afmeren voor
een tijdelijk bezoek aan Oegstgeest om te winkelen of om een familiebezoek af te
leggen. Als ze hier hun boodschappen doen, verdienen we er ook nog eens aan.
Voor de rest zouden ligplaatsen verhuurd kunnen worden. Bootjes liggen dan
netjes afgemeerd en de gemeente heeft inkomsten. Kijk, dan bied je de bewoners
tenminste een gelegenheid om hun liefhebberij uit te oefenen.
Maar ja, de waterhuishouding in Oegstgeest zal altijd wel een wonderlijk fenomeen blijven. Want net als een taboe op bootjes, is ook het vissen vreemd geregeld. In de Klinkenbergerplas hebben ze vissteigers aangelegd, maar je mag er niet vissen. Zondag was er weer een presentatie van de Provincie bij de Klinkenbergerplas, konden we dat gelijk aan de kaak stellen. Navraag bij het recreatieschap leert dat de overeenkomst met de Leidse Hengelaarsbond en de Warmondse hengelsportvereniging HSV De Leede, in principe rond is. In Leiden is men wat terughoudend en willen ze het liever zelf bekendmaken, maar HSV De Leede laat op internet weten dat vanaf heden de Klinkenbergerplas nieuw viswater is voor de vereniging, na achttien jaar onderhandelen. Al hun leden mogen daar dus vissen, mits ze zich aan de regels houden en hun visvergunningen bij zich hebben. Zonder vergunning vissen kost minimaal 28 euro en dat is zonde. Lid worden van een van de verengingen is dus een vereiste om in de plas te mogen vissen. Het werd tijd dat er legaal gevist kan worden in die plas.
Wil van Elk
21 augustus 2002
Het is met het mooie
weer razend druk aan de Klinkenbergerplas. Ik blijf mij echter verbazen over de
combinatie van mensen op het strandje en grasveld in combinatie met hondenpoep.
Honden mogen er gedurende deze tijd niet eens komen, dus hoe kan er dan
hondenpoep liggen? Een geplande omleiding voor honden zal door de recreanten met
gejuich worden ontvangen. Het is al vervelend om de uitwerpselen onder je
schoenzolen te voelen verspreiden, laat staan dat je het tussen je tenen door
voelt persen als je er met je blote voeten in trapt. Natuurlijk wordt het er in
het water weer grondig afgewassen. Maar ja, eenden, zwanen, aalscholvers, futen
en waterhoentjes doen hun behoefte ook in het water en ongetwijfeld zal menig
zwemmer even ‘zuchten’ in het water. Vissen produceren per dag ongeveer
eenderde van hun lichaamsgewicht aan urine, dus wat maakt het uit? “Lekker
water joh, kom er ook in”, wordt regelmatig gehoord en dan volgt de rest
vanzelf.
Als er niet snel een
ruiterpad komt, zal er ongetwijfeld paardenpoep bijkomen. In de rest van het
dorp ligt het al, dus waarom niet bij de Klink? Ach, wat zeuren we eigenlijk. Er
is tegenwoordig van alles mogelijk op het trottoir. Ongelijke tegels, diepe
kuilen, onneembare bulten, fietsen en bromfietsen vormen een alledaagse ergernis
van voetgangers. Dus dat beetje paardenpoep kan er ook nog wel bij. Alhoewel,
beetje, het zijn behoorlijke beetjes die al waggelend worden afgeworpen. Dat
komt omdat een paardenmond ook nooit stil staat, dus wat wil je? Een zak onder
het achterwerk van het paard? Wel een goed idee, het schijnt te bestaan! Jammer
dat niet ieder paard een zak heeft, van achteren dan wel te verstaan.
Wil van Elk
28 augustus 2002
Het is echt een zooi
af en toe”, zei staatssecretaris Pieter van Geel bij het startschot van de
landelijke campagne tegen zwerfvuil. Maar dat wordt met de dag erger, want het
assortiment van glas, het liefst kapotgegooid, plastic en blik, is onlangs
uitgebreid met een nieuw fenomeen: de yoghurtzak! Op televisie is de laatste
weken deze uitvinding uitvoerig in beeld gebracht. Wat ze echter niet laten zien
is waar de hongerige burger de verpakking laat: op straat dus. Ik kan mij niet
herinneren ooit een yoghurtverpakking op straat tegen gekomen te zijn, maar daar
is helaas een eind aan gekomen. De vreemd uitziende zakken met een tuitje,
liggen nu dus op straat. In de reclamefilmpjes zie je iemand moeizaam een bakje
yoghurt eten. Althans, hij probeert het te eten maar krijgt nauwelijks de kans
om zijn lepel in het bakje te stoppen. (Nog nooit gezien in het echt!) Maar een
net zo’n onnozele voorbijganger laat zien hoe het een stuk makkelijker kan met
een yoghurtzak.
Maar de weggegooide
verpakkingen hebben soms een tweede leven. Ik zag namelijk laatst bij de
Kwaaklaan een sjofel geklede man, onmiskenbaar een zwerver, een colablikje
oprapen. Het blikje zat helemaal onder het zand, maar dat weerhield de
scharrelaar er niet van om er uit te drinken nadat hij had vastgesteld dat het
nog niet leeg was. Het is blijkbaar mogelijk om je op straat in leven te houden
met het leegschrapen van zwerfvuil. Triest. Net zo triest als het zomaar laten
vallen van (bijna) lege verpakkingen na het nuttigen van een versnapering. Wij
hebben dit jaar onze vakantie gevuld met fietstochten in de regio. Daarbij viel
het op dat het aantal weggegooide blikjes behoorlijk toenam naarmate het mooier
weer werd. Oegstgeest heeft daarbij geen uitzonderingspositie, want de blikjes
liggen overal.
Wil van Elk
04 september 2002
Voorheen kreeg ik
alleen mondelinge reacties op Oegstgeestigheid en in een enkel geval een
ingezonden brief. Nu de mogelijkheid bestaat om via Internet te reageren, krijg
ik bijna op iedere Oegstgeestigheid een reactie. Zo vond iemand het jammer dat
er in de gemeenteraad ooit zo raar is omgesprongen met de regelgeving over het
afmeren van bootjes. Gelukkig lijkt het tij te keren en is men bezig met een
ander beleid. Want wat zou het leuk zijn als er alsnog een passantenhaven komt.
Voor de winkeliers in Oegstgeest een prima gelegenheid om verwijzingen te
plaatsen naar hun toko, je weet maar nooit!
Aan het einde van de
Kennedylaan zou best een stukje gras opgeofferd kunnen worden voor een bestraat
gedeelte waar men boten te water kan laten. Nu is het gras kapot gereden door
auto’s. Het is namelijk een algemeen gebruikte plaats om boten te water te
laten en ze op de kant te halen, maar dan wel ten koste van het gras. Hopelijk
doen ze daar ook iets aan en gaan ze niet het te water laten op die plaats
verbieden, want dan wordt het probleem hoogst waarschijnlijk verplaatst.
En dan het blik op
straat. Lege limonadeblikjes vormen een bron van vervuiling en ergernis. Maar
het kan nog erger, zo bleek uit een reactie. Er zijn namelijk nog grotere
‘blikjes’. Een poos geleden zat ik zelf nog in mijn maag met de berging van
onze vouwwagen. Van ellende moest ik hem op een parkeerplaats laten staan,
totdat ik de politie aan de deur kreeg met de mededeling dat hij binnen een paar
dagen weg moest zijn. Hij mocht slechts enkele dagen daar staan, volgens de
verordeningen. Overal in Oegstgeest verschijnen in de zomer caravans. Eerst
staan ze een tijdje op een parkeervak om gevuld te worden en na een paar weken
komen ze weer terug en worden ze weer geleegd en schoongemaakt. Niemand heeft
daar haast mee en de meeste caravans staan dan ook langer dan de vastgestelde
tijd. Gelukkig wordt daar soepel mee omgesprongen, net als met auto’s die te
pas en te onpas gewoon op het voetpad worden geparkeerd. Toch staat er veel blik
en ergeren de omwonenden zich hier mateloos aan. Maar ja, dat geldt ook voor
bedrijfsauto’s die soms ook fors zijn uitgevallen en iedere dag voor de deur
staan, behalve in de vakantietijd. Een tendens die volgens sommigen
buitensporige vormen begint aan te nemen. Dat is blijkbaar het nadeel van een
welvaartstaat.
Wil van Elk
11 september 2002
Kent u het
programma Ook dat nog!? Dat is van de KRO. Het is net een landelijke
Oegstgeestigheid, maar dan voor televisie. In de laatste aflevering zag ik
Gregor Frenkel Frank. Ik stel hem eerst maar even voor. Hij werd volgens de
internetsite in 1929 als stateloos burger geboren in München, hij kwam in 1936
naar Nederland en kreeg in 1951 het Nederlands staatsburgerschap. Hij werkte in
de reclame als conceptmaker en tekstschrijver. Voor de omroepen schreef hij
teksten voor onder andere Cursief, speelde hij diverse rollen in televisiefilms
en schreef hij de tekst voor de wereldhit “the Elephant Song.” Bij “Ook
Dat Nog!” is hij een oudgediende die al vanaf het eerste uur lid is van het
panel.
Wil van Elk
18 september 2002
Het afgelopen
weekend was slopend. Als je alle evenementen wilde bezoeken, kwam je echt in
tijdnood. In de regio stonden namelijk veel monumenten open voor bezoekers
wegens de landelijke monumentendag. In het gemeentehuis van Oegstgeest was een
fototentoonstelling van Oud Oegstgeest ingericht. Wij hadden ons ook voorgenomen
om eens lekker te gaan wandelen in het Warmondse Bos Huys te Warmond en lieten
daarom de overige historische plaatsen in Oegstgeest links liggen. Alleen jammer
dat het kasteel zelf niet toegankelijk was. Het wordt bewoond door meerdere
gezinnen en het is logisch dat die niet allerlei vreemden over de vloer willen
hebben, ook niet op monumentendag. Op de terugweg begon het ineens te regenen,
wat ons de Oude Gymzaal in dreef waar de vereniging Warmelda een tentoonstelling
had ingericht over Handel en Nijverheid in Warmond. Verder was het reuze
gezellig bij de Schippertjesdagen. ’s Avonds in de jury van de Gondelvaart
mocht ik genieten van de voorbijtrekkende optocht van versierde en feestelijk
verlichte boten.
Wil van Elk
25 september 2002
Het lijkt wel
alsof er steeds meer verschijnselen komen waaraan mensen zich kunnen ergeren.
Glasscherven op straat neemt alleen maar in omvang toe en plastic is al heel
lang een gewoon straatbeeld. Maar er zijn nog veel meer dingen waaraan we ons
kunnen ergeren. Mijn fiets is bijna een jaar oud en rammelt al aan alle kanten.
Fietspaden probeer ik zoveel mogelijk te vermijden omdat er soms zulke diepe
kuilen in zitten, dat het gewoon zeer doet als je er doorheen fietst. En dan
wordt iedere straat ook nog eens voorzien van snelheidsremmende maatregelen
waarop je om de vijftig meter wordt gelanceerd. Tegemoetkomend verkeer verblindt
je iedere keer als er in de ochtend- of avonduren over zo’n bult wordt
gereden. Echt veilig is dat niet te noemen! Ik heb iedere keer de neiging om of
terug te seinen of om te schreeuwen: “Wat moet je van me? Is mijn verlichting
niet in orde of wil je me ergens op attent maken? Even laten kom je daar op
hardhandige wijze achter als je zelf ook over de hindernis rijdt. Ik hoop dat
ervaringcijfers uitwijzen dat het daarmee inderdaad veiliger is geworden op
straat, anders is het een gigantische geldverspilling.
“Erger je niet,
verwonder je slechts”, is een goede uitspraak om je rustig te houden. Maar
verkeers regel installaties, de zogenaamde vri’s die we gewoonlijk stoplichten
noemen, vragen soms wel heel erg veel geduld. Bij de Kennedylaan begint de
eerste test. Verkeer van en naar Haaswijk heeft blijkbaar een
voorkeurinstelling. Soms wordt tot drie keer toe het licht weer op groen gezet,
terwijl jij op de Kennedylaan kan wachten tot je een ons weegt. Door een klein
stukje om te rijden, vermijd ik een groot aantal vri’s en krijg ik de eerste
pas in Wassenaar. Voordat ik in Den Haag ben, passeer ik er nog wel een paar.
Het meest ergelijke zijn de lichten die vlak voor je neus op rood springen, soms
zelfs als er helemaal niets aankomt! Dat zijn van die lichten die uit hun zelf
het verkeer gaan regelen, zelfs als er geen verkeer is om te regelen. Bij het
viaduct van de Landscheidingweg springt vaak het fietslicht zonder reden op rood
en als jouw fiets wordt gedetecteerd, springt het snel weer op groen. Lekker
zinvol. Laat voortaan lekker het fietslicht op groen en doe pas wat als er
autoverkeer naar rechts moet en ga iemand anders pesten! En als ik de vri bij de
Postbrug kan vermijden, zal ik dat zeker niet nalaten, zelfs al moet ik er voor
omrijden. Maar de lichten bij het Rijnzichtviaduct kunnen er ook wat van. Aan
beide installaties kun je je soms mateloos ergeren, heel verwonderlijk soms hoe
het verkeer daar wordt ontregeld. Tegen het ministerie van Verkeer en Waterstaat
zou ik willen adviseren: “Kijk eens wat er staat!”
Wil van Elk
2 oktober 2002
Het lijkt wel of Oegstgeest
ineens ophoudt, als je de bocht om bent bij het Groene kerkje. Tot aan het
stukje bij het tuincentrum en de dierenambulance gaat het nog wel, maar daarna
houdt het op. De bewoners van de Anton van de Horstlaan vinden hun uitzicht op
de Haarlemmerstraatweg in ieder geval geen schoonheidsprijs verdienen. “Het is
een rotzooitje”, vertelde een van de bewoonsters. Ze probeert net als haar
buren om de achtertuin zo netjes mogelijk te maken. Aan de overkant van het
smalle slootje is het echter behoorlijk verwilderd en hangt het riet tot in hun
tuin en is het gras van de oever al tijden niet gemaaid. “Ik denk dat ik de
straatnaambordjes een keer omruil, misschien dat er dan een keer wat wordt
gedaan. Er is al een jaar niets gebeurd”, zei ze verbolgen. Misschien een goed
idee om een keer de gemeente te waarschuwen?
Je hoort tegenwoordig best wel vaak over weggevlogen parkieten. Vooral tamme valkparkieten gaan nog wel eens de hort op. Ze kunnen echter vaak die vrijheid niet aan en laten zich makkelijk vangen. Waarschijnlijk vliegen ze in paniek een heel eind weg en komen ze in een ander dorp terecht. Door deze letterlijk en figuurlijk grensoverschrijdende vluchten, worden ze maar zelden teruggevonden door hun eigenaren. “Hij zat op mijn schouder toen ik de tuin in liep. Ik merkte dat pas toen hij plotseling wegvloog”, vertelde mij laatst iemand. Een paar weken later zag ze een advertentie in een dierenwinkel over een in Noordwijk gevonden valkparkiet. “Het was onze vogel!”, vertelde ze blij. Toch hebben beide dames het voorval gemeld bij de vogelopvang, maar blijkbaar worden grensoverschrijdende gevallen niet met elkaar vergeleken. Zo zie je maar, een kaartje ophangen bij een dierenwinkel wil nog wel eens helpen, maar dan moet je wel heel wat dierenwinkels af!
Wil van Elk
9 oktober 2002
”Uw beltegoed
bedraagt…”, iedere keer als ga bellen met mijn GSM krijg ik die storende
boodschap. “U moet het binnen zoveel dagen opwaarderen, anders vervalt uw
beltegoed.” Die laatste zin vind ik nog het ergste. Stel je voor dat de bakker
jou opbelt en zegt: “U heeft nog twee broden in uw vriesvak liggen. U heeft
nog twaalf dagen de tijd om dat op te eten, anders vervalt uw recht om dat te
mogen doen.” Na het opwaarderen van het beltegoed wordt het probleem alleen
maar groter, dus dwingen ze je om maar lukraak te bellen om het beltegoed niet
te hoog op te laten lopen. De pre-paid kaarten zijn alleen maar te verkrijgen in
hoge bedragen waar zuinige bellers niets aan hebben. Wel krijgen ze ruim van te
voren die hinderlijke boodschap. Aan de andere kant zal iemand die nauwelijks
belt, dit ook weinig te horen krijgen. Sturen ze dan een SMS, zodat je weet dat
je het beltegoed kwijt gaat raken? Beltegoeden met een houdbaarheidsdatum; een
rare manier van zakendoen.
“De
voorrangssituatie is gewijzigd”, is een tekst die verkeerdeelnemers moet
waarschuwen als er iets is veranderd, zoals op de Klein Profijtlaan. Helaas
ontbreken daar de borden, zodat er vreemde situaties ontstaan. Bij de ene
kruising heb je voorrang en bij de andere (nog) niet. Omdat het niet staat
aangegeven, stopt men voor verkeer van rechts terwijl daar haaientanden op de
weg staan. Overigens zijn die vervelende bollen weg en zijn daarvoor kleine
niveauverschillen in de plaats gekomen. Maar wel hoog genoeg om je auto zodanig
op te tillen, dat als er nu twee auto’s tegenover elkaar staan te wachten bij
de kruising, ze elkaar precies in het gezicht schijnen waardoor je dus verblind
wordt. Jammer.
In een van de
reacties die ik onlangs kreeg, wees iemand mij op de rommelhoek naast de flat
bij de Dahlialaan en de Korenbloemlaan. “De bewoners hebben een hek om de
achtertuin gezet, dus daar is het wel netjes.” Hij zou overal wel hekken
willen plaatsen, zodat er geen afval meer kan worden gedumpt. “Naast de
bebossing in de Asterlaan is ook een stortplaats van tuinafval.” Naast zijn
“opgeruimd staat netjes”, wijst hij ook op de fietsers die te pas en te
onpas op het trottoir rijden, zoals bij het winkelcentrum. “Kijk uit in de
wijk”, is zijn waarschuwing; daar sluit ik mij graag bij aan.
Wil van Elk
16 oktober 2002
Reacties op
Oegstgeestigheid kunnen soms raar uitpakken, zoals laats bleek uit een
telefoontje. Er blijkt in Oegstgeest een vereniging te bestaan met de
toepasselijke naam: “In ’t zelfde schuitje.” Na een gesprek met de
voorzitter en de secretaris ben ik mij rot geschrokken. Het lijkt er namelijk
sterk op dat zij geterroriseerd worden door de gemeente Oegstgeest. Alle
communicatie met de verantwoordelijke wethouder, voor onder andere Ruimtelijke
Ordening en Beheer Openbare Ruimte, is stopgezet en zelfs de rechter is al
ingeschakeld. De leden van de vereniging wonen aan de Haarlemmertrekvaart en
dromen al jaren van een eigen aanlegplekje voor hun boot. De gemeente wil dit
echter absoluut niet hebben! “Wij hebben alle vergunningen die er nodig waren
om een steiger te bouwen en een bootje af te meren.” Enkele leden hebben
inmiddels een steiger gebouwd, keurig volgens de regels. De gemeente schrok zich
rot van al die aanvragen, en stelde met kakken tekort (zoals ze dat bij de
marine plegen uit te drukken) een Algemene Plaatselijke Verordening (APV) op
over dit fenomeen. De APV komt er in het kort op neer dat er bijna nergens meer
mag worden afgemeerd aan openbare walkanten. Wel werd in de marge opgemerkt dat
bestaande regelingen buiten deze APV vielen. De gemeente mag immers afwijkende
regels opstellen. Helaas hebben de controleurs – bewust of onbewust – de
steigers van de verenigingsleden ook meegenomen in de controle. Deze maakten
zich geen enkele zorgen: “Wij hebben immers alle vergunningen!” Helaas
denken de controleurs en de gemeente daar anders over, en met een boete van
honderd euro per dag, liep bij de voorzitter de boete op tot 2100 euro! Zwaaien
met vergunning mocht niet baten. “Ik zie jullie wel in de rechtszaal, zei de
wethouder tegen ons.”
Die wethouder kan
bij de leden van de vereniging geen goed meer doen. Maar dat was ze blijkbaar
ook niet van plan: “Als ik mijn wijk uitrijd en ik zie die bootjes liggen, dan
erger ik mij kapot, heeft ze een keer verteld. Maar zelf woont ze aan de
overkant met een eigen boot voor haar huis.” De nieuwe beleidsmaker bij de
gemeente lijkt zich niets aan te trekken van de voorgeschiedenis en verwijst
alleen maar naar de APV. Er kan wel worden geschikt over de boete van 2100 euro
– de ‘overtreder’ kan zelfs met bewijzen aantonen dat hij in de gemeten
periode nauwelijks afgemeerd lag – maar dan moet wel worden afgezien van
rechten op zijn eigen steiger! Als dit ooit bij Breekijzer of Ook Dat Nog
terecht komt! Dat wordt smullen voor de buis. Het ergste is nog dat de gemeente
is gestopt met communiceren, en dat zou nou juist gaan verbeteren! Helaas in dit
geval, want de vereniging lijkt de gemeente heel wat te bieden hebben. “Wij
willen zelfs de openbare steigers voor ze aanleggen en beheren.” Ik zou
zeggen, laat ze hun gang gaan binnen te stellen kaders en geef ze het beheer
over de gehele oever. Laat ze de kwaliteit bewaken en gelden inzamelen. Laat ze
meerpunten maken aan de kade, zodat boten niet meer aan een boom vastgebonden
hoeven te worden. Maak van hun privé steigers openbare steigers en breng rust
in de tent, of liever, in de sloot. De vereniging heeft zelf een enquête
rondgestuurd met de vraag of er mensen zijn die bezwaar hebben tegen de bootjes:
Niemand dus! Overigens wordt Dirk Megchelse, die ook de nodige veldslagen voert
met de gemeente over zijn bootje, erelid van de vereniging, dat staat al vast!
Wil van Elk
23 oktober 2002
Het begint nu echt
herfst te worden. Regen en harde wind, leuker kunnen ze het niet maken voor de
fietsers. Het komt er weer aan, een nat wegdek en ploeteren tegen de wind in.
Iets vroeger van huis gaan en hopen dat je het overleeft. Overdrijf ik? Ik dacht
het niet. Het gebeurt maar al te vaak dat een automobilist, die uit een
zijstraat komt, pas op het moment dat hij al lang en breed op het fietspad is,
kijkt of er iets aan komt. Dat komt natuurlijk aan, heel hard zelfs. Tot nu toe
zie ik steeds kans om nog net op tijd te remmen en het gebeurt regelmatig dat de
automobilist het niet eens in de gaten heeft! Vorige week nog een
vrachtwagenchauffeur die hoog en droog in zijn cabine uitgebreid naar links zat
te kijken, terwijl ik slippend tot stilstand kwam, tien centimeter naast de
vrachtwagen die zonder mij gezien te hebben gewoon doorreed. Daar helpt een
spiegel voor de dode hoek niet bij. Als hij over mij heen was gereden, had hij
waarschijnlijk gedacht “oeps, stoeprandje”, en was hij gewoon verder gereden
terwijl ik het wegdek lag op te warmen.
Wil van Elk
30 oktober 2002
Ouderen,
ik doel daarmee op de senioren onder ons, leven vaak een broos bestaan. Daarom
zijn ze soms akelig voorzichtig en lopen ze behoedzaam over straat, bang als ze
zijn om te vallen. Voor die mensen is het soms een hels avontuur om zich op het
trottoir te begeven. Los van de ongelijke stoeptegels die maar al te vaak een
bijna onneembare hindernis voor ze zijn,
staat ze soms stijf van schrik stil, midden op het plein of stoep. U denkt dat
ik overdrijf? Vermom u eens als een kromgebogen en moeilijk voortplantende
bejaarde en loop een paar keer vermoeid heen en weer op het Boerhaaveplein.
Grote kans dat er fietsers en bromfietsers zigzaggend om u heen flitsen en u
meerdere malen de schrik op het lijf jagen, bewust of onbewust.
Ik
heb die schrikreactie ook wel eens op de fiets als ik flitsend ingehaald wordt
door een veel te hard rijdende bromfietser. Op het moment dat ik hem hoor,
scheurt de brommer mij al voorbij en is een schrikreactie onvermijdelijk. Er
gaat in een fractie van een seconde een huivering door je lijf die je even doet
verstijven. Zo’n gevoel moeten de senioren ook hebben, maar dan tien keer zo
heftig! Fietsen en bromfietsen op trottoirs en pleinen mag dan verboden zijn,
het gebeurt nog steeds te pas en te onpas. Ik moet er niet aan denken dat de
senioren zich gaan groeperen en wraak gaan nemen. Als zij de handen ineen slaan
kunnen er vreselijke dingen gebeuren. Ze zouden zich als hangouderen kunnen
manifesteren die voorbij komende jongeren gaan uitschelden en bedreigen. Of ze
gaan fietsers en bromfietsers te lijf met hun stokken die ze onverwachts tussen
de spaken steken, waardoor de overtreder een lelijke val maakt. Of ze gooien hun
rollator voor het voorwiel waardoor het leed niet meer te overzien is. Je kunt
maar beter niet meer op het trottoir gaan fietsen, je weet maar nooit!
Wil van Elk
6 november 2002
Vrijdagavond was ik
op pad voor de OC en onderweg viel het mij op dat de straatverlichting op
sommige plaatsen onvoldoende is. Van de Lange Voort fietste ik de Lijtweg op en
bij de oversteekplaats bij de school was het links verlicht maar rechts te
donker. Een klein stukje verder bij de inrit van het parkeerterrein was het te
donker en verderop hingen de lampenkappen tussen de boomtakken. Ik begrijp best
dat er gekozen is voor een om en om verlichting om met minder middelen toch een
goed resultaat te krijgen, maar soms haalt het licht de overkant niet, of
onvoldoende.
Daags erna sprak
iemand mij aan over de slechte verlichting langs de Rijnzichtweg. “Ter hoogte
van het viaduct is de verlichting bijzonder slecht. Moet ik bij u zijn om dit te
melden?” Nu ben ik niet in dienst van de gemeente, maar een tip voor deze
column is natuurlijk nooit weg. “Bij ons in Buitenlust zijn ze de gele lampen
aan het vervangen door witte”, meldde een mevrouw. Wat volgde was een korte
discussie over straatverlichting. “Ik vind het geen verbetering. Sommige
lampen branden nu helemaal niet meer!” De eerste indruk is de beste, maar als
direct na het vervangen van de lampen sommige niet branden, krijg je alleen maar
gezeur en is het vertrouwen weg. Het doel is immers om de straat veiliger te
maken met een betere verlichting. Maar zo gaat het niet goed.
Over verlichting
gesproken. De verkeersregelinstallatie bij de brug over het Oegstgeester kanaal
is blijkbaar weer geregeld. Of zoals sommige mensen opmerken: “Ontregeld.”
Het verkeer van en naar Haaswijk krijgt nu onafhankelijk van elkaar groen licht.
Vermoedelijk is dit om het kruispunt veiliger te maken omdat er nogal veel
verkeer moet afslaan. De wachttijden zijn daarmee wel toegenomen en de rij uit
Haaswijk staat regelmatig tot bij de rotonde. Dit was voorheen alleen tijdens de
spits! Sommige verkeersdeelnemers hebben deze verandering niet eens in de gaten
en als de overkant gaat rijden, dan gaan ze automatisch mee. Dat zijn ze immers
gewend! Een bordje met de tekst: “Verkeersituatie gewijzigd”, doet het
altijd goed in dergelijke situaties.
Wil van Elk
13 november 2002
Ik wou weer eens een
keertje reizen per bus. Dom natuurlijk. Sinds ik met de fiets naar mijn werk in
Den Haag reis, ben ik namelijk het wachten op connecties geheel verleerd. Ik heb
25 minuten staan wachten bij de rotonde in Haaswijk voordat de eerste bus
verscheen die richting Leiden ging. Er rijden drie lijnen, dus zou er
theoretisch om de tien minuten een bus richting Leiden kunnen rijden. En terug
natuurlijk ook! Jammer, “ze sluiten aan op een andere connectie”, vertellen
ze dan bij Connexxion. Maar welke verbinding dan? Niet op de trein naar
Rotterdam, want daar heb ik 28 minuten op staan wachten! “Sinds ze de tijden
van lijn 30 hebben veranderd, mis ik de aansluiting op mijn trein naar Den
Haag”, vertelde een collega mij later die dag.
In Rotterdam moest
ik overstappen om bij station Blaak te kunnen komen. Nou ja, overstappen, ik
moest wel weer dertien minuten wachten! Ze kunnen de s in aansluiting beter
veranderen in een f. Al hoorde ik de fluit nog maar weinig in de stations. Er
reden namelijk niet zoveel treinen meer: “Sorry voor het ongemak”, werd er
omgeroepen. Heb ik weer; ik ga weer eens een keertje met openbaar vervoer! Terug
in Leiden kreeg ik na even wachten de luxe om te mogen kiezen uit meerdere
bussen. Zowel de 57 als de 42 kon ik instappen om naar Haaswijk te gaan. Bus 30
zat daar vlak bij. Logisch, als ze alledrie tegelijk bij de Haaswijkbrug willen
aankomen!
Bij de rotonde in
Haaswijk hebben de busreizigers overigens niet het alleenrecht op wachten. Ook
automobilisten moeten daar wachten. Sinds de verkeersregeling is veranderd,
staan er nu altijd lange wachtrijen. “De jeugd heeft bij de gemeente gemeld
dat het heel gevaarlijk is en dat ze nauwelijks durven af te slaan”, vertelde
onlangs een mevrouw. Dat is nu in ieder geval beter geregeld. Maar het verkeer
vanaf de Kennedylaan dat linksaf Haaswijk wil inslaan, heeft maar al te vaak
pech als het moet wachten op rechtdoorgaand en afslaand verkeer uit Leiden. Drie
auto’s mogen soms door, terwijl er twintig staan. Leuk als je nummer twintig
bent!
Wil van Elk
20 november 2002
Vroeger was er nog
wel eens kritiek van de ene politieke partij op de andere; dat is tegenwoordig
niet anders. Vooral nieuwe partijen worden fel aangepakt. Als die zich
uiteindelijk handhaven en ondanks de kritiek toch op het ‘pluche’
terechtkomen, we zien dit zowel landelijk als plaatselijk gebeuren, dan worden
de andere partijen milder in hun oordeel en gaan zelfs met ze samenwerken,
regeren heet dat. Maar tegenwoordig worden er ook complimentjes gemaakt. Het CDA
in Oegstgeest was vol lof over de initiatieven van de lokale VVD. Die
initiatieven mogen er dan ook zijn. Ondanks remmende factoren, “in Oegstgeest
kan helemaal niks”, wordt er toch kans gezien om in een zeer korte tijd een
aantal succesvolle projecten van de grond te krijgen. De VVD heeft het Hotel Het
Witte Huis als hoofdkwartier gekozen. Van daaruit worden allerlei sprankelende
ideeën geboren. “Swing’n Oegstgeest” is zo’n idee. Inmiddels hebben we
er drie achter de rug en we mogen gerust van een succes spreken. Het feestelijke
gebeuren op de derde zondag in de maand is allang geen VVD gebeuren meer. Ook
leden van andere partijen en partijloze burgers genieten van de prachtige
jazzmuziek in Hotel Het Witte Huis. Een gelegenheid waar zelfs de ‘Glimlach
van Oegstgeest’ is uitgereikt.
Inmiddels zijn de
Biervrienden opgericht en een Classic Car Club. Ook deze initiatieven komen van
een VVD’er. Lid worden kost niets en voorwaarden zijn er nauwelijks; je hoeft
niet eens lid te zijn van de VVD. Ze hebben zelfs al een Oegstgeester
Koninginnenacht op het programma staan in Partycentrum La France, waar ook al de
onlangs opgerichte Rotaryclub Oegstgeest-Rhijngeest resideert. De andere
Rotaryclub zetelt in De Roode Leeuw. Zij noemen zich Rotaryclub Oegstgeest en
Omstreken en komen van de voormalige afdeling Leiden-West. Nu is het nog wachten
op de oprichting van een carnavalsvereniging in De Roode Leeuw, een vereniging
tot Viering van Oegstgeester Feesten (VOF) in De Gouwe en een Club Culinair
Oegstgeest (CCO) in De Oase. Aangezien het carnaval een katholiek tintje heeft,
zie ik daar het CDA zich wel voor inzetten. LO vindt het vast wel een goed idee
om feesten te organiseren voor alle Oegstgeestenaren, en PrO ziet vast wel iets
in lekker eten. Zo verdeel je de boel tenminste een beetje, is er tijdens ieder
weekend wel iets te beleven en krijgt iedere eet- en drinkgelegenheid de kans om
zich te profileren. Van de VVD kun je trouwens ieder moment weer een nieuw
initiatief verwachten. Als het maar geen pyjamaparty wordt in de Beukenhof, of
zoiets.
Wil van Elk
27 november 2002
In al die jaren dat
ik jaarlijks de HCC-dagen in Utrecht bezoek, u weet wel, die computerbeurs waar
meer dan honderdduizend computergebruikers naar toe gaan, heb ik heel wat
geleerd. Niet alleen over computers, waar ik overigens nog maar heel weinig van
weet, maar ook over hoe zo’n dag te overleven. Het begint al bij de
voorbereiding. Ik neem altijd een flinke tas mee die ik eventueel als rugtas kan
dragen. Onderin heb ik van die linnen tasjes die ik over mijn schouder kan
hangen; hiermee voorkom ik pijn in mijn handen van het dragen van plastic
tassen. Voor de inwendige mens neem ik steevast een paar blikjes cola en ijsthee
mee, een marsreep, krentenbollen en belegde broodjes. Als je de gehele dag in
een rokerige hal loopt, dan krijg je barstende hoofdpijn als je te weinig
drinkt. Zelf meenemen is aan te raden omdat de prijzen in de loop der jaren
behoorlijk zijn gestegen. Verder moet je vooral je portemonnee en het gratis
toegangsbewijs (voor leden) niet vergeten.
Het aantal bezoekers
neemt ieder jaar toe. Het afgelopen weekend zijn er 106 duizend mensen naar de
Jaarbeurshalen gegaan om de HCC-dagen te bezoeken. De organisatie had zich
behoorlijk uitgesloofd om alles op rolletjes te laten verlopen. Vooral ’s
morgens om tien uur is het een chaos als duizenden tegelijk naar binnen willen.
Het personeel van de Jaarbeurs, maar ook van de HCC, hebben daar in het verleden
genoeg ervaring mee opgedaan. Je zou denken dat de Nederlandse Spoorwegen, beter
bekend als NS, daar ook van geleerd hebben. Het is echter ieder jaar net zo
sukkelig geregeld als altijd. De treinen zitten ‘bommetje’. Op de heenreis
zaten we met zijn tweeën in een halletje op de grond; een hele coupé voor ons
beiden. Ik zat met mijn benen languit in de wc! Je hoeft echt niet bang te zijn
dat iemand er gebruik van wil maken, want dan zijn ze direct hun plaatsje kwijt.
De NS zet geen meter extra trein in; op de een of andere manier kunnen ze dat
niet. En kom nou niet met het verhaal van vierkante wielen door bladeren op de
rails, waardoor treinstellen in onderhoud waren, want een omroeper riep om dat
de volgende week alles weer normaal zou zijn. Een beetje slimme organisatie had
dat een paar dagen eerder gepland en de treinstellen in ieder geval wat langer
gemaakt. Op de terugreis zijn we met toestemming van een extravagante
conductrice – ze had d’r haar heel kleurrijk en artistiek geverfd – in de
eerste klas gaan zitten. Dat zit een stuk beter dan op de grond met je benen in
de wc.
Wil van Elk
4 december 2002
De boel verlichten,
daar hebben sommigen hun werk van gemaakt. Maar soms gaat het mis. Zo viel
vorige week de straatverlichting ineens uit en vanaf Wassenaar tot aan huis reed
ik in het donker. Gelukkig had ik mijn eigen verlichting bij me! Met een
hoogrendement dynamo en een halogeen lamp – mijn achterlicht werkt op
batterijen – had ik genoeg licht om niet in de berm terecht te komen. Maar dat
valt nog niet mee. Komende vanuit Den Haag, rijd ik ’s avonds het grootste
gedeelte langs de N44 en later langs de A44. Door de steeds beter wordende
verlichting van auto’s, zie je als fietser steeds minder. De koplampen staan
ook nog eens een beetje op de berm gericht, en daar rijden vaak tegemoetkomende
fietsers die daardoor verblind worden. Af en toe zie je gewoon sterretjes! Langs
dat traject is de straatverlichting schaars, uit, of ontbreekt volledig, en dat
maakt het er niet veiliger op.
Als je er goed over nadenkt, is het heel vreemd dat een fietspad in twee richtingen wordt uitgevoerd. Je rijdt altijd het naast je rijdende autoverkeer tegemoet en als het donker is, merk je hoe vervelend dat is. Maar ook tegemoet rijdende bromfietsen hebben soms heel felle verlichting en dan ben je blij als ze je snel hebben gepasseerd. Maar een goede verlichting is nog altijd te prefereren boven een slechte verlichting, of in veel gevallen, helemaal geen verlichting. Zorgen dat je gezien wordt in het verkeer kan levensreddend zijn. Maar een ander op tijd zien, kan ook verhelderend zijn!
Wil van Elk
11 december 2002
Het is alweer genezen; je ziet bij de mevrouw in de Korenbloemlaan allang geen tekenen meer in haar gezicht dat ze is gevallen. Maar de ongelijke tegels ter hoogte van huisnummer 30 liggen nog in dezelfde stand. Degene die toen sceptisch kwam kijken – hij struikelde zelf ook over die ongelijk liggende tegels – heeft blijkbaar geen rapport uitgebracht. Dit komt ongetwijfeld door de gulden regel bij de gemeente dat tegels die niet een duimdikte uitsteken, daar mag je niet over vallen!
De hele Korenbloemlaan, het oude gedeelte althans, ligt er troosteloos bij. Het beste kun je flink gas geven en er snel doorheen rijden (dit is geen advies!), dan voel je de kuilen en bulten niet. De schokdempers van je auto vangen die klappen wel op. Als je langzaam rijdt – die neiging krijg je opgedrongen door die gigantische druppel ter hoogte van de Papaverlaan – wordt jouw auto alle kanten op geslingerd. Die druppel was eigenlijk overbodig, omdat de hele straat al uit bulten bestaat, maar was wel de druppel die de emmer deed overlopen. Nee, de Korenbloemlaan is een vergeten stukje Oegstgeest, net als de Floralaan. Daar zag ik een parkeervak dat een opvangbak is voor rotte bladeren die samen met hemelwater een moerasachtige poel vormen.
Ik hoop overigens dat het fietspad langs de Dorpsstraat en vervolgens langs de Rhijngeesterstraatweg en Endegeesterstraatweg, eens flink onder handen wordt genomen. En dan niet door vrachtwagens en kabelboeren, maar door asfalteerders. De meeste fietsen hebben géén schokdempers en dat merk je donders goed aan de klappen op je stuur die je goed moet vasthouden. Als je daarna besluit om over het universiteitsterrein verder te rijden, krijg je nog een paar zware naschokken te verwerken die je voelt van je kruis tot aan je haarwortels!
Wil van Elk
18 december 2002
De gewijzigde dienstregelingen van Connexxion worden niet door iedereen even enthousiast ontvangen. “De vertrektijden van de NS zijn niet veranderd. Nu moet ik een bus eerder naar het station en moet ik daar zestien minuten wachten op de trein naar Haarlem”, hoorde ik een jongedame zeggen die in Haarlem studeert. Veel spreiding is er overigens niet gekomen in de onderlinge tijden van lijn 30, 42 en 57. In negen minuten tijd komen er in Haaswijk drie bussen, waarbij er tussen 42 en 57 slechts één minuut verschil zit, en dan een hele tijd niks. Omdat lijn 30 rustig de tijd neemt om door Oegstgeest te rijden, komen ze ongetwijfeld alle drie tegelijk aan in Leiden. Daar heb je wat aan als Oegstgeestenaar! Nee hoor, ik blijf lekker fietsen, weer of geen weer! Het valt overigens niet mee om met dit weer te fietsen. Het is soms een echte beproeving, en dan hebben we nog niet eens een sneeuwstorm gehad! De snijdende oostenwind was overigens het ergste. Het mag dan droog geweest zijn, koud was het wel!
Het is goed om te zien dat er verkeerdeelnemers zijn die goed opletten. Hoewel de meeste nauwelijks letten op bijvoorbeeld hun eigen snelheid, vinden ze het nodig om fietsers er op te wijzen dat ze beter op het fietspad kunnen rijden. Die fietsers, vooral die hele snelle, kunnen namelijk de bulten en kuilen amper ontwijken die steeds meer verschijnen op de fietspaden. Het rijden op de weg met dat strakke asfalt is veel beter te verdragen. Luid toeterend passeren sommige automobilisten die ondeugende fietsers, ze aldus er op wijzend dat het heel irritant is om ze te moeten ontwijken. Sommigen wijken dan ook nauwelijks en razen rakelings langs de fietser. Zouden ze dat ook doen als ze een bromfietser inhalen? Maar al te vaak is er bij hen ook nog eens een lamp defect, een verschijnsel (nou ja, veel schijnsel hebben ze dan niet meer) dat steeds vaker te zien is. In mijn onnozelheid denk ik, als er weer eens iemand luid toeterend passeert, dat er een bekende in zit en zwaai ik altijd enthousiast terug. Een beetje vriendelijkheid kan geen kwaad in het verkeer!
Wil van Elk
30 december 2002
Het wordt tijd dat ze eens nadenken over de gevolgen, in plaats van wat ze kunnen besparen op de kosten, als ze weer eens een nieuwe regeling verzinnen. Ik hoor mensen alleen maar mopperen over de OV-taxi, en dat was denk ik niet de bedoeling van de nieuwe vervoersregeling. Vooral de senioren zijn de dupe. In eerste instantie waren ze heel onzeker, want veranderingen daar kunnen ze niet zo best meer tegen. Ze krijgen nu een vast bedrag voor het vervoer met de OV-taxi en hoeven alleen maar te bellen om de taxi voor de deur te krijgen. Maar vergeleken met de dorpsbus kunnen ze nu maar een fractie van het aantal ritten per jaar maken, want de zone’s tellen aardig aan. Die taxi’s rijden wel om geld te verdienen!
”Ze komen zelden op tijd”, vertelde mij laatst een dame die bijna dagelijks haar man bezoekt die al een paar jaar in een verzorgingstehuis verblijft. “Soms komen ze een uur later! Ze zeggen dan dat het erg druk is; maar ik heb toch besproken voor de hele week, dan weten ze toch dat ze naar mij toe moeten komen om die tijd?! Nee, geef mij de dorpsbus maar. Altijd dezelfde chauffeurs en altijd op tijd. Maar ik mag de kosten voor die bus niet declareren, ik moet van ze met de taxi, terwijl ik dat niet wil.” En met haar zijn er meerdere mensen die mopperen op de nieuwe wijze van vervoer. Ze mopperen wel eens tegen het personeel van de gemeente, maar die kan er ook niets aan veranderen, regels zijn nou eenmaal regels. “Nou, ik ga voortaan wel met de dorpsbus, of ze het vergoeden of niet. Die taxi is niks!”
Ik gun de
taxibedrijven hun verdiensten van harte, maar dan moeten ze wel op tijd komen,
vooral als het van te voren keurig is afgesproken. Smoesjes dat ze het te druk
hebben kan echt niet. Of zou het te maken kunnen hebben met het feit dat andere
ritten meer geld opbrengen dan rijden als OV-taxi voor bejaarden? Maak eerst
maar die rit af voor de zakenman die goed betaalt en laat dat oude dametje maar
wachten, ze kan toch geen kant op. Als ze moppert zeg je maar gewoon dat jij er
niets aan kunt doen en dat het erg druk is of zo.
Ik hoop dat ik ongelijk heb en dat ze gewoon te weinig materieel en chauffeurs
hebben. De overheid zal na een jaartje proefdraaien toch wel evalueren? Of
worden de senioren volgend jaar wéér opgezadeld met dit gedoe?
Wil van Elk