Oegstgeestigheid

8 januari 2003

Vroeger, voordat de prijzen verdubbeld werden, stonden pakken suiker en zout op pakhoogte. Tegenwoordig moet je voor deze producten door je knieën omdat het in het onderste vak ligt, net boven de grond. Jammer voor de stramme senioren onder ons, ook zij zullen moeten bukken. Misschien komt het omdat er zoveel producten voor suiker in de plaats zijn gekomen en dat het niet zoveel meer wordt verkocht. Maar misschien komt het door de feestdagen waardoor alles massaal was uitverkocht. Aan de inkopen te zien is er namelijk niets mis met het besteedbaar inkomen van de Nederlander. Het was ongelooflijk druk in de supermarkten en de producten waren niet aan te slepen. En dan merk je dat vooral aan de onderste vakken omdat je ver moet reiken om de laatste pakken, flessen, dozen, zakken, flacons en kratten te pakken, net voor de neus van een ander. De tafels moeten toch behoorlijk vol gedekt hebben gestaan tijdens de afgelopen feestdagen!

En dan het geld dat men heeft uitgegeven aan vuurwerk. Eigenlijk werd dat nog beperkt doordat de aanvoer stokte en dat er grote partijen illegaal vuurwerk in beslag zijn genomen. Als de politie daarmee een grote vuurwerkshow had gegeven, dan zaten we nu nog te kijken! Jammer voor de scharrelaars onder ons: het regende op nieuwjaarsdag, waardoor al het nog niet ontplofte vuurwerk compleet waardeloos werd. Ik ga er vanuit dat niemand zo stom geweest is om het op de verwarming te leggen om te drogen en alsnog tot ontploffing te laten brengen. Die regen spoelde overigens een heleboel rotzooi weg, daar kwamen we goedkoop vanaf. Maar aan de andere kant voelde niemand zich geroepen om even een bezem te pakken om de troep op te vegen; jammer.

Die regen was waarschijnlijk ook de reden dat vrijwel niemand zich geroepen voelde om zich op te geven voor de nieuwjaarsduik van Henk Heemskerk. Waar men in Scheveningen een aanmeldingsstop heeft, zijn in Oegstgeest de sportievelingen ver te zoeken. Of het moet komen dat ‘de Oegstgeestenaar’ zo zuinig is, dat hij met een Unox-muts op, in de regen, naar Katwijk fietst om gratis te duiken. De bus van Henk Heemskerk moet immers worden betaald, en tien euro is een gigantisch bedrag als je net voor honderden euro’s aan kerstmaaltijden, drank en vuurwerk hebt uitgegeven. De duik ging wegens de geringe belangstelling niet door en Henk kon nog net op tijd de bus annuleren, anders had het hem een boel duiten gekost. En zo is er weer een einde gekomen aan een leuk Oegstgeester initiatief, een Oegstgeestigheid die waarschijnlijk nooit meer terugkomt!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

15 januari 2003

Je komt wel eens in aanraking met zaken waar een luchtje aan zit. De vuilophaaldienst is daar een van. Vooral rond de feestdagen liep de spanning hoog op, of beter gezegd, de stank. Groente-, fruit- en tuinafval doen we in de bruine bak en na een paar dagen kan dat behoorlijk gaan stinken. Eens in de twee weken wordt de bak geleegd, ook in het snoei- en maaiseizoen wanneer de productie van afval bijzonder hoog is. Na veertien dagen is de stank soms niet meer te harden. Wijs geworden in de loop der jaren, heeft de ophaaldienst besloten om rond de jaarwisseling geen bruine bakken te legen, want dan is de productie bijzonder laag. Zolang het vriest valt het met de lucht gelukkig wel mee. De gemeente heeft per 1 januari 2003 het ophaalschema veranderd. Met deze verandering, en het feit dat een aantal weken de bruine bakken niet werden geleegd, kwamen sommige mensen in de problemen. De bruine bak was vol en waar stop je dan het GFT-afval in? Ik zou zeggen in de grijze bak, maar zo zijn we niet afgericht. Het hoort in de bruine bak en gewoontegetrouw stonden heel wat bruine bakken op hun tweewekelijkse plek. Jammer, ze werden niet geleegd, zoals op meerdere plaatsen was aangekondigd.

Bewoners aan de Rijnsburgerweg blijven vaak verstoken van gemeentelijke mededelingen omdat de dragers daarvan niet in hun brievenbus terecht komen. In dit stukje vergeten Oegstgeest aan de andere kant van de A44 duurt het dan ook even voordat men in de gaten heeft dat er iets misgaat. Hun grijze bakken stonden massaal voor Piet Snot te wachten. Ze werden niet geleegd omdat die week de bruine bakken aan de beurt waren. Een van de bewoners die echt aan het uiterste randje van ons dorp wonen, pakte zijn grijze bak op, laadde hem in zijn auto en reed naar de gemeentewerf om hem daar te legen. Een dag later volgde de bruine bak. Dat daar een luchtje aan zat, kan ik u verzekeren. Onderin de bakken was een flinke laag blijven zitten door de vorst en bij het ontdooien kwam ook de stank weer tevoorschijn. Deze wanhopige actie zal ongetwijfeld niet door iedereen gevolgd worden, maar tekenend is het wel.

Hoewel de inhoudsopgave er niet over rept – er staat alleen een verwijzing naar grof huisvuil – wordt in de nieuwe gemeentegids onder andere uitvoerig uitgelegd wat GFT-afval is en ook het nieuwe ophaalschema staat er in, zelfs dubbel. Achter in het boekje is namelijk een milieuwijzer opgenomen. Maar deze gids moet je dan wel hebben ontvangen! Het stukje Rijnsburgerweg richting Rijnsburg staat niet op het kaartje, wellicht vallen ze daarom buiten de boot.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

22 januari 2003

”Ik heb net uw artikel gelezen over die GFT-bakken en wil alleen even zeggen dat het niet alleen de Rijnsburgerweg is geweest hoor. Wij aan de Lange Voort hebben nooit de gemeentegids ontvangen of een brief over een veranderd ophaalschema. Ik bedoel, een gemeentegids is toch zeker geen reclame”, vertelde mij een dame. Ook zij was verbolgen over het feit dat ze niet wist dat de bruine bak een aantal weken niet werd geleegd. “De telefoniste van de gemeente vertelde dat het niet zo erg is dat de bruine bakken niet werden geleegd, want die is toch bevroren. Er zijn dus meer mensen die deze problemen gehad hebben.” Ook bij ons in de straat staan al enkele dagen een paar bruine bakken die niet zijn geleegd. Of dit nu komt door een bevroren inhoud, of doordat een bak achterstevoren stond waardoor de grijparm de bak niet kon pakken, of misschien te laat zijn neergezet of stomweg overgeslagen, zullen we nooit te weten komen. Maar ze staan er voorlopig nog wel een tijdje.

Warmond is niet de enige gemeente waar jaarlijks tijdens de jaarwisseling brievenbussen worden vernield. Ook Oegstgeest heeft te maken met dit fenomeen. Op het Boerhaaveplein, net als op andere plaatsen waar bakken zijn vernield, was het een bedroevende situatie. Wekenlang lopen mensen voor niets naar die plek om een brief te posten. Bij het Boerhaaveplein wonen veel senioren die slecht ter been zijn en daardoor is het heel sneu als zij na een moeizame wandeling tot de slotsom komen dat ze voor nop dat end hebben geworsteld, omdat er nog steeds geen nieuwe brievenbus is geplaatst. Hoewel natuurlijk de vandalen de veroorzakers zijn van dit maatschappelijke probleem, zou dit toch bijzonder snel verholpen moeten zijn. “Hé, er gebeurt wat”, riep een mevrouw die bij de kapsalon iets aan haar kapsel liet doen. Er kwam namelijk een rode postauto aanrijden, en de chauffeur daarvan liep naar de plaats des onheil en begon te sleutelen. Hij kreeg nog net geen applaus, wat overigens achteraf ook wat voorbarig zou zijn geweest. Hij schroefde namelijk alleen maar het laatste stuk van de vernielde brievenbus van de gevel, liep naar zijn bestelbus en reed weg! Nu hangt er helemaal niets meer! Als je een poststuk ontvangt waar te weinig porto op zit, wordt van jou verlangd dat je zo snel mogelijk een boete gaat betalen om dit weer goed te maken. Misschien moeten we een poosje geen zegels meer plakken om het verlies van die brievenbussen te compenseren; dat zal ze leren!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

29 januari 2003

De tekorten van de gemeente Oegstgeest zijn nu zo hoog opgelopen, dat we het niet meer aankunnen. We waren al druk aan het bezuinigen, wat iedere instelling in Oegstgeest aan den lijve heeft ondervonden. De problemen rond de nieuwbouwwijk Poelgeest – en de maatregelen om dat op te lossen – zijn zo dramatisch, dat een rapport daarover angstvallig geheim wordt gehouden. De gemeente verdedigt zich door te stellen dat als bepaalde ideeën naar buiten worden gebracht, de grondprijzen naar exorbitante hoogte kunnen worden opgedreven. Ze geven dat dus pas vrij op het allerlaatste moment. Zouden de speculanten echt zo dom zijn dat ze dat niet door hebben?

Al die speculaties is hogere krijgskunde waar de meeste burgers geen kaas van hebben gegeten, of het zal ze een worst wezen. Wat ze wel interesseert is het feit dat de tekorten zo’n duizend euro per inwoner bedraagt tot aan december 2005. We moeten immers een tekort van bijna twintig miljoen euro recht trekken. De vraag daarbij is of de nieuwe sporthal er nog wel komt en of er nog wel gebouwd kan gaan worden aan een nieuw winkelcentrum aan de Lange Voort. Of zou Oegstgeest nu genoeg hebben geleerd om zich geen tweede keer te stoten aan dezelfde steen en verschrikkelijk veel geld gaan verdienen aan de Lange Voort en Rijnfront? Wie dat weet, mag het zeggen.

Naarstig wordt gezocht naar mogelijkheden om geld te besparen of te verdienen. Een van die punten deed bijzonder veel stof opwaaien. Vooral het bestuur van de Oegstgeester IJsclub moet zijn geschrokken toen men het voorstel deed om de Oegstgeester IJsbaan te gaan bebouwen. Ja echt, dat voorstel is gedaan! Maf genoeg zijn er mensen die in hun ‘wijsheid’ het er mee eens zijn! “Die twee dagen dat je kunt schaatsen! Ze kunnen toch een paar honderd meter verderop in Warmond terecht?” Alsof je daarmee een prachtige natuurijsbaan kunt wegdoen! Warmond ziet die Oegstgeester schaatsers al komen, kun je gelijk geen schaats meer bewegen, zo druk wordt het dan. Voor die paar honderd meter verderop moet je wel drie kilometer omrijden. Vorig jaar is er overigens heel veel geschaatst op die prachtig gelegen ijsbaan die zo mooi aan kasteel Poelgeest grenst.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

05 februari 2003

Nog steeds krijg ik reacties binnen op het verhaal van de groene en bruine bakken. Heel veel mensen lopen te mopperen dat ze het niet wisten dat er een ander ophaalschema was en dat ze niet waren geïnformeerd. Het laatste bericht dat ik over dit onderwerp ontving was daar het tegenovergesteld van. Deze dame vertelde dat ze wel keurig de gemeentegids had ontvangen, maar niet had gelezen dat het schema was veranderd. Hoeveel mensen in Oegstgeest zullen er zijn die ook keurig de Oegstgeester Courant hebben ontvangen en daarbij een nieuwe gemeentegids, maar niet de berichten hebben gelezen over de vuilophaaldienst? Wekenlang lees je over bouwvergunningen in straten die aan de andere kant van het dorp liggen. Maandenlang lees je over bomen kappen, ventvergunningen en allerlei plannen van de gemeente. En eindelijk staat er iets bij dat je ontzettend interesseert, en dan lees je het niet! Jammer.

Je kunt je toch niet meer voorstellen dat er een tijd was dat je genoeg had aan een ijzeren vuilnisbakje, die eens per week werd geleegd. Over de ellende die daarna kwam met die plastic vuilniszakken, wil ik het al helemaal niet hebben. Tegenwoordig wordt zelfs de verpakking van de boodschappen nog verpakt en zit er overal plastic omheen. Je hebt minstens een bak nodig van 240 liter, waarmee je het nauwelijks twee weken volhoudt tot die wordt geleegd. Vroeger had je wel een schillenboer die regelmatig langs de deur kwam om groente- en fruitafval en oud brood op te halen, dat scheelde wel. Voor de Oegstgeester jeugd trouwens een hele belevenis. Een paard trok zijn kar en als je geluk had, mocht je op de bok meerijden. Een magere tegenprestatie voor het sjouwwerk dat je deed. Tegenwoordig kom je dat niet meer tegen, dat er iets wordt gedaan zonder een behoorlijke vergoeding. En het gft-afval ophalen? Dat stinkt, dus daar waagt niemand zich meer aan!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

12 februari 2003

Warmond krijgt geen ADSL en dat schoot bij veel Warmonders in het verkeerde keelgat. Wat dat is, ADSL?, zult u vragen. Deze acroniem staat voor Asymmetric Digital Subscriber Line. Het is een methode om data over vaste telefoonleidingen te transporteren. Het werkt twee richtingen op waarbij data binnenhalen op de pc sneller gaat dan data verzenden. Voor een vast bedrag in de maand kan men de gehele dag beschikken over een van de snelste internetverbindingen die momenteel te verkrijgen zijn. “De centrale is dicht, ADSL is niet beschikbaar”, volgt echter als bij de postcodecheck 2361 wordt ingevuld. Jammer voor de Warmonders, maar de hoge telefoonrekeningen zullen nog wel even blijven. De KPN is nog lang niet uit de rode cijfers; ze moeten het geld toch ergens vandaan halen?! Verontwaardigde Warmonders laten het er niet bij zitten en hebben een internetpagina opgezet waar men zich als geïnteresseerde kan opgeven. Het adres is www.warmondadsl.tk. “De teller staat al op 23”, meldde een van de initiatiefnemers. “Nog driehonderd en we kunnen gaan onderhandelen met de KPN”, vertelde hij enthousiast.

Het moet toch niet gekker worden in Oegstgeest. Nu praten ze alweer over een gevangenis aan de rand van ons dorp en hebben ze het voormalige MEOB-terrein op het oog. Niet het gehele terrein, maar een gedeelte. De rest kan ergens anders voor worden gebruikt. Ik kan de hersens al horen kraken van de bewoners aan de rand van de Morsebel. Zeker de eigenaren van de prachtige villa’s zullen ‘blij’ verrast zijn met deze mededeling. Er stond altijd al een hek om dat terrein met een goede beveiliging, maar dat was toch wel even wat anders dan een gevangenis.

Ook rond het Marine Vliegkamp Valkenburg worden snode plannen gesmeed. Koste wat het kost moeten daar huizen worden gebouwd. In afwachting op toekomstige mogelijkheden om dat vliegveld helemaal weg te werken, willen ze alvast wat huizen gaan bouwen aan de rand. Hierbij wat tips voor de brochure: “Wonen aan de rand van een vliegveld, wie wil dat niet? Heerlijk dat vliegtuiggeronk van een Orion die laag overvliegt, als je met visite in de achtertuin zit. Misschien kun je vanaf je balkon de Koningin zien als ze daar weer eens land.” Sorry, een inschrijfadres is nog niet bekend.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

19 februari 2003

Het is net een kettingreactie. Al zo’n vijftig jaar lang wordt er volop nieuwbouw gepleegd in Oegstgeest, en steeds ziet een ander aantal bewoners hun uitzicht weggenomen worden. De bewoners aan de Lange Voort mogen echter na een redelijk stabiele periode opnieuw gaan ‘genieten’ van een wisselend uitzicht. De voorbereidende werkzaamheden zijn inmiddels begonnen en de lucht van opborrelend grondwater hangt weer als vanouds in dat gebied. Dit doet mij denken aan mijn jeugd toen daar het winkelcentrum werd gebouwd. Alsof er weer een zandsloot is, maar dan aan de andere kant van het grasveld aan de Irislaan.

Zo is de Bloemenbuurt gebouwd, de Schildersbuurt en later Haaswijk en de Morsebel. Het is al weer 45 jaar geleden dat we vanuit de Korenbloemlaan naar Warmond konden kijken en slechts een molentje en bloemen zagen. Vooral de bouw van het winkelcentrum ontnam als een van de eerste dat fraaie uitzicht. Opvallend dat de bewoners van de woningen boven het winkelcentrum hun uitzicht fel bevochten toen de nieuwbouwplannen van het winkelcentrum werden gepresenteerd. Nu zijn ze volop bezig met bouwen in Poelgeest en de bewoners daarvan zijn nu al bezig met het verdedigen van hun uitzicht.

Het vervelende van al dat gesteggel over uitzichten, is dat juridische procedures geld kosten. Geld dat Oegstgeest niet meer heeft. Nu we smakken met geld tekort komen, moeten we met zijn allen ook nog eens geld uitgeven aan rechtszaken. Heel mooi dat je als individu naar de rechter kunt stappen als jouw omgeving anders wordt dan wat je ervan verwachtte, maar het is zuur dat heel Oegstgeest dat moet betalen. Maar dat hoort er bij. Wel jammer dat sommige kersverse bewoners van die wijk al voorstellen doen om Oegstgeest anders in te gaan delen om daarmee geld te gaan verdienen om de tekorten op te vullen. Ze stellen zelfs voor om de IJsbaan te gaan bebouwen! Het moet niet gekker gaan worden!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

26 februari 2003

Ik zag maandagochtend een vrouw haar hond uitlaten en ik moest toen ik haar zag meteen denken aan die tv-reclame waarbij een vrouw op het strand voortgesleept wordt door haar hond, alleen maar om haar kapsel in een bepaald model te krijgen. Er is volgens mij geen hond te vinden die dat voor elkaar kan krijgen. Toch probeerde maandagochtend die hond in zijn onnozelheid die dame door de bossages te slepen die voor mijn huis langs lopen. De dame in kwestie voelde er echter niets voor om net als die dame van de reclame over de grond te worden gesleept. Ze liet dus de riem los en haar hond ging in zijn eentje achter de eenden aan. De anders zo slome ‘loopeenden’ – de flink uit de kluiten gewassen zwart-witte Kaapse eenden die Haaswijk onveilig maken – moesten snel een goed heenkomen zoeken. De vrouw kon slechts onmachtig toekijken en na een paar minuten haar hond vermanend toespreken. Het beest luisterde daar goed naar, hoewel er maar weinig honden zijn die er iets mee doen. De volgende keer zie je weer de veren opvliegen.

Nu we het toch over reclame hebben; hoe leuk ook de reclame soms is, je wordt er compleet gestoord van. Toch is het voor velen een bron van inkomsten en zonder reclame zullen vele ‘diensten’ verdwijnen. In Oegstgeest hebben velen een Ja/Nee of Nee/Nee sticker bij de brievenbus geplakt. Of wel de weekbladen en geen reclame, of beiden niet. Daarbij is bij de laatste veelal de sticker “Wel Oegstgeester Courant” geplakt. Op televisie en op internet kennen we (helaas) die stickers niet. Het lijkt er steeds meer op dat bij de televisie-uitzendingen de reclameblokken worden onderbroken door fragmenten van films. Op internet begint het inmiddels ook buitensporige proporties aan te nemen. Zogenaamde pop-ups verschijnen steeds vaker in beeld en het enige voordeel is dat je ze vrij makkelijk kan wegklikken. Maar hinderlijk berichten via de e-mail kun je nauwelijks voorkomen. Je kunt blijkbaar niet bij de ingang aangeven dat je niet gediend bent van opdringerige reclame. Als ze jouw e-mailadres eenmaal hebben ontdekt, word je bestookt met zogenaamde spam. Niet lezen en allemaal tegelijk selecteren en daarna direct permanent verwijderen, lijkt de beste oplossing. Wel triest voor bezitters van de ouderwetse telefoonmodem die vaak lang zitten te wachten totdat ze alle berichten binnen hebben, en tot de conclusie komen dat er tientallen berichten in staan die ze ongelezen moeten verwijderen.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

5 maart 2003

Het wAsbest, maar het wordt beter op de schuurtjes van de bewoners aan de Cleveringalaan, de Polaklaan en het Meijerspad. De Woningbouwvereniging Buitenlust had al heel lang geleden beloofd dat de asbesthoudende daken vervangen zouden worden. Onlangs kregen de bewoners een brief in de bus van de firma Den Dubbelden dat het dak vervangen gaat worden. Een specialistisch bedrijf verwijdert de asbesthoudende platen en voert deze verantwoord af. Hoewel sommigen de voorzorgsmaatregelen overdreven vinden, “zolang je er maar niet in boort”, is het wettelijk zo geregeld, dus wordt het op die manier gedaan. Met asbest kun je niet voorzichtig genoeg zijn.

Zo heeft iedere wijk wel iets dat de gemoederen bezighoudt. De bewoners aan de Berlagelaan bijvoorbeeld hebben betonnen trappen. Een beetje rare manier om huizen op die manier toegankelijk te maken, maar de architect heeft dat zo verzonnen. Toen mijn vrouw en ik daar tijdens de bouw van de woningen langs liepen – dat was eind 1998, begin 1999 – waren wij verbaasd dat er betonnen trappen kwamen. Een ouderwetse voordeur ter hoogte van het maaiveld leek ons verstandiger. Je zou maar thuiskomen met een volle tas met boodschappen! En wat zou het zeer doen als je uitglijdt!

De bewoners zijn er inmiddels ook achter en hebben geklaagd daarover. Hoewel ze door het GIW (Stichting Garantie-Instituut Woningbouw), de “arbiter rechtdoende als goede man naar billijkheid”, in het gelijk zijn gesteld – enkele punten voldoen inderdaad niet aan het gestelde in het bouwbesluit – is er tot op heden geen actie geweest. Fijn voor ze dat ze in het gelijk zijn gesteld en de aannemer, Bouwfonds Woningbouw B.V., heeft te kennen gegeven dat er iets gedaan gaat worden aan de gevaarlijk gladde traptreden. Maar dat moest dan wel worden uitgevoerd vanaf 13 juni 2002 binnen twee maanden. Die ondernemer heeft dus niet gehoord of begrepen dat er een termijn bij is verteld. Ondertussen zitten de bewoners met een gevaarlijk gladde buitentrap, waarboven een summiere luifel zit die niet toereikend is om de trap droog te houden. Om te voorkomen dat het autoverkeer te dicht langs de trappen rijdt, zijn er bollen geplaatst. Maar deze bollen kunnen niet voorkomen dat iemand van de trap af tuimelt! Wellicht wordt het voor de bewoners van die prachtige kadewoningen ook beter in de nabije toekomst. Het aanleggen van boten is in ieder geval bespreekbaar geworden, nu nog een adequate overkapping boven de trap die tenminste de regen weert.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

12 maart 2003

Bossage in een vorige Oegstgeestigheid was niet het juiste woord, volgens een oplettende lezeres. Eigenlijk was het ook wel gek om te schrijven dat het voor mijn huis langsloopt, met al dat kreupelhout! Op het Internet levert een zoektocht overigens heel wat ‘fouten’ op. Politie zoekt in bossages, brandweerlieden blussen in bossages, dichters dichten over bossages, gemeenteraden vergaderen over bossages en wat de jeugd doet in bossages, daar zullen we het maar niet over hebben. Daar had in al die gevallen – zo ook in mijn column – bosschage moeten staan. Overigens vond ik op de website van Rotterdammer Thies twee lijsten over spelling. Hij had de oude spelling tegenover de nieuwe geplaatst. Hij sprak in de oude spelling over bossage en bij de nieuwe over bosschage. Nou wordt het moeilijk; bedoelt hij wel hetzelfde daarmee? Overigens leverde de zoektocht op het woord bossage meer dan tweehonderd ‘hits’ (214) op en het woord bosschage 83.

Volgens Van Dale betekent het woord bossage: “bewerking in reliëf van muurvlakken (met kussens, diamantkoppen e.d.); het komt van het Franse bosseler (reliëf aanbrengen). Bosschage betekent: groep geboomte. Het synoniem daarvan is bosje. De oplettende lezeres heeft volkomen gelijk als zij het hilarisch noemt, zoals men het woord bossage toepast!

Nog even en dan komen er weer blaadjes aan de bomen en wordt het weer prachtig groen bij mij voor de deur. Ieder jaar weer trek ik weer dezelfde conclusie: “Wat is het toch fantastisch wonen hier!” Die mening staat volkomen los van de troep die af en toe moet worden opgeruimd. Die troep bestaat uit allerlei verpakkingsmateriaal dat als dank voor de bewezen diensten achteloos wordt neergegooid. Een keer per jaar komen daar nog eens de resten bij van het vuurwerk dat maar zelden wordt opgeruimd. Een paar keer per jaar zelf de schoffel ter hand nemen en het onkruid blijft ook binnen proporties. Hondenpoep? Welnee, dat wordt keurig door voorbijgangers uitgesmeerd over een groot traject en gedeeltelijk mee naar huis genomen. Een enkele hondenbezitter heeft zo’n bruin plastic zakje bij zich en ruimt het netjes op.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

19 maart 2003

Een envelop in de bus van de Politie! Mijn vrouw opende geschrokken snel de envelop: “Zou Wil te hard hebben gereden en een bekeuring hebben?” Nee hoor, niets aan de hand, wat een opluchting. Het betrof slechts de mededeling dat we gebeld zouden worden voor een telefonische enquête voor de Politiemonitor Bevolking 2003. In de regio Hollands Midden worden vierduizend inwoners benaderd tussen 3 en 20 maart. Ze stellen vragen aan het gezinslid dat ouders is dan vijftien jaar, en het eerste zijn of haar verjaardag zal vieren, allerlei vragen over problemen in de buurt. Intomart, een onderzoeksbureau uit Hilversum, doet het onderzoek.

Misschien dat al die opmerkingen over vernielingen aan auto’s, bushokjes en andere openbare middelen zoals postbussen, zowel Justitie als Binnenlandse Zaken aan het denken gaat zetten. Misschien dat we ooit nog eens voor iedere wijk een wijkagent krijgen en dat het politiebureau dag en nacht bereikbaar wordt! Als al die vierduizend mensen een goed beeld kunnen schetsen van de criminaliteit en onveiligheid in hun buurt, komt het misschien nog goed. Ik denk dat ze vaststellen dat het erger is dan ze dachten en dat ze de conclusie trekken dat ze moeten investeren en het aantal agenten op straat moeten uitbreiden. Wellicht dat de bezuinigingen bij Defensie kunnen worden geïnvesteerd in Justitie?

Een ander opvallende gebeurtenis die het nieuws haalde, was het bericht dat het Rijnlands Lyceum de kantine had gesloten omdat de schooljeugd de boel sterk vervuilde. Zelfs de landelijke dagbladen schreven erover. Welkom op aarde, schoolbestuur. Tegenwoordig is het namelijk heel gewoon dat – vooral de jeugd – verpakkingsmateriaal gewoon laat vallen als de inhoud daarvan op is. Met een gesloten kantine echter, wordt het vuil buiten rond de school verspreid en wordt het nog lastiger om het op te ruimen. Misschien moeten ze toch maar een schoonmaakbedrijf in dienst nemen en de kosten verhalen op de leerlingen; de vervuiler betaalt. Het vuil opruimen in het openbare groen is een mooi ontgroeningsklusje voor de eerstejaars en wellicht een goede opvoedingsles.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

26 maart 2003

Afgelopen zaterdag kreeg ik de eer om een groep van veertien oud-leerlingen van de Terweeschool te mogen rondleiden. De groep jonge zestigers, zij hebben de oorlog nog meegemaakt, waren zeer geïnteresseerd in de verhalen over Oegstgeest. De uitnodiging begon met een verzoekje om een praatje te komen houden van ongeveer vijftien minuten. Dat kwartiertje werd uiteindelijk een paar uur, omdat ik de gasten ook mocht rondleiden door Oegstgeest. Het hoogtepunt van dat bezoek zou natuurlijk het bezichtigen van de school aan de Terweeweg moeten zijn. Helaas kwamen de reünisten niet verder dan het schoolplein. De organisator van de reünie was telefonisch niet verder gekomen dan een resolute afwijzing: zij waren niet welkom.

”Ik heb gevraagd aan een bevriende directeur van de school bij ons in het dorp wat hij zou doen met een dergelijk verzoek”, vertelde een van de gasten. “Hij zou zonder aarzelen de schooldeuren wijd open zetten; hij zou het een enorme eer vinden als oud-leerlingen na vijftig jaar nog belangstelling toonden voor zijn school.” Een dergelijk geluid kwam uit meer monden, maar deed niets af van het feit dat de deuren van de Terweeschool gesloten bleven. Ook telefonische pogingen van mijn kant mochten niet baten, de deuren bleven stijf dicht. Bij de interim-directeur was geen spoor van emotie te vinden, hij zat waarschijnlijk zelf nog maar kort op die school en had nog geen enkele binding daarmee. Voorheen kon je met dit soort zaken bij de gemeente terecht, maar de scholen hebben nu een eigen bestuur. Jammer dat ik te weinig tijd had om achter namen van de schoolbestuurders te komen, ik ben namelijk zeer benieuwd wat zij hiervan vinden. De huidige leerlingen van de school wil ik het advies meegeven om de binnenkant goed in het geheugen te prenten, eventueel foto’s te maken, want als je eenmaal van school af bent, kom je er nooit meer in!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

2 april 2003

Een ander woord voor ongelijkheid, is oneffenheid. Als je in het leven jezelf een doel stelt om alle oneffenheden glad te strijken, heb je een druk bestaan. Maar sommige mensen doen heel rare dingen met ongelijkheid. Kleine oneffenheden zijn zo weggewerkt, maar grote bulten moet je met dynamiet bestrijden. Er zijn nog heel wat mensen in onze samenleving die deze opblaasmethode er op nahouden. Het begint al in hun jeugd wanneer ze kinderen gaan pesten omdat die anders zijn. Meestal zijn ze te laf om dat alleen te doen en organiseren ze een groep gelijkdenkenden om zich heen die ‘anderen’ het leven zuur maken. Als ze wat ouder worden, groeien ze hier vaak overheen. In het dagelijkse leven blijken er ook echte natuurtalenten rond te lopen die doorgaan met deze levenswijze tot de dood er op volgt. In bejaardentehuizen, verzorgingstehuizen en serviceflats zijn hiervan genoeg voorbeelden te vinden. Veelal is de drijfveer jaloezie debet aan de drang om anderen te pesten. De drang om een ander medemens te mijden, uit te schelden en te vernederen, zit blijkbaar in het bloed en is niet uit te roeien. Het vervelende is echter dat er altijd ‘slachtoffers’ zijn die er onder te lijden hebben. Voor hen is het vaak vechten tegen de bierkaai en kunnen ze nergens terecht voor hulp. Tegen een groep klagen heeft geen enkele zin, want dan geven ze het ‘slachtoffer’ gewoon de schuld van alles. Zo was het vroeger op school, zo is het op het werk geweest en zo is het onder de bejaarden en zo zal het altijd blijven. Aan volwassen besturen is het de schone taak om dit soort problemen te herkennen, te onderkennen en uit te bannen. Zo krijgt iedereen het naar de zin. Stel je voor dat dit zich voortzet in het hiernamaals, dan wil je toch niet meer doodgaan?!

Oneffenheden kunnen behoorlijk storend zijn. Onlangs hadden wij het daar nog over tijdens een verjaardagsfeestje. Fietsers die dagelijks van Oegstgeest naar Den Haag rijden, zoals mijn broer en ik, kunnen hier over meepraten. We kwamen tot de conclusie dat bij de aanname van een bouwproject bedongen moet worden dat de aannemer bij oplevering moet zorgen dat stoepen, fietspaden en andere soorten van wegdek, netjes worden opgeleverd. Dit geldt wat mij betreft ook voor kabelleggers die de boel wel dichtgooien, maar er nauwelijks nazorg aan geven. Maar al te vaak worden fiets- en voetpaden kapotgereden door het zware vrachtverkeer en blijven er diepe kuilen en ongelijk liggende tegels achter. Dat is zeer onplezierig fietsen en levensgevaarlijk. Die oneffenheden moeten in de contracten worden opgenomen en niet in de wegen!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

9 april 2003

“De sloot in onze wijk is in vijf jaar tijd veranderd in een stinksloot”, vertelde een van de bewoners van Park Overveer verontwaardigd. Deze wijk die een jaar of acht geleden is aangelegd, net achter het zwembad Poelmeer, heeft rondom een sloot die via een inwatering met openwater in verbinding staat. Voorheen waren er twee van dergelijke verbindingen. “De sloot was een schoolvoorbeeld hoe een sloot zou moeten zijn, maar nu groeit er niets meer. Als we er zelf waterplanten in doen, gaan ze dood, dat is verloren moeite!” De bewoners zijn een beetje moedeloos geworden en voelen zich in de steek gelaten door het waterschap. “Als zij niets doen, dan betaal ik niets”, vertelde de bewoner die een boze brief heeft geschreven naar het Waterschap de Oude Rijnstromen in Leiderdorp.

De wijk tussen de villa Hol Maren en het zwembad had acht jaar geleden een prachtige sloot. Een flora en fauna aan waterplanten, riet, kikkers, vissen en je kon tot op de bodem kijken. Op een gegeven moment ging er iets mis met de waterhuishouding en volgde er een explosie van kroos. Gevolg daarvan was dat er geen zuurstof meer was en alle vis is verdwenen. “Er gingen zelfs zwanen dood. We kregen geen gehoor bij de dierenambulance, dierenbescherming, gemeente, provincie Rijnland en de Rijnstromen. Er werd gesteld dat voor één dood zwaantje niet een heel apparaat in werking wordt gesteld! Wat denkt u wel, werd mij verteld”, aldus de verontruste buurtbewoner. Uit metingen bleek dat er nauwelijks nog zuurstof in de sloot aanwezig was, maar een actie om de sloot te ontdoen van het vele kroos, heeft jammer genoeg niet geholpen. Misschien een goed idee om die sloot te laten adopteren door de naastgelegen Wellant College?

Als het echt mis is in een sloot, dan volgt een explosie van kroos. Het weghalen daarvan alleen is niet voldoende; er moet gekeken worden waardoor het komt. Helaas kan men niet meer zo eenvoudig baggeren; want waar moet men heen met de bagger? Toch zou er iets gedaan moeten worden aan dit soort situaties, want dit geval staat niet op zichzelf. Ook in Haaswijk zie ik met lede ogen hoe de singel waaraan ik woon nauwelijks nog waterplanten heeft, terwijl je vroeger over de waterplanten zoals waterlelies kon lopen. Mijn hond uit die tijd probeerde dat in zijn onnozelheid en werd uiteraard tot zijn grote schrik kletsnat! Bij het aanleggen van nieuwbouwwijken besteedt men gelukkig meer aandacht aan de waterhuishouding. De vier waterschappen in de regio gaan eerdaags samenwerken en in januari 2005 is er nog maar één bedrijf. Dat is voor de burger waarschijnlijk een stuk duidelijker en wordt die niet meer van het kastje naar de muur gestuurd. De wijk Park Overveer krijgt binnenkort antwoord op de boze brief en krijgt ongetwijfeld uitleg over het vervolg. Misschien dat we over een paar jaar daar weer kikkervisjes aantreffen, maar als ik zie hoeveel welvaartsvuil er overal in de sloten drijft, heb ik daar een hard hoofd in. We zijn er nog lang niet klaar voor.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

16 april 2003

Nederlanders zijn gek op kortingen en als er ergens geld terug kan worden gevraagd, zullen we dat niet nalaten. Op de energierekening van NUON staat vermeld dat als je boven een bepaald waterverbruik uitkomt, je dan energiebelasting mag terugvragen aan de belastingdienst. Aangezien bij ons thuis dit als topsport wordt bedreven, werd direct de belastingdienst gebeld. Er stond namelijk niet op de rekening hoe je een eventuele teruggave kon verkrijgen. Ook stond er niet bij hoe dat berekend wordt. Bij de belastingdienst zagen ze echter water branden en verwezen ons naar NUON.

Maar ook bij NUON hadden ze er nog nooit van gehoord, dus verwezen ze ons naar, inderdaad, de belastingdienst. Op het Internet werd ik ook niets wijzer. Toch maar weer een ander telefoonnummer gebeld bij NUON. Daar verwezen ze ons naar Emmen. De dame aan de andere kant van de lijn vertelde dat we niet bij het juiste bedrijf aanklopte, maar dat we een ander nummer moesten bellen, juist, bij NUON. Eindelijk was er iemand, na een lange wachtrij voor tien eurocent per minuut, die iets zinnigs wist te vertellen. Maar dat moest ze wel na enig aandringen bij haar collega navragen. We moesten een kopie van de energierekening voegen bij de belastingopgave; maar die was de deur al uit. We moesten dan maar een ander nummer bellen bij NUON om de teruggave te regelen. Op de typisch Hollandse vraag hoeveel geld we dan terug zouden kunnen vragen, antwoordde ze na enig rekenwerk dat dit toch al gauw anderhalve euro zou zijn. Dat andere telefoonnummer bellen had niet zoveel zin meer, we hadden intussen al voor meer dan een paar euro verbeld en een snelle berekening leerde dat verder informeren economisch niet verantwoord was.

Het zou helemaal niet gek zijn als al die formulieren waar we mee doodgegooid worden, eens informatie zouden geven in plaats van alleen maar gegevens en een moeras van bepalingen. Als ze aangeven dat je een restitutie kan ontvangen, zou het heel erg leuk zijn als er bij wordt vermeld hoe je dat moet terugvragen en bij wie. En als je dan telefonisch informatie vraagt, je iemand aan de lijn krijgt die van de hoed en de rand weet, want anders is het alleen maar energieverspilling!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

24 april 2003

 “En nu zijn ze wel snel”, reageerde een moeder waarvan haar kinderen een prachtige hut hadden gebouwd in de bosschages bij het Hotzpark in Haaswijk. Als een parodie op het avontuur van de Zwitserse familie Robinson, waren kinderen uit de buurt enthousiast bezig een boomhut te bouwen van allerlei zwerfmateriaal. Gereedschap kregen ze te leen van een van de vaders. Aan de idylle kwam echter snel een eind toen de dienst der gemeentewerken, al dan niet ingeseind, resoluut de hut afbrak. Weg ermee, alles was in een paar minuten verdwenen. “En dan precies op vrijdagmiddag, vlak voor het weekend; konden ze nou niet even een paar dagen wachten? Mijn zoon had een boodschap gedaan bij C1000 en kwam witheet thuis. Ze hebben de hut weggehaald, zei hij helemaal ontdaan. Ze waren daar een paar dagen zoet mee geweest en kregen van alle kanten materiaal aangedragen. Ze hebben van alles uit de sloot gevist en naar de bosjes gesleept en een hut van gebouwd. Ze lieten er zelfs de computer voor staan!”

De ambtelijke regels zijn nou eenmaal streng. Je mag niet zomaar ergens iets bouwen zonder vergunning, zelfs geen boomhut die op de begane grond wordt gebouwd. Ik heb die kinderen bezig gezien en toen ze het groen begonnen los te rukken om als bouwmateriaal te gaan dienen, heb ik ze nog gevraagd om dat heel te houden. Ik kon nog net een paar narcissen redden die vermoedelijk voor een van de moeders bestemd waren of moesten dienen als versiering voor de hut. Inmiddels hadden ze de boom waartegen ze de hut hadden vastgetimmerd, grotendeels ontveld. Dat hadden ze echter beter niet kunnen doen. Waarschijnlijk is dat de reden geweest dat de hut is geruimd. Preventief geruimd, zoals ze tegenwoordig plachten te zeggen. Stel je voor dat het hele bos wordt gesloopt, dat kan toch niet. Wel een mooi idee voor de gemeente: Geef de jeugd gelegenheid en de ruimte om hutten te bouwen; dat vinden ze blijkbaar leuk!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

1 mei 2003

De Primafoonwinkel is niet meer rechtstreeks te bellen, zo werd mij verteld door een vriendelijke KPN medewerker toen ik een algemeen informatienummer belde. Ons telefoontoestel, zo’n draagbaar geval dat draadloos is verbonden met een basisstation, is na vier jaar aardig versleten. Vooral het uitzetknopje doet het slecht. Dat heeft de KPN tactisch gedaan, zo duren de verbindingen alleen maar langer, en daar varen ze wel bij. Misschien dat daarmee de aandelen ook weer omhoog gaan? Maar goed, als je wilt weten hoe duur een eventuele reparatie is, moet je naar de winkel toegaan; bellen kan niet meer, raar, want daar moeten ze het toch van hebben? Vroeger deed je een heel leven met een telefoontoestel, maar die tijd is geweest.

Ik heb overigens nog veel meer ergernis met het bellen via KPN. Ik ben al een paar jaar de trotse bezitter van een mobieltje. Het begon allemaal met een zogenaamde ‘koelkast’ die inmiddels is doorgeschoven naar de derde eigenaar. De combinatie van een stukje technisch vernuft dat is verstopt in een piepklein toestel, en de verbindingen van de KPN, is perfect. Waar anderen klagen dat ze geen verbinding kunnen maken, heb ik geen enkele moeite om te bellen. Niet dat ik dat nou zo vaak doe, maar toch. Juist omdat ik zo weinig bel, is mijn beltegoed niet op te krijgen. De keren dat ik bel, wordt ik gestoord door een damesstem die mij onophoudelijk vertelt wat mijn beltegoed is en hoelang ik er nog mee kan bellen. Ook vertelt ze daarbij dat het wordt afgepakt als ik er niet snel nog wat bijstort. Je kunt deze boodschap niet afkappen, jammer, al heb je nog zo’n haast om te bellen, je moet geduldig wachten tot die onzin voorbij is. Bel je vijf minuten later weer, krijg je wederom die boodschap. Nog eventjes en de gesprekken worden onderbroken door hinderlijke reclameboodschappen, net als op de televisie.

Helaas kun je niet met kleine bedragen je beltegoed ophogen, zodat ik altijd met een overschot zit. Uiteraard te laat opwaarderen, waardoor zomaar vijf euro beltegoed komt te vervallen; schande! Ik heb toch maar weer opgewaardeerd met twintig euro, veel te veel, maar ik moet wel. Zonder beltegoed ben je slechts korte tijd bereikbaar, want ook daaraan komt een eind. Gebruik je een 06-nummer een tijdje niet, dat pakken ze dat ook nog van je af! Misschien ga ik toch maar op zoek naar een andere provider, eentje die niet zo agressief is maar lief is voor zijn klanten!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

7 mei 2003

Tijdens de Jaarmarkt in de De Kempenaerstraat had ik het genoegen om te worden getekend door een karikaturist. Er was nog nooit een karikatuur van mij gemaakt, dus beleefde Oegstgeest die middag een primeur. Het was een cadeautje van Instock Galerie en ik kon er niet onderuit. Na mij nam burgemeester Els Timmers plaats op de stoel waarin die dag heel wat voorbijgangers werden getekend. Steevast tekende Martin Pouw het gezicht rond een breedlachende mond. Hij begon pas met tekenen als hij dat beeld in zijn vizier had. Het ging de burgemeester beter af dan ik; het kostte haar nauwelijks moeite om te lachen. Met kramp in de kaken maakte ik graag plaats voor haar, een tekening rijker. “Dat is beter dan die foto”, riep menig voorbijganger mij toe, zichtbaar genietend van de kromme lijnen op papier. Het breedlachende gezicht van een ‘razende reporter’ straalde mij tegemoet toen de tekening af was.

Het lijkt wel of de laatste jaren het weer niet meer wil meewerken aan een geslaagde Jaarmarkt. Toch was het maandag bijzonder gezellig in Oegstgeest. Vooral de vrijmarkt was heel gezellig. ’s Morgens om zes uur werden de vooraf gemerkte plekken al bezet door enthousiaste kinderen. Het regende die ochtend stevig en de verwachtingen waren niet zo best. Dit weerhield ze echter niet en met behulp van zeildoek en parasols werd de handel droog gehouden. Later die dag klaarde het gelukkig op en kon zelfs de paraplu worden opgeborgen. Onder het wandelen langs de lange rijen ‘handelaren’ straalde het plezier er bij velen vanaf. Lang nadat de markt was afgelopen, zaten onder enkele tentjes nog mensen na te genieten van een gezellige dag. “Er waren ouders die voor hun kinderen ergens spullen hadden ingekocht om ook een plek te kunnen hebben op de markt, omdat hun kinderen dat zo leuk vinden om te doen”, pikte ik ergens op uit een gesprek. Een door de organisatie van de Jaarmarkt ingehuurde opruimploeg was druk doende met opruimen van de zooi die men achterliet. Want het is blijkbaar heel gewoon om je rotzooi achter te laten. Dat is de dankbaarheid die men heeft voor het zitten bij een ander voor deur.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

14 mei 2003

Zonder blikken of blozen reed de jongedame de stoep op met haar opoefiets. Ze deed het vlak voor de rijwielhandel van Frank van der Meer en kon eventueel zo bij hem terecht. Dat zal overigens al snel gebeuren, als ze zo door blijft karren. Ik dacht later nog eens aan dit voorval toen ik vorige week zondag een ritje maakte door de duinen. Ik was op de terugweg vanuit Scheveningen en werd ingehaald door een groepje fanatieke wielrenners. Ik maakte graag van de gelegenheid gebruik om aan te haken, want ze hadden een behoorlijk tempo. Even later gingen we met een snelheid van net boven de veertig kilometer per uur over een dubbele hindernis. Mijn fiets kraakte angstvallig en ik vloog alle kanten op en kon maar net rechtop blijven. Ik besloot een beetje langzamer te gaan fietsen en liet het groepje graag gaan. Later die week kwam ik thuis met een steeds vervaarlijker slingerend achterwiel; er bleken twee spaken afgebroken te zijn. Mijn eigen schuld, moet ik maar niet zo roekeloos rijden. Frank had het overigens weer snel gerepareerd en met een paar ‘zo goed mogelijk’ uitgelijnde wielen, hoop ik weer veel kilometers te kunnen maken. De jongedame hoor ik het al zeggen: “Ik rijd nooit de stoep op, ik doe zoiets nooit, ik snap ook niet hoe die slag in mijn wiel komt!” Menig vader zal als hij dit leest herkennend met zijn hoofd knikken.

Van de week ontdekte ik dat in de Korenbloemlaan nog steeds de stoeptegels vervaarlijk uitsteken, vooral bij de boom voor huisnummer dertig. Toen een bejaarde dame een paar jaar geleden zeer ongelukkig ten val kwam, beweerde men dat het schandalig was dat de stoep daar zo gevaarlijk ongelijk was. Een controleur brak overigens op dezelfde plek bijna zijn nek! Men beweerde van de gemeente echter dat als het minder dan twee en een halve centimeter uitsteekt, je daar niet over mag vallen. Ondertussen zijn er nog meer bejaarde dames op hun gezicht gegaan, een daarvan loopt nog rond met een blauw oog. Een van de bewoners heeft al op een andere plek de boel gelijk gemaakt, helaas nog niet ter hoogte van huisnummer dertig. Maar dat hij zich nu moet verontschuldigen dat hij er nog geen tijd voor heeft gehad, lijkt mij te zot voor woorden. Maar als niemand anders het doet, moet hij toch maar opschieten, misschien dat iemand hem wil helpen?

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

21 mei 2003

Tijdens al die bijeenkomsten over het meedenken met de gemeente, om acties te starten waarmee geld kan worden bespaard of zelf geld mee kan worden verdiend, werd tijdens een VVD bijeenkomst van wijkambassadeurs ook gespuid wat er allemaal mis in Oegstgeest. Een van die missers is het karig plaatsen van straatnaamborden, een fenomeen dat zich niet alleen voordoet in Oegstgeest, maar algemeen gebruik lijkt te zijn. Ik moet degene die dit punt naar voren bracht van harte gelijk geven, de borden staan alleen maar goed als je van rechts komt. Als je een straat aan de rechterkant zoekt, ben je een gevaar op de weg. Je kunt namelijk het naambordje alleen maar lezen als je er voorbij bent, maar dan moet je je lichaam wel in allerlei bochten wringen. Daarbij zie je niet meer waar je rijdt, dus rijd je stapvoets en ben je een gevaar op de weg voor andere weggebruikers. Bij de eerste zijstraat, nee, volgende dan maar. Die is het ook niet, dus op naar de volgende. Net als je er voorbij bent, zie je dat het de straat is die je zoekt. Je trapt op de rem en je bent van plan om een stukje achteruit te rijden om de straat in te kunnen rijden. Helaas, degene die vlak achter je reed, moest een noodstop maken en staat bijna tegen jouw bumper aan. Luid toeterend maant die achterligger je dat je maar beter snel kunt doorrijden, achter hem staat nog een rijtje ongeduldige automobilisten. Dan maar doorrijden en pas na twee kilometer rijden krijg je de gelegenheid om te keren en bij de straat aangekomen blijkt dat je alleen maar rechtdoor mag. Na twee kilometer kun je pas keren en eindelijk kom je weer in de buurt. Was het nou de tweede of de derde straat rechts. Je neemt de gok en gaat rechtsaf, shit, de verkeerde! Helaas is het eenrichtingsverkeer en sluit er een auto direct achter je aan zodat je niet meer terug kunt. Na allerlei bochten en snelheidsremmende maatregelen, onderweg was ook nog eens iemand bezig met het uitladen van een kleine vrachtauto, kom je eindelijk bij de juiste straat aan. Helaas, ook hier eenrichtingverkeer. Als dan na drie kwartier blijkt dat degene waar je naar op zoekt bent, ook nog eens niet thuis is, is de maat vol. Je trapt het gaspedaal in en rijdt als een waanzinnige naar huis. Twee weken later ligt er een fikse bekeuring in de bus voor te hard rijden en eentje voor het rijden door een rood licht. Auto kopen?

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

28 mei 2003

Het leek wel uitverkoop bij de Gemeentewerf, vorige week maandag. Alleen kwamen mensen niet om spullen te halen, maar om spullen te brengen. Het gemeentepersoneel kreeg amper tijd om koffie te drinken, zo druk was het. IJzer, hout, puin, elektronica en andere elektrische apparaten, te veel om op te noemen werd er gedumpt. Kijk dat is nog eens service van de gemeente; waarnodig stak het personeel een helpende hand toe. Hoewel ze geen tijd en geld heeft om wekelijks met de grofvuilauto door Oegstgeest te tuffen, kun je toch je grofvuil kwijt. Je moet het alleen zelf brengen. Auto’s reden die maandagochtend af en aan en een bord bij de ingang gaf het al aan: niet meer dan zoveel auto’s tegelijk naar binnen, een kwestie van de slagboom pas open doen als het weer kan. Zo’n ochtendje shoppen is nog best gezellig en je bent mooi van je rotzooi af, en je hoeft niet te wachten totdat de grofvuilauto langskomt. Mensen die niet zelf hun afval kunnen brengen, zullen namelijk moeten bellen voor een afspraak. De afweging wat economischer is, al die mensen laten rijden of een gemeenteauto, wil ik liever niet maken, dat is namelijk sterk afhankelijk van de zak waaruit het wordt betaald. Vele kleintjes maken immers ook een grote?

In de natuur is de mate van overlevingskans ook sterk afhankelijk van afmetingen. Maar onlangs zag ik een reiger bij ons voor de deur reikhalzend naar de jongen van een meerkoet uitzien. Moeder meerkoet had de snoodaard echter in de smiezen en kwam als een speedboot op de reiger afpeddelend. De reiger, hoewel een flink stuk groter, zeker wat het de afmetingen van zijn snavel betreft, week van schrik terug. De meerkoet viel hem nog een paar keer aan en haar drie jongen deden enthousiast mee, totaal niet beseffend dat de reiger ze maar wat graag in zijn buurt wilde hebben. Deze keer liep het echter goed af voor de jonge meerkoeten, vooral door hun moed en felheid. Eigenlijk doet het er niet toe hoe groot je bent.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

4 juni 2003

Toen ik vorige week het winkelcentrum aan de Lange Voort bezocht, verbaasde ik mij over de drukte daar. Het was die dag geraniummarkt en het noodwinkelcentrum werd geopend. Maar dat was niet eens de reden dat er zo veel mensen rondliepen en zelf het nieuwe parkeerterrein vol met auto’s stond. Er doen gewoon veel mensen boodschappen daar. Door de noodgedwongen concentratie rond het Irispark, lijkt het allemaal veel gezelliger geworden, en drukker. Het viel mij op dat de twee voetgangers oversteekplaatsen (VOP) niet voldoende waren. Gelukkig is dat meer mensen opgevallen en is er een extra aangelegd. Je zou VOP ook kunnen vertalen als een veilige oversteekplaats. Maar of die nieuwe oversteekgelegenheid ook zo veilig is? Hij ligt wel heel erg dicht bij de bushalte. Die bij Albert Heyn op de hoek is door de ligging bij het kruispunt al niet zo gunstig – dit geldt eigenlijk ook voor die bij de Lange Voort – de nieuwe lijkt mij ook best link. Niet oversteken als er een bus bij de halte staat, is het beste advies dat ik kan geven. Oversteken voor een bus langs is nooit aan te bevelen, ook niet bij een oversteekplaats.

Best gezellig op het winkelcentrum als er een terras is georganiseerd. Dat wordt daar node gemist, dat blijkt wel uit het aantal kopjes koffie dat wordt geserveerd. Gratis, dat wel, maar best gezellig. Op de plaats waar nu een noodwinkelcentrum is gevestigd, zou best iets leuks gemaakt kunnen worden. Een muziektent is dan wel het minste. Een gezellig terras waar je even kunt zitten en genieten van een bakkie, of naar het toilet zou kunnen, dan is het winkelcentrum pas af. Daar hebben ze toch wel aan gedacht bij de nieuwbouwplannen? Wat wel weer leuk is zijn de discussies die nu aan de gang zijn over de busverbindingen tijdens de verbouwing van het winkelcentrum. Gelukkig zijn daar weer mensen voor die zich daar over buigen. Maar let op, voor je het weet kun je op de fiets naar de bushalte, maar waar moet je die dan stallen en staat die er ’s avonds nog?

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

11 juni 2003

Het is wel even wennen, daar aan het Winkelcentrum Lange Voort. Slopers zijn voortvarend begonnen en de vrijwillige brandweer kon net nog even oefenen in de passage die op het punt staat te verdwijnen. Fietsenrekken zijn weg en daardoor ook de muurtjes waaraan de prullenbakken hingen. Net voordat het winkelende publiek in paniek kon raken, werden er weer een paar bakken geplaatst. Ook het Postkantoor is aan het verbouwen en de brievenbussen en geldautomaten moeten een ander plaatsje krijgen. Brievenbussen? Die hangen er toch niet meer? Klopt, een foutje. Het Postkantoor dacht die ergens anders op te kunnen hangen. Helaas mag dat niet. “Als het meer dan een meter verder is, moet er een vergunning voor worden aangevraagd”, vertelde een van de medewerkers. Die vergunning waren ze dus even vergeten. Nou, iedere dag een meter is een gevel in een week, toch?

Ik dacht dinsdagochtend een berg puin te ruimen en daarmee ruimte te scheppen in onze achtertuin. Met mijn auto volgeladen richting de gemeentewerf, stond ik binnen een minuut in een gigantische file. De Haaswijklaan stond in beide richtingen helemaal vol met auto’s. Waar ik normaal een minuut of twee over doe, kostte mij nu bijna een half uur. De Warmonderbrug is een maandje afgesloten en is de directe oorzaak van dit leed. Als je niet echt nodig met de auto de wijk uit hoeft, ga dan maar lekker met de fiets, want dit is niks. De verkeer regel installaties (VRI) bij de Postbrug en bij de Haaswijkbrug, zijn niet in staat om zo veel verkeer vlot af te werken, jammer.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

18 juni 2003

Het was stil in de Dorpsstraat. De Leiden Marathon kwam niet door Oegstgeest. Ja, u leest het goed, de Leiden Marathon kwam niet door Oegstgeest. Geen gezellige doorkomst in de Dorpsstraat bij Henk Heemskerk, geen gezellige drinkpost bij De Gouwe en geen massale ontvangst aan de Abtspoelweg. Nou was het ook geen weer om op de fiets te stappen en naar Leiden te gaan om de start bij te wonen. Misschien de finish, maar het was een natte dag. Om te lopen is het altijd wel lekker als het een beetje regent, maar je hebt zo een te snelle afkoeling te pakken, en dat is vaak zeer onplezierig. Ze waren spinnend tevreden over de nieuwe opzet, dus die gezellige doorkomst in de Dorpsstraat zullen we voortaan moeten missen. Maar misschien komt iemand op het slimme idee dat afwisseling van het parcours heel verrassend kan zijn en komen ze ooit nog eens bij Henk Heemskerk en De Gouwe langs; gezellig.

De verlenging van de Lange Voort schiet al lekker op en de brug naar Poelgeest begint al vorm te krijgen. Maar wat nog leuker is, in de wijk Park Overveer, achter het zwembad Poelmeer, zijn weer kikkers in de sloot ontdekt. Die sloten daar waren de laatste jaren vreselijk achteruit gegaan. Gelukkig hebben de verantwoordelijke instanties ingezien dat snelle actie was vereist. De buurtbewoners waren in het geweer gekomen en dreigden hun bijdrage aan het waterschap niet te betalen als er niet snel wat aan de slechte omstandigheden in ‘hun stukje natuur’ gedaan zou worden. Die rekening moeten ze natuurlijk gewoon betalen, daar zouden ze nooit onderuit kunnen komen. Maar de boodschap is duidelijk overgekomen, want er zijn weer kikkers in de sloot, en zo hoort het ook. Nu maar hopen dat de bewoners van de fraaie stukje Oegstgeest niet ’s nachts wakker liggen van dat gekwaak!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

25 juni 2003

Als je door Haaswijk loopt, dan valt het je op dat het er allemaal schitterend uitziet. Prachtig aangelegd groen, met veel waterpartijen. Aan het eind van de Morsebellaan trof ik een eendenpaar dat druk doende was met eten te filteren uit een dikke laag eendekroos. Lopend richting de Erasmuslaan, naderde ik een lieflijk parkje waar de onlangs geschoren schapen van Henk Heemskerk rustig graasden. Het viel mij op dat er erg veel nesten zijn van meerkoeten. “Daar zit normaal een meerkoet op het nest”, vertelde een van de buurtbewoners. “Maar als het nest maar even wordt verlaten, dan zit er een eend op.” Vlak bij de scholen in Haaswijk ligt een vrij groot nest waar zeker meer dan tien meerkoeten vochten om een plekje. Af en toe schalde het droeve gesnotter van een meerkoet over het water waar de ondergaande zon fel in weerspiegelde. Hier en daar klonk het eenzame gekwaak van een verdwaalde kikker.

Een stelletje dat de hond uitliet, liep voor mij uit. De buschauffeur van Lijn 30 ging het gebouwtje binnen waar hij kon uitrusten van de vermoeide rit; hij stond voor de spiegel en fatsoeneerde zijn kapsel. Het stelletje met de hond, imiteerde het geblaat van de schapen, of was het andersom? Lichting zes van de brievenbus was net geschied en in de verte klonken een paar vrolijke kinderstemmen. Het viel mij op dat er erg weinig zwerfvuil was in dat gedeelte van Noord-Oegstgeest. Maar ook weinig eenden en dat was vreemd. “Er zijn zeker twintig eenden slachtoffer geworden van botulisme”, meldde de Dierenambulance desgevraagd. Een stuk of vijf eenden waren daar aan het bijkomen van de vergiftigverschijnselen van deze vervelende bacterie en komen er waarschijnlijk wel weer bovenop. Ook een moeder met een aantal jongen en een stel jonge meerkoeten waren slachtoffer geworden. Zeker twintig eenden waren minder gelukkig en wachten in de vriezer op verdere afvoer. “Eenden die er slecht aan toe zijn, kunnen voorbijgangers beter uit het water vissen en op de kant leggen. Wel goed je handen wassen daarna.” De Dierenambulance had net de drukke tijd van jonge merels, kauwtjes en kraaien achter de rug en reed af en aan om de botulisme eenden op te halen. Dode dieren worden opgehaald door de reinigingsdienst, maar wel tijdens kantooruren. Ze hebben daar geen antwoordapparaat (bezuinigingen?), maar een mailtje naar service@oegstgeest.nl, of de volgende ochtend bellen naar de gemeentewerf en ze worden opgehaald. Misschien dat zelf brengen naar de Dierenambulance van zwakke en dode dieren ook een oplossing is? Te weinig zuurstof in het water is de oorzaak van het botulismeprobleem en dat treft de gehele regio. Wellicht wordt het tijd dat de gemeente de sloten eens uitdiept en zorgt voor een betere doorstroming naar stromend water. Waar blijven overigens de waterplanten?

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

2 juli 2003

Mooi hè, die nieuwe steigers. Ja, Oegstgeest heeft het beleid omgegooid, zeg maar het roer, en legt op diverse plaatsen steigers aan. Ik ben nog wel benieuwd hoe het straks gaat met het aanleggen en wie er mag aanleggen, ongetwijfeld wordt dat heel duidelijk aangegeven. Hoewel het heel normaal lijkt om steigers te hebben aan de waterkant waar boten kunnen afmeren, mankeerde daar in Oegstgeest nog wel het een en ander aan. Althans, je kon je bootje vrijwel nergens afmeren, en de discussie daarover liep zo hoog op, dat er een vereniging werd opgericht met de zeer toepasselijke naam In Het Zelfde Schuitje. Als je jouw bootje heel stout toch ergens afmeerde, bijvoorbeeld aan jouw eigen steiger, volgde een sommering voor een fikse boete.

Bij de nieuwe steigers in het Oegstgeester kanaal komen bij de boothellingen hopelijk ook bestratingen, want het gras kan niet tegen de auto’s en trailers die er over rijden. Parkeren lijkt nog geen probleem, ze laten hun auto en trailer tenminste niet de hele dag op het gras achter. Al hoorde ik ze laatst wel klagen over de Erasmuslaan, waar wel dergelijke combinaties in de weg stonden. Ook daar is geen handige ‘tewaterlaatplek’. Overigens, met een beetje fantasie trekken ze het Oegstgeester kanaal door naar het molentje bij het Irispark. Ze zijn daar al een tijdje aan het graven en bij het winkelcentrum wordt er ook behoorlijk was ruimte gecreëerd. De passage is vrijwel geheel verwijderd, evenals de voormalige Floraschool. Zou daar een bassin komen, of een haven? Waarschijnlijk neemt mijn fantasie nu de vrije loop. Alhoewel, zaterdag komt er wel een bootshow, zou het dan toch?

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

9 juli 2003

Met lede ogen zien de bewoners van Oegstgeest-Noord hun zo prachtig groen stukje Oegstgeest met sprongen achteruit gaan. Waar ooit grote scholen witvis met smart op de hengelaar lagen te wachten, zwemt nu nog nauwelijks een stekelbaarsje. Het voordeel is dat de brandweer niet meer hoeft uit te rukken om zuurstof in het water te pompen, want dat moest regelmatig worden gedaan om massale vissterfte tegen te gaan. Er is amper nog sprake van doorstroming en de vissen paaien voortaan ergens anders. Toen onlangs de eendenpopulatie door botulisme werd gehalveerd, was de maat vol. “Dit kan toch niet”, werd overal gemopperd. Bellen naar allerlei instanties wees uit dat het vingertje wees naar de gemeente zelf. “De gemeente is verantwoordelijk, die moet baggeren!”

Er is hoop voor het door de bagger dichtgeslibde Haaswijk. De gemeente Oegstgeest gaat namelijk binnenkort baggeren. Ze starten met het oudste gedeelte van Haaswijk, waar na bijna twintig jaar de sloten amper zijn gedempt. De bewoners kunnen na de zomer opgelucht ademhalen, hun sloten worden uitgediept en de vissen, kikkers, meerkoeten en eenden krijgen weer wat lucht. Lucht? Ja, want aan deze monsterklus zit wel een luchtje. Niet omdat er is geknoeid met de uitbesteding en de gemeenteambtenaren een reisje hebben gekregen van de baggeraar, nee niets van dit alles. Er komt wat anders boven water. Dat luchtje komt namelijk van de bagger, en bagger stinkt. Gaan we nu massaal klagen tegen stankoverlast? Natuurlijk niet, als we met z’n allen even diep snuiven en deze heerlijk landelijke lucht langs onze neusharen laten vibreren, is die lucht zo weer weg. Heerlijk!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

16 juli 2003

Eens temeer is bewezen dat slopers ruimtescheppers zijn. Kijkend vanuit de Korenbloemlaan naar de Lange Voort, is er weer het landelijke vergezicht dat wij gewoon waren toen we in 1957 daar kwamen wonen. Toen de Floraschool daar werd gebouwd, kwam daaraan bruut een eind. Die school zou tot de eerste helft van 2003 het uitzicht bepalen. Nu kijken we dus op een volle boom die aan de rand van het parkeerterrein staat, met de illusie van een natuurlijk vergezicht. Helaas zal dit van korte duur zijn en wordt het uitzicht binnenkort weer net als vroeger met een tijdlang bouwactiviteiten en daarna zicht op een stukje stadsvernieuwing van hoog niveau.

Tijdens mijn jeugd is er ontzettend veel gebouwd in Oegstgeest en werd het uitzicht steeds korter en moesten we alsmaar verder lopen naar de polder, de rand van Oegstgeest. Het was best een avontuurlijke tijd waarin we een gigantisch speelterrein tot onze beschikking hadden, de terreinen werden in die tijd goed bewaakt. De elektriciteitsbuizen van pvc die we vonden in de bouw, daar maakten we bogen van. Met snijtouw van Dullaert en groene plantenstokje van De Kluyver – die werden verzwaard met ijzerdraad van een neef – beleefden we avonturen als Robin Hood of Wilhelm Tell. In de polder hadden we ruimte genoeg om te zien wie het verst kwam met zijn pijlen. Verder was de bouw een schitterend oefenterrein voor het cowboy en indiaantje spelen, en konden we naar hartelust schieten met de spliterwtpistooltjes. Met een betonijzervlechter in de familie was het heel eenvoudig om met een staaf betonijzer en een blokje hout, een eikelgeweer te maken. Een halve eikel in een pvc-buis, blokje met de ijzeren staaf op je bovenbeen en dan met kracht de buis naar je toehalen, zodat de eikel met een kleine explosie uit de buis werd geperst. Mens, wat een kracht zat daarachter!
De bouw is bij uitstek een goede leerschool om te ontdekken wat je met het bouwmateriaal allemaal kunt maken. Dezelfde elektriciteitsbuis gebruikten we ook om pijltjesgeweren van te maken. Met zuivere precisie schoten we door de op een kier geopende ramen, het liefst badkamerramen, en dreven soms de buurvrouwen tot grote wanhoop. Want om iedere dag de tot pijlen gedraaide pagina’s van de Libelle of Nieuwe Revue te vinden in de zojuist schoongemaakte douche, vond waarschijnlijk niemand leuk. Wij wel dus!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

23 juli 2003

Als de ondergrondse glasbakken in onderhoud zijn, blijkt dat de ouderwetse bovengrondse kolossen nog lang niet uit de gratie zijn. Zij kunnen mooi dienen als vervanger totdat de ondergrondse exemplaren weer op hun plaats staan. Naast de C1000 supermarkt in Oegstgeest-Noord was dit namelijk het geval. Prachtig groen gespoten, stralen inmiddels de nieuwe zuilen de afvalscheidende medemens uitnodigend tegemoet. De oude bakken staan nog op het hoekje en hebben meer dan eigenlijk nodig was hun tijdelijke dienst bewezen. Rondom de bakken op de grond en er bovenop stonden namelijk flessen en potten in de glasverwerkings driekleur bruin- wit- en groenglas, omdat de bakken propvol zaten. Een paar stappen verder kon het glas zonder problemen in de ondergrondse bakken worden gedumpt. Een beetje dubbelop, maar toch nog je glas niet kwijt kunnen raken! Je zou kunnen denken dat er in de vakantietijd minder glas wordt weggegooid, misschien dat de ophaaldienst dit ook had bedacht en dat dit dus tegenviel in de praktijk. Of was het wellicht beter dat na het plaatsen van de nieuwe bakken de oude direct verwijderd waren. Of zijn de bakken gewoon te klein en hadden ze al eerder moeten worden geleegd? Eigenlijk zou een glasbak een soort slokdarm moeten hebben die de potten en flessen vermaalt tot kleine stukjes, zodat er veel meer in kan. Als je dan ook nog zelf de zwengel mag bedienen, is het feest compleet. Misschien dat er dan ook wat minder glas op straat zou komen te liggen omdat de vernieldrift van sommige mensen dan op een andere manier wordt bevredigd.
Op de Kleyn Proffijtlaan is een kale zandplek in het gras de stille getuige van de plaats waar ook zo’n bovengronds gebeuren stond. Voorbijgangers kijken nu weer tegen een klein stukje natuurgebied aan en dat is toch een heel ander gezicht dan tegen een paar glasbakken aan te moeten kijken. Die paar meter verder lopen moeten we dan maar voor lief nemen.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

30 juli 2003

“Da’s mooi hè?”, riep een vrouw mij toe vanaf haar balkon, toen ik voorbijfietste en nieuwsgierig omhoog keek. Ze was daar samen met haar partner druk doende met het opknappen van het balkon en had daar onmiskenbaar veel plezier in. De onderkant van het balkon van de bovenburen werd hemelsblauw geschilderd en op de vloer van hun eigen balkon werd ongetwijfeld ook een toepasselijke kleur opgebracht. De saaie eenheidskleur van het beton waren zij waarschijnlijk zat en grepen zij de vakantietijd aan om daar iets aan te doen.

Vroeger leek het erop dat mensen in een koophuis altijd met hun woning bezig waren met allerlei onderhoudswerkzaamheden. Bewoners van huurwoningen keken daar altijd minzaam naar en riepen dan dat zij dat nooit hoeven te doen; de buitenkant wordt inderdaad door de huisbaas onderhouden. Voor de rest blijkt dat de bewoners toch net zoveel moeten doen als bewoners van een koopwoning; binnenshuis doet de huisbaas immers niets. Mijn leven lang woon ik redelijk tevreden in huurwoningen van een huurvereniging; de vereniging is inmiddels overgegaan in een stichting. Als je als bewoner een klacht hebt, kun je ’s morgens bellen naar de technische dienst. Ik heb wel eens het idee dat die technische functie steeds meer een administratieve baan is geworden. Je wordt maar al te vaak teruggefloten met de opmerking dat je de reparatie zelf moet uitvoeren. Nu vragen ze de bewoners zelfs om een maandelijkse bijdrage voor de rioolwerkzaamheden. Een opsomming van de kosten bij een kleine en een grote rioolverstopping moeten de huurders overhalen om die kleine maandelijkse bijdrage als een investering te zien. Kleine verstoppingen vond ik echter tot nu toe zelf terug en de grote heb ik gelukkig nooit gehad. In het verleden werd dat volgens mij door de huisbaas opgelost, dus wie maakt zich dan druk om de kosten? Maar nu gaan de kosten de spuigaten uitlopen en wil de huisbaas een kleine bijdrage in de hoge kosten; misschien is het verstandig om dan die verkapte huurverhoging toch maar te accepteren? Overigens bleek onlangs dat de huurder ook zelf de dakgoot moet schoonhouden. Het moet toch niet gekker worden!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

13 augustus 2003

Inmiddels komen alweer veel mensen thuis, maat het was goed te zien dat er veel mensen op vakantie waren, weg van de sleur van alledag. Het boodschappen doen gaat veel vlotter en ook het verkeer is een stuk rustiger. In Oegstgeest is het vooral te merken aan de lege parkeervakken. Vooral in de nieuwbouwwijken waar men een te krappe formule heeft toegepast voor het aantal parkeervakken, is het een stuk eenvoudiger om een plaatsje te vinden. Auto’s staan minder vaak op de trottoirs geparkeerd en zo af en toe is er zelfs nog een vrije parkeerplaats te vinden. Maar als straks de vakantie voor iedereen weer voorbij is, dan gaat het zoeken naar een vrije parkeerplaats weer gewoon verder. Tegenwoordig moet je niet raar opkijken als er meerdere auto’s in een gezin voorkomen, een onderschat fenomeen waardoor er te weinig parkeervakken zijn. Een van de nieuwe onderwerpen waar het gemeentebestuur zich ongetwijfeld gaat bezighouden na de zomer; niet met het aantal auto’s, maar het aantal parkeervakken die daarvoor nodig is.

Niet iedereen heeft de luxe van een parkeermogelijkheid op eigen grond met de mogelijkheid om de auto altijd voor de deur te hebben. Hij staat lekker dicht bij huis en daardoor ook nog eens een stuk veiliger voor inbraak en vandalisme. Een carport of inrit in eigen tuin is geen goedkope grap en moet ook nog eens worden aangevraagd. Eigenlijk zou de gemeente het moeten promoten en de mensen die er voor in aanmerking komen een subsidie moeten geven om ze tegemoet te komen in de kosten. Een premie zoals ooit werd gegeven voor het verwijderen van oude stookolievaten uit de grond, kan als voorbeeld dienen. Een tegemoetkoming van enkele honderden euro’s is volgens mij goedkoper dan een parkeervak aanleggen aan de openbare weg. Maar dan moeten de eigenaren van zo’n privé-parkeerplaats hem wel gaan gebruiken, anders levert het nog niets op.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

20 augustus 2003

Ik ben benieuwd hoe lang Oegstgeestigheid nog blijft bestaan nu het fenomeen gemeentelijke herverdeling ons ook boven het hoofd hangt. Maar waar maak ik mij eigenlijk zorgen over? Straks staat er nog steeds een bord met Oegstgeest erop aan de grens van ons dorp, en Warmond aan de andere kant, of Sassenheim, wellicht ook Voorhout. Alleen de toevoeging tot welke gemeente wij dan behoren, daar ben ik heel nieuwsgierig naar. De Provincie heeft namelijk gemeend dat we maar moeten gaan samenwerken, en samenvoeging tot een grote gemeente is daar ongetwijfeld het gevolg van. Oegstgeest gemeente Rijngeest, zou er bijvoorbeeld kunnen staan, of Warmond gemeente Teylingen. Deze krant krijgt dan ongetwijfeld een grotere verspreiding en het is dan nog maar de vraag of de naam Oegstgeester Courant zal blijven bestaan, ondanks dat die al 75 jaar bestaat! Dat geldt dan ook voor de editie in Voorhout. Samenvoeging betekent dan een hoop extra informatie voor de burger waarvan ook de adverteerders kunnen profiteren. Ik loop ver op de feiten vooruit en waar maak ik mij druk om? Misschien blijft alles bij het oude en wordt de Oegstgeester Courant ooit honderd jaar! Grote kans dat ik dit ook meemaak en dat Oegstgeestigheid tot in lengte van dagen ons dorp of wijkgemeente blijft plagen.

Een oom van mij vertelde ooit dat men vroeger met de handkar naar de veiling moest – hij was bloemenkweker – en na een periode met een auto, moest men weer met de handkar. Deze periode ligt inmiddels ver achter ons, maar volgens hem komt die tijd ooit weer terug. Nu de regering zo moeilijk doet over de economie, ben ik geneigd om hem te geloven. Voorlopig merk ik er nog niet veel van, behalve dan dat de kosten van de dagelijkse boodschappen en het drankje op de terrassen, vreselijk hoog oplopen. Er komt zelfs een grote droogte aan, het moet niet gekker worden!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

27 augustus 2003

Ik werd onlangs gebeld door Durion. Durion?, ja Durion. Nooit van gehoord en toch wisten zij mij te vinden, althans, de dame die mij belde. “Gebruikt u groene stroom?”, vroeg ze. Ik heb onnozel geantwoord dat ik daar geen idee van heb. Ik krijg elektriciteit aangeleverd van de NUON en heb daar tot nu toe geen klachten over. Het komt mijn huis binnen via een bruin en een blauw draadje. Het enige groene zit hem in het geelgroene draadje dat verbonden is met de randaarde van de stopcontacten, of zo u wilt, wandcontactdozen. De dame bood mij een korting aan op mij energierekening van maarliefst 8,88 procent en daar hoef ik niets voor te doen als ik dat wil hebben, Durion regelt dat allemaal. Geen vijf of tien procent, maar 8.88, je moet er maar opkomen. Maar als Durion kans ziet om goedkoper te leveren, moeten ze bij NUON ook maar eens de rekenmachine pakken, als zij negen procent korting kunnen geven, mogen ze blijven leveren. Misschien zijn er nog meer leveranciers en kunnen we met een beetje geluk er een fikse korting uitslepen.

Er zijn blijkbaar meerdere bedrijven die stroom opwekken en dat het net op sturen. Maar hoe weet ik nu of ik echt groene stroom van juist dat ene bedrijf binnenkrijg? Ik vraag mij dus af hoe ze dat voor elkaar krijgen. De dame aan de telefoon had dat geen antwoord op. “U merkt daar niets van”, zij ze. “U betaalt voortaan aan Durion. Groene stroom is beter voor het milieu”, vertelde de dame aan de andere kant van de lijn. Wellicht bedoelt zij minder slecht, maar wij kunnen niet meer zonder stroom. Ons leven is nou eenmaal bijzonder strak gestroomlijnd en waarom dan niet met groene stroom? Zijn er ook groene batterijen die kunnen worden opgeladen worden met groene stroom?

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

3 september 2003

 “Gaat dat de hele dag?”, vroeg Max. Hij is 3,5 jaar oud en vond het maar raar die sirene op maandag. Het was al een kwartier met tussenpozen aan de gang, en hij was er – zo jong als dat hij is – bij de eerste keer al van overtuigd dat de sirene prima werkt. Als je lekker lag te slapen na een vermoeide nachtdienst, dan schrok je wakker van de eerste keer en dacht: “Oh ja, het is een test”, en je draaide je om en sliep verder. Helaas, de test hield hardnekkig aan en kon je van verder slapen alleen maar dromen. Waarschijnlijk zijn het katholieke ambtenaren die dit hebben bepaald; de kerkklokken blijven immers ook heel lang luiden om er zeker van te zijn dat iedereen wakker is. Stel je voor dat bij verkeerscontroles het testen van fietsbellen ook zo uitvoerig moeten worden uitgevoerd. Mooi dat je dan te laat op school komt. De waarheid vertellen is er niet bij, niemand die je gelooft.

Zo, de eerste buien hebben we weer gehad en de temperatuur daalde daardoor aanzienlijk. Net niet een warmterecord. Dat record was gemeten in 1947. Ik vraag mij af of ze tegenwoordig op dezelfde manier meten als toen. De apparatuur is in meer dan vijftig jaar ongetwijfeld een stuk nauwkeuriger geworden en de meetmethoden geavanceerder. Toch hebben we het net niet gehaald omdat het verschil slechts een tiende graad betreft. Als ze tien meter verder hadden gemeten, zou het dan ook zo’n klein verschil zijn geweest? Nou heb ik 1947 niet meegemaakt, stomweg omdat ik er toen nog niet was! Voor mij was dit dus de warmste zomer in mijn leven: hoera, een warmterecord!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

10 september 2003

Je kon vorige week op twee manieren naar de Hiswa te water kijken. In de jachthaven van IJmuiden lagen zoveel boten, dat je door de masten de vloot niet meer zag. Er lagen zoveel kapitale jachten, dat je eigenlijk van een recessie niet kunt spreken. Als het slecht gaat met de economie, dan niet met de rijken! Diverse jachten waren van dermate omvang, dat je er zonder bemanning niet zomaar mee wegvaart. De gewone burger kon zich vergapen aan betaalbare boten. De sloepen die bij de grotere schepen op het dekken liggen, kun je namelijk ook los kopen.

De tweede manier om naar dit evenement te kijken, is het parkeerterrein in ogenschouw nemen. Bij een grote boot hoort blijkbaar ook een grote auto, of een auto met een hoge aanschaffingsprijs. Voor vijf euro kon de heilige koe van de botenliefhebbers ergens geparkeerd worden. Deze financiële aderlating was voor iedere automobilist hetzelfde, evenals de bij de ingang van de haven geheven toegangsprijs. De gewone man kan alleen maar dromen van een zeewaardig jacht waarmee je op eigen kracht naar de Nederlandse Antillen kunt varen om te overwinteren. Gelukkig zijn er ook nog gewone bootjes waarmee je op je gemak over de Kaag kunt varen, of lekker rustig ergens kunt gaan vissen. Gewoon, omdat er mensen zijn die plezier beleven op het water. En dan heb je ook nog de straalverliefde mensen; zij knappen historische vaartuigen op, om die apetrots te tonen aan iedereen. Op 12 september komen er weer een stuk of honderd naar Warmond met hun sleepboot voor de Warmondse Schippertjesdagen. Op zaterdagavond zeven uur doen bijna alle ‘gewone’ schippertjes uit de omgeving mee aan de Gondelvaart, lijkt mij leuker dan zo’n Hiswa in IJmuiden.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

17 september 2003

De Provincie kan het allemaal zo mooi vertellen. Warmond moet maar samengaan met Voorhout en Sassenheim en gedrieën de gemeente Teylingen gaan vormen. Volgens cabaretier Gert Greveling is dat een mooie manier om van die vervelende naam Sassenheim af te komen. “Sassen en heim, dat betekent gewoon zeikboerderij. Teylingen klinkt een stuk leuker.” Volgens de voormalige wethouders van Warmond, Cees van den Aardweg en John van de Velde, is het geen goed idee voor Warmond. “De kleinste zal altijd het onderspit delven.” Daarmee doelen zij op het inwoneraantal van Warmond dat vele malen kleiner is dan het nog steeds groeiende Voorhout en Sassenheim.

Hoewel Oegstgeest buiten schot lijkt te blijven, menen beide ex-wethouders dat dit niet betekent dat we niet achterover kunnen leunen. “Tussen de regels door kun je lezen dat verdere schaalvergroting in de komende vijf tot tien jaar niet ondenkbaar is. Oegstgeest mag zich dus niet terugtrekken uit de gesprekken over de ambtelijke en bestuurlijke samenwerking.” Beide heren hebben goed door dat Voorhout en Sassenheim sterk naar elkaar toegroeien en dat Warmond er helemaal los van ligt. Misschien dat zij in hun hart liever naar Oegstgeest toe willen groeien. Geografisch gezien vormt dat een natuurlijke buffer tegen Leiden, waar de meeste gemeentes toch een beetje huiverig van zijn. Oegstgeest heeft in het verleden al genoeg grondgebied afgestaan en de Warmonders zien dat samenvoegen met Leiden al helemaal niet zitten. Zowel Van den Aardweg als Van de Velde hebben in Oegstgeest gewoond en hebben er waarschijnlijk geen moeite mee om daar weer mee te gaan samenwerken. De twee vakgarages Vink en Van der Hoorn hebben zaterdag 13 september het goede voorbeeld gegeven door samen een occasionshow te houden op het winkelcentrum Lange voort in Oegstgeest. En menig Oegstgeestenaar heeft het afgelopen weekend in Warmond genoten van de Schippertjesdagen. Soms gaat alles vanzelf.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

24 september 2003

 “We kwamen direct kijken”, vertelde de agent die zaterdag bij het evenement over verkeersveiligheid bij het Winkelcentrum Lange Voort aanwezig was. Hiermee ontzenuwde hij het idee dat de politie niet snel genoeg – of zelfs helemaal niet – reageert op een verzoek om actie. Wat was er allemaal aan de hand? Bij het winkelcentrum wordt al een tijdje gewerkt aan de riolering en is op de Lange Voort een groot stuk weg afgezet en opgebroken tot bijna aan de winkels aan toe. Dit ter frustratie van de winkeliers en het winkelende publiek. Op zich geen reden om de politie op te laten draven. Maar vorige week werd alles ineens afgezet en kon niemand meer rechtsaf de Lange Voort op. Aangezien vooral veel fietsers vanaf de Irislaan via de Lijtweg naar de Terweeweg rijden, veroorzaakt dit veel paniek. Het hek blokkeert bijna de hele kruising en de helft van de Irislaan was op dat punt slechts berijdbaar. Daar afstappen is levensgevaarlijk, dus schoten veel mensen zo het trottoir op en fietsten voor de winkels langs, richting de Wijttenbachweg. “Een logische reactie”, vertelde de agent. “Ik heb dan ook geen bekeuringen uitgedeeld, maar wel gewaarschuwd.” Hij stelde namelijk vast dat er geen enkel bord op het hekwerk was bevestigd over de veranderde verkeersituatie. Slechts richting X was als alternatieve route aangegeven, maar dan wel de andere kant op dan de fietsers wilden gaan.

Een wat jongere collega van de agent bleek echter een wat strakker beleid te volgen en deelde wel bekeuringen uit. “23 Euro”, riep een dame verontwaardigd door de telefoon. “Ook schoolkinderen kregen een boete.” Maar ja, iedereen weet dat je niet mag fietsen op het trottoir en dat wordt bij het winkelcentrum maar al te vaak vergeten. De winkeliers vonden het in de smalle doorgang extra gevaarlijk en de opgetrommelde politie was het daar mee eens. Ook de jeugd weet maar al te goed dat het niet mag, maar zelfs toen er zaterdagmiddag drie agenten op het winkelcentrum aanwezig waren, werden zij links en rechts gepasseerd door fietsers. Lef hebben ze in ieder geval wel. “Kunnen jullie daar niet wat aan doen?”, riep een dame verontwaardigd. Maar ja, als de twee agenten in opleiding, en de toezichthoudende agent, steeds weg zouden rennen, bleef er van hun demonstratie niets meer over!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

1 oktober 2003

“De Asterlaan gaat steeds meer op een vuilstortplaats lijken”, vertelde mij laatst iemand. Nieuwsgierig ben ik daar gaan kijken. Ik kende deze straat nog uit mijn jeugd, toen de woningen en flats daar werden gebouwd. Toen wij trouwden, zijn wij daar gaan wonen en onze oudste dochter is daar geboren. Enige belangstelling voor die straat was dus wel op zijn plaats. Het plantsoen zag er opgeruimd uit en de containers stonden netjes binnen een met palen omheinde ruimte. Ongetwijfeld dat daar regelmatig het een en ander neergekwakt wordt, maar daar was op dat moment geen sprake van. De buurtbewoners hebben het zelf in de hand en als ze op elkaar letten, blijft het vanzelf netjes. Misschien dat de plantsoenendienst een complimentje verdient voor het keurig onderhouden?

Een andere opmerkzame burger wees mij op een toch wel vreemde situatie. Bij het Winkelcentrum Lange Voort heeft men een chronisch tekort aan parkeerplaatsen. Nu er een ingrijpende renovatie aan de gang is, wordt het behoorlijk improviseren bij het parkeren. Als er op dinsdag weekmarkt is wordt de Irislaan afgesloten en dat kost ook weer de nodige parkeerruimte. Op het noodplein zijn gelukkig de nodige parkeervakken gekomen en dat scheelt aanzienlijk. Ook tegenover het benzinestation zijn vaak plaatsen vrij. Naast de bibliotheek is het echter regelmatig knokken voor een plekje om de auto kwijt te kunnen. Maar wat schetst een ieders verbazing, er wordt een hele rij parkeerplaatsen tot verboden gebied verklaard! Gevaar voor vallend gesteente? Bomen die ieder moment kunnen omvallen? Ontploffingsgevaar bij het elektriciteitshokje? Nee hoor, niets van dit alles. Eens in de zoveel tijd komt er een grote vrachtwagen met een nieuwe voorraad handel voor de supermarkt. Er is daar immers een C1000 gevestigd. De rest van de tijd staan de parkeervakken er troosteloos bij door een permanent parkeerverbod, of eigenlijk een permanente parkeerplaats voor een vrachtwagen van C1000. Niet eens zo gek, want hoe moet je het anders oplossen? Parkeervakken naar de overkant?!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

8 oktober 2003

Warmond begint zo langzamerhand allerlei activiteiten te ontplooien waar wij in Oegstgeest slechts over kunnen dromen. Om de jeugd bezig te houden is een jaar geleden het internetcafé geopend met de illustere naam B@ckspace, waar onder andere jongeren zich kunnen bezighouden met het fenomeen Internet. Inmiddels telt deze club tachtig leden en mag een succes worden genoemd. Maar er is meer in Warmond. Naast echte café’s, voor sommigen heuse stamkroegen, hebben ze daar zelfs een kunstcafé. Je kunt aan de Dorpsstraat bij de Oude Pomp een broodje Jan Steen nuttigen en dit wegspoelen met een heerlijk bakkie koffie. Er zijn aan dit plein zelfs drie galeries gevestigd. Ook heeft Warmond een muziektent.

Oegstgeest heeft weliswaar twee galeries, Instock en de Grunerie, en drie café’s, De Roode Leeuw, De Gouwe en Het Witte Huis, maar heeft nog geen kunstcafé. Er is ooit wel eens gesproken over een politiekcafé, maar dat is nooit van de grond gekomen. Misschien moet de kunst en politiek in Oegstgeest eens samen om de tafel gaan zitten. We hebben ook dichters in ons dorp, zouden die ook…? Ik draaf een beetje door en begin zelfs te dromen over een muziektent bij het Irispark. Als straks de noodwinkels weg zijn, nou ja straks, over een jaar of drie, dan zie ik mezelf al zitten op een terrasje met een kopje cappuccino. Het uitzicht is prachtig. Ik kijk langs een muziektent naar de wipwatermolen en geniet van het mooie weer. Mijn droom wordt wreed verstoord door de angstige gedachte dat ik waarschijnlijk daar nooit een cappuccino of espresso zal drinken. Waarom niet? Dat zou te leuk zijn, dus zoiets komt er nooit! Dat doen ze expres zo.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

15 oktober 2003

Kunstenaars zijn meestal heel onwillig als het verplaatsing betreft van hun kunstwerk. Met veel zorg gemaakt, maar vooral blij dat zo’n grote opdracht aan hen werd gegund, is er geen weg meer terug: het kunstwerk moet blijven staan waar het staat. Sommige naïeve kunstenaars menen dat je een kunstwerk van glas kunt maken en dat midden in de samenleven kunt plaatsen. Dit idee had zelfs Jan Wolkers, maar de maatschappij wees hem met de neus op de feiten: glas is niet veilig in het openbaar. Ook in Leiden werd een dergelijk doorzichtig besluit genomen en kocht men een kunstwerk aan van glas. Het Leidse Vredesmonument moest van dit fraaie doch bijzonder kwetsbaar materiaal worden gemaakt. Het moest ook nog eens in het bruisende centrum van Leiden worden geplaatst, op de Garenmarkt, waar het peace-monument sarkastisch pies-monument werd genoemd. Inmiddels blijkt dit geen goed idee te zijn geweest en Leiden wilde het liefst het kunstwerk zo ver mogelijk verplaatsen. Zo hebben onze buren ook hun eigen Doorgaande Beweging.

Het kunstwerk van Jan Wolkers is inmiddels redelijk veilig in een park geplaatst waar het met rust wordt gelaten. Ons oorlogsmonument is dan niet van glas, maar wel veilig weggestopt in het vredige Bos van Wijckerslooth. Maar we hebben nog meer bos in Oegstgeest, en een tweede monument voor de vrede zou dus ook veilig opgeborgen kunnen worden in ons zo vredelievende dorp. Sommige Oegstgeestenaren maken inmiddels foto’s van het bos bij kasteel Poelgeest, om hun kinderen te kunnen laten zien hoe dat bos ooit was zonder de in hun ogen gigantisch scheef glazen kolos. Hoewel de stichting Oud-Poelgeest een particuliere aankoop voor de uitbreiding van de beeldentuin zonder de instemming van de medeburgers kan doen, moet er wel toestemming worden gevraagd voor plaatsing. En de gemeente is niet scheutig met toestemmingen en soms kunnen de aanvragers zelf wortel schieten. Het monument ligt in stukken opgeslagen, en dat is niet omdat het voor de zoveelste keer is vernield.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

22 oktober 2003

Toen in Oegstgeest Noord met het bouwen van de wijk Haaswijk vet winst werd gemaakt – vijftien jaar geleden kon dat blijkbaar nog – is een gedeelte van dat geld gebruikt om een multifunctioneel gebouw (MFG) te plaatsen bij het Boerhaaveplein. Op het laatste moment vond men het wijs om ook een winkelcentrum te plannen aan dat plein. Ondertussen zijn er diverse winkels verdwenen, zoals ook een postagentschap. Gelukkig is er nog een supermarkt, zodat je vrij veel boodschappen daar kunt kopen, nou eenmaal nodig om het huishouden draaiende te houden.
Aan alle kanten wordt gezocht naar mogelijkheden om op handen staande projecten te financieren. Het uitbreiden van de scholen in Haaswijk is zo’n project. Nieuwbouw bij de Joris de Witte en De Springplank gaat blijkbaar alleen als Het Groot Proffijt verdwijnt. Waar in Warmond de gemeente er alles aan doet om een multifunctioneel gebouw rendabel te maken, probeert Oegstgeest juist het tegenovergestelde. De laatste tijd veranderde het wijkcentrum in een uitwijkcentrum, waar diverse activiteiten vanuit het centrum noodgedwongen uitweken naar het noordelijker gelegen Haaswijk. Nu ziet het er echter naar uit dat Het Groot Proffijt zelf ook moet uitwijken naar een andere plek. Zou de nieuwbouw van het scholencomplex zodanig worden ontwikkeld dat al die activiteiten die in het MFG plaatsvinden, daar kunnen worden uitgevoerd? Ik ben bang van niet!

Nee, ik krijg het idee dat we voortaan maar naar Warmond moeten naar het Trefpunt, of naar Leiden, naar het Laktheater. Dus niet meer lopend naar het Boerhaaveplein voor een fantastische cabaretvoorstelling, of met de kinderen naar een kindertheater, maar gewoon thuisblijven, want daarheen zal het wel leiden. Jammer voor die ouderwetse gezelligheid, jammer voor de buurtvereniging, Jammer, heel jammer. Straks ook geen Poldercross meer bij dat plein? Ook geen rommelmarkten en avondvierdaagse? Waarom zijn er eigenlijk onderzoeken en besprekingen met gebruikers geweest? Om het gebouw op te heffen? Had ik alleen ook wel kunnen regelen!
We hebben er achthonderd mensen bij gekregen in Haaswijk in de afgelopen vijf jaar, logisch dat je dan een MFG gaat slopen! Er moeten er nog meer bij, en ontspannen doen ze maar thuis! Oh jee, al die nieuwkomers moeten ook hun auto kwijt! Parkeergarage dan maar?

Oegstgeestigheid

29 oktober 2003

Lekker uit in eigen regio, heerlijk genieten van muziek, cabaret en kunst. Voor een journalist gaat werken en genieten soms fantastisch samen. Naast dat het leuk is om bepaalde voorstellingen bij te wonen en exposities te bezoeken, ontmoet je ook nog eens leuke mensen. Maar meestal haal je je nog veel meer werk op de hals. “Raar hoor, die weekmarkt in Oegstgeest op dinsdag. Weet je wel hoeveel bushaltes jullie moeten missen?”, vertelde iemand mij, die net als wij heeft genoten van een voorstelling van Margriet Eshuijs. “Hoe hebben ze het kunnen verzinnen! Die kramen kunnen makkelijk op het parkeerterrein voor de noodgebouwen worden opgesteld.”
Hoewel ik de weekmarkt er wel gezellig bij vindt staan zo vlak bij de winkels, waardoor het veel meer een geheel vormt met het winkelcentrum, kon ik zijn argumenten wel begrijpen. “Als je de kramen verplaatst, kunnen mensen met de bus tot bij het winkelcentrum komen, daar heeft de markt toch ook profijt van?”

Sinds ik niet meer met de bus naar mijn werk ga, heb ik dit onderwerp bewust gemeden. Je weet maar nooit of je dit illustere vervoermiddel ooit nog eens nodig hebt. Een buschauffeur is immers ook maar een mens die werkt voor zijn of haar geld. En ik kan dat weten omdat in mijn familie heel wat van dat soort mensen die baan hadden. Die mensen krijgen heel wat naar hun hoofd geslingerd als hun passagiers van alles moeten ontberen omdat zij niet meer bij hun vertrouwde halte kunnen in- en uitstappen. Maar die chauffeurs kunnen er ook niets aandoen. Het beleid komt immers ergens anders vandaan! Toch zijn er mensen die zich inzetten voor de belangen van de reizigers en zelfs in het weekend bij een optreden van een fantastische zangeres in de pauze hun verontwaardiging uiten. Chapeau voor zoveel inzet! Maar nu zit ik er mee. Wellicht is het een goed plan om eens de markt te proberen op het parkeerterrein, desnoods een aantal kramen voor de winkels, en de busdiensten op dinsdag gewoon dezelfde route te laten rijden als op andere dagen. Dat is goed voor de passagiers, en die wil je toch te vriend houden?

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

5 november 2003

Aan de ene kant is het goed dat wij in een democratie leven. Maar aan de andere kant is dat voor een groot deel van de bevolking een en al frustratie. Kijk maar naar de beslissing om Het Groot Proffijt te slopen. Er komt wel weer iets voor in de plaats, waarschijnlijk ook multifunctioneel, maar niet meer zo ontspannen als nu. Omdat de ene helft van Oegstgeest liever niet uitgaat, zij zijn nipt in de meerderheid bij hun vertegenwoordiging in de gemeenteraad, kan de andere helft voortaan niet meer uit in hun eigen dorp. Ongetwijfeld zal de Buurtvereniging Haaswijk en de Morsebel er iets op vinden, als zij hun activiteiten tenminste willen voortzetten. Dat zal dan in de multifunctionele schoolgebouwen moeten plaatsvinden, want alternatieven om bijvoorbeeld een cabaretvoorstelling te geven zijn er niet.

Multifunctioneel is het moderne toverwoord dat te pas en te onpas wordt toegepast. Waarschijnlijk uitgevonden door een econoom. Je moet tegenwoordig namelijk heel handig zijn om zo veel mogelijk toepassingen te geven een openbaar gebouw, anders kost het te veel geld en gaat het ten onder. Maar als je wanhopig op zoek bent naar geld, zie je dat wel eens over het hoofd en kan het gebeuren dat een multifunctioneel gebouw verdwijnt.
Het Winkelcentrum de Lange Voort heeft ontdekt dat een plein voor het winkelcentrum heel multifunctioneel te gebruiken is. Bijna wekelijks wordt er wel iets georganiseerd en blijkt een dergelijk plein zelfs te gebruiken zijn als showroom voor auto’s. Lijkt mij verstandig om dat in de nieuwbouwplannen mee te nemen. Een multifunctioneel plein waar van alles gebeurt, met een terras en regelmatig leven in de brouwerij. Wekelijks een markt, regelmatig een show en dan niet alleen met auto’s, maar ook eens een keer met fietsen. Een Oegstgeest on Wheels bijvoorbeeld, met steeds een ander thema.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

12 november 2003

Vijfenzeventig jaar Oegstgeester Courant! Hoeveel mensen zijn er in Oegstgeest die de eerste druk in handen heeft gekregen of ze allemaal heeft gelezen? Lijkt mij een indrukwekkende berg papier! Oegstgeestigheid is (gelukkig) nog niet zo oud. De eerste column met deze naam zag pas in 1985 het licht; voordien was er een schoorvoetend begin met Buitenlustigheden en andere inzendingen. Het begrip Oegstgeestigheid is waarschijnlijk net zo oud als deze krant. Net zo goed als dat je in Rijnsburg van Rijnsburgelijk zou praten of in Warmond van Warmondigheid. Je kunt er altijd wel een diepgaande betekenis aan toekennen.

Soms krijg ik de kritiek dat het niet scherp genoeg is, of niet leuk genoeg. Alsof je struikelende senioren leuk kan noemen! Of blunderende politici scherp genoeg kunt aanpakken! Kijk maar weer naar het wegenplan rond het winkelcentrum dat momenteel totaal overhoop ligt. Kun je vanaf de hoek Floralaan Irislaan met de auto direct naar de Lijtweg rijden, naar bijvoorbeeld de fietsenmaker? Nee, je moet dan via de Aert van Neslaan of helemaal omrijden via de Rhijngeesterstraatweg. Zowel de Korenbloemlaan, als de Wijttenbachweg zijn namelijk eenrichtingswegen in dezelfde richting! Ver omrijden? Welnee, maar sommige mensen vallen daarover en dat levert altijd weer een Oegstgeestigheid op.

Waar het mee begon in 1985? Het ging eigenlijk nergens over. Waarschijnlijk over een stoeptegel met hondenpoep, of een graspol met kattenpoep. Dat onderwerp keert altijd terug, ook al roep ik zo vaak als ik maar wil dat ik dat onderwerp niet meer aansnijd. Nee, daar trap ik niet meer in, roep ik dan als er weer eens iemand verontwaardigd zegt: “Daar moet je eens over schrijven.” Waarschijnlijk lezen ze niet altijd deze column, of men vergeet ze net zo makkelijk als dat ze vergeten om aanmaakblokje voor de openhaard in huis te halen, of wc-papier. Als je dan maar niet de Oegstgeester Courant gebruikt voordat je Oegstgeestigheid hebt gelezen.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

19 november 2003

Het zou eigenlijk helemaal niet gek zijn om het eerste stukje Korenbloemlaan om te zetten naar tweerichtingsverkeer. Nu rijden heel wat mensen er toch al in de verkeerde richting en dat is nu heel onveilig! Het verkeer wordt dan keurig verdeeld over twee kanten en daarmee wordt de niet al te veilige hoek Irislaan en Lange Voort ontlast en een stuk rustiger, dus veiliger. Hiermee solliciteer ik niet naar een functie bij een veilig verkeer organisatie, want het idee komt niet eens van mij. Er zijn meer mensen in Oegstgeest die praktische ideeën hebben, en daar moeten we maar eens goed naar luisteren!

Ik kan er niets aan doen, iedere keer dat ik langs het Groot Proffijt rijd, komen er allerlei gedachten in mij op. Wordt het echt afgebroken? Waar moeten we dan heen met al die culturele activiteiten? Het Gemeentecentrum voldoet ook al niet; hadden ze dat dan niet beter mee kunnen nemen in de centrumplannen? Een ander plekje voor de naastgelegen bank en je had een nog groter gebied kunnen exploiteren! Maar nu is het te laat. De heipalen gaan de grond al in. In mijn herinneringen hoor ik nog de geluiden van het heien van de palen voor het huidige winkelcentrum. Kun je nagaan hoe lang die geluiden je bij blijven. Zelfs in Haaswijk hoor je het heien van het nieuwe winkelcentrum; het blijft me achtervolgen! Overigens een prachtig gezicht om te zien dat het blok valt en het geluid pas later komt. Zo zal het ongetwijfeld met de gehele bouw gaan. Nu de bouwactiviteiten en pas later mopperen over wat er fout is gegaan.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

26 november 2003

Eerlijk gezegd begrijp ik de commotie niet rond de hondentoiletten. Voorstanders zijn er bijna niet en tegenstanders halen hun hart op – of beter gezegd hun neus – bij het protesteren. Ik zou zo’n meurende zandbak vol met poep ook niet voor of achter mijn huis willen. Toch worden ze stukje bij beetje aangelegd, we kunnen er blijkbaar niet omheen. Je zal als hond maar in een bak gestuurd worden die vol ligt met poep. Overal hangen vijandige geuren en nauwelijks een plekje om een flinke hoop te draaien. Toch zal het moeten, want in de rest van Oegstgeest mag niet worden gepoept op straat.
Bij de hondentrainingschool Alert denkt men er het zijne van. Daar traint men naast de honden ook de hondenbezitters. Vooral met de nadruk op het meenemen van plastic zakjes en het opruimen van de vers gedraaide hoop. Er is dus nog hoop voor Oegstgeest, letterlijk en figuurlijk.

De paarden voor de koets van Sinterklaas bewezen overigens dat er nog veel grotere hopen kunnen worden neergelegd. “Maar dat is lang niet zo smerig als dat”, wees de koetsier op een hoop dat op de rand van de stoep lag te stinken. Toch had ik liever gezien dat hij het had opgeschept, want erg smakelijk zag het er niet uit. Zo blijft er altijd een luchtje hangen rond het sinterklaasfeest. Kinderen malen daar niet om. Zij komen massaal af op de Sint en houden graag hun hand op voor wat strooigoed. Als het maar niet op de grond valt!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

3 december 2003

Hoe vertel je het je kinderen dat Sinterklaas het ene jaar met de boot komt, en het jaar erop met een koets. Het ene jaar in het Oegstgeesterkanaal, en een jaar later bij het gemeentehuis. Dat er dan iets mis kan gaan met de aankondiging, is niet ondenkbaar, zoals dit jaar werd bewezen. Hij zou aan komen varen in het kanaal, maar bleek al ergens rond te rijden in een koets, gevolgd door zwarte pieten die in trikes luid claxonnerend de aandacht trokken. De Sint kwam dus bij de burgemeester op visite, bij het gemeentehuis. En dat is een helse rit op de fiets als je met je kinderen bij de Van Eysingabrug staat te wachten en er achter komt dat je verkeerd staat! Aankomen met een boot is een traditie, en die moet je in ere houden. Sinterklaas komt aan met de boot, in Warmond, in de rest van Nederland, dus ook in Oegstgeest!

Toch leuk dat de twee winkelcentra in Oegstgeest zo fijn samenwerken bij de ontvangst van de Sint. Met een korte pauze tussen de twee bezoeken, houdt hij audiëntie bij het winkelcentrum Lange Voort en in de De Kempenaerstraat. Het ontbreekt er nog aan dat de overheid dit gaat belasten, net als het kerstpakket. Ik zie ze al staan die controleurs. “Heeft u een cadeautje gehad van de Sint? Mag ik dat even noteren? Nu geloof ik dat chocolade sigaretjes niet meer zo veel worden gegeven, maar ook daar kon wel eens streng op worden gecontroleerd. Als regering moet je één lijn trekken en kun je niet vroeg genoeg controleren. Kunnen de kleintjes er alvast aan wennen, aan al die controles.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

10 december 2003

Ik heb nog steeds geen enquêteformulier in de bus gehad over de verkoop van Het Groot Proffijt. Da’s jammer, want dat betekent dat niemand tegengas geeft en het gebouw voor de inwoners van Oegstgeest, maar bovenal van Haaswijk en de Morsebel, verloren gaat. Dit Multifunctionele Gebouw (MFG) zal zeer binnenkort in de handen vallen van een koper die er iets moois van gaat maken. De gretigheid waarmee dit gaat gebeuren doet ernstig vermoeden dat het gebouw met de grond gelijk wordt gemaakt. Slopen heet zoiets. Slimme mensen noemen dit ruimtescheppen voor iets nieuws. Zo strooi je de mensen zand in de ogen en misleidt je de vijand. Ondertussen moeten alle gebruikers van dit pand maar zien waar zij hun culturele activiteiten voortaan houden. Als straks Oegstgeest uit de schulden is, moeten wij maar zien waar we weer zo’n gebouw vandaan halen: niet dus!

Het ziet er naar uit dat La France met haar grote plannen naar een andere locatie moet uitzien. De gemeente duwt deze feestspecialisten met zachte hand richting Rijnfront waar wel de ruimte beschikbaar wordt gesteld voor grote feesten en partijen. Dat wordt nog lastig, want waar kun je dan zo snel een bakkie koffie drinken na een begrafenis? Ja het Witte Huis, maar dan moet je wel een stuk lopen. Nu de gemeente geld nodig heeft, kunnen ze het niet verkopen om een groot parkeerterrein aan te leggen, hoe aantrekkelijk het ook is. Bezoekers van het Rijnlands Lyceum kunnen daar immers ook parkeren. Maar goed, alles draait tegenwoordig om geld. Als ze het maar niet in hun hoofd halen om parkeermeters te gaan plaatsen, want betaald parkeren dat past niet in Oegstgeest. Die ellende kan ons beter worden bespaard.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

17 december 2003

Vorige week was ik voor mijn werk in Bosnië. Het land is in wederopbouw, maar ligt nog vol met mijnen, ter herinnering aan slechtere tijden. Hoewel de oorlog al lang voorbij lijkt te zijn, is de internationale gemeenschap nog volop aanwezig. SFOR is daar nog dagelijks actief en Nederland levert manschappen die regelmatig wisselen. Sommigen vertoeven er zes maanden, anderen blijven drie maanden of zes weken. Je treft er mannen en vrouwen van diverse krijgsmachten, zoals luchtmacht, marine, marechaussee en landmacht. Zelfs burgers worden uitgezonden, maar die worden voor die periode gemilitariseerd. Opmerkelijk hoeveel bekenden je daar kan aantreffen; op de terugreis trof ik in het vliegtuig een dochter van het Oegstgeester gezin De Coole. Zij was overigens niet de enige dorpsgenoot die ik daar ontmoette.

Genietend van een heerlijke lunch keek ik ineens in het gezicht van een wel heel bekende Oegstgeestenaar. Ik kon mijn ogen haast niet geloven! “Dat lijkt Aad van de Voort wel!” Maar volgens een van mijn tafelgenoten was de sergeant der eerste klasse wel degelijk een militair. Aad een militair? In uniform? Dat kan nooit! Toch leek hij er wel heel sterk op en toen ik klaar was met eten en afruimde, liep ik langs zijn tafel om hem van dichtbij te bekijken. Je weet immers maar nooit. Toen hij opkeek, trok ook hij een verbaasd gezicht. “Wil, jij hier?” Hij kon het ook niet geloven. Aad werkt in het dagelijkse leven als burger bij het Marine Vliegkamp Valkenburg en was voor zes maanden ingehuurd door de Koninklijke Landmacht en uitgezonden naar Bugojno in Bosnië. Hij is gemilitariseerd, ook al past dat totaal niet bij hem.

Aad heeft de uitstraling van een surfer die zo uit een film gestapt lijkt te zijn. Met zijn lange rastaharen en met een door de zon bruinverbrande toet, kun je hem zo uittekenen, rondrijdend in zijn volkswagenbusje. Altijd vrolijk en opgeruimd, een vrije vogel die je niet als militair kunt voorstellen. Binnen vijf minuten stond onze vrijbuiter dan ook bij de commandant voor zijn bureau. De boodschap was duidelijk: “Naar de kapper, die lange haren dulden wij hier niet!” Niets tegen in te brengen en Aad is zijn lange lokken kwijt! Ik vraag mij af of de landmacht een modelsoldaat van Aad kan maken. Ik denk het niet. Een vos verliest immers wel zijn haren, maar niet zijn streken.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

30 december 2003

Brievenbussen worden weer afgeplakt of verwijderd en telefooncellen verdwijnen tijdelijk uit het straatbeeld. Waarom? Omdat ze anders vernield worden tijdens de vele nieuwjaarsfeestjes. Als je het nieuwe jaar wilt vieren, dan moet je dat goed doen. Vroeger was dat al zo. Je verzamelde autobanden en kerstbomen en stak die in de brand op een of andere kruising. Nooit bij jouw eigen huis voor de deur. Natuurlijk niet, dan kreeg je van je ouders op je sodemieter. Nee, een stuk verder weg op een kruising was veel leuker. Je blokkeerde de doorgang voor het verkeer en had een prachtig nieuwjaarsvuur met dikke zwarte rook en je hield de boze geesten mooi op een afstand. Het enig dat achterbleef was een smeulende hoop afval. Niets kapot en alleen een beetje rook en troep op straat, meer niet. Maar tegenwoordig stellen ze veel meer eisen en hoort er een stevig potje glasgerinkel bij. Alsof al dat geknal nog niet genoeg is!

Ondertussen hebben we de langste nacht alweer achter de rug en we hebben nog niet eens kunnen schaatsen. De ijsbaan ligt er wel al klaar voor. De IJsclub heeft de baan keurig op orde. Maar ja, zonder ijs kun je er alleen pootjebaden en dat doet niemand met dit weer. Alhoewel, misschien dat Henk Heemskerk weer een nieuwjaarsdijk organiseert? Een frisse duik in zee was een paar jaar geleden heel populair en was er voor de organisatoren geen enkel probleem om kandidaten te vinden. Henk Heemskerk ondervond de laatste jaren dat het nieuwe er vanaf is en dat er niemand stond te trappelen om die frisse dijk te wagen. Wel triest voor de organisator die moeite deed om een bus met chauffeur te regelen en een omkleedruimte bij het strand. Daarbij was er steevast een heerlijke beker warme chocolademelk, Hollandser kan het bijna niet. Voor een paar liefhebbers kun je echter geen bus huren voor enkele honderden euro’s, dat is geen geintje meer. Dus wie een nieuwjaarsduik wilt maken, die moet maar met eigen vervoer naar het strand gaan en zelf maar een bakkie poeroet regelen. Of hete anijsmelk, dat was vroeger ook zo lekker als je een dag op het ijs had gestaan, weet u dat nog?

Wil van Elk



Terug naar begin van deze pagina.
Terug naar hoofdpagina.