Oegstgeestigheid

4 januari 2006

We gaan direct reageren op ongeregeldheden, riep de politie tijdens een persconferentie. Meld alstublieft als er wat aan de hand is, wij gaan er zeker actie op nemen. Maar toen puntje bij paaltje kwam, moest de burger zelf actie ondernemen! Bel maar op als je een naam hebt, zeiden ze toen brandstichting werd gemeld in Oegstgeest-Noord. Alleen de brandweer kwam opdagen, die wél! Maar aan de andere kant zorgden ze wel dat er werd gestrooid op de Oude Vaartweg. Dat is immers geen doorgaande weg meer en de bewoners daar balen zichtbaar omdat er nooit wordt gestrooid. Onder politiebegeleiding trok de strooiwagen alsnog een paar keer voor de huizen langs. Veel plezier beleefden ze er niet aan, want ’s avonds lag er bijna tien centimeter sneeuw!

Ik heb echt het idee dat het een stuk rustiger was met vuurwerk tijdens de jaarwisseling. Toch was het de volgende dag op sommige plekken behoorlijk rood op straat. Gelukkig zag je op diverse plaatsen bewoners met een bezem druk aan de gang gaan om de troep op te ruimen. Waren ze allemaal maar zo netjes!

Ongelooflijk knap hoe ze die kijkcijfers voor elkaar krijgen, mij vragen ze nooit wat ik heb gekeken. De volgende dag was het al in het nieuws. De man van het Bucklergeslachtsdeel trok blijkbaar de meeste kijkers. Toch heb ik het idee dat de meeste mensen niet naar de televisie keken en gezellig met vrienden of familie een gezellige oudejaarsavond aan het vieren waren. Potje bier erbij, fles champagne koud, oliebollen en een groot assortiment eetbare tafelvulling bij de hand tijdens het gezellig kletsen en spelletjes doen. Wij hadden dit jaar het spel ‘Teken het maar’ tevoorschijn gehaald. Gewoon weer eens zelf lol maken. De onderbrekingen bestonden dit keer niet uit reclameblokken, maar uit korte wandeling naar de keuken om nieuwe versnaperingen te pakken en af en toe een paar oliebollen opwarmen. Hoe link dat kan zijn ondervonden mijn schoonouders toen een van de oliebollen de spiraal van de oven raakte en de rookontwikkeling het brandalarm deed afgaan. In het pand waar zij nog maar kort wonen is een centraal alarmsysteem aangebracht dat niet te stoppen bleek. Binnen een paar minuten hadden ze een paar brandweerlieden over de vloer. ‘Ach, we zaten toch maar te kijken naar de skikampioenschappen’, zei een van hen laconiek. Mijn schoonvader was wel zo sportief om ze de schaal met warme oliebollen voor te houden.

Gelukkig nieuwjaar!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

11 januari 2006

Stiekem liet ik wel eens een e’tje weg als ik het Marine Elektronisch Bedrijf (MEB) noemde. Later deed ik dat ook bij het Marine Elektronisch en Optisch Bedrijf (MEOB). Het verschil hoorde niemand! Helaas kwam daar na 28 jaar een einde aan. Toch werk ik nu met plezier in Den Haag. Maar als je ziet hoe makkelijk het bedrijf tegen de vlakte wordt gewerkt, bekruipt mij een gevoel van machteloosheid. We wilden toch het wachtgebouwtje als een herinnering overeind houden? De onderhandelingen zijn echter niet eens voorbij, of de sloper slaat het gebouwtje in één dag tegen de vlakte. Ik vraag mij af wie hem dat heeft bevolen, want dit is een ongewenste actie. Helaas is het niet meer terug te draaien. Emotionele e-mailtjes aan de redactie van de Oegstgeester Courant met veelzeggende foto’s helpen niet meer, maar geven wel dat zelfde gevoel van onmacht weer.

Is dit arrogantie van de macht? Dezelfde als waarmee het Groot Proffijt straks tegen de vlakte gaat, terwijl wij dat niet willen? Het gebouw dat daarvoor in de plaats komt zal ook wel de Midzomeravond om zeep helpen! Of dezelfde manier als waarop straks het ASC-terrein wordt volgebouwd terwijl de buurt liever een groen park wil houden en waar de kinderen een veilig trapveldje kunnen hebben. Maar zo zijn er meer plaatsen in Oegstgeest waar tussen de huizen in opeens een hoog gebouw komt, want niet alleen aan de rand van het dorp wordt er gebouwd. Sommige plannen dienen een hoger doel, die de burger niet altijd te horen krijgt of niets van snapt. Kijk maar naar recente nieuwsberichten. Ook al ga je niet in een boom zitten, je wordt toch wel als een eikel behandeld. Bomen gaan om, ook al wil niemand dat en dient het een doel in een ander land!

De huidige eigenaar van het tot voor kort beoogd bedrijventerrein in Oegstgeest-Noord wilde niet dat er een stukje in de hoek een andere bestemming kreeg. Enclavevorming noemen ze dat. De eerste reactie die ik hoorde was, oh, dat is een gevangenis op dat terrein zeker niet? Dat is namelijk de volgende crisis die ons boven het hoofd hangt. En die gevangenis van het voormalige Sassenheim gaat ook al uitbreiden. Gelukkig heeft Teylingen dat zelf gehouden en de rest van het gebied weggegeven aan Oegstgeest, zonder afscheid te nemen van de bewoners in dat stukje nieuw-Oegstgeest. Sterker nog, die wisten het niet eens!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

18 januari 2006

Denk om het afstapje, dat is mij ook noodlottig geworden, vertelde Paul van Vliet in een van zijn voorstellingen op het toneel. Hij liep met een stok, zichtbaar geblesseerd en getekend voor het leven. Dit kan iedere Oegstgeester overkomen als zonder op te letten van het trottoir wordt afgestapt bij het begin van de Papaverlaan, nabij de firma Roest in de Korenbloemlaan. Dit is geen afstapje meer! Je dondert daar écht de diepte in. Van die vrije val kan nauwelijks iets goed terecht komen. Maar ook andersom is het een hele klim. Oudere mensen met een stok of rollator – u weet wel, zo’n handig looprek voor mensen die moeilijk ter been zijn – kunnen het overigens wel vergeten; zij komen er niet op en moeten of over de straat lopen, of oversteken en later weer oversteken. Dat dit een hachelijk avontuur is, hoef ik ongetwijfeld niet uit te leggen.

Ik hoop dat de ontwerper van het nieuwe Irispark iemand met visie is en dat het park net zo mooi wordt als de ontwerpen van andere mooie plekjes in Oegstgeest. Ik hoop vooral dat er méér water komt. Meer water betekent namelijk meer plekken om te vissen, maar ook meer ruimte om te schaatsen als het een keertje écht gaat vriezen. Ik kan mij de avonden nog goed herinneren dat ik als jongen rondje na rondje schaatste op de vijver bij het molentje. Of ik ooit een ‘tien kilometer’ heb afgelegd, kan ik mij niet voorstellen, maar ik kwam ongetwijfeld in de buurt. De rondetijden kwamen bij lange na niet in de buurt van de schaatshelden in die tijd, laat staan die van de moderne schaatsers. Die gaan onwaarschijnlijk vele malen sneller over het ijs. Maar ik waande mij wel een van hen!

Nu maar hopen dat er plaats is gereserveerd voor een muziektent waar op zwoele zomeravonden muziek kan worden gemaakt. Ik zie de Oegstgeester Big Band daar al staan, of kleinere ensembles die tijdens koopavonden het winkelende publiek aangenaam kunnen verpozen. Het is gek, maar een muziektent hebben we nog niet in Oegstgeest. We hebben eigenlijk geen enkele openbare ontmoetingsplek waar dergelijke bijeenkomsten kunnen worden georganiseerd. Nu het Boerhaaveplein wordt volgebouwd met woningen, is onze enige hoop nog het Irispark. Of het winkelplein voor de passage, daar ligt ook nog een kleine kans!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

25 januari 2006

Het leuke van deze column is dat ik door veel mensen op de hoogte wordt gehouden van het wel en wee in Oegstgeest. Meestal is het echter kommer en kwel, maar soms, heel soms sluiten inzenders af met positieve geluiden. Een van die pluspunten die ik ontving, kwamen van iemand die net als ik fan is van minderregels.nl. Maar ook dat de natuur in eigen omgeving op de juiste wijze wordt ingevuld. Hij wist te melden dat het hem goed deed om in het Rhijngeesterbos veel trekvogels te zien, zoals de Pestvogel en de Koperwiek. Ook zag hij voor het eerst een Goudvink in onze omgeving, een vogel die hij in Duitsland vaker tegenkomt. Spreekwoordelijk gezien dacht ik zelf dat Oegstgeest behoorlijk vol zit met Pestvogels, maar ook met Goudvinken!

In het uiterst noordelijke stuk van Oegstgeest hebben we sinds 1 januari het alleen voor het zeggen. De kleine plas van de Klinkenbergerplas wordt steeds kleiner; de bedoeling is dat er een moerasgebied overblijft. Bij de grote plas hebben ze eindelijk het riet laten staan. Of dat nu komt omdat Oegstgeest het beheer heeft gekregen of niet, volgens de laatste reactie op Oegstgeestigheid is dat een verademing. Je ziet dan gebeuren dat vele vogels komen schuilen, mailde hij. Hij schat 5000 Smienten, 200 Kuifeenden, een paar Duikers en een IJsvogel, prachtig roodbruin voor en in de vlucht kobaltblauw, schitterend om te zien!, verzekerde hij mij. Een dooie grote snoek verziekte het idyllische plaatje een beetje, maar zo is de natuur. Er is nou eenmaal geen opvanghuis voor bejaarde snoeken. Wel voor bejaarde vissers die vissen naar vissen. Vissen die het niet leuk vinden dat vissende vissers vissen naar vissen, kunnen daar niets aan veranderen.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

1 februari 2006

Hacken en spammen, ofwel inbreken in computers en jatten of verstoren van de data. De een doet het voor de sport om te zien of hij kan inbreken en zegt niets kwaads in de zin te hebben, in tegenstelling tot de ander die wél iets ondeugends wil doen. Degene die dezelfde techniek gebruikt om in te breken om wél te jatten, ja, die is wél strafbaar. Ja dág. De inbreker die inbreekt in jouw huis en niets jat, maar slechts wil weten of het hem lukt bij jou binnen te komen, die zou niet strafbaar zijn? Of als je jouw huis niet goed afsluit, dan heet het ineens geen diefstal als ze jouw huis leeghalen? In wat voor tijd leven we eigenlijk?

Of de fietsendief die een levensgrote kniptang meesleept en wordt betrapt bij het doorknippen van jouw kabelslot zou slechts een poging doen om te zien of jouw fiets te jatten is? Dus niet strafbaar? Of jij krijgt niets van de verzekering omdat jouw fiets niet op slot stond? Mag je hem dan zomaar meenemen? Als dit zo doorgaat, dan gaat iedereen op de loer liggen bij zijn fiets met een levensgrote ketting in zijn hand om de eerste de beste die maar kijkt naar zijn fiets eens flink af te rossen. Of met een koevoet in de hand achter de achterdeur de wacht houden tot er iemand binnenkomt en die eens flink te bewerken met het gereedschap dat inbrekers zo graag plegen te gebruiken.

Zolang niemand je ziet, is er niets aan de hand en kunnen ze jou niets maken, zo beweert men. Maar de werkelijkheid is anders. In het echte leven klaagt de overvaller jou aan en kun jij het wel schudden. Want wie gelooft men nou? De man die slechts probeert om bij jou binnen te komen? Of de man die zijn spullen probeert te beschermen? Volgens mij is het allebei met voorbedachten rade! Maar ja, dan moet er wel een heel grote gevangenis komen als ze beiden de bak in moeten. Wellicht dat de krasse taal van de politici om strenger op te treden, de werkelijke reden is dat er op het MEOB-terrein een gevangenis moet komen. Je moet ze immers wel ergens kunnen opsluiten als je ze te pakken krijgt!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

8 februari 2006

Toen ik in 1957 in de Bloemenbuurt kwam wonen, liep je vanuit de Korenbloemlaan via de Floralaan, richting het molentje, zo de polder in. Een paar honderd jaar voor mij deden mensen dat ook al. Onlangs werd er zodanig diep gegraven dat men weer op het niveau terechtkwam uit de tijd dat Jacoba van Beieren hier rondreed in haar koets. Ik was er niet bij in die tijd, maar ik kan mij zo voorstellen dat van een riool, zoals wij dat nu kennen, in die tijd nog geen sprake was. En dat was te ruiken zeg! Wat een putlucht! Nou ja, we hebben er allemaal even aan mogen snuiven; het was blijkbaar geen pretje in die tijd.

Het is dat er nog een paar bedrijven aan grenzen, en verderop de wijk de Morsebel, anders zou je denken dat Oegstgeest er aan werkt om de polder weer terug te krijgen. Heel het MEOB-terrein is weer zo plat als in 1939. Allen rijen met bomen herinneren nog aan de bebouwde structuur, wellicht hebben ze daar geen kapvergunning voor? Nog niet eens zo gek lang gelden liepen er nog koeien in de wei. Nu staat er een groot transportbedrijf en daarachter is het volgebouwd. Het MEOB was opgesplitst in twee gedeelten, gescheiden door een grasstrook waar een boer toegang had tot zijn weiden. Als je in begin van de zeventiger jaren naar de bedrijfsschool of garage wilde, moest je het terrein af en omlopen. Toen ik in 1971 op de bedrijfsschool zat met nog zes collega’s, gingen we een paar keer per dag naar de kantine koffie halen met een grote kan. Al die gebouwen zijn weg. Met de grond gelijk gemaakt, of beter gezegd, volledig verwijderd. Het is weer helemaal open. Zo open zelfs, dat een van de bewoners aan de Haarlemmertrekvaart opmerkte: ‘Ik woon weer in de polder!’ Evenals zijn buren is hij sinds 1 januari 2006 inwoner van Oegstgeest, want Sassenheim heeft die hoek bij de Klinkenbergerplas afgestoten.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

15 februari 2006

Zo eens in de zoveel tijd wordt Oegstgeest getroffen door een drama. Deze keer was dat in Haaswijk waar op de houtwal langs het Componistenpad een witte Kaapse eend zonder kop lag. Het bleek Berta de buurteend te zijn die zeer geliefd was bij sommige buurtbewoners. Afgelopen zomer nog revalideerde ze vijf weken met een verlamd pootje bij een gezin in de tuin, waar de kinderen haar de naam Berta gaven. Berta lag in een kuiltje alsof ze een zwaar gewicht op zich heeft gehad waardoor ze in de bodem was gedrukt. Haar kop was glad van de romp gesneden. Gezaagd, vertelden twee jongens van twaalf die zeiden dat ze dat hebben gezien. Zoiets doet niemand, vertelde mij iemand die het bericht aanhoorde. Het bleek dan ook een verzinsel te zijn, zo vertelden ze later, en een van de jongens was zo sportief om zijn excuses aan te bieden bij de rouwende buurtgenoten. Maar de eend was dood, zonder sporen van strijd of gevecht en zonder ook maar een veer te verliezen.

Niet eens zo ver van de plaats van het delict, aan de overkant van het kanaal richting Rijnsburg, heeft een vos tot twee keer toe een massamoord op het geweten. Na de tweede moordpartij leefde er op de ‘crime scene’ geen enkele kip meer en bleef de vrouw des huizes eenzaam en verlaten achter. Een tijd terug is daar een vos uit het Kanaal ‘gevist’, die anders verzopen zou zijn. Hoewel hij ergens in de duinen is losgelaten, zou het best dezelfde kunnen zijn! Het zou niemand verbazen als de brutale vos door gebrek aan kippen, zich een paar honderd meter verder te goed zou doen aan de lekker vette eenden die op verschillende plaatsen Haaswijk bevolken. Hoewel een vos niet eens zo groot is, zijn er mensen die zich toch omdraaien als ze oog in oog met hem staan! Maar goed, de brutale moord op Berta kan hem onmogelijk worden aangerekend omdat de wond te glad is. Op de houtwal staan blijkbaar niet voor niets hekken. Mensen hebben daar niets te zoeken, want volgens de ‘verzorgers’ van Berta moet het mensenwerk geweest zijn. Maar dat geloofd niemand: zoiets lugubers doe je toch niet?

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

22 februari 2006

Als ik naar sommige programma’s luister die op de radio de hele dag de oren teisteren, of naar sommige programma’s kijk die de ether vervuilen via de televisiezenders, dan vraag ik mij toch echt af waarom zendtijd nou zo duur moet zijn. Populaire radiozenders hebben tegenwoordig twee mensen die samen een programma presenteren. Ze kletsen over allerlei zaken, ook al gaat het soms nergens over. Laatst hoorde ik een man en een vrouw allerlei onzin uitkramen over de uitleg van dromen. Ook luisteraars worden in de gesprekken betrokken. Volgens mij hebben ze bij de omroepen opleiders in dienst die naast het kneden van presentatoren, zodat ze allemaal hetzelfde klinken, ook de jongelui opleiden in het neplachen. Dat ze voornamelijk lachen om hun eigen ‘grappen’ doet er blijkbaar niet toe.

Sportprogramma’s op televisie spannen helemaal de kroon. Een paar minuten voor een samenvatting, tien minuten zwetsen over niets, dan vertellen wat er na de reclame komt, minstens zeven minuten reclame, weer aankondigen wat er straks na de reclame komt, een korte samenvatting, weer minutenlang kletsen met een ‘voetbalkenner’, soms zelfs met twee van die prominenten, korte samenvatting en ga zo maar door. En de rest van de week prijs ik mij gelukkig dat ik niet naar al die soaps en realityprogramma’s hoef te kijken.

Je hoeft ook helemaal niet naar de tv te kijken om soaps te zien of je tijd te verdoen. Bij De Springplank hebben ze momenteel een proef van dertig dagen zonder televisiekijken. Ik ben benieuwd of ze na die korte ontwenningsperiode van die verslaving af zijn. Als je door Oegstgeest wandelt of fietst, zie je namelijk genoeg soaps. Een van de meest spraakmakende is momenteel de renovatie van het winkelcentrum aan de Lange Voort. Als straks de stratenmakers klaar zijn met hun werk, dan krijgen ze waarschijnlijk alle lof. Maar nu ze zo grootschalig bezig zijn, is het werk niet echt populair bij het publiek. Ik ben benieuwd of aan het einde van deze maand de soms hoge stoepranden keurig voorzien zijn van opgangen voor invaliden, zodat iedereen het trottoir op en af kan.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

1 maart 2006

Het Olympisch vuur is weer gedoofd en alle emoties rond winst en verlies zijn bijna weer van de buis verdwenen. Kantelende bobsleeën, uitglijdende schaatsers en valse starters houden ons niet meer bezig. Ook in Oegstgeest was het stil op straat en konden de stratenmakers ongestoord hun gang gaan. Toch is in Oegstgeest het Olympisch vuur al een tijdje gedoofd. Wat blijkt, in de Morsebel, en wel in het Mien Ruyspark, staat een baken dat blijkbaar door velen als een Olympische vlam wordt gezien. Laat die vlam nou al drie maanden niet meer verlicht zijn! Voor mensen die dat soort misstanden signaleren, heb ik slechts één tip: bellen of mailen naar de gemeente, en die zal dan haar licht doen schijnen op de klacht of opmerking, en binnen afzienbare tijd komt er licht in de zaak.

Laatst stond een oudere heer met zijn linkerschoen op de stoeprand te wrijven op de hoek Papaverlaan en Korenbloemlaan. Onmiddellijk nam ik aan dat hij er was ingetrapt. In de hondenpoep dan wel te verstaan. Dat bleek niet het geval, want na een kwartier stond die man nog steeds dat kunstje uit te halen. Mijn verbazing maakte plaats voor burgerzin en ik besloot om die man te vragen wat hij in hemelsnaam voor kunstje aan het uithalen was. Heppu stront aan de schoen meneer? Nee, beet hij mij toe. Ik kom de stoep niet op!

Nog even een tip voor de middenstand als actueel afsluitertje: Als de haan niet kraait voor het avondrood, dan gaat het regenen, of de haan is dood. Dit las ik in de serie: Tegeltjes veur op ut sjiethuuske. En in deze spannende tijden dat de vogelgriep zich over Europa verspreidt, wordt dat tegeltje wellicht een groot kassucces

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

8 maart 2006

Het regent gelukkig niet elke dag. Helaas komt regenwater dat wél naar beneden komt in het riool terecht en drukt ook op de kosten. Kosten die wij met zijn allen moeten dragen. In de winter is regen overigens levensgevaarlijk, want voordat je het weet ligt er een ijsbaan op de weg. Gelukkig worden de winters wat dat betreft zachter en hebben we weinig uitglijders gehad. Dat kun je van de gemeenteraad helaas niet zeggen. Het is dan ook te hopen dat we vanaf nu een ‘waterdichte’ gemeenteraad krijgen. Volgens veel alleenstaanden zijn er namelijk rare beslissingen genomen. Een daarvan is het rioolrecht. We zijn vier keer meer gaan betalen, was de algemene klacht. De alleenstaanden gaan er simpelweg vanuit dat ze minder van het toilet gebruikmaken dan een gezin. Minder poep, minder kosten, is hun mening. De hoge rekeningen zijn dan ook onrechtvaardig, volgens hen.

Poepen drukt nauwelijks op de kosten, volgens de gemeente. Ze noemen het rioolrecht. Je mag dan het recht hebben om door te trekken, het kost echter wél geld. Maar zowel het afval dat je wegspoelt, als het hemelwater, vormen slechts een klein gedeelte van de kosten. Deze kosten worden grotendeels bepaald door de investeringen. Je kon het onlangs nog zien bij het winkelcentrum Lange Voort. Grote betonnen pijpen moeten de grond in, evenals putten met hun overbekende deksels. Daarna moet je ook nog eens de straat weer netjes afwerken. Dat kost ‘veel geld’. Daar bovenop heb je ook nog eens de onderhoudskosten. De politiek heeft vastgesteld dat er erg veel administratie nodig is om aan de hand van het waterverbruik vast te kunnen stellen wat de rioolrechten zijn, terwijl het maar tien procent van de kosten zijn.

Eigenlijk zou het veel goedkoper kunnen. Je zou voor doorzichtige buizen kunnen kiezen die niet de grond in gaan, maar bovengronds richting de rioolzuivering lopen. Leuk om je eigen drollen te kunnen volgen, kun je gelijk zien wat er mee wordt gedaan. Een soort financiële controle. Want nu vraagt iedereen zich af waarom er ineens – in een korte tijd – zo’n uitzonderlijke verhoging is gekomen van de rekening. De man of vrouw alleen snapt niet waarom hij net zoveel betaalt als de buren die vier kinderen hebben. Dit ga ik niet uitzoeken, want als je in de stront roert, gaat het stinken!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

15 maart 2006

Die botenshow indertijd op het Winkelcentrum Lange Voort was niet alleen verdacht, maar ook nog eens een voorbode: Jachthaven Irislaan! Wie het nog niet door heeft, moet nog maar eens goed rondkijken tijdens het winkelen. Ik zie het al helemaal zitten. Sterker nog, ik zie mezelf al zitten op een terras aan het water met een heerlijk koud pilsje. Maar als ze een bevaarbare route naar het Oegstgeester Kanaal willen, hadden ze toch beter een hogere brug gebouwd. De salonboten van Olympia Charters uit Warmond kunnen er echt niet onderdoor. Dus rondvaarten vanaf het Irispark zullen er niet komen! Tot zover ging mijn droom toen ik de botenshow had bezocht, maar de werkelijkheid laat het helaas afweten. Toch komt er een indrukwekkende waterpartij in het Irispark, dat kun je wel zeggen.

Ik ben bang dat het terrein niet het domein voor de terrasliefhebber wordt. De horeca is immers te ver van de waterkant af. Nee, het zal hooguit het decor worden voor de wandelaar en dan vaak met een hond in de nabijheid. Het is ook nu nog moeilijk in te schatten of je er een balletje kunt trappen; het ziet er namelijk erg glooiend uit. Afgelopen zaterdag stond er halverwege het winkelcentrum een bushokje. Dát was een raar gezicht! Die paste helemaal niet in het beeld. Nu we het toch over het uitzicht hebben: het wordt wel mooi hè bloemenman? Nou, ik had liever wat meer parkeerplaatsen gezien!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

22 maart 2006

Ik heb mij ingeschreven voor een andere woning, wellicht een seniorenwoning, omdat ik daartoe min of meer word gedwongen. Tot 1 april krijg je namelijk de kans om met een soort overgangsregeling – aangezien ik boven de vijftig ben past dat daar wel bij – in te schijven bij Woonzicht.nl. Door een nieuw woonruimteverdelingsysteem, hoe verzinnen ze het, gaan alle opgebouwde woonjaren van huurders verloren. Helaas is er niemand zo slim om stomweg alle huurders automatisch op te nemen in een systeem waar je wat aan hebt en dat niet zo veel administratie vergt. Nee, je moet je elke keer weer opnieuw inschrijven!

Als een mislukte 1 aprilgrap krijg je nog een week de tijd om je in te schrijven bij Woonzicht.nl of bij de Woningstichting Buitenlust aan de balie in de Rozenlaan. En ik zou het maar doen als ik u was, want het scheelt enorm veel punten. Punten die je hard nodig hebt als je écht een andere woning nodig hebt, ook al is er geen haar op uw hoofd die daar aan denkt. Dat geldt ook voor kale mensen!

De opgebouwde woonjaren telden in het oude systeem mee, maar in het nieuwe niet meer. Die overgangsregeling, het blijft een rotwoord, geeft je echter de kans om ze alsnog mee te nemen in het nieuwe systeem. Kost je wel vijf euro. Maar ja, als je het niet doet, kost het je straks als spijtoptant 25 euro én je bent al jouw punten kwijt! Als je nagaat dat slechts een kwart van de huurders zich hebben ingeschreven, kun je je gerust zorgen gaan maken. Dat geldt ook voor zogenaamde starters die waren ingeschreven bij het voormalige HUIS-AAN-BOD. Ze noemen het een eenvoudig rekensommetje waarmee ze je in het nieuwe systeem in een rijtje zetten, waarbij inschrijfjaren zwaar meetellen en de woonwaarde. Tegenwoordig zijn mensen gek op punten sparen, en anders word je er wel gek van. Maar dit zijn dure punten die je eigenlijk niet aan je voorbij mag laten gaan. Kost je wél vijf euro per jaar, en dat voor een seniorenwoning waar je nog lang geen behoefte aan hebt! Maar wel D O E N !

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

29 maart 2006

Tijdens een openbare vergadering van de Sportraad hoorde ik verbaasd de mooie plannen aan voor de inrichting van het sportpark de Voscuyl. Vooral bij de 22 woningen die er vlakbij worden gebouwd spitste ik de oren. Over parkeerproblemen hoeven die toekomstige bewoners zich geen zorgen te maken. Er komt namelijk een ondergrondse parkeergarage met voor ieder pand ruimte voor twee auto’s. Ik moet zeggen dat het beeld dat de architect schetste er goed uitziet. Nou vind ik de locatie niet echt geschikt, dus ik ga er beslist niet wonen. Een van de opvallendste punten is de beplanting. Er worden namelijk bomen geplant in de, nou ja, noem het maar binnenplaats van het complex. De bomen gaan dan door het dak heen tot in de garage! Nou als het daar niet gaat inregenen, dan weet ik het niet meer! En wat dacht je van de wind? Het zal er wél lekker koel worden zo!

Over wind gesproken. Nou was het bij het winkelcentrum aan de Lange Voort al lang een tochtgat, maar nu lijkt het alleen maar erger geworden te zijn. Vooral nu het zo hard waait en er zoveel zand ligt. Tenminste, nú nog wel, want met die harde wind zal het wel snel weg zijn! Wordt er ook nog eens zand in onze ogen gestrooid, zonder dat er mensenhanden aan te pas komen. Dat is weer eens iets anders voor de verandering!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

5 april 2006

De lentetijd is wellicht de mooiste tijd van het jaar. Dit seizoen bezorgt je de kriebels. Niet alleen vogels hebben daar last van, mensen kunnen er ook wat van. Ik doel uiteraard op de voorjaarskriebels die er voor zorgen dat alles grondig wordt schoongemaakt, de grote schoonmaak dus. Ik word daar altijd heel nerveus van. Ik heb namelijk heel andere kriebels. Ik ga het liefste er op uit om te gaan fietsen. Zodra het een beetje weer begint te worden zie je dat meer mensen daar last van hebben, vooral mannen. Ik vraag mij ernstig af of het nu alleen om het fietsen gaat, of dat het komt dat ze het huis ontvluchten waar alles grondig overhoop wordt gehaald door moeders de vrouw. Maar ja, een grote schoonmaak kan echt geen kwaad; we komen er wel weer overheen.

De nieuwe eigenaren van de Haarlemmertrekvaart hebben ook de kriebels. Tolhuysch b.v. heeft omwonenden een brief gestuurd over aanlegplaatsen, voornamelijk om wildgroei in het aanleggen tegen te gaan. De gemeente Oegstgeest wilde voorheen een beleid ontwikkelen waarbij het aanleggen voor iedereen mogelijk zou zijn. Ondertussen waren er diverse steigers geplaatst die bestemd waren voor particulieren. Daaronder waren er die slechts een steiger met boot hebben aangeschaft om te voorkomen dat er iemand anders hun uitzicht zouden verpesten. En dat was nou net niet de bedoeling! Een onlangs gestuurde brief met nieuwe tarieven was dermate afschrikwekkend dat de eerste boot al is verkocht. De schoonmaak in Oegstgeest-Noord is al begonnen!

Maar de mooiste kriebels zijn toch wel te zien bij de vogels. Het bouwen van nesten is al in volle gang. Een van mijn buren kan voortaan achterom. Zij hebben namelijk aan de voordeur een krans van takken en aanverwante natuurproducten hangen. Sinds kort is in het hart daarvan een nest aangebracht, vermoedelijk door meneer en mevrouw koolmees. Of daar ooit een nestje jongen in opgroeit, zal nog moeten blijken, maar leuk om te zien is het wél.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

12 april 2006

Mijn salarisbriefje is echt een maandelijkse straf geworden. De verschillende bedragen die er op vermeld staan doen mij duizelen. Vroeger, toen de gulden nog het wettelijke betaalmiddel was, toen kon je met je loonzakje thuiskomen. Maar met de euro hou je het maar liever voor je. Je hebt pas echt pech als jouw echtgenote vraagt wat al die bedragen betekenen. Gelukkig vind je op het jaarverslag maar weinig getallen terug.

Ik ben in de omstandigheid dat ik belasting extra mag afdragen. En die mensen die belasting terugkrijgen, hoe doen die het dan? Die hebben een duur huis gekocht! Maar ze hebben lagere lasten, hoe zit dat? Dit zijn van die vragen waar ik eigenlijk liever geen antwoord op geef, maar ze is dit keer heel vasthoudend. Kijk, de belasting helpt je een handje om de zware maandlasten te kunnen dragen. Dus als je maar genoeg lasten hebt, krijg je geld terug. Maar sommige mensen betalen per maand zo weinig, dat ze ons uitlachen. Waarom kopen wij ons huurhuis dan niet? Dat komt omdat er veel vraag is naar sociale woningbouw en de huisbaas daarom liever niet verkoopt. Maar wie wil er nou in een duur huurhuis wonen als hij goedkoper kan kopen? Je moet niet van die moeilijke vragen stellen, was het enige dat nog in mij opkwam!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

20 april 2006

Laatst ontving ik een grappige e-mail over een klant die telefonisch een pizza bestelde. Het was een satire over de toekomst. De pizzatent wist alles van de klant en uiteindelijk hing de klant boos op, zonder pizza te bestellen want volgens de pizzadame was zijn creditcard niet gedekt en mocht hij geen cola drinken als diabeet en werd hem geadviseerd om met zijn cholesterolgehalte niet de pizza te bestellen die hij lekker vond.

Een nog grotere nachtmerrie is het keuzemenu dat vrijwel ieder serviceverlenend bedrijf zich meent te moeten aanmeten. Vooral oudere mensen die afhankelijk zijn van dienstencentra worden hopeloos het bos ingestuurd. Wat het doel daarvan is weet niemand, want het voegt niets toe en uiteindelijk krijg je bij elke keuze dezelfde persoon aan de lijn. Tenminste, als je mazzel hebt. Goede middag, blij dat u ons belt. Kies 1 voor het bestellen van een pizza. U kiest direct voor 1. Kies 1 voor een pizza met kaas. Kies 2 voor een pizza met champignons. U kiest uiteindelijk voor optie tien. Kies 1 voor het afrekenen bij aflevering aan de deur. Kies 2 voor het betalen per creditcard. U kiest voor optie 1, want u hebt nog een berg zwart geld liggen dat mooi op kan op deze manier. Aan de andere kant klinkt de stem weer: Er wordt een vrije medewerker gezocht. Na drie minuten klinkt de stem weer. Al onze medewerkers zijn nog in gesprek, wilt u wachten? Neen, ik wil een pizza! Even later klinkt de stem weer: U bent nummer vijf in de rij. Druk op de negen als u wilt wachten, of druk op de 1 als u een boodschap wilt achterlaten. U drukt op 1, want u wilt nog steeds een pizza. Sorry, we zijn gesloten, morgen kunnen wij u weer van dienst zijn met de service die u van ons gewend bent!

Dit voorbeeld was uiteraard niet bedoeld om pizzabedrijven belachelijk te maken, want die doen voorzover ik weet normaal. Het had net zo goed een beltaxibedrijf kunnen zijn waar mensen die slecht ter been zijn van afhankelijk zijn om ergens op visite te kunnen gaan, soms meer dan een uur moeten wachten, soms twee uur onderweg zijn omdat de auto vreselijk omrijdt om iemand die je niet kent op te halen, ver weg woont, pas na een kwartier na de auto strompelt, een heel andere kant op moet dan u en vreselijk uit zijn straatje stinkt en last heeft van winderigheid, en tot overmaat van ramp dezelfde vreselijke terugreis biedt voor hetzelfde hoge bedrag. Lange zin? Was ter illustratie van het onderwerp! Service? Burgertje pesten zul je bedoelen!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

26 april 2006

Je mag alleen op de witte vlakken, zij een moeder bij het oversteken tegen haar zoon en diens vriendje. Hoe herkenbaar. Ik heb die neiging nog wel eens bij afwijkende vlakken op de plaatsen waar ik loop. Dat krijg je vanzelf als je goed oplet; het gebeurt dan ook zelden dat ik ‘ergens’ intrap. Er zijn overigens mensen die daarbij heel erg overdrijven en tot in het extreme bijgelovig zijn. Aan de andere kant heeft het soms ook wel iets. Kijk maar naar mensen die bewust hun trouwdag plannen en nu al hebben geboekt op bij voorbeeld 10-10-10 en misschien ook nog eens om 10:10:10 uur.

Een of ander rekenwonder heeft met een groot gevoel voor stijl ontdekt dat er op vier mei een prachtige tijdsnotatie zich voordoet: 01:02:03 04-05-06. Van verschillende kanten heb ik hierover een e-mail ontvangen. Met een twaalfuursnotatie krijg je 's middags de herhaling! En uiteraard op een paar andere plaatsen in de wereld, maar ik stap er niet voor in een vliegtuig om het nóg een keer mee te maken. Overigens heb ik niemand er over gehoord toen het 06:05:04 03-02-01 was! Er zijn belangrijkere dingen in het leven om je druk over te maken.

Toch kijk ik onwillekeurig op de kilometer teller als er een grappige reeks getallen verschijnt. Best leuk om op de teller van je fiets het getal 9999 te zien verschijnen en even later de magische grens van 10000 te overschrijden. Hij staat al weer bijna op 11111 en dan duurt het weer een jaartje voordat er 22222 staat. En nu maar hopen dat de batterij zo lang meegaat.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

3 mei 2006

We lijken zo langzamerhand steeds meer op witte muizen. Heel lief als we alleen zijn, maar o wee als we met teveel op een kluitje zitten. Kom niet te dichtbij en raak elkaar vooral niet aan, want dan breekt de pleuris uit. Toch gaan we onvermoeibaar door met het pot op elkaar huizen bouwen, zodat het probleem alleen maar groter wordt. Dus ondanks dat we steeds meer ruimte nodig hebben, krijgen we er juist minder van. We moeten ons ook meer ontspannen, in plaats van voor de buis zitten. Dus wat doen we, we sluiten het Groot Proffijt en laten de Roode Leeuw vertrekken.

Het wordt ook een beetje druk op de wegen. Ja, logisch toch. We willen autoluwe wijken en stille dijken, dus sluiten we alles af, leggen er vervelende drempels aan en sturen de automobilist van het kastje naar de muur zodat hij meer kilometers moet maken, langer in de file staat en daardoor meer schade toebrengt aan het milieu en op meer plaatsen een gevaar oplevert voor de zwakkere verkeerdeelnemers.

Ook willen we de inwoners graag aan werk helpen in eigen woonplaats, dus laten we een bedrijf van meer dan vijfhonderd personeelsleden vertrekken en willen we op het achtergelaten terrein werkgelegenheid creëren. Ondertussen bouwen we naarstig verder aan bedrijfspanden en plaatsen we er borden bij met de tekst: Bedrijfsruimte te huur. Grote vrachtwagens die naar de Flora willen, laten we omrijden terwijl het bedrijf aan de snelweg grenst. In de regio Haaglanden roepen ze dat er miljoenen beschikbaar zijn voor de aanleg van fietspaden, en in Zoetermeer is daar geen geld voor. Snapt u het nog?

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

10 mei 2006

Hebt u ook zo genoten van de 5 mei Jaarmarkt? Een heel leuk bevrijdingsfeestje waarbij jong en oud vooral genieten van de vrijmarkt die dit jaar zelfs tot aan de Ommevoort strekte. Wel vreemd dat als je ’s morgensvroeg met je spullen een plekje zoekt, je op heel veel plaatsen het woord Bezet ziet staan. Sommige mensen moeten blijkbaar nog worden bevrijd. Ongelooflijk wat wij met zijn allen aan spullen in huis hebben waar een ander nog van alles mee kan. Alleen triest dat bij het naar huis gaan men blijkbaar niet meer de fut en het fatsoen heeft om de overgebleven rotzooi op te ruimen. Gemeentepersoneel was tot in de late uren bezig met vuil verwijderen. Op het parkeerterrein van het sportpark De Voscuyl nam dit tot ongenoegen van sommige sporters maar liefst tien parkeervakken aan ruimte in! Aan het einde van de volgende dag was dit gelukkig weer keurig opgeruimd.

Dat opruimen kost natuurlijk wel geld, daar denkt men blijkbaar niet over na. Dat is echter met alles zo. Kijk maar naar de Leidse Vaart waar het Tolhuys zo mooi is opgeknapt. Niet om tol te heffen, ondanks de hoge kosten van het onderhoud aan meer dan twee kilometer gewezen trekvaart. Nee, daar zijn modernere middelen voor. Met de nodige argwaan werd de rekening afgewacht voor het afmeren van een boot. Het spreekwoord men lijdt het meest voor het lijden dat men vreest, gaat hier ook weer op want de rekening blijkt heel schappelijk te zijn. De nieuwe exploitanten hebben namelijk in goed overleg met de gemeente een laag tarief berekend! Nu nog een initiatief om vanuit het Oegstgeesterkanaal door te kunnen varen naar het winkelcentrum Lange Voort, net zoals dat in het centrum van Sassenheim zo mooi is geregeld. Zijn er nog meer enthousiaste ‘bruggenbouwers’ in Oegstgeest?

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

17 mei 2006

Nou ontdekte ik laatst dat er mensen zijn – of misschien maar één, maar dit klinkt leuker – die afstuderen op de vraag of overheden, maar vooral lokale overheden, bij werkzaamheden aan milieu en leefomgeving in plaats van verbetering juist méér schade toebrengen daaraan! Nou, dat is nog eens een eenvoudige opdracht! Een half uurtje rondfietsen in het centrum van Oegstgeest en je bent geslaagd! Slechts een paar scherpe foto’s in jouw scriptie en bingo, de bul is binnen! Voor mij ligt er al heel lang een eredoctoraat te wachten, dat kan niet anders!

Een voorbeeld van een stelling in het proefschrift van dokteranders Wil van Elk: Op de t-splitsing op de Ommevoort en Lijtweg ligt een VOP. Oh? Waar dan? Nou die vage plekken zijn witte balken. VOP? Ja, Voetgangers Oversteek Plaats. Maar daar zou ik niet over willen steken, veel te gevaarlijk. Wellicht dat er zolang de wegwerkzaamheden daar nog in de planning zitten, iemand zich er even met een kleffe witkwast over wil buigen? Daar hoef je niet voor gestudeerd te hebben om dat te zien, het is er levensgevaarlijk! Als straks alle werkzaamheden achter de rug zijn en het winkelcentrum en omgeving klaar zijn, dan gaat er een zucht van verlichting door ons dorp. Man (of vrouw), wat een rommelige tijd hebben wij achter de rug. Ik hoop van harte dat het er een stuk veiliger op wordt. (Historisch gezien is daar een zeer kleine kans op.) Misschien komt er zelfs ooit nog eens een kleine rotonde op het punt waar de Irislaan en de Lange Voort elkaar vinden. Maar dan pas als alles tot rust is gekomen en alles weer heerlijk kan worden opengebroken! Ik ben benieuwd wanneer het weer open moet voor het leggen van allerlei kabels, want de geschiedenis leert dat dát gaat gebeuren!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

24 mei 2006

Van onze meesterschoenmaker in Oegstgeest heb ik geleerd dat goed onderhoud het behoud is van je schoenen. Op mijn werk wilde ik ook de mogelijkheid hebben om mijn schoenen te kunnen poetsen. Ik kocht voor een paar euro een setje borstels en een potje bruine schoenensmeer. Toen ik begon te poetsen moest ik gelijk aan onze kat denken. De haren van het goedkope borsteltje vlogen me om de oren, wat een troep. De wieltjes onder mijn bureaustoel begonnen al snel op mijn kat te lijken, want ze zaten even later helemaal onder de haren. Schoenen worden na een grondige poetsbeurt weer als nieuw, maar nooit zo mooi als toen je ze kocht. Licht bruin, staat op het potje, maar mijn schoenen werden alleen maar donkerder.

Vorige week zat er een eendenpaar bij ons in de sloot met maar liefst dertien jongen. Een week later had ze er nog maar een over. Reigers hebben namelijk ook jongen, en die hebben voortdurend honger. Sommige mensen kunnen absoluut niet tegen zoveel gruwelijkheden. Er zijn er zelfs die daarom nooit meer vlees eten. Hoewel het mij niet gezond lijkt, zijn er heel wat vleesvervangende middelen in de handel waarmee je heerlijke maaltijden kunt bereiden. Ik ken een vrouw, Nora, die daar heel extreem in is, en alles wat maar op vlees, vis of gevogelte lijkt is taboe. Zij doet de komende zomer dan ook niet mee met de vele barbecues die gepland zijn. Ze is zo fanatiek, dat we haar Soja Nora noemen.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

31 mei 2006 én 8 juni 2006

Als je als stedeling je moet bezighouden met de waterhuishouding in jouw dorp, dan zul je iets moeten weten over sloten, water, flora en fauna. Dan kom je er vanzelf achter dat als je niets doet, de natuur inderdaad zijn gang gaat en er binnen afzienbare tijd geen leven meer in de sloten te vinden is en niet veel later ook geen water meer. Om nu de medewerkers van waterschappen en gemeenten te helpen bij het waterbeheer, hebben Waternet en BCC een beheerprogramma ontwikkeld ter ondersteuning van het baggerwerk: Baggerbase. Wat vroeger heel gewoon was en op gezette tijden werd uitgevoerd, moet nu in een computerprogramma worden verwerkt. Grote kans dat er mensen mee moeten werken die absoluut geen idee hebben waar ze mee bezig zijn, maar als daarmee de sloten weer leefbaar worden, moet iedere gemeente direct dat programma aanvragen bij BCC.

Voor Oegstgeest zou Baggerbase geen overbodige luxe zijn. Want als je kans ziet om prachtige polderslootjes om te bouwen tot ondiepe dode modderpoelen, heb je iemand nodig om je aan de hand te nemen bij het beheer. Iedere boer of tuinman kan je vertellen hoe je het moet doen, maar het blijft bij hoofdschuddend mopperen dat er een zootje van gemaakt is. Maar daar kan wat aan worden gedaan. Neem de mopperende gepensioneerde boeren en hoveniers in dienst en laat ze het beheer overnemen en weer leven pompen in de sloten. Maar dit zal ongetwijfeld niet gebeuren, dus is Baggerbase een oplossing. Kijk maar eens op http://www.ingbcc.nl/.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

14 juni 2006

We geven kapitalen uit aan de inrichting van onze tuinen en als ze echt bijzonder zijn, dan worden ze beschreven in een boek waar nog meer monumenten in worden vermeld. Onlangs verscheen het prachtige boek ‘Mooi gebouwd’ waar de monumenten van Oegstgeest in beschreven staan. Dit boek is bij uitstek geschikt om als een soort reisgids onder je arm mee te nemen om stuk voor stuk de bezienswaardigheden met eigen ogen te aanschouwen. Dat wordt een ongelooflijk leuke wandeling, dat kan ik u verzekeren. Maar in een bijzonder groene gemeente als Oegstgeest kan het gebeuren dat je veel niet te zien krijgt. Heel hoge hagen ontnemen je het zicht op de bijzonderheden en zonder lange ladder kun je het wel vergeten. Dan moet je het doen met het plaatje in het boek. Overigens bijzonder handig voor inbrekers, zo’n hoge haag. Niemand die je ziet, zodat je ongestoord de aanwezige spullen van waarde kunt wegnemen. Misschien een goed idee om vaderlief voor vaderdag een elektrische heggenschaar te geven? Geef er dan ook een snoeicursus van Van Nieuwland bij, kan ook het overhangende groen rigoureus worden verwijderd. Want ondanks het minder mooie weer, waardoor alles een maand achterstand lijkt te hebben, groeit het groen als kool, vooral nu het weer ineens is omgeslagen.

Van de vorige column heeft u nog wat tegoed. Ik noemde daar BCC, een bedrijf waarmee de modderhuishouding van Oegstgeest kan worden aangepakt. Al roerend in de modder kwam er geen enkele aanwijzing bovendrijven die ook maar leek op de juiste afkorting. Dat is toch die zaak waar je elektrische huishoudapparaten kunt kopen?, merkte iemand op. Baggerbase Commando Center kwam nog een beetje in de buurt. Niemand kon echter vermoeden dat het Ingenenieursbureau BCC als Bureau voor Civiele & Cultuurtechniek door het leven gaat, want ook op hun eigen website werd er met geen woord over gerept. Toch meende ik tot publiceren over te moeten gaan omdat iedere dag dat er niet wordt gebaggerd, er van alles misgaat. Dramatisch? Misschien een beetje, maar het klonk goed, dat moet u toegeven!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

21 juni 2006

Al maanden lang moeten de bewoners van de Karel Doormanlaan een vrije doorgang in hun straat ontberen. De oorzaak is de vernieuwing van het riool. In je onnozelheid denk je aan een paar weken: Straat openbreken, oude buis opgraven en vervangen door twee nieuwe, één voor het hemelwater en één voor het vuile water dat het huis verlaat via de vele afvoeren in huis. Verder een kwestie van aansluiten, zand erover en opnieuw bestraten. Nou, dat valt behoorlijk tegen; trek er maar een paar maanden voor uit. Je zou toch denken dat ze dagelijks archeologische vondsten deden, zo lang duurt het. En al die tijd zijn de huizen moeilijk bereikbaar en moeten de auto’s elders in de wijk worden geparkeerd; er waren al zo weinig parkeerplekken.

Het trottoir in die straat was al niet zo breed en nu met de werkzaamheden al helemaal niet meer. Vooral mensen in een rolstoel moeten allerlei capriolen uithalen om het huis in te kunnen komen. Voor hen is een omleiding via een brandgang dé oplossing, maar dan wel eentje met de nodige ongemakken. Maar de bewoners kunnen er zelf heel wat aan doen om de werkzaamheden niet verder op te houden. Ze zijn namelijk zelf ook een beetje de reden van het nodige oponthoud. Tenminste, als je ze moet geloven. Ze zeggen een brief te hebben gekregen van de gemeente dat ze het overhangende groen zo snel mogelijk moeten snoeien om de werkzaamheden niet te bemoeilijken en nodeloos op te houden. Snel snoeien dan maar, zijn ze er eerder van af. Voor de schoolkinderen mag dan een zandbak met de lengte van een straat één groot speelterrein zijn, de meeste bewoners van de Karel Doormanlaan zijn er echter te oud voor.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

28 juni 2006

Binnenkort komt een website on line op het Internet met de risicokaart van Zuid-Holland, bereikbaar via www.risicokaart.zuid-holland.nl. Kunnen we bekijken wat de kwetsbare plekken zijn in onze omgeving. Ik vraag mij af of fietspaden en gevaarlijke zijwegen daar ook op komen te staan. Want fietsers, maar ook voetgangers, zijn ook kwetsbare objecten. Toch heeft die kwetsbaarheid ook best wel leuke kanten. Vorige week reed ik richting Den Haag laverend tussen de hopen stront door en kreeg spontaan dichtneigingen. Nee, niet om mijn neus dicht te houden om de paardenstront niet te hoeven ruiken. Nee, ik kreeg spontaan teksten opgeborreld a la de Nachtburgemeester van Rotterdam. Ik trok er zelfs scheve bekkies bij, zoals Jules Deelder die zo mooi kan trekken bij het uitspreken van zijn geweldige teksten.

Ik zal het verder niet hardop herhalen om plagiaat te voorkomen. Maar als iemand mij toen had aangekeken had die persoon raar opgekeken. Met mijn hoofd een beetje scheef mompelde ik: “Ik passeerde een bejaarde, op een fietspad vol met stront, dat komt door de paarden, die schijten op de grond.” Voor de rest gaat alles goed met mij. Ik heb ook niets tegen paarden, alleen tegen de verschijnselen ervan.

Bovenstaand verhaal zal denk ik nooit te horen zijn bij de Verhalenverteller in het Irispark. Maar wat was het daar zaterdag gezellig. Als pleiter voor een muziektent op die plek, was ik bijzonder verguld met de tijdelijke versie daarvan. De zangeres Stevie Ann was fantastisch. Ze zong op haar verjaardag, 21 werd ze die dag. Grappig dat er bewoners van de Aert van Neslaan vroegen of daar een vergunning voor was. Alsof de gemeente dat zonder vergunning zou regelen. Dan hadden de twee BOA’s die middag meer te doen gehad dan fietsers op de stoep aanspreken over hun wangedrag. Maar vragen om een vergunning, zeker een burger die wraak nam. Of zouden ze bezwaar hebben tegen de herrie? Als ze dit overigens vaker organiseren zou een vaste muziektent eigenlijk wel eens goedkoper kunnen zijn!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

5 juli 2006

Muziek terwijl u werkt. Dat was nog eens een radioprogramma. Maar er zijn nog onnoemelijk veel andere radioprogramma’s die de luisteraars proberen te boeien. Vooral in de bouw schijnt een radio onmisbaar te zijn en vrijwel van iedere steiger klinkt een lied. De reclamemakers hebben inmiddels ook ontdekt dat zendtijd duur betaald wordt en proberen van alles uit om in een korte tijd hun boodschap zo te verpakken dat het alles zegt in luttele seconden. Dat bespaart dus geld. Helaas betekent dit dat de personen die de reclameboodschap inspreken, irritant snel achter elkaar de boodschap de ether in raaskallen. Blijkbaar een goed idee, want andere reclames doen het ook al op die manier. Van negen tot vijf geen enkele ‘plaat’ dubbel uitgezonden, maar dat kun je van de reclame niet zeggen. Om het kwartier blèrt er iemand over de heerlijke smaak van een of andere pizza terwijl hij zijn hele mond vol heeft met zo te horen droge beschuit. En dat meer dan veertig keer per dag! Daar word je toch gek van?

Meer dan drie weken zat er een eend bij ons in de achtertuin te broeden. Het was het tweede nest van deze eend. De eerste dertien jongen waren binnen een paar dagen in de maag verdwenen van een reiger die ongetwijfeld ook een paar hongerige jongen te voeden heeft. De tweede lichting leverde slechts acht jongen op. Binnen een paar dagen waren het er nog maar vijf. Dat is de natuur. Maar als het ‘jouw’ eend is, dan kijk je er toch anders tegenaan!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

12 juli 2006

Een van onze medebewoners had onlangs een vreemde ontmoeting. ’s Avonds voor het slapengaan nog even de hond uitlaten, zoals iedere dag. Meneer, vroeg een achterop komende jonge man. Weet u waar die en die straat is? Ja hoor, zus en zo lopen, dan kom je er wel. Wat er daarna volgde was aan de ene kant lachwekkend, maar aan de andere kant best shockerend. De jongeling deed zijn jas met een ruk open en vroeg aan de man met zijn hond wat hij daar van vond. Toen die hondenbezitter mij dat vertelde, kon ik maar aan één ding denken. De man zat zeker helemaal onder met tatoeages en vroeg of je het hem wilde aanwijzen? Ik verwachtte namelijk dat het hele stratenplan van Oegstgeest op zijn lichaam wat getekend! Maar niets van dit alles, het was een eenvoudige potloodventer die misschien wel aspiraties heeft in die richting, maar nog slechts als beginneling rondloopt met de aanwijsstok. Misschien een goed idee voor hem om alvast a la Prison Breake te beginnen met het aanbrengen van bouwtekeningen van het gebouw van bewaring, want als hij zo doorgaat wordt hij nog wel een keertje opgesloten.

Waarschijnlijk loopt het niet zo’n vaart en loopt u binnenkort de vreemde jongeling ook tegen het lijf. Bij het doen van de aangifte op de volgende dag – want verbouwereerd als de hondenbezitters was, deed hij dat pas de volgende dag – werd opgemerkt dat er waarschijnlijk niets mee werd gedaan omdat het al zo lang gelden was. Maar dat werd even later gelukkig rechtgezet. Dus als u een vreemde ontmoeting heeft, hard weglopen, mobiel pakken en direct de politie bellen. Maar de vraag is of u in uw verbazing zo ad rem reageert. Overigens werden er zo veel andere reactiemogelijkheden naar voren gebracht bij het vertellen van het verhaal, dat je hoopt dat het nooit meer gebeurt. Dat geldt zowel voor de slachtoffers als voor de schennispleger!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

19 juli 2006

Het heeft al een paar keer in de krant gestaan en toch worden er nog heel wat bekeuringen uitgedeeld voor het parkeren op het fietspad tegenover de bibliotheek en aan de Ommevoort. Hoe zou dat toch komen? Simpel, als je komt aanrijden vanaf de Irislaan, dan valt het niet op dat de rode klinkers aan de overkant een fietspad is. Als je van de andere kant afkomt, zie je het echter wél duidelijk: er staan fietsen geschilderd op het wegdek, en dan haal je het niet in je hoofd om daar op te parkeren. En dan is er ook nog het klip en klare verschil met het fietspad aan de overkant van de weg. Het gedeelte langs het winkelcentrum is onmiskenbaar een fietspad. Strak geasfalteerd in mooi rood asfalt, zo zou ieder fietspad moeten zijn!

En zo kan het gebeuren dat een inwoner van Oegstgeest, onbekend met de situatie, ‘netjes’ parkeert op de parkeerstrook aan de overkant van het winkelcentrum en tot zijn verbazing een bekeuring krijgt voor fout parkeren. Want helaas is kortgeleden de ‘parkeerstrook’ tot fietspad gebombardeerd. Alleen jammer dat er nog niet genoeg fietsen op zijn geschilderd. Het is namelijk niet verboden om de middenas van de weg over te gaan en aan de overkant te gaan parkeren en dan is het niet te zien dat het eigenlijk een fietspad is. En vreemd genoeg moet de verbaliserende agent de bekeurde gelijk geven. Helaas, de bekeuring is al uitgeschreven en dan kan ik het niet meer terugdraaien, zei de agent met een beteuterd gezicht. Eigenlijk triest dat je als wetsdienaar niet meer terug kan komen op een verkeerd besluit. Zou de politie ook al aspiraties hebben voor de politiek? Misschien dat het daarom slechts één letter scheelt?

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

26 juli 2006

Bij het winkelcentrum hoef je voortaan niet meer met smoesjes aan te komen als je een bekeuring krijgt voor fout parkeren. Want op de vermeende parkeerstrook is nu overduidelijk aangegeven dat het een fietspad is en daarop mag je niet komen met je auto. Zelfs niet om te parkeren. Nu zijn er heel wat automobilisten die zich daar niets van aantrekken en als je bij voorbeeld het fietspad langs de Rhijngeesterstraatweg bekijkt, zie je wat ik bedoel. Regelmatig staan daar bestelauto’s en moet je als passerende fietser maar hopen dat niet het portier wordt geopend als jij er voorbij fietst. Maar verderop, op de Endegeesterstraatweg, heeft vrachtverkeer stelselmatig het fietspad vernield. Het eerste gedeelte vanaf het gemeentehuis is kort geleden keurig onder handen genomen en ‘befietst’ als een zonnetje. Ter hoogte van de Prof. dr. Leo Kannerschool kun je echter maar beter stevig in het zadel gaan zitten en beide handen op het stuur houden, want anders lig je met je snoet zo op de tegels. Het is vooral goed opletten wáár je rijdt, want echt veilig is het daar niet. Maar ja, waar moet je anders fietsen? Op de weg waar hard voorbij scheurende auto’s veel te bedreigend zijn? Het fietspad opknappen is een linke zaak, want voor je het weet komen daar weer nieuwe vrachtwagens materiaal brengen voor de zoveelste nieuwbouw!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

2 augustus 2006

Het verbaast de bewoners aan de Leidse Vaartweg regelmatig wat er aan het eind van ‘hun’ laantje allemaal wordt gedumpt. Zo kan het gebeuren dat er ineens een caravan tussen het hoge gras verscholen staat. Of er ligt van de ene op de andere dag een boot op de kant. Het is óf een illegale stortplaats, óf een slimme stalling of opslagplaats voor goederen waar je vaak geen kant mee op kan. Je eigen tuintje is te klein en langs de weg laten staan mag eigenlijk niet. Maar wat moet je anders? Je kunt je sleurhut of boot niet bij een ander in de tuin zetten en een stalling is vaak lastig en een kostbare aangelegenheid. Zouden de bewoners aan de Leidse Vaart een gat in de markt hebben ontdekt? Zouden ze het doodlopende stuk weg dat onlangs bij Oegstgeest is gekomen gebruiken als verhuur voor opslag van allerlei goederen? Niets van dat alles! Zij verbazen zich ook over de gedumpte spullen en zijn daar uiteraard niet zo van gecharmeerd.

Zo vind ik het fijn om uit mijn werk vandaan door de duinen naar huis te fietsen. Het fietspad is vanaf de watertoren bij Scheveningen goed te berijden, op die achterlijke bulten na die waarschijnlijk bedoeld zijn om de snelheid te temperen en alleen maar gevaar en ergernis opwekken. Verder is het fietspad en naaste omgeving prachtig schoon. En dan ineens ligt er een leeg plastic waterflesje naast het pad en even verderop nog een. Een paar honderd meter verder ligt er nog een, alsof Alfons, Sjaan en Otto voorbij kwamen en zonder blikken of blozen de lege flesjes lieten vallen toen ze die niet meer nodig hadden. Die drie oudste telgen van de familie Ciaal nemen zij het niet zo nauw met de regels.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

9 augustus 2006

Opleuken van allerlei boekjes met luchtige verhalen en fabels, zoals in de oeroude almanak gebruikelijk was, wordt al sinds mensenheugenis gedaan. Onlangs stuurde een onlangs tot Oegstgeest toegetrede inwoner mij een stukje tekst over postwagens die in de achttiende eeuw volgens een strak tijdschema door onze streek reden. De koetsen konden zes passagiers meenemen. Markant daarbij was als er minder passagiers waren, de reizigers de volle mep moesten betalen alsof ze met zes waren. Stel je voor dat Connexxion deze regel zou toepassen, of de NS. De enige passagier in bus 88 naar Den Haag zou dan een aardig bedrag moeten ophoesten. Heel verbaasd zou hij iets mompelen als: ik wil een kaartje kopen, niet de hele bus!

Heerlijk die vakantietijd. Mensen komen terug van de mooiste reizen en brengen prachtige verhalen en foto’s mee naar huis. Mooie herinneringen aan een korte beleving in schitterende omgevingen, de een nog duurder betaald dan de ander. Zo vertelde iemand over een fantastisch verblijf in Toscane waar hij en zijn vrouw met de autotrein naar toe waren gereisd. Op de heenreis waren er geen ongeregeldheden, wat voor hem een reden was om zijn dure fotospullen en laptop in de auto te laten en er niet de hele reis mee te hoeven zeulen. Toen ze terug waren in Nederland en naar de auto liepen, schrokken zij van de commotie. Onverlaten hadden ingebroken en diverse auto’s waren leeggeroofd, onderkotst en er was volop een behoefte in gedaan. Dat was absoluut geen pretje, zeker niet bij die hoge temperatuur. Bang voor de dure inhoud in zijn eigen auto, rende hij er naartoe en kon tot zijn grote vreugde vaststellen dat zij gespaard waren; alles lag er nog in. Weer wat geleerd.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

16 augustus 2006

Stel je eens voor dat je leeft in het jaar 2106. Je bent jarig en krijgt een leuk boekje cadeau met als titel; Oegstgeest in de 21ste eeuw. Gretig begin je te lezen, want je bent sterk geïnteresseerd in alles wat met de geschiedenis te maken heeft van het tot metropool uitgeroeide Oegstgeest dat alle dorpen en steden in de regio heeft opgeslokt. De Vereniging Oud Oegstgeest is uitgegroeid tot een uitgeverij van historische boeken waar maar liefst duizend mensen hun boterham verdienen. Een van de hoofdstukken van het ruim met foto’s geïllustreerde boek vertelt over de Verhalenverteller en al gauw krijg je het gevoel dat je een sprookjesboek aan het lezen bent.

De Reus van Oegstgeest
Het was in 2006 dat het winkelcentrum aan de Lange Voort in Oegstgeest – toen nog gelegen in het centrum van het dorp – een ingrijpende nieuwbouw onderging. Ook het Irispark kreeg een facelift. Ineens stond hij er, de Verhalenverteller. Hij stond de hele dag op zijn hoofd en zijn metershoge lichaam bleef strak overeind. Bewegingloos vertelde hij verhalen over vroeger. Naarmate de jaren vorderde, namen ook de verhalen toe. De reus van het Irispark leek maar niet ouder te worden en met zijn jeugdige uitstraling ging hij onvermoeibaar verder met het vertellen van de anekdotes die hij oppikte van de dorpsbewoners. Voor de toehoorder was het moeilijk om fictie en werkelijkheid van elkaar te onderscheiden; je wist immers nooit of de verhalen waren aangedikt of juist waarheidsgetrouw werden overgebracht. Maar dat maakte het luisteren wel zo leuk, net alsof je in een gigantische almanak zat te bladeren. Een reus van enkele meters? Dat geloof je toch niet? Gelukkig zijn kranten uit die tijd én stapels foto’s het levende bewijs dat de ‘Reus van Oegstgeest’ echt heeft bestaan!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

23 augustus 2006

Het is altijd weer leuk om vast te stellen dat als je terug komt van vakantie er niets is veranderd. Alles is zoals je het hebt achtergelaten. Het regent nog steeds regelmatig en het waait behoorlijk. De natuur lijkt al aan de herfst bezig te zijn. Toch merk je dat er hier en daar iets verandert. Dullaert houdt een opheffingsuitverkoop, evenals een kledingzaak in de gezellige winkelstraat. Nou zal een kledingzaak niet een groot verlies zijn, maar een ijzerhandel wél. Ook die klap komen we vast wel weer te boven, maar het is toch jammer.

De rit naar de De Kempenaarstraat viel overigens niet mee omdat de Lijtweg voor verkeer was afgesloten. De KiVA was daar actief en voor de veiligheid van de kinderen was de weg afgezet met dranghekken. Toch moest de hulp worden ingeroepen van de sterke arm omdat er regelmatig fietsers en bromfietsers door de afzetting heen reden. Wat was het vroeger toch makkelijk dat de kindervakantieweek bij het Groot proffijt plaatsvond. Het was een stuk makkelijker te organiseren en veel veiliger ook. Het is vooral de gezelligheid dat kindergelach met zich meebrengt die node wordt gemist op het Boerhaaveplein. Gebeurde er vroeger wekelijks van alles in en rond het multifunctionele gebouw, nu heerst er een doodse stilte. Een behoorlijke aderlating voor het verenigingsleven in Oegstgeest. Het ooit zo florerende gebouw staat al geruime tijd leeg en na het afblazen van grootse plannen om de boel af te breken, is het angstvallig stil geworden. Alleen het Midzomeravondfeest van Henk Heemskerk vrolijkte de boel een beetje op. Oh ja, en de Avondvierdaagse van de buurtvereniging blijft het plein trouw. Van vijf tot en met acht september komen daar honderden kinderen en volwassenen bijeen om vier keer vijf kilometer te gaan wandelen door het mooiste stukje van Oegstgeest. Hulde aan al die vrijwilligers die ondanks alle tegenslagen gewoon doorgaan met energie te steken in leuke evenementen.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

30 augustus 2006

Het Irispark begint al smoel te krijgen. Dat werd wel tijd ook, want als er ergens weer iets af is, dan raken de omwonenden en bezoekers van het winkelcentrum van slag omdat er iets wegvalt waar ze aan waren gewend. Als je straks vanaf het parkeerterrein bij de Papaverlaan door de passage naast AH het winkelcentrum in komt, kijk je tegen een prachtig groen park aan. Een levensgrote brug onttrekt het molentje gedeeltelijk aan het zicht en overal is het groen. De laatste kale en dode bomen zijn vervangen en het gras is strak gemaaid. Wel lastig voetballen voor de jeugd met het glooiende terrein, maar dat zal wel de bedoeling zijn van het ontwerp. Ik ben benieuwd wat er in het voorjaar de kop opsteekt. Zouden er krokussen door het gras heen opkomen? En daarna narcissen? We zullen het wel zien, eerst moet het winkelcentrum officieel worden geopend. En het is niet eens gesloten, kun je nagaan!

Hoewel er de laatste tijd steeds meer winkels komen waar je als man zijnde ook naar binnengaat, en niet voor de deur blijft hangen – al dan niet rokend – totdat je vrouw weer naar buitenkomt, mis ik nog een stoere winkel. Een flinke zaak waar je ijzerwaren kunt kopen, zoals tot voor kort bij Dullaert in de De Kempenaerstraat. Ik kan mij nog herinneren dat er een was, we moeten dan wel meer dan dertig jaar terug in de tijd. Waar nu in de Korenbloemlaan van die prachtige geluidsinstallaties pronken, daar was vroeger een Doe-het-zelfzaak. Maar ook dat soort winkels kunnen niet of nauwelijks op tegen de grote bedrijven die steeds meer producten gaan verkopen. Zouden ook zij gebukt gaan onder moordende concurrentie? Gewoon je werk doen en een bestaan hebben is tegenwoordig niet meer in zwang. Als je geen miljoenen winst kunt boeken, kun je maar beter stoppen. Laat staan dat er nog jonge mensen zijn die durven te ondernemen. Gelukkig zijn ze er nog volop, er is nog hoop, ook al kunnen ze bijna nergens meer een balletje trappen.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

6 september 2006

Komend weekend staat in het teken van monumenten. Er zijn in Oegstgeest mensen die overal wel een monument van willen maken. Voor sommige panden en gebieden is dat heel erg jammer, maar aan de andere kant zou je dan in een monumentaal dorp nooit meer toekomstige monumenten kunnen bouwen en moeten gezinnen in te kleine woningen gaan wonen. Neem nou de Overveerpolder. Eigenlijk niet meer dan een armzalig restgebied van wat ooit een florerende polder was. Mijn vader en veel mede-volkstuinbezitters moesten hun moestuintje tientallen jaren geleden plots verlaten omdat er ‘iets’ zou gaan gebeuren op dat terrein. Waarschijnlijk voor het zwembad. Helaas is er totdat ASC Cricket daar ging spelen, nooit meer gebeurd dan de aanleg van een grasveld en een parkeerterrein. Maar nu komt er eindelijk iets van de grond. Iets voor de sport. Dat is mooi voor al die nieuwe gezinnen die in de wijk Poelgeest zijn komen wonen of nog komen wonen. Een voetbalclub dichtbij nodigt nou eenmaal meer uit om te gaan voetballen, dan een vereniging aan de andere kant van het dorp, ook al is het hemelsbreed niet eens zoveel kilometers verder. Als daarvoor nog meer volkstuinen moeten verdwijnen zou dat erg jammer zijn; ik weet uit ervaring hoe dat voelt!

Tegenstanders van bebouwing van het o zo dramatisch omschreven ‘laatste’ stukje natuur van Oegstgeest gebruiken allerlei argumenten om de verhuizing van ASC tegen te gaan. De mooiste plannen worden daarbij ontwikkeld. ‘Ze kunnen makkelijk naar de Voscuyl”, is er geroepen. “UDO Golf? Oh, die gaat maar ergens anders golfen.” En: “Op de Ezelwei bij Kasteel Poelgeest kan makkelijk op een tweede aan te leggen veld worden gevoetbald.” Een club met drie locaties en drie clubgebouwen is duur en onlogisch en dat dan de historisch enige natuurijsbaan van Oegstgeest wordt weggevaagd, moeten we dan maar op de koop toenemen. Overigens is dát nou juist een prachtig voorbeeld van behoud van weideland en een sportieve invulling! Met de aanleg van voetbalvelden wordt wel bereikt dat het nog lang groen zal blijven op die plek. Totdat er iemand in zijn onnozelheid beslist dat voetbalvelden óók van kunstgras moeten worden, dan kunnen de vogels helemaal nergens meer wormen zoeken. Want tegenwoordig rollen hoveniers nog maar zelden gras uit in particuliere tuinen. Ik maakte onlangs een prachtige foto van een zwerm mussen die landde op een reling van een overdreven luxe boot in de haven van Volendam. Hoera, ze zijn nog niet overal uitgestorven!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

13 september 2006

Zo, weer een algemene ruimte gesloten. Het Groot Proffijt was al een tijdje dicht en onlangs verkocht – tot grote ergernis van veel buurtbewoners in Oegstgeest-Noord – en nu is het jeugdhonk in het clubhuis van zwemvereniging Vivax aan de beurt. De jeugdige onderverhuurders maakten teveel lawaai. Jawel, de geluidsinstallaties produceren meer decibellen dan toelaatbaar is en daarom mogen ze er niet meer in.

Gewoon gaan meten, nog een keer meten, nog een keer meten, ja hoor, het is structureel, dus sluiten. Handiger was geweest om te gaan meten, aan te kloppen (als ze dat zouden horen) en te vragen om net zolang het volume te verlagen totdat de metende gemeenteambtenaar tevreden is. Maar ja, wanneer is dat? Als iedere aanwezige een koptelefoon op heeft! Als er een vliegtuig overvliegt heb je veel meer herrie; net als de treinen die er niet eens zo ver vandaan rijden. Misschien moet de gemeenteambtenaar dat ook eens opmeten en de lucht- en treinwegen sluiten. Nee, die mogen gewoon doorgaan met herrie maken.

Ik snap niet dat ze zijn gaan meten, we weten toch dat een geluidsinstallatie in een jeugdhonk hard staat? Dat hoort nou eenmaal. Beter was het geweest om niet de jeugd, maar de ruimte te isoleren. Maar de actie was een vervolg op een eerder protest, toen de jeugd troep achterliet dat niet werd getolereerd. Ook toen was er geen dialoog. Je moet nou eenmaal voortdurend de vinger aan de pols houden. Degenen die zich met jeugdbeleid bezighouden zouden dat toch moeten weten!

Helaas voor de jeugd worden er geen tussenrapporten gemaakt en ligt er een zuur eindrapport op tafel. Waarschijnlijk rust er een vloek op die locatie, Vivax had ook al zoveel moeite om een clubhuis en fitnessruimte te krijgen. En wonen tussen een zwembad, een drukke weg, bij een wijk in aanbouw, langs een spoorlijn en onder een aanvliegroute van Schiphol, laat met elke lawaaiige druppel de emmer overlopen.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

20 september 2006

Ik verbaas mij steeds meer over al die apparaten en functionaliteiten die tegenwoordig digitaal worden aangeboden. Zo worden wij bijna wekelijks gebeld door allerlei telefoonmedewerkers die iets aan willen bieden. Vooral Casema voert een ware terreur uit op onze trommelvliezen, waarbij ons geduld danig op de proef wordt gesteld. Aangezien ik jaren geleden heb besloten om, met uitzondering van de kabeltelevisie want daar kwam ik (toen) niet onderuit, nooit Internet bij hen zou afnemen, is bellen naar ons zinloos. Waarom? Nou, wij woonden namelijk al een tijdje in Haaswijk toen Internet via de kabel actueel werd. Mijn broer meldde op zeker dag dat hij een aansluiting had gekregen en dat dit hem goed beviel. Ik bellen, want dat wilde ik natuurlijk ook. Het telefoonmodem begon irritant traag te worden en het telefoonabonnement was er goed in om pittige rekeningen te genereren, vooral toen beide dochters Internet begonnen te ontdekken. Via een postcodecheck, want dat is dé methode die internetaanbieders hanteren, kreeg ik keer op keer te horen dat ons gebied vol zat. Helaas geen aansluitingen vrij, maar wél regelmatig reclame in de bus om ons te pushen het aan te vragen. En toen kwam de KPN met ADSL over de telefoonlijnen, en dat zijn volgens mij ook kabels in de grond die van koper zijn. Sindsdien dus lekker snel internetten en niet meer van die hoge telefoonrekeningen. “Dag, ik ben van de Casema en ik heb een prachtig aanbod voor u.” “Oh, maar ik heb toch vorige week tegen een van jullie verteld dat ik nooit, maar dan ook nooit telefonie over de kabel zal nemen?” “Waarom dan niet?”, vroeg de keurig afgetrainde eentonige telefoonstem. “Dat is mijn wraak!” “Oh”, zei de stem. En hing direct op.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

27 september 2006

De Postbank stuurde mij onlangs een brief. Dat is weer eens iets anders dan overzichten met alleen maar afschrijvingen. Misschien is het wel een felicitatie omdat ik al meer dan dertig jaar klant ben? Gezien de strekking van de brief vraag ik mij af of ze dat wel weten. Het ging namelijk om de WID, de Wet Identificatie bij Dienstverlening. Zoals het de bureaucratie betaamt krijg je een vierstappenplan voorgeschoteld. Ga persoonlijk naar een vooraf aangewezen postkantoor, neem een geldig identificatiebewijs mee en de brief of de giropas, de medewerker van het postkantoor voert de identificatie uit en scant het identificatiebewijs en uw handtekening. (Je hebt niet veel meer gegevens nodig om de rekening leeg te plukken!) De bank handelt volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens, en daarom zal er niets misgaan met de gescande gegevens. Dat hoop ik dan maar, want ik vind het helemaal niks om bij wildvreemden mijn persoonsgegevens achter te laten. Bij al de bankpasjes en diensten die ik aanvroeg bij deze bank, moest ik iedere keer naar het postkantoor om mij te identificeren. Nu vraag ik mij af wat de waarde was van deze ‘bankrelatie’, als ik na meer dan drie decennia lang identificeren nu wéér naar het postkantoor moet, terwijl ik geen enkele dienst heb aangevraagd. Gelukkig heb ik maar één bank waar ik zaken mee doe, anders had ik het hele rijtje afgemoeten. Na de actie ‘Minderregels.nl’ zal het mij niets verbazen als dit ieder jaar moet gebeuren!

Het is overigens niet de schuld van de bankiers dat deze administratieve rompslomp in werking is gezet. De bank mag mijn opdrachten alleen nog maar blijven uitvoeren als zij mijn identiteit op de juiste wijze (opnieuw) heeft vastgesteld. Als je er niet aan meewerkt, zou er dan écht een moment kunnen ontstaan dat jouw baas het gestorte salaris krijgt teruggestuurd met de mededeling: “Wij kunnen helaas uw opdracht niet uitvoeren bij dit gironummer door de WID”? De nieuwe leuze van de banken zou kunnen zijn: “Betrouwbaarheid van persoonsgegevens uit het verleden zijn geen garantie voor dienstverlening in de toekomst.”

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

4 oktober 2006

De laatste mooie weken van de zomer moesten helaas worden verpest door laag overvliegende vliegtuigen die elkaar in bijzonder rap tempo achtervolgden. Het was een chaos in de lucht en een goed gesprek in de tuin was soms nauwelijks mogelijk door de herrie van de straalmotoren. Later bleek het te komen door een fout in de routeplanners voor de luchtwegen waardoor de luchtverkeersleiders de vliegtuigen moesten binnenpraten. Wij konden elkaar al niet verstaan, laat staan dat de piloten konden horen hoe ze moesten vliegen, vandaar die rare routes. Vroeger vond ik dat geklaag over vliegtuiglawaai maar gezeur, maar af en toe vind ik dat de klagers écht gelijk hebben, wat een rotherrie. Maar ja, als ik ooit nog eens de kans krijg om bijvoorbeeld naar Australië te vliegen, dan stap ik net als die miljoenen anderen in een vliegtuig, lawaai of geen lawaai. Even was ik bang dat vliegtuiglawaai het geluid van de sissende koekenpannen van de Oegstgeester scouts zou overstemmen, maar dat bleek gelukkig niet zo te zijn. Na het sluiten van het Groot Proffijt hebben zij bij het winkelcentrum Lange Voort een toplocatie gevonden voor hun jaarlijkse pannenkoekeninstuif. Dat kleine stukje fietsen heb ik er wel voor over om van een heerlijke pannenkoek te smullen.

Vorige week woensdag leek het er even op dat er eentje was neergestort naast de brug in Haaswijk, een vliegtuig dan wel te verstaan. Het bleek echter de rollator te zijn van een dame die even later haar hulpstuk volgde en met een rotklap beneden aan de trap op de tegels terechtkwam. Drie op die plek rondhangende jongeren rende geschrokken op de verongelukte dame af om haar te helpen. Ze had zo te zien niets gebroken maar een hevig bloedende hoofdwond baarde zorgen en snel werd 112 gebeld. Een van en rende naar de snackbar om een doek te halen. Rob was als lid van de vrijwillige brandweer alert genoeg om zijn zaak te sluiten en mee te rennen naar de plek van het ongeval. Hij was zeer te spreken over de hulpverlening van de jongeren en gaf via de communicatiemiddelen van de brandweer de toestand van het slachtoffer door. Wat voor hem een stukje routine was als opgeleid brandweerman, was voor die drie jongelieden niet zo vanzelfsprekend, dus petje af!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

11 oktober 2006

Oegstgeest is goed bedeeld toen de meedenkers werden uitgedeeld. Velen daarvan zijn er van overtuigd dat zij het dorp beter zouden kunnen besturen dan hun dorpsgenoten in het gemeentehuis. Dat zij daarbij heel veel factoren over het hoofd zien, hoe kan het ook anders als je niet van alle ins en outs weet, laten we voor het gemak maar even weg. Toch zijn er onder hen ook die ervaringsdeskundig zijn omdat zij hun ogen de kost geven, omdat zij vrijwel dagelijks in het dorp rondlopen. De tweeverdieners zijn overdag vaak niet thuis en letten nauwelijks op bij wat er om hen heen gebeurt. Maar de generatie die het voor ons allemaal hebben mogelijk gemaakt, de generatie die niet meer hoeft te werken, die club van deskundige medebewoners weten van de hoed en de rand. Soms, heel soms, doen zij hun mond open. Niet alleen maar om te mopperen, maar ook om mee te praten over oplossingen. Steeds vaker pakken ze de telefoon om de gemeente te bellen en hun onderwerpen ter tafel te brengen. Vaak is dan het probleem snel verholpen.

Hoewel ook die mensen menen dat het vaak prima voor elkaar is, en het prettig wonen is in Oegstgeest, zien ook zij misstanden die structureel zijn. Onlangs nog werd ik gebeld door een dame die al heel wat heeft meegemaakt en de titel mevrouw meer dan verdient. “Hebben ze soms aandelen in die kleine afvalbakken?”, vroeg ze mij. “Overal plaatsen ze die kleine gele afvalbakken. In het park en zelfs bij het nieuwe winkelcentrum. Als de schoolgaande jeugd rond het middaguur is voorbij getrokken, dan zijn in dat uurtje alle bakken overvol. In het park zie je ook steeds vaker volle bakken en worden de plastic zakken met hondenpoep gewoon naast de bakken op straat gegooid. Ze kunnen toch beter grotere bakken aanschaffen of ze vaker legen?” Kijk, als je op details let, dan zie je dat meteen. Beleidsmakers en inkopers zouden dat ook moeten doen, kijken. Goed kijken en er van leren. In dit geval is luisteren ook een optie. Goed luisteren.

Grote of te kleine bakken ophangen met schroeven van Dullaert zal niet meer gebeuren. Of Harry moet tijdens de afscheidsreceptie vanaf drie uur op zaterdagmiddag 15 oktober gratis schroeven meegeven aan de bezoekers. Het wordt een ontroerend afscheid van de winkel, van Harry, maar ook van het personeel dat hem trouw blijft tot de laatste dag. Waar maak je dat nog mee tegenwoordig!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

18 oktober 2006

Het zal echt niet lang meer duren dat Oegstgeest een eigen verkeersplein krijgt met fly overs. Als straks Oegstgeest Zuid-West is volgebouwd en Rijnsburg – zo noem ik onze buurgemeente uit gewoonte nog maar even – daar op aansluit met zijn nieuwbouw, dan kun je met je auto niet meer normaal naar en van de A44 rijden. We lopen hopeloos vast. Om dat te zien, hoef je niet gestudeerd te hebben.

Ook de bloemenveiling Flora blijft maar groeien en er gaan al stemmen op om de oergezellige woonwijk Buitenlust daarvoor op te offeren. Maar ook al blijft deze wijk gewoon bestaan, dan nog kun je het vrachtverkeer er niet bij hebben. Een eigen aansluiting op de A44 is zo langzamerhand de enige ontsnapping. Voor de daar in de weg liggende gasleidingen is vast wel een oplossing te vinden. Er zullen echter nog heel veel donkere winteravonden volgen voordat het echt nijpend wordt.

Over donker gesproken. Ze gaan een campagne beginnen om de slechte verlichting van fietsen aan te pakken. Sterker nog, er zijn fietsers die helemaal geen licht hebben op hun fiets. Je schrikt je soms wezenloos als er een in het donker plots voor je neus opduikt. Sommigen rijden zelfs naast elkaar, en soms ook nog op het fietspad aan de verkeerde kant van de weg. Dus zo’n actie kun je alleen maar toejuichen. Ik zou willen adviseren om alle fietsenmakers in te schakelen en dan een project op te zetten in samenwerking met de gemeente. Zoals Bart Warmerdam al jaren doet voor schoolgaande jeugd op de eerste woensdagmiddag van de maand. Je geeft de fietshandelaars een potje met geld en je laat ze gratis de fietsen controleren en lampjes verwisselen. Als de fietsenmaker adviseert om nieuwe verlichtingsmiddelen aan te schaffen, ben je altijd nog goedkoper uit dan met een bekeuring voor ondeugdelijke verlichting. Daarbij moet je voor ogen houden dat er ook nog eens een verschil is tussen jou kunnen zien, en zelf ook nog wat kunnen zien!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

25 oktober 2006

Alleen mensen die zo glad zijn als een ei kunnen nergens aan blijven hangen. En als er dan ook nog eens een teflon laag omheen zit, blijft er zelfs niets aan plakken. Maar kun je dan nog bewegen? Kunnen de kinderen dan nog spelen? Als je de ANWB mag geloven is een speeltuin een jungle waarin je niet veilig kunt bewegen. Het dragen van kleding is niet aan te bevelen, want je kunt daarmee overal aan blijven hangen. Droeg daarom Tarzan slechts een lendendoek? Is het dan alleen veilig voor nudisten?

Mijn moeder had vroeger een hekel aan kleding met houtjes en touwtjes. Dat vond ze veel te gevaarlijk. Mijn vrouw heeft die mening ook, en dergelijke kleding kwam er bij ons ook niet in. Maar ja, dan zat de jongste zonder houtje en touwtje op een veilige schommel, en even later ook nog eens met losse handen. Dat hield ze maar een halve schommelbeweging vol en even later lag ze op de grond zonder tanden. Gelukkig heeft ze de val overleefd, maar foto’s van vroeger tonen nog steeds het gehavende gebit. Moet je ze daarom weghouden van speelwerktuigen? Op straat is het immers veel gevaarlijker. Als je daar niet goed oplet loop je zo onder een auto, of nog erger, onder twee auto’s.

Alleen een Tarzan kan de jungle waarin wij leven veilig doorkruisen. Maar dan wordt het weer gevaarlijk voor overige weggebruikers die alleen nog maar oog hebben voor de sexy uitstraling van deze jungleheld en allerlei ongelukken veroorzaken. Andere weggebruikers hebben dáár dan weer plezier van, want kijken naar ongelukken schijnt bijzonder interessant te zijn. Vaak komen daar ook weer ongelukken van en in ieder geval lange file’s. Leuk hè, die jungle?

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

1 november 2006

Ik verbaas mij soms over de tijd. Niet de overgang naar Wintertijd. Nee, die gaat bijna als vanzelf. Helaas hebben sommige uurwerken nog niet de automatische instellingen zoals computers en sommige mobiele telefoons met een Windows besturingssysteem. Het is meer de snelheid waarmee iets gebeurt, waarover ik mij soms verbaas. Steeds als ik door de Irislaan rijd, valt het mij op dat de renovatie van de flatgebouwen snel vordert. In een mum van tijd waren de gebouwen gestript. En niet alleen van wat kozijnen, ramen en deuren. Alleen de muren bleven staan. Het is niet te begrijpen dat ze er nog wat mee kunnen. Dat komt nooit meer goed, dacht ik, toen ik de gapende openingen zag na het verwijderen van de balkons en kozijnen.

In rap tempo zijn er kozijnen geplaatst, trappenhuizen aangebouwd, en ik moet zeggen, het ziet er verfrissend uit. Ik heb die flats allemaal zien bouwen en deze renovatie maakt net zoveel indruk als toe bij de overgang van groene polder naar een volgebouwde wijk.

Een kilometer verderop heb ik een heel andere indruk over de tijdsduur van werkzaamheden. In de Zeeheldenbuurt liggen naar mijn beleving de straten al zo lang open, dat ik mij afvraag of ze stiekem een metrolijn aan het aanleggen zijn. Ondanks dat het een wijk is met maar een paar straten, duurt het best lang voordat alles is opengebroken, rioolbuizen zijn vervangen, alles weer is dichtgegooid en opnieuw is bestraat. Wellicht dat het zo lang lijkt te duren omdat niet alle straten in één keer open liggen. Maar je zult er maar wonen! Ik hoop dat alle kabelboeren van de gelegenheid gebruikt hebben gemaakt om hun kabels en buizen in te graven, zodat straks, als alles er weer mooi strak bijligt, niet weer open gemaakt wordt en alles weer schots en scheef komt te liggen. En dan niet denken: “zeehelden zijn een woelig zeetje wel gewend”, en de boel weer openbreken. Na alle ontberingen verdienen de bewoners best wel een poosje rust in hun prachtige wijk met mooi strakke lanen.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

8 november 2006

Wat kunnen wij ons heerlijk druk maken over allerlei zaken. Hondenpoep. Ik trap daar niet meer in, schreef ik een hele tijd geleden met de nodige woordspeling. Maar onlangs zag ik een andere reden daarvan. Een hondenbezitter had keurig de nog warme hoop met zo'n bruine plastic zak opgepakt, dichtgeknoopt en in de berm gekwakt. Dat lijkt mij niet de bedoeling! Oké, het meurt niet meer, en je kunt er niet zomaar intrappen, of beter gezegd, in trappen. Ik ben wel benieuwd wat er gebeurt als de gemeentelijke grasmaaier met een rotgang voorbij scheurt en de ronddraaiende messen het keurig ingepakte drollenpakketje vermalen.

Te kleine openbare vuilnisbakken. Bomen die zomaar worden gekapt. Straten die lang open liggen. Bouwprojecten die langzaam vorderen. Verkeersregelinstallaties die verkeerd lichten. Wegen die worden afgesloten. Vage wegomleidingen. File's. Overal troep. Ja, waar zeuren we niet over? Maar toch valt het mij op dat het schoner wordt op straat. Oké, de blikvanger die blikjes moet opvangen werd gesloopt. Maar even zo makkelijk werd dat weer hersteld. Maar dat is maar op één plek. Nee, het valt mij écht op dat het schoner is geworden op straat! En dat met de herfst.

In Den Haag zie ik elke morgen als ik naar mijn werk fiets gemeentewerkers met heel grote heksenbezems al het vuil van het trottoir afvegen. Even later scheurt een 'bezemwagentje' voorbij die al het vuil van de straat opveegt. Mooi hè, schoon! Laat er nou in Oegstgeest ook een karretje rondrijden die de straten, en dan vooral de randen langs de trottoirs, keurig schoonveegt. Wat mij betreft mogen ze dat elke week doen, prachtig!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

15 november 2006

Het paard van Sinterklaas staat al te trappelen van ongeduld en de boot ligt al onder stoom. Als de goedheiligman volgende week zaterdag Oegstgeest binnenvaart, kan het feest beginnen. De boot meert af aan de Kennedylaan ter hoogte van de Hazenboslaan. Een aankomst per boot, zo hoort het. Vorig jaar kwam hij per koets, en dat vond bijna niemand leuk. De Sint hoort per boot aan te komen. Een boot met waaiende wimpels waarop je hem in zijn beste tabberd kunt zien staan, zijn paardje het dek op en neer hupt en waarbij zijn knecht staat te lachen en het publiek iets toeroept over lekkers en de roe. En alle kinderen hopen dat hij niet stilletjes hun huisje voorbij rijdt. Dan is er toch niets mis, als straks de burgemeester Sint-Nicolaas welkom heet? Jammer, want in Haaswijk hopen ze al jaren dat hij daar een keertje voet aan wal zet en van daaruit naar de beide winkelcentra in het dorp trekt. Maar nee, het winkelcentrum in Oegstgeest-Noord telt blijkbaar niet mee.

Toen er meer dan twintig jaar geleden sprake was van kleinschalige winkelnering, waren sommige winkeliers daar helemaal niet blij mee. Zou hun wrok dan zo lang zijn blijven hangen dat het zelfs bij het sinterklaasfeest de wijk buiten spel zet? Al zette Sint-Nicolaas daar maar voet aan wal om daarna direct verder te gaan. Eigenlijk is de kade bij de Van Eysingabrug daar prima geschikt voor. De naamgever van die brug is toch ook heel wat keren gastheer geweest? Misschien moet de Buurtvereniging Haaswijk en de Morsebel maar hetzelfde doen als de Buurtvereniging Buitenlust en zelf een contract afsluiten met de Sint. Maar ja, de kinderen in Haaswijk zijn mans genoeg om over de brug te komen. Zij wél.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

22 november 2006

Kijk eens een dier in de ogen en ga dan stemmen. Als je zo jouw stemgedrag moet laten beïnvloeden, wat komt er dan van terecht? Een partij voor de dieren? Ik ging op het Internet naar Stem Dommer. Een soort Stem Wijzer, maar dan simpeler. Ze hielden je per keer slechts twee plaatjes voor waarbij je kon kiezen tussen een positief antwoord, of een negatief antwoord. Zo stond er een foto van een kalfje met de teksten: leuk, aaien en: lekker, eten. Na afloop vertelde deze domme wijzer mij dat ik uit kwam op de SP. Ja dank je de koekoek, ik probeerde het dus nog een keer. Weer SP? Nee hoor, ik had bewust andere plaatjes gekozen, dit keer wilde ik wel een kalf aaien. En waarom ook niet, het zijn toch lieve dieren? Met uitzondering van vervelende hap hap beestjes, zijn alle jonge dieren lief en aandoenlijk. Maar om dan een partij voor de dieren op te richten? Is Maurice de Hond daar soms lijsttrekker van? En Marjon de Hond partijsecretaris? Op het winkelcentrum stond een beetje smoezelige man stemmen te winnen. Hij bood een krantje aan. Het enige dat in mij opkwam was dat het krantje wellicht de Fabeltjeskrant was.

Ik denk dat ik maar een partij ga oprichten voor mobiele bellers. Ik beloof een betaalbaar belmilieu met bijzonder lage tarieven. Hoeveel mensen zouden er op mij stemmen denk je? Of een partij voor lekker eten. Of voor iets anders waarmee ik veel medestanders vind. Het wordt weer eens tijd voor een tegenpartij, zoals Van Koten en De Bie ooit hadden (De Tegenpartij, de partij voor alle Nederlanders die niet meer tegen Nederland kennen). Kunnen we in ieder geval weer eens lachen.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

29 november 2006

De vorige week verbaasde ik mij er over dat er een Partij voor de dieren bestaat en dat die beweging zelfs meedeed aan de Tweede Kamerverkiezingen. Typisch een mensen aangelegenheid. Maar ja, politiek gaat nou eenmaal verder dan alleen maar zaken over, door en voor mensen. Wetten worden er ook gemaakt voor dieren en dan voornamelijk voor de manier hoe we omgaan met dieren. Dus om te zorgen dat ook dieren een fatsoenlijk leven hebben en ‘normaal’ worden behandeld, heeft een groep mensen een politieke partij opgericht die zich hard maakt voor het belang van de dieren, iets dat ze zelf niet kunnen. En als je het afzet tegen andere partijen, is het bijzonder knap dat ze maar liefst twee zetels hebben behaald! Een wereldprimeur! En als je het nieuws volgt, belooft het nog wat voor de toekomst, want de partij blaast een behoorlijk partijtje mee. En waar ik in eerste instantie door de naam een beetje bang voor was: het programma gaat niet alleen over dierenbelangen, kijk maar eens op www.partijvoordedieren.nl/.

En dan sta je in een stemhokje, en dan mis je het Groot Proffijt. In dat gebouw ging je jarenlang de trap op om te stemmen. En nu hoeft dat niet meer. Sterker nog, het kan niet meer. Maar de alternatieve ruimte aan het Boerhaaveplein is dichter bij huis en je hoeft er geen trap voor op en af. En ondanks dat ik minder beweging had, ging ik toch goed gestemd naar huis. Waar ik op stemde? Ik hoop op de juiste partij! We zullen het zien de komende jaren.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

6 december 2006

Lijn 88 gaat minder rijden in de spits. Is daar wel over nagedacht? Dan rijden toch de meeste reizigers met de bus? De logica ontgaat mij dus volkomen. Je zou kunnen bedenken dat het drukker is op de weg tijdens de spits. Bussen kunnen dan moeilijk op tijd rijden en daar wordt Connexxion op afgerekend; dus minder ritten tijdens de spits, minder klachten. Als dat de reden is: briljant! De stille ritten waar nauwelijks gebruik van wordt gemaakt kunnen dan gewoon door blijven rijden. Bijna altijd op tijd, en doordat er nauwelijks reizigers gebruik van maken, óók weinig klachten. Er rijden al heel veel lege bussen rond met het bordje 999 buiten dienst, ook tijdens de spits, dus die paar bussen die overdag amper leeg heen en weer naar Den Haag rijden kunnen ook gewoon blijven rijden. Die zijn altijd op tijd, ze hebben immers een eigen busstrook! Nee, weg met die volle bussen in de spits. Ze rijden toch niet op tijd!

Als u dit leest, is pakjesavond al geweest. Dan hoeven de woorden niet meer op elkaar te volgen en zijn de eetbare letters met smaak verzwolgen. Ik hoorde laatst heel wijze woorden, die ooit bij de kerstgedachte hoorden. Nu het eerste festijn al is geweest, gaan we naar het volgende feest. Door op tijd met de voorbereiding te beginnen, kun je je op de kerstdagen bezinnen. Dan wordt het vanzelf al een feest, want eer je het weet is het alweer geweest.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

13 december 2006

De sinterklaasdrukte is achter de rug en overal liggen chocoladeletters te wachten totdat ze worden opgegeten. De eerste kerstpakketten zijn bezorgd en overal verschijnen kerstmarkten. Mijn vrouw en ik gingen vorige week woensdag samen op pad op zoek naar een gezellige kerstmarkt. Niet omdat we op zoek waren naar kerstspullen, maar gewoon voor de gezelligheid. Eerst het Internet verkend om niet als een waanzinnige door Nederland te hoeven scheuren op zoek naar vrolijk versierde pleinen met kramen en kerstversieringen.

Na de file’s vertrokken we in Zuidelijke richting op zoek naar de kerstmarkt in Gorinchem. Nou, daar waren we snel weer weg. Wel hebben we er genoten van koffie met appelgebak. Dan maar naar Brussel, dat leek niet ze heel ver weg van die plaats. Gelukkig bleven we verschoond van file’s die wél de ander richting op stonden. In Brussel aangekomen waren we toe aan een voedzame lunch, want autorijden maakt hongerig. De kerstmarkt rond de Grote Markt was in ieder geval groter en hield ons wel een uurtje bezig. Er pronkte een gigantische kerstboom op het plein en een monumentale kerstal met levende dieren. Althans, er liep een schaap in. We besloten om Manneken Pis te gaan bezoeken en na een korte wandeling, keuring aangegeven met borden, werden we verrast met een als Sinterklaas vermomde Manneken Pis. Humor.

Vier uur later waren we weer onderweg naar huis, tenminste, dat wisten we pas zeker toen we de eerste verkeersborden zagen waar iets zinnigs op stond. Bij Antwerpen probeerderden we de verkeersdrukte van de avondspits te ontlopen door van de snelweg af te gaan en de noordelijke ring te volgen. Daar bemerkten wij dat sommige verkeersborden niet aangeven wat wij wilden zien. Door af en toe de juiste afslag te kiezen zijn we uiteindelijk weer in Oegstgeest beland en besloten we daar te gaan dineren. Al pratend over koetjes en kalfjes kwamen we er achter dat je niet zo ver hoeft te rijden om te kunnen genieten.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

20 december 2006

WIJ hebben tegenwoordig een MIJN voor vrijwel alles wat WIJ willen hebben en houden. MIJN Postbank, MIJN Nuon, en nog even dan is alles van MIJ. Maar weten ze dan niet dat MIJNEN vreselijke dingen zijn die voordat je het weet uiteenspatten als zeepbellen? MIJN rekening te hoog. MIJN saldo te laag. MIJN werk opgeheven. MIJN fiets kapot. MIJN vrouw van slag. MIJN haar te grijs. MIJN bloeddruk te hoog, kortom, het zal ZE allemaal een zorg zijn wat er allemaal fout gaat bij MIJ.

Waar is het WIJ gevoel gebleven? Zijn sinds het uitvinden van de tweeverdiener de gezamenlijke rekeningen ineens niet meer interessant? Waarom niet ONZE Postbank, ONZE Nuon, ONS saldo, ONS huis, ONS probleem? Is alles wat er fout gaat ineens JOUW probleem, JOUW ongeluk of JOUW ellende? Doen WIJ dan helemaal niets meer samen?

WIJ gaan ook nog eens massaal bellen over Internet. Zo komt MIJN telefoon beschikbaar voor datakrakers en ander cyberspace gespuis dat MIJN telefoonrekening wil opblazen, want betalen voor MIJ zal er niet in zitten. Dat blijft MIJN probleem. Maar misschien is MIJN bankrekening straks niet meer dan een regel tekst op het schermpje van MIJN mobieltje en als daar de batterij van leeg is, dan houdt alles ineens op en kan ik pas weer betalen als ik hem heb opgeladen. Zo blijven MIJN energiebedrijf, MIJN internetprovider én MIJN telecommunicatiebedrijf aan MIJ verdienen. En overal heb JIJ een wachtwoord voor nodig, het liefst een gecompliceerd wachtwoord dat JIJ onmogelijk kunt onthouden. Dat gedoe sla JIJ allemaal op in JOUW mobiel, zodat JIJ nooit voor een gesloten MIJN weet ik veel komt te staan. Maar ja, de batterij was leeg. En toen? Dan is het vast MIJN probleem.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

28 december 2006

Ons leven wordt steeds lawaaiiger en om boven al het lawaai uit te kunnen komen gaan we steeds harder praten. Wellicht dat veel jeugdigen zo hard schreeuwen omdat ze daar bovenuit willen komen. We begonnen 2006 met een hoop lawaai, en we sluiten het met waarschijnlijk af met nog meer herrie. Sommigen die al aan het vooroefenen zijn geweest, gaan het volgende jaar in met iets minder gehoor of zelfs met minder ledenmaten. Terwijl wij onze schande uitspreken over mijnen in de wereld en roepen om vrede, maken we hier de zwaarste bommen, alleen maar om het nieuwe jaar in te luiden. En dat moet dan zo luid mogelijk, daarom heet dat waarschijnlijk ook zo. De rest van het jaar worden onze trommelvliezen geteisterd door allerlei geluiden in en om het huis. De mechanische ventilatie, de centrale verwarming, waterkoker, koffiezetapparaat, wasemkap boven het fornuis, televisie, computer, dvd-speler, mp3-speler, telefoon, het alarm van de magnetron, vaatwasser, wekker en wasdroger blazen ook hun deuntje daaraan mee.

En dan hebben we het alleen nog maar over binnenshuis! Buiten is het geluidsniveau eens zo hoog. Vliegtuigen, auto’s, vrachtverkeer, treinen, bromfietsen, sirenes en andere geluidsbronnen teisteren onze trommelvliezen. In Poelgeest en Oegstgeest-Zuid komen daar de heimachines nog eens bij. Als je nog geen nieuwe voornemens hebt, denk dan eens aan oordopjes.

Wil van Elk



Terug naar begin van deze pagina.
Terug naar hoofdpagina.