Oegstgeestigheid

4 januari 2007

Vroeger was het hartverwarmend om te zien hoe met oud en nieuw spontane samenwerking ontstond op de vreemdste momenten. Zo kon het gebeuren dat op nieuwjaarsnacht ineens een vreugdevuur ontstond op een kruispunt zoals die van de Floralaan met de Korenbloemlaan. Op het moment dat er autobanden op werden gegooid, kwam spontaan de brandweer in actie. Als er een harde wind stond, zoals tijdens de afgelopen jaarswisseling, dan kon zoiets uiteraard niet worden ontstoken, maar dan had je altijd nog de kerstbomenverbranding.

Spontane vreugdevuren kennen we niet meer in Oegstgeest. Vlammende betogen nog wel, maar vurige wensen worden al bij de eerste geluiden gedoofd. Zo verdwijnen binnenkort de schapen uit Haaswijk en zal de gemeente weer zelf het gras moeten maaien. Goedkoper zou zijn om het naastgelegen grasveldje ook voor schapen beschikbaar te stellen, zodat Henk Heemskerk zijn schaapjes af en toe op het droge kan laten grazen. Maar een snelle reactie komt er niet van de kant van de gemeente, zodat de eerste schapen al weg zijn. Een vruchtbare samenwerking is blijkbaar erg moeilijk, dus lammetjes zullen er waarschijnlijk dit jaar niet geboren worden in Oegstgeest-Noord.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

10 januari 2007

Ik was met de nieuwjaarswisseling aangenaam verrast. Vorig jaar nog bleef er een vreselijke troep op straat achter toen de kruitdampen waren opgetrokken. Wekenlang nog zag je resten van het rode papier dat het vuurwerk zo herkenbaar maakt. Maar wat schetste mijn verbazing toen ik de volgende dag ons verplichte rondje binnen de familie ging maken om de allerbeste wensen voor het komende jaar persoonlijk over te gaan brengen: De straat was zo schoon dat het leek alsof er de afgelopen nacht géén vuurwerk was afgeschoten. Heb ik zo lang geslapen na die fles wijn en die fles champagne? Nee hoor, het was écht netjes opgeruimd en alles was weg. Op een klein plastic kapje na deed niets meer herinneren aan het minstens een half uur durende vuurwerkspektakel.

Oké, dacht ik toen. Dat is typisch onze straat. Maar toen ik de hoek om reed, bleek in de volgende straat ook het meeste weer opgeruimd te zijn. Wonderlijk, heel wonderlijk. En die trend zette zich voort in de rest van de wijk. Sterker nog, de rest van Oegstgeest zag er ook netjes uit. Zou de gemeente een speciale schoonmaakactie hebben ingezet? Ik denk van niet, want op sommige plekken was wél de nodige rode troep blijven liggen.

Tijdens de afgelopen nieuwjaarsreceptie van de beide winkeliersverenigingen van Oegstgeest, waar je alle winkeliers kunt ontmoeten en de beste wensen kunt overbrengen, sprak ik een dame die ook een soortgelijke ervaring had. Zij was na het afsteken van allerlei flitsende pijlen op nieuwjaarstoer gegaan en toen ze om een uur of vier weer thuiskwam, stond er een pak voor de deur. Onmiskenbaar de verpakking van het vuurwerk, maar nu vol met het afval van hetzelfde vuurwerk. Wij waren het roerend met elkaar eens: de jeugd van tegenwoordig is zo slecht nog niet!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

17 januari 2007

Je mag hier niet fietsen, riep een man naar twee jeugdige fietsers die hem bij het winkelcentrum Lange Voort bijna omver reden. De twee jongelingen, een jonge en een meisje, keken hem verontwaardigd aan, alsof ze wilden zeggen: waar bemoei je je mee eikel. En misschien riepen ze ook wel zoiets terwijl de man ze nog lang bleef nakijken, maar ik kon het niet verstaan en haalde mijn schouders op terwijl ik het tafereel belangstellend bekeek. Toen ik weer verder liep, werd ik bijna omver gereden door een man van middelbare leeftijd. Je mag hier niet fietsen, riep ik geschrokken. Blijkbaar is het fietsen op trottoirs niet aan leeftijd gebonden. Maar de eerder ‘getroffen’ man keek mij dankbaar aan, hij dacht waarschijnlijk dat ik hem steun betuigde, en knikte bevestigend.

Overigens zag ik van de week ergens fietsenrekken van hetzelfde makelij als die van het winkelcentrum, alleen kon je bij deze rekken wél fietsen aan twee kanten plaatsen. Bij het winkelcentrum proberen ze dat ook, maar dan staan de fietsen los. Wel een leuk gezicht als met die harde wind een domino effect optreedt als er een fiets omvalt. Lamp kapot, stuur scheef, bel verbogen, lak beschadigd en niemand die iets vergoed. Gelukkig is er bij een ernstig defect altijd nog de fietsenmaker waar je terecht kunt. Alleen jammer dat niemand in de gaten heeft dat het licht het niet doet, maar wel stug door blijven fietsen met de dynamo op de band. Goed bezig! Wat een licht, zeiden we vroeger tegen zo iemand.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

24 januari 2007

Humor is soms ver te zoeken, zeker de laatste tijd in Oegstgeest. Toch maak je af en toe iets mee dat op de lachspieren werkt. Zoals laatst met Jan Turk en Henk Heemskerk die op ludieke wijze aangaven dat het Groot Proffijt weer open moet. Het gebouw was een cadeautje aan de wijk en dat moet het blijven. Jan ramde een paal in de buik van Henk Heemskerk bij een poging om de deur van het Multifunctionele Gebouw Het Groot Proffijt aan het Boerhaaveplein open te rammen. Henk Heemskerk was er voor gesprongen en leek van de uithaal van Jan Turk nauwelijks iets te merken. Achteraf blijkt hij met een paar gebroken ribben rond te lopen. Dan bekijk je zo’n klein kereltje als Jan Turk toch met andere ogen. Maar dat geldt ook voor de potige ‘melkboer’ die geen krimp gaf bij deze actie.

Ondanks de toch wel heftige blessure blijft Henk niet kermend op de bank zitten. Hij was namelijk al snel weer rond de RK kerk te vinden waar hij met andere bekende Oegstgeestenaren actie voert om geld in te zamelen voor een nieuw dak voor de 106 jaar oude kerk. Een statig monument op een markant punt in Oegstgeest: de Leidse Buurt. “Dat geld komt er”, zei Henk heldhaftig. Aan de toon van zijn stem te horen – nee niet door de pijn, hoewel zijn scheefgetrokken bekkie anders deed vermoeden – nee, door de vastberadenheid waarmee hij dat zei, komt dat geld er, hoe dan ook.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

31 januari 2007

Journalistiek is een gevaarlijk vakgebied. Overal ter wereld worden journalisten zomaar vermoord om wat ze schrijven. Ik heb besloten om voortaan alleen nog maar over ongevaarlijke, leuke en lieve onderwerpen te schrijven. Daarom ben ik blij dat de dreiging dat er een huis van bewaring komt op het MEOB-terrein wellicht minder wordt. Betrokken partijen hebben besloten om te onderzoeken of er misschien een betere plek is voor zo’n ‘bedrijf’. Blijven alleen nog de scholen over waar tegenwoordig ook al de nodige dreiging omheen hangt. Als dat zo doorgaat wordt de opleiding voor onderwijzer opgenomen in het lespakket voor gevangenenbewaarder. Straks is een gedegen militaire opleiding een pré in het aannamebeleid. Misschien ook wel voor journalisten.

Nee, ik probeer mij voornamelijk bezig te houden met ‘lieve’ onderwerpen zoals de schaapjes van Henk Heemskerk en een mogelijke kinderboerderij. Althans, een stukje terrein waar geiten en schapen en ander klein vee heel aaibaar rondlopen. Er is toch niets leukers om naar toe te gaan met kleine kinderen? Er komt wellicht ooit een tijd dat mijn vrouw en ik ook trotse grootouders worden en dan wil je de kleinkinderen toch een beetje vertrouwd maken met dieren. Het moet niet zo zijn dat een klein kind achter moeders spijkerbroek gaat schuilen als er een egel de straat oversteekt omdat het beestje onbekend is. Het enige dat de gemeente hoeft te doen is een ‘proeftuintje’ te ontwikkelen in het Irispark én in de Morsebel. Niet al te veel regels opstellen, want dat duurt veel te lang. Snel een potje beschikbaar stellen, desnoods met de hulp van bijvoorbeeld een rotary (we hebben er zelfs drie!), hekje om een stukje gras, en je hoeft als gemeente niet eens meer te maaien!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

7 februari 2007

Nu hebben we het voor elkaar in Oegstgeest. De eerste supermarkt met een zelfscankassa. Amper een paar dagen in gebruik, en je hoort er bijna iedereen over. Heerlijk die verwarring. En er gaat me daar een dreiging van uit! Het is niet alleen de angst voor de onbekendheid van dit fenomeen dat de mensen angst aan jaagt. Ook de waarschuwing dat er steekproefsgewijs wordt gecontroleerd of je het goed hebt gedaan is bedreigend. Als je wordt betrapt, kom je op een zwarte lijst en mag je nooit meer winkelen in die supermarkt, zo wordt al beweerd. Je zal maar een grote kar vol met boodschappen hebben en met de gedachte naar de uitgang lopen dat je een hoop tijd hebt bespaard zodat je met de kinderen snel naar de voetbal of hockey kan, als er een grote kerel in een witte jas (of een andere kleur die gangbaar is bij het personeel) je staande houdt met de opmerking dat je wordt gecontroleerd. Met angst en beven zie je de boodschappen uit je kar gehaald worden om alsnog gescand te worden. Ja hoor, je hebt een pak hagelslag niet goed gescand en je voelt de priemende ogen van het winkelpersoneel al op je gericht. Maar wat erger is, je bloost en net op dat moment loopt jouw overbuurvrouw voorbij met een blik in haar ogen alsof ze wil zeggen: ik heb het altijd al geweten! Het angstzweet breekt je uit en je voelt het koude staal van de handboeien al om je polsen klemmen.

Daar sta je dan en stotterend roep je wanhopig uit dat je echt geen idee hebt hoe dat komt. Als je een klein beetje alert bent kijk je in een laatste poging om jouw gezicht te redden je kinderen beschuldigend aan en krijst: wie van jullie heeft dat pak hagelslag in de kar gedaan? Nou, beken maar! Rotjongens!

Aan de andere kant opent dit ongekende mogelijkheden om mensen waar je een bloedhekel aan hebt eens lekker te grazen nemen. Je sluipt langs de volle kar van de boze buurman en legt er stiekem een pak hagelslag bij, zodanig dat hij het niet merkt. Je fluistert richting een personeelslid: heb je die vent gezien? Volgens mij probeert hij stiekem voordelig uit te zijn door net te doen of hij scant. Dan zorg je dat je eerder bij de kassa bent dan hij om gniffelend af te wachten tot die sukkel uit de rij wordt gelicht voor een strenge controle.

Wedden dat het allemaal zo’n vaart niet loopt?

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

14 februari 2007

Wat is Spam, vroeg laatst iemand aan mij. Spam? Dat is iets van deze tijd. Dat is net als papieren reclame in de brievenbus, maar dan vele malen erger. Dat is net als de reclame op tv, maar dan ongecontroleerder én vele malen erger. Het hoort blijkbaar bij de elektronische postbussen die je kunt hebben op het Internet. Hoewel deze moderne manier van communiceren bijzonder effectief is, kleven er ook nadelen aan. Reclame in je brievenbus, en soms ook op televisie, wijzen je op producten die je in de omgeving waar je leeft kunt kopen en waar je soms ook nog wat aan hebt. Op Internet is dat anders. Om de paar minuten komt er een bericht binnen, meestal uit Amerika, waarin allerlei producten worden aangeprezen die je in de US kunt bestellen. De onderwerpen hebben veelal een hoog Viagra-gehalte. Ook lucratieve manieren van geld lenen voeren een boventoon. Raar, je zou denken dat de afzender toch moet snappen dat e-mailadressen eindigen op punt nl niet in de USA voorkomen!

Nou had ik op Oegstgeestigheid.nl een gastenboek. Het leuk mij namelijk leuk als bezoekers een berichtje konden achterlaten zodat ik een beetje terugkoppeling zou krijgen, anders dan de geregelde opmerkingen die ik ‘op straat’ krijg. Helaas, de enige gasten waren onbekenden die er genoegen in hadden om te verwijzen naar allerlei sites waar de seks vanaf droop. Je zult er van opkijken, maar ik was daar niet van gecharmeerd en ik heb het gastenboek opgeheven. Als je wilt reageren doe je dat maar op straat of via een e-mailtje of onder de vele foto’s in mijn albums op http://album.zoom.nl/user/wilvanelk/. Normale berichten komen ongetwijfeld door mijn spamfilter. Wat dat is? Een soort NEE-sticker op de brievenbus. En net als in de werkelijke wereld, er zit een JA-sticker naast zoals die van de Oegstgeester Courant.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

21 februari 2007

Ik heb geen idee hoe ik aan de envelop ben gekomen, maar ik vond daarin een brief met enquête die was gericht aan een muntkundige. Ik was geselecteerd, kun je nagaan! Ik, muntkundig! Ja, in het uitgeven, dat gaat mij wel goed af. Maar over munten verzamelen weet ik niks. Ik weet ook niet of dat beetje spaargeld dat ik heb, of dat papier- of muntgeld is. In mijn portemonnee is het snel te controleren, daar zit nauwelijks geld in en als er munten in zitten, hoop ik dat het twee-euro stukken zijn. Als ik de enquête zou invullen en opsturen, kreeg ik gratis een horloge en een muntsetje Finse euromunten. Jeetje, kun je daar dan ook met euro’s betalen?

Ik heb de envelop met inhoud niet op de bus gedaan; het ligt in de bak oud-papier. Niet omdat ik niet een gratis setje munten wilde hebben die ik na ontvangst onmiddellijk zou hebben uitgegeven. Ook niet voor het gratis horloge, zodat ik eindelijk een op tijd thuis zou zijn. Nee, ik deed het om de kosten. Je moet namelijk wél de verzendkosten betalen. Bijna vijf euro voor iets waar ik niet op zit te wachten. Nee, houd die spullen maar. Gratis is dus niet voor niks. Wat het verschil is tussen die twee? Ik ben gratis naar school geweest en niet voor niks!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

28 februari 2007

“Er wordt hier een voetpad aangebracht van straatklinkers met een breedte van 1,50 m”, vertelde de gemeente. Je kunt van de gemeente zeggen wat je wilt, maar van het ontbreken van historisch besef kun je ze niet betichten. De Wijttenbachweg gaat namelijk weer open. Het betreft het laatste stukje van de voormalige groentewinkel van Hoogervorst, tot aan de Louise de Colignylaan. Ik heb daar zo veel jaren in mijn jeugd over gelopen en gestept, dat ik het wel kan uittekenen met mijn ogen dicht. Maar dat daar straatklinkers lagen van 1,50 meter kan ik mij niet herinneren. Ik vraag mij eigenlijk af of er zulke brede tegels bestaan. In dat formaat spreek je volgens mij van betonplaten. Maar goed, de specialisten van de gemeente zullen het wel beter weten.

Toen ik een jaar of zestien was, had ik een krantenwijk. Iedere morgen vroeg ging ik naar mevrouw Van der Meer die aan het eind van onze straat woonde. Daar haalde ik een flinke stapel Telegrafen op die ik in recordtijd probeerde te bezorgen. Achteraf bleek ik daar een uitstekende conditie mee opgebouwd te hebben. Een nadeel was dat ik wel eens in slaap sukkelde tijdens een van de lessen op school. In die tijd waren die nogal slaapverwekkend en met mijn chronische slaaptekort was het bijzonder lastig om wakker te blijven.

Ik kan mij nog heel goed herinneren dat ik zonder licht fietste omdat een dynamo alleen maar afremde. Lampen met batterijen had je toen nog niet. Ik reed over het pad dat ze nu weer open maken en halverwege reed mij een fietser tegemoet. Ook zonder licht. Het was een politieman die naar het politiebureau fietste. Maar ik dacht maar aan één ding: betrapt! Maar op dat vroege uur was het blijkbaar toegestaan om zonder licht over de stoep te fietsen, want zelfs oom agent maakte zich er schuldig aan! Goeje morruggu, riepen wij elkaar toe en ik fietste als een speer verder.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

7 maart 2007

Leuk, heeft Casema de zenderindeling veranderd. Keurig een brief in de bus, dat wel. Maar als je 6 maart ’s morgens de nieuwsberichten wilde lezen op teletekst, zag je alleen maar ruis. En dan ga je niet op je gemak op zoek naar het juiste kanaal om Nederland 1, 2 of 3 opnieuw in te stellen. Nee, want je moet dan eerst op zoek naar de gebruiksaanwijzing van de televisie om te achterhalen hoe dat ook al weer moet en veel tijd heb je niet omdat je naar je werk moet. Afstandbediening pakken en zappen, want daar zijn we goed in, op zoek naar de juiste zender. Ik las laatst op teletekst, toen het nog op de vertrouwde plek te vinden was, dat de uitvinder van de afstandbediening is overleden. Deze uitvinding kwam er omdat de maker een hekel had aan de reclameblokken op televisie, waar ze in Amerika al veel langer last van dan wij in Nederland. Dus niet omdat hij lui was. Wat het gevolg was van deze vinding hoef ik niet meer uit te leggen. Het duurt ongetwijfeld niet lang meer of je kunt al jouw elektronische apparaten thuis bedienen met jouw mobiele telefoon. Slechts een kwestie van tijd.

Maar wat een gedoe om al die zenders weer opnieuw in te stellen. Het zijn er meer dan dertig en het aantal neemt alleen maar toe. Een beetje huishouding heeft tegenwoordig meer dan een televisie. Daarnaast moet de video ook opnieuw worden geprogrammeerd, of, en dat is aannemelijker, de dvd-recorder. De computer sla ik voor het gemak maar even over. Het lijkt wel een beetje op de overgang van wintertijd naar zomertijd, dan moet je ook een hele serie apparaten opnieuw instellen. Gelukkig houdt Casema zich een beetje in, en vinden dit soort herindelingen van frequenties maar zelden plaats. Je kunt het instellen overigens tegen betaling laten doen door een installateur. Sommige moderne apparaten hebben de mogelijkheid om alle zenders automatisch te zoeken en vast te leggen. Maar dan zit alles lekker door elkaar en dat wil je niet, want je hebt liever Nederland 1 op 1, en dan graag op alle apparaten. Dus zelf doen, dan krijg je maatwerk. Het slimste zou zijn om alleen die zenders te installeren die je wilt kijken. Maar ja, we hebben betaald voor al die andere zenders, dus die moeten er ook op.

Ik zie het al helemaal voor me als we zes maanden verder zijn. Waarom ligt dat kleedje over de televisie? Ik kijk niet meer. Waarom niet? Een half jaar geleden kreeg ik alleen maar sneeuw, en dat is nog steeds zo.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

14 maart 2007

Oegstgeest zonder obstakels. Kent u die uitdrukking nog? Nee hè? Sinds ze ons dorp vol hebben gestopt met allerlei hindernissen hoor je ze er niet meer over. Inmiddels zijn we er al en beetje aan gewend dat in woonwijken om de vijftig meter een snelheidsremmende obstakel is geplaatst. Maar soms draven we een beetje door, letterlijk en figuurlijk. Het is vaak net alsof de mensen die moeten adviseren, een gemeente kan nou eenmaal niets meer uit zichzelf, hun rapporten ingewikkeld moeten maken omdat anders het vele geld dat er voor moet worden betaald niet gerechtvaardigd is. Zoals bij voorbeeld bij het Groot Proffijt is gebeurd. Het enige dat uit de dure onderzoeken is gekomen, is de wijsheid om het gebouw te slopen en er iets anders voor in de plaats te zetten. Hoe negeer je de wensen van het volk! Met wat hulp van deze of gene had ik – of iemand anders die algemeen boeren verstand heeft - het vermoedelijk gratis gedaan, en niet zoals nu is gedaan, voor niks. Maar ja, ik word niet gehinderd door teveel kennis (voordat iemand anders die nu beledigd is dat zegt).

Ditzelfde geldt voor sommige verkeersmaatregelen. Ik verbaas mij iedere keer weer over de nieuwe situatie bij de overgang van Lijtweg naar Terweeweg. In plaats dat de rode fietspaden worden doorgetrokken, wordt de weg met inmiddels bijna vervaagde strepen levensgevaarlijk smal gemaakt en is het kruispunt heel benauwend verkleind. Iedere keer weer zie je fietsers rare capriolen uithalen om in deze gevaarlijke situatie te overleven. Als auto’s niet met enig risico doorrijden terwijl een tegenligger hetzelfde doet, dan gaat de auto noodgedwongen naar rechts. Juist, naar de fietsers toe. Om zoiets te kunnen verzinnen, moet je minstens een graad hebben gehaald op dat gebied. Heel veel jaren van dure studie weggegooid, terwijl één praktijkles van een kwartiertje waarschijnlijk voldoende was geweest.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

21 maart 2007

Ik maak zomaar wel eens een wandeling door Oegstgeest. Steevast gaat de camera mee, want je weet maar nooit. Afgelopen zaterdag startte ik bij de schapenweide in Haaswijk. Henk heemskerk heeft daar een paar schapen en een paar geiten lopen. Heel leuk voor de buurt en heel wat kinderen hebben veel plezier als ze met hun ouders daar langs gaan. Steevast komen daar de eenden ook op af, al was het maar om de broodkruimels op te eten. Een gezellige boel daar in Oegstgeest-Noord. En het kost de gemeenschap geen drol, helemaal voor niks. Dat zeg ik nou wel, geen drol, maar toen ik probeerde om een leuk standpunt op te zoeken om er een foto te maken, trapte ik bijna in een hondendrol die midden op het pad lag. Blijkbaar komen er nog meer dieren in het park.

Een fotoarchief kun je alleen maar opbouwen door veel te fotograferen en daarvoor moet je er op uit. Het viel mij op dat er bijzonder veel trottoirs zijn die keurig in het midden om de zoveel meter een hondendrol presenteren. Is dat een kunstuiting? Een straatbeeld van deze tijd? Dacht het niet, want in mijn jeugd trapte ik er ook al in. Het is ook geen product van de gemeente die meent om met de opbrengst van de hondenbelasting iets zinnigs te doen. Maar wat doen ze dan wel met dat geld? Geen idee. Oh ja, ze hebben van die poepbakken geplaatst. Waar? Weer geen idee, maar ze moeten ergens staan. Of ze moeten zijn weggehaald bij de vuurwerkdreiging rond de jaarwisseling. Soms kun je zien waar ze hebben gestaan. Dan ligt er een bruin plastic zakje gevuld met hondenpoep, keurig in de berm. Nou, als dat het enige is dat met de opbrengst van deze lucratieve belastingcenten wordt gedaan, dan wordt het tijd voor een nieuw beleidsplan. Hier alvast een voorzetje. Milieuambtenaren plaatsen poep-o-matics bij grote poepconcentraties, herkenbaar aan willekeurig geplaatste drollen, samen met een bruinezakjesdispenser. Dan hoeven die hondenbezitters niet meer te leuren met die poepzakjes en kun je overal heerlijk poepvrij wandelen.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

28 maart 2007

Ik moet mijn schutting afbreken, vertelde de bewoner van een hoekhuis ergens in Haaswijk met een droef gezicht. Waarom dan, het is toch een strakke schutting, spiksplinter nieuw? Daar gaat het ook niet om. Hij staat op gemeentegrond. Gemeentegrond? Dat lullige strookje langs de zijkant van jouw huis? Dat stukje waar voorheen de gemeente in twintig jaar nauwelijks onderhoud pleegde, en waar de klimop weelderig tierde en tot aan de nok van het huis groeide en wat jij zelf moest verwijderen? Dat stukje waar de coniferen van de vorige bewoners meer dan drie meter hoog de hemel in groeiden en er niet uitzagen? Dat stukje waar we zelf bij tijd en wijlen het onkruid moesten rooien en de armetierige struiken moesten snoeien omdat ze anders de auto’s krassen bezorgden? Dat akelige stukje, stukje, ja, hoe moet je het eigenlijk noemen? Gemeentegrond. Ja, dat stukje bedoel ik.

Dat begrijp ik niet. De gemeente heeft dergelijk incourante stukjes grond toch ‘verkocht’ aan de bewoners? Ja, maar nu blijkt dat dit stukje nou net niet overgedragen is omdat de vorige bewoners dat niet zagen zitten. Jeetje, maar dat kan dan toch achteraf wel worden rechtgetrokken. Nee, helaas niet. Sterker nog, wij moeten de schutting afbreken. Afbreken? Jeetje, maar iedereen is spinnend tevreden in deze wijk. Daar gaat het ook niet om. Het gaat er niet om wat de bewoners vinden, maar wat de gemeente vindt. Maar dan laten ze jullie toch de schutting niet verplaatsen? Nee, dat mag ook niet. Uh? Nou, wij moeten hem afbreken en een stukje terug een nieuwe erfafscheiding maken van maximaal tachtig centimeter hoog. Een meter tachtig toch? Zucht, nee, tachtig centimeter. Als je hoger wilt, dan moet je een bouwvergunning aanvragen. Dus schutting afbreken, een nieuwe erfafscheiding maken, schuttingdelen ergens opslaan totdat je weer een schutting mag maken? Het moet niet gekker worden. Misschien moet de buurt ernstig bezwaar maken tegen dit soort, ja wat is eigenlijk het juiste woord hiervoor? Bureaucratie?

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

4 april 2007

Even dacht ik aan een 1 aprilgrap van de gemeente toen ik het bord zag met de tekst: LET OP! leuning ontbreekt. Sterker nog, bij de vijver in het Irispark staan twee van die knalgele borden. In de tijd dat er nog geen leuning was langs de waterkant, waren deze borden een terechte waarschuwing. Iedereen die namelijk niet in de gaten had dat er geen leuning was aan de waterkant, zou daardoor niet in het water vallen. Nu er rondom het nieuwe gedeelte van het park langs het water een leuning is aangebracht, zijn de borden overbodig geworden. Blijkbaar was dat niet het werk van de uitvoerders, want die borden bleven keurig staan.

Je kunt er om lachen, maar zo’n bord op de juiste plaats kan een heleboel ellende voorkomen. Vroeger vormde een hekwerk met groen geverfde ijzeren buizen de afbakening van de tuin van de pastorie van de RK H. Willibrordkerk aan de Leidse Buurt. Toen wij met ons gezin naar mijn grootouders gingen, ik ga nu een heel lange tijd terug tot in mijn jeugd, liepen mijn broers en ik hard voor onze ouders uit en bleven wachten bij de sloot waar nu de Apollolaan is. Ik liep met mijn lange benen vooraan en wou even uitrusten, leunend tegen de leuning die doorliep tot voorbij de sloot. Tenminste, dat verwachtte ik. Helaas, net op dat stuk ontbrak de leuning en pletterde ik in de best wel diepe sloot. Plof, zo op mijn rug en werd alle lucht uit mijn longen geperst. Krampachtig naar adem happend lag op de bodem van de drooggevallen sloot. Ik bleef wel droog, maar had behoorlijk pijn in mijn rug. Kijk, als dáár nou zo’n bord had gestaan met de tekst: LET OP! leuning ontbreekt, dan was ik hoogst waarschijnlijk niet gevallen!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

12 april 2007

Binnenkort gaan ze het zwembad Poelmeer voor korte tijd sluiten. Toen ik zaterdag voor even op bezoek was bij de firma Van de Luyt, heb ik een alternatief gevonden. Op het terrein van het voormalige Marine Elektronisch en Optisch Bedrijf, beter bekend als het MEOB-terrein, zag ik een prachtig buitenbad. Oké, het is niet meer dan een volgelopen bouwput van een gesloopt bedrijfsgebouw, maar toch.

Ja, we zijn gek op water. Meer dan veertig jaar terug was het heel gewoon om de gehele schoolvakantie aan de waterkant door te brengen. Overal in Oegstgeest waren slootjes die boordevol vis zaten en er stonden nog nauwelijks huizen. Ook kon je met het bouwmateriaal van huizen in aanbouw prachtige vlotten bouwen. Toen was het ook helemaal niet erg om in het water terecht te komen en lekker te gaan zwemmen. De laatste keer dat ik in Oegstgeest zwom in open water was tijdens een triatlon in Haaswijk. Toen mocht je nog zwemmen in het Oegstgeesterkanaal. En eigenlijk was dat zelfs toen heel gewoon. In het water op het MEOB-terrein zou ik echter liever niet vallen. Dan wacht ik toch liever tot het zwembad weer open is.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

18 april 2007

Vorige keer schreef ik over een alternatief op het MEOB-terrein als vervanging voor de tijdelijke sluiting van Poelmeer. Wat denk je, zijn ze het ‘s maandags aan het leegpompen. Sommige dingen kun je maar beter geheim houden, dat zie je maar weer.

Hier zou ik het deze week eigenlijk bij kunnen laten. Maar ja, dan hoor je van die vreselijke verhalen over gevaarlijke situaties in het verkeer waar je eigenlijk een beetje eng van wordt. Je kunt als fietser heel wat knelpunten omzeilen. Vrijwel alle verkeers regel installaties kun je vermijden door een andere route te nemen. Maar als je boodschappen wilt gaan doen op het winkelcentrum Lange Voort, dan kom je nou eenmaal bij het winkelcentrum aan, of je wilt of niet. Vanuit noordelijke richting komend is waarschijnlijk nog wel het meest lastige. De parkeervakken voor Albert Heijn vragen het uiterste van de weggebruiker. Aangezien de meeste mensen op de fiets boodschappen doen, zeker na het zien van de gratis film ‘An Inconvenient Truth’ van Al Gore, zal ik het daar op houden. Deze weggebruikers zijn namelijk net als voetgangers bijzonder kwetsbaar in het verkeer. Heel wat fietsers hebben inmiddels ontdekt dat het regelmatig voorkomt dat bestuurders hun auto zomaar op de weg zetten zonder goed te kijken of er een fietser aankomt. Oh sorry is dat snel geroepen, maar de schrik is er niet minder om. Nee, over de weggebruikers die zonder richting aan te geven zomaar een parkeervak in willen rijden, wil ik het absoluut niet hebben. Die kregen laatst zulke vieze scheldwoorden te horen, dat het beter is om het daar zelfs in deze rubriek niet over te hebben. Ook ik heb mijn grenzen.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

25 april 2007

Zwanen broeden tegenwoordig ook dicht bij de bewoonde wereld. Sterker nog, zelfs midden in de bewoonde wereld. Komt waarschijnlijk omdat eindelijk de sloten weer gebaggerd worden. Ik hoop dat dit ieder jaar gebeurt en niet na massale sterfte van allerlei waterdieren. Maar om bij een nest een briefje op de boom te moeten plakken dat er zwanen broeden, lijkt mij nou weer een beetje overdreven. Dat is net zo overbodig als een bord bij verkeerslichten dat ze niet werken, zoals ik laatst in Den Haag tegen kwam. Dat zie je zo ook wel.

Een zwaan is groot en dwingt met zijn moedig gedrag respect af. Je kunt maar beter uit hun buurt blijven is mij altijd verteld. Maar aan de andere kant heb ik nog nooit iemand van de pijn weg zien rennen. Dat komt waarschijnlijk omdat de houding van de zwaan afdoende is om afstand te bewaren. Ganzen kunnen ook heel dreigend overkomen. En heb je wel eens eenden zien reageren op gevaar? Heel heftig soms hoe ze tekeer gaan tegen bij voorbeeld een reiger die likkebaardend op de jonge eendjes afkomt.

Toch zijn er kinderen die menen dieren te moeten pesten en in nesten te moeten wroeten. Volgens mij hebben ze van huis uit heus wel geleerd dat ze dat niet moeten doen. Maar als ze dan in een nest van een zwaan willen rommelen, moeten ze niet gek opkijken dat er een grote witte vogel op ze afkomt om ze weg te jagen. Mogen ze nog blij zijn dat het geen krokodil is, zoals onlangs in China gebeurde.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

02 mei 2007

Eigenlijk is dit het leukste gedeelte van het jaar. Ondanks dat het overstemd wordt door vliegtuiglawaai, zingen de vogels ’s morgensvroeg dat het een lieve lust is. Prachtig! Ieder levend wezen voelt de kriebeling van het voorjaar. Sommigen moeten daarvoor pillen slikken en spul opsnuiven om niet gek te worden van het niezen. Anderen krijgen een onmiskenbare nestdrang en er wordt menig ei gelegd. Door overdreven hard aan de voorjaarsschoonmaak te werken – bestaat dat nog? – voelt menigeen de voorjaarsmoeheid in lijf en leden. Maar ja, we zijn zelf zo eigenwijs om in de winter het niet rustiger aan te doen. Wij willen juist in de zomer rust hebben, dus een winterslaap is geen optie. Toch wordt het niet voor niets vroeg donker in de winter. We zouden dat kunnen vertalen naar de mogelijkheid om vroeger te gaan slapen. Maar door anderen, zoals programmamakers voor televisie, worden we geleefd en zijn we de uitputting nabij nog voor de winter voorbij is. Zo we een winter hebben gehad. Sneeuw of niet, er wordt menig zomervakantie voorbereid en geboekt, want we moeten op reis, hoe dan ook. Ik ben benieuwd of al die reizigers in de lucht zich bewust zijn dat iedereen ze hoort weggaan en een poosje later weer hoort terugkomen.

Gelukkig zijn er ook nog programmamakers die het in de winter niet rustig aan deden. Zij hebben voor de komende Oranjefeesten weer prachtige programma’s opgezet. Ook dat maakt het voorjaar in Oegstgeest zo mooi. Eind april begint de kermis en na 5 mei wordt het weer rustig; voorbij is dan het voorjaar.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

09 mei 2007

Gelukkig ging het aan het eind van het weekend weer eens regenen en maandagochtend stonden we met regen op. Een buitje was hard nodig. Ik begon mij namelijk al ernstig zorgen te maken en voorzag een grote ramp. Allerlei scenario’s vlogen door mijn hoofd. We moeten als waterkundigen misschien gaan nadenken over een omgekeerde waterstroom. Want wat moet je als er geen watertoevoer is die de rivieren voedt? Juist, water terugsturen. Heel veel water loopt ongebruikt de zee in, het is hooguit vervuild met allerlei vieze stoffen. Als je op een slimme manier het zout er uithaalt en met bij voorbeeld windenergie het water tegen de stroom in terugstuurt, komt er niemand in de problemen. Dit idee zal moeilijk uitvoerbaar zijn omdat we een onmogelijk grote hoeveelheid sluizen moeten gaan bouwen. Wie weet komt er ooit nog eens een pijpleiding richting Zwitserland en krijgen we in het groot wat menig tuinliefhebber in zijn tuin op schaal heeft gebouwd.

In Almere hebben ze bij grote droogte altijd nog de illegale grondwaterboringen van diverse inwoners. Goed voorbeeld zal goed doen volgen. En wie weet worden de ondergrondse bassins in Groningen, waar ooit gas in zat en waar ze water in hebben laten lopen, dé zoetwaterbronnen van Noord-Nederland. De droge mond, overgehouden na al die feestelijkheden van de afgelopen week, was gelukkig zo weer over; we hebben voorlopig nog water genoeg.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

16 mei 2007

Hoe komt het toch dat Het Groot Proffijt bijna wekelijks over de tong gaat? Ik weet het antwoord wel, maar toch vraag ik het regelmatig. En niet alleen ik. Om een ‘paar tientjes’ uit te sparen, geven diverse instanties nu honderden euro’s meer uit. Oké, de gemeenteraad stond een beetje onder druk. Toch hebben ze aangegeven dat de opbrengst van Het Groot Proffijt achteraf niet nodig was voor de uitbreiding van de scholen in Haaswijk. Het resultaat? Een multifunctioneel gebouw dat al een paar jaar ongebruikt staat. Buurtwerk dat nog nauwelijks bestaat en diverse verenigingen die hun heil ergens anders hebben gevonden. Je zou het eigenlijk gewoon moeten kraken en de gemeente moeten dwingen om het cadeautje voor de bewoners weer terug te geven.

Maar het tij gaat keren. De Pabo aan de overkant van het kanaal komt beschikbaar. Wellicht dat daar buurtwerk in terecht kan? Ik ben bang van niet. Want er zal hoogstwaarschijnlijk een school in komen. En net als met al die andere scholen, het eigen belang gaat voor, dus een ‘groot proffijt’ zal daar niet worden behaald. Daar zul je je als vereniging toch onderschikt aan moeten maken. Die combinatie is wel logisch, maar in de praktijk komt van het multifunctionele gebruik van schoolgebouwen weinig terecht. In de aula van een school staat zelden een bar waar je een drankje kunt kopen. Het is beheertechnisch nou eenmaal moeilijk of niet uitvoerbaar. De moeilijke regelgeving op dat gebied laat weinig ruimte over voor creatief gebruik. En dan hebben we het maar niet over dure geluids- en lichtinstallaties die samen met een vast podium ‘groot proffijt’ opleveren, zoals de Stichting Evenementen regelmatig ondervindt. Maar ook de Buurtvereniging Haaswijk en de Morsebel mist deze mogelijkheid maar al te vaak. Waarom dan toch krampachtig Het Groot Proffijt afstoten? Weet u het? Dan mag u het zeggen. Maar alstublieft niet tegen mij, want ik kan er niet meer zo goed tegen.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

23 mei 2007

Ik mag graag naar een radiozender luisteren waar de hele dag jazzmuziek op klinkt. Maar dan wél een waar alleen muziek op is. Nadeel is dat je slechts kunt raden waarnaar je luistert. Dat houdt je echter wel scherp. De enige onderbreking is de reclame, zowel voor de eigen zender en programmering als voor de producten in de reclameblokken rond de nieuwsuitzendingen die om het halve uur de ether teisteren. Echt te vergelijken met arbeidsvitamine is dat zeker niet. In navolging op die drukke reclame voor een Frans automerk, die in het begin zeker leuk en vernieuwend was, meent nu iedere maatschappij dit te moeten toepassen. Dus de diskjockeyloze zender, waar ik altijd naar luister, heeft er een in vrijwel ieder reclameblok zitten. Ik zet, na het een paar keer zeer geïrriteerd te hebben aangehoord, het geluid van de radio uit. Heerlijk die rust. Maar het is net alsof de reclameblokken op de radio, net als op de televisie, steeds drukker en langer worden. Dus mijn radio blijft steeds langer uit. Ik probeer het nog wel eens met zappen, maar je komt dan vaak van de regen in de drup.

Niet alleen op de radio wordt het drukker. Op de weg is er soms geen doorkomen meer aan. Het verkeer loopt wel vlot door als er ergens verkeersregelinstallaties zijn uitgevallen. Maar daar kun je vaak niet op rekenen. De programmering van verkeerslichten is soms heel ingewikkeld, dat wel. Maar waarom het in deze tijd van vernuftige detectiemiddelen dan op groen blijft terwijl er niets aan komt en aan de andere kant heel veel verkeer staat te wachten, kan er bij mij maar niet in. Eigenlijk zouden de lichten altijd oranje moeten knipperen, en pas gaan werken als het drukker wordt. Dan hoef je niet te wachten als je nog alleen daar rijdt. Bussen ontregelen ook vaak de wachttijden, maar nooit als jij in die rij staat; je staat altijd bij het verkeerde licht. Met de fiets rij ik vaak om, soms zelfs een kilometer, om verkeerslichten te mijden. Bij die heel drukke kruisingen zouden fietstunnels niet misstaan, scheelt ook weer een verkeerslicht. Op de fiets werkt beter.nl, maar als iedereen dat gaat doen, is er ook geen doorkomen meer aan. Als er straks geen brandstof meer is voor al die auto’s, dan moeten we wel. Geen probleem, want er zijn fietsen genoeg. Nu nog goede fietspaden. O wacht, over de A44 kun je dan fietsen, toch?

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

30 mei 2007

In Turkije is het openbaar vervoer wonderlijk geregeld, zeker als je het vergelijkt met de manier waarop wij het doen. Op de lange trajecten rijden touringcars en op de korte stukjes zijn het minibusjes die ze Dolmus noemen. Ze rijden met geringe snelheid en geven voortdurend een miep-miep geluid met de claxon als ze mensen zien lopen. Als je ze een teken geeft, stoppen ze voor je. Je stapt in, geeft geld door naar voren en als je het niet hebt gepast, komt er geld terug van hand tot hand. Ook taxi’s zijn niet zo duur. Het enige is dat de concurrentie erg groot is, dus er rijden heel veel bussen en busjes op de wegen die overigens niet overal even goed zijn. Je moet wel goed opletten waar je wilt uitstappen en als je roept, dan stopt het busje vrijwel direct. Daar hoef je hier niet mee aan te komen. Hier rijden grote bussen op gezette tijden van halte naar halte. Wil je ergens tussen de haltes in in- of uitstappen, dan heb je pech. Ze rijden je met een noodgang voorbij en zullen niet stoppen als je een hand opsteekt. Hooguit dat een vriendelijke chauffeur terugzwaait. Hij of zij mag alleen laten in- en uitstappen bij een officiële halte. Ook rijden ze vaak leeg voorbij met de melding dat ze geen dienst hebben (waarom rijden ze dan?) en tegenwoordig staat er zelfs sorry bij vermeld.

En dan sta je weer op Nederlandse bodem en wil je zo snel mogelijk naar huis. Daar sta je dan met vijf personen en evenzoveel koffers. Een gewone taxi is niet te doen, dus zou je er twee moeten nemen. Maar dat kost dan twee keer veertig euro. Hé, hier rijden ook taxibusjes. Wij troffen er grappig genoeg een met een chauffeur van waarschijnlijk Turkse afkomst. Hij bracht ons keurig naar onze bestemming en had zelf nog plaats over. Ook hier gaven we geld door naar voren. Het enige verschil was dat we nu niet een euro de man doorgaven maar meer dan elf euro per persoon!

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

6 juni 2007

Op de website van Wim Hoogerdijk staat de tekst: Van de beste korenaren schiep God eerst de Oegstgeestenaren en daarna maakte hij van het restant de overige mensen van het land. Hoe toepasselijk is deze tekst als je ziet hoe heel veel Oegstgeestenaren presteren op het sportieve vlak. Gelukkig zijn het niet allemaal kampioenen, anders zouden ze naast hun schoenen gaan lopen. Wel hebben ze allemaal een mening over hoe in Oegstgeest de sport moet worden bedreven en welke faciliteiten daar voor nodig zijn. En soms hebben ze echt briljante ideeën. Zo hoorde ik iemand dit weekend praten over de inrichting van het sportpark de Voscuyl waarbij de nieuw te bouwen sporthal ter sprake kwam én het zwembad Poelmeer. Hij vond dat het beter zou zijn om een nieuw zwembad te bouwen naast de nieuwe sporthal. Hoe briljant kun je zijn!

Stel je eens voor dat op de plaats waar nu dure huizen zijn gepland, er een zwembad komt. Op de locatie waar nu nog het ‘oude’ zwembad is, die kan best wel een opknapbeurt krijgen, zou je een flink aantal ‘dure’ woningen kunnen bouwen. En op de Voscuyl krijgen de sportclubs, dus ook de leden of beter gezegd de Oegstgeestenaren, ineens veel meer mogelijkheden om sportieve evenementen te organiseren. Je zou zelfs kunnen spreken van een sportief totaalpakket. Jammer dat ze daar niet eerder mee zijn gekomen, want nu zullen de plannen niet meer bijgesteld kunnen worden. Aan de andere kant krijgt ASC straks in de Overveerpolder wél de beschikking over een zwembad in hun ‘achtertuin’. Daar kun je toch alleen maar over dromen?

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

13 juni 2007

Ik had van de week een vreselijke nachtmerrie. Ik plaatste een oproep in de Oegstgeester Courant met de vraag aan de inwoners om een column voor mij te schrijven. Ik zat voor het eerst in de bijna 25 jaar zonder stof tot schrijven en vroeg wanhopig om hulp. Binnen een paar dagen lag mijn brievenbus vol met brieven en mijn e-mailbox liep over van de vele honderden mailtjes. Om waanzinnig van te worden. En allemaal gingen ze over het zelfde: Overhangend groen en onkruid, vooral op voetpaden en kinderspeelplaatsen. Maar zoals altijd met nachtmerries, ze eindigden bij het ontwaken. Maar toen ik zwetend wakker werd, besefte ik dat de werkelijkheid veel erger is. Niet dat ik allemaal berichten kreeg toegestuurd, nee, het groen was dit keer de boosdoener.

Eerst een gebeuren dat mij vreselijk opwond. Een groot gedeelte van het riet langs het Oegstgeesterkanaal was tot de grond toe weggemaaid. Hoe verzinnen ze het. In een keer kunnen vogels daar niet meer broeden, zijn al die schuilplaatsen weg en wie weet hoeveel nesten zijn verwoest. Er zijn toch een paar maanden in het jaar die te boek lopen als broedtijd? Dan moet je toch de natuur met rust laten? Waarom halen ze dan midden in die tijd het riet weg? Kwamen ze er achter dat ze dat in het najaar waren vergeten te snoeien? Misschien dan toch maar een oproep plaatsen om uitleg?

Maar ik zag toch ook positieve dingen. Op het speeltuintje tussen de Cleveringalaan en het Meijerspad groeit het onkruid weelderig, vooral omdat de plantsoenendienst dat plein structureel overslaat. Gelukkig sloven de buurtbewoners zich ieder jaar weer uit om zelf de onkruidkrabbers ter hand te nemen en een paar dagen op de knieën te gaan om het onkruid te verwijderen. Ook de struiken langs de brandgangen zijn gesnoeid en al het overhangend groen is verwijderd. Kanjers zijn het. Maar ze worden wel op onkosten gejaagd en de bruine bakken zitten in één keer overvol en worden maar een keer in de veertien dagen geleegd. Maar het pleintje is weer toegankelijk. Alleen het klimhuisje – ik weet anders ook niet hoe je dat half vergane speeltuig moet noemen – en de banken kunnen wel wat onderhoud gebruiken. Net als de brug over de sloot. Het lijkt wel of dat de enige brug is in Oegstgeest die nooit onderhoud krijgt. Straks dan maar vervangen voor veel geld?

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

20 juni 2007

Ik kan in de toekomst kijken en ik zie een dorp waar intelligente mensen de gemeente besturen. Ik zie overigens geen enkele vergelijking met een bestaand dorp en kijk rustig verder. Het dorp in mijn visioen heeft enkele financiële tegenslagen achter de rug en verzint allerlei maatregelen om geld te besparen. Om de kosten van onderhoud van openbaar groen laag te houden verzinnen de leefbaren, de linksen, de rechtsen en de progressieven een ingenieus plan, ondanks dat de ambtenaren er tegen zijn en het college van burgemeester en wethouders heel terughoudend is.

Om precedenten te voorkomen, worden de burgers benaderd door de gemeente om allerlei diensten te verrichten voor de gemeenschap. Zo is aan een gepensioneerde melkboer gevraagd om op een stukje grond schapen te gaan houden. Waarom? Simpel. Het stukje weiland ligt onder hoogspanningskabels, en daar kun je verder niets mee dan gras onder laten groeien. Maar gras moet je maaien, en dat kost geld. Je moet toezicht houden op wat ze hebben gemaaid en nog veel meer administratie en arbeid verrichten. Schapen echter grazen het gras kort, en de gemeente bespaart jaarlijks aanzienlijk op onderhoudskosten.

Maar er is nog veel meer openbaar groen waarop kan worden bespaard, zo ontdekte de gemeente. Incourante stroken grond, die grenzen aan particuliere woningen en te klein zijn om als dure grond te verkopen, kosten ook het nodige om te onderhouden. Soms worden dergelijke stroken begroeide grond overgeslagen en dan klagen de inwoners. Om daar van af te komen, benadert de gemeente de inwoners die er naast wonen met het verzoek om dat stukje grond tijdelijk – om niet – toe te voegen aan hun tuin. Voordeel daarvan is dat de gemeente het niet meer hoeft te onderhouden, en de buurt niet meer klaagt omdat het er voortaan altijd netjes uitziet, zonder dat het de inwoners geld kost. Allerlei bepalingen in het ‘contract’ sluiten allerlei trucjes uit, en voorkomen dat er misbruik van kan worden gemaakt. En net op het moment dat ik bedenk hoe slim die bestuurders zijn, roept mijn echtgenote dat er koffie is. Ongetwijfeld gaan deze visioenen een vervolg krijgen.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

27 juni 2007

Je ziet wel eens film of series die gaan over mensen met een bijzonder gaven. Zoals in de toekomst kunnen kijken. Vaak raken zij daar hopeloos van in de war, en ze kunnen hun visioenen maar moeilijk verwerken. Ik herken mijzelf ook daarin. Als een aap in een roestig horloge kijk ik af en toe in de toekomst. Weet u het nog, dat visioen over dat dorp in de toekomst? Juist, dat. Daar droom ik dus nog steeds over. Nu ging het over een smalle strook grond waarop slechts een heg groeit. Dit stukje grond viel in de categorie van verkoopbaar snippergroen. Alleen was er iets bijzonders aan de hand met dat stukje grond. Het was namelijk zomaar veranderd in bouwgrond en dat is duurder per vierkante meter. Zou toch kunnen dat de bewoners er een garage op willen bouwen van vijftig centimeter breed? Logisch toch dat het bouwgrond is, ongeacht of er nu wel of niet een heg op staat. De vraag van 25.000 euro was dus niet normaal en de partijen gingen in onderhandeling. Wat de wethouder betrof, mag het strookje grond met heg ook voor 20.000 euro over de tafel. De potentiële nieuwe eigenaar vond dat uiteraard teveel en bood desondanks het aanzienlijke bedrag van 17.000 euro. In mijn visioen werd dat met twee handen aangegrepen. Mooi toch, de gemeente vangt voor een stukje overtollig gemeentegroen een leuke som geld, wat ze goed kunnen gebruiken, en ze hoeven de heg niet meer te snoeien. Helaas, de werkelijkheid was ook hier anders, en de heg wordt nog steeds gesnoeid door de gemeente. Het mag wat kosten.

Net als met de culturele activiteiten in onze gemeente. Die mogen ook wat kosten. In mijn visioenen zie ik een grijze muis in een rekenkamer druk bezig met het uitrekenen en optellen van alle kosten. Tot zijn stomme verbazing komt hij er achter dat als het Groot Proffijt wordt gerenoveerd, er jaarlijks veel meer activiteiten kunnen plaatsvinden, voor lagere kosten. Het beheer is veel praktischer en de gemeente bespaart jaarlijks zakken vol geld. En het gebouw? Dat was een cadeautje aan de bewoners van Haaswijk, dus hoeft hij ook niets af te schrijven. Maar toen ik wakker werd, las ik dat het gebouw was verkocht. De nieuwe eigenaar heeft er een mooie bestemming voor. Maar het was toch van de bewoners van Haaswijk? Is hen iets gevraagd? Misschien mogen we de opbrengst wel delen. Ik zou voorlopig nog maar niet verhuizen, je weet maar nooit. Zou het genoeg zijn om een andere auto aan te kunnen schaffen, of moet ik blijven fietsen? Ik denk het laatste, zelfs mijn visioenen zijn daar duidelijk over.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

4 juli 2007

Als Oegstgeest zitten we eigenlijk overal maar een beetje tussenin. Het enige waarmee wij vreemd volk naar ons dorp trekken, is bij sportwedstrijden en de 5 mei jaarmarkt in de De Kempenaerstraat, samen met een vrijmarkt die alom bekendheid geniet. Niet te vergeten de Sint Jorismarsen, waarvoor padvinders uit heel het land naar Oegstgeest komen. Annekabouke is met haar kabouters bekend tot zelfs in Japan. We hebben kunstenaars die in heel het land exposeren en zelfs buiten onze landsgrenzen bekend zijn. Maar staan wij in het overzicht van de VVV? Nee, want die hebben we niet in Oegstgeest. Maar ook de VVV’s in de regio melden zelden of nooit iets dat bij ons kan worden bezocht. Geen toerist die ons fraaie dorp ook maar zijdelings opmerkt.

Verder is ons dorp van nog veel meer activiteiten verstoken. Het Rijnsburgse Bloemencorso komt al jaren niet meer door Oegstgeest. Waarom? Omdat wij niet wensen te betalen voor dit fraaie vermaak. De Leidse Marathon komt ook al jaren niet meer door de Dorpsstraat, ondanks dat dit een bijzonder gezellige passage was, net als bij Café de Gouwe. Ook hier worden wij gemeden als de pest; juist, wij betalen niet!

Je zou haast denken dat wij geen klokkenverzuipers zijn, maar krentenkakkers. Bij ons mag vermaak immers niets kosten. Dat is ook de voornaamste reden dat het Multifunctionele gebouw, Het Groot Proffijt, moet verdwijnen. Aan de buurt zal het niet liggen, maar Buitenlust mag wel heel erg goed oppassen, want als dat stukje grond waar nu het buurthuis op staat, wordt ontdekt als bouwgrond, is het ook daar afgelopen met het buurtwerk. Maar zo ver zal het gelukkig niet komen. Met een beetje trage besluitvorming blijft het zo lang hangen, dat de buurtvereniging allang weer een nieuw clubhuis heeft, en de gemeente twee of drie college’s verder is.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

11 juli 2007

Gewone stervelingen kunnen het maar moeilijk vatten dat er in onze leefomgeving zo af en toe iets gebeurt dat niet gepland is. Aan de ene kant van ons dorp wordt hard gewerkt aan het bouwrijp maken van het terrein waar de rioolzuivering was. Het verwijderen van diep in de grond verankerde betonnen bakken duurt langer dan gepland. Daarom zou de hele planning van allerlei activiteiten rond de bouw van sportaccommodaties wel eens in het water kunnen vallen, rioolwater dan wel te verstaan.

Aan de andere kant van het dorp wordt nog steeds volop aandacht besteed aan de verhuizing van ASC naar, zoals gepland, de Overveerpolder. Dat er iets mis zal gaan in de planning, kun je makkelijk voorspellen. En daar tussen in komen op het keurig bestrate gedeelte van het winkelcentrum kabelboeren de boel openbreken om een of andere blauwe kabel in te graven. Dát had zeker beter gepland kunnen worden. De gemeente kan zoiets nog steeds niet tegenhouden, maar een boeteclausule inbouwen zou wellicht dwingend kunnen zijn om dergelijke misplanningen te voorkomen.

Ik zie het al helemaal voor me. Straks gaat de gemeente (eindelijk) het fietspad langs de Endegeesterstraatweg opnieuw bestraten. De werkzaamheden bij de school tegenover de manege zijn eindelijk gereed, zodat het fietspad toch eens een keertje kan worden verbeterd. Want het begint nu zelfs gevaarlijk te worden op sommige plekken. En als alles er straks weer netjes en stak bijligt, dan komen de kabelboeren weer om de hoek kijken, en gaat de boel weer voor de helft open, wat ik je brom. Er moet immers een nieuwbouwwijk komen. En nu is dat waarschijnlijk nog niet in te plannen, maar er zal toch het een en ander door buizen en kabels naar toe moeten worden gebracht. Wedden dat het rioolsysteem maar voor de helft wordt aangelegd? Een buis apart voor hemelwaterafvoer zal wel teveel gevraagd zijn. Als ze dat wél gaan doen, zal het wel duurder uitvallen dan gepland. En ik ben benieuwd of in die wijk ook van die achterlijke kleine afvalbakken worden geplaatst, waar nauwelijks iets in kan en er meer afval op de grond ligt, dan er in.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

18 juli 2007

Ze, slimme technici op autogebied, werken al jaren aan een motor die op een andere brandstof dan benzine of dieselolie werkt. Vorig jaar kwam in het nieuws dat er een motor wordt ontwikkeld die op lucht kan rijden. Kort geleden hebben ze dat in België ook ontdekt, en er een artikel over gepubliceerd. Er zijn echter nog wel wat hobbels te nemen in deze ontwikkeling, voordat er een auto op de markt kan worden gebracht met een motor die werkt op (adem-)lucht.

Mijn dromen over de toekomst pakten dit fenomeen direct op, en de afgelopen dagen lig ik dus weer behoorlijk te woelen in bed, tot groot verdriet van mijn vrouw. Ik zag in een van mijn dromen een straat voor mij in het Wilhelminapark. Daar wonen heel wat vooruitstrevende mensen die een noviteit als een motor op lucht direct bestellen, zodra die op de markt komt. Het leuke van die motor is, dat je hem ook zelf kunt opladen, gewoon met een compressor in de garage of naast het huis. In mijn droom zat ik lekker in het zonnetje op het terras van Het Witte Huis te genieten van een heerlijk kopje cappuccino. Een gesprek was helaas niet mogelijk door de herrie van al die compressors van de buren, die zuchtend en puffend de luchtcilinders van hun auto aan het optoppen waren. Een klusje dat minimaal vier uur duurt om de druk op 300 atmosfeer te krijgen. Voor Het Witte Huis een prima gelegenheid om eens te kunnen klagen over geluidsoverlast bij de buren! Het aantal decibellen overstemde op dat moment de muziek van een gelegenheidsbandje dat een collega toespeelde die zojuist wast getrouwd. Toch stond er al na een kwartier gezellig spelen de politie voor de deur om de muziek tot stilte te manen. De compressors bleven ondertussen lustig doorblazen. Op dat moment blaasinstrumenten waar geen muziek in zat.

Van de week bedacht ik mij, tijdens het tanken van benzine bij het benzinestation aan de Lijtweg, dat het vullen van de luchttank een stuk goedkoper zal gaan worden. Maar toen ik, na het afrekenen van meer dan tachtig euro voor de benzine, de banden van mijn auto op spanning wilde brengen, moest ik er vijftig eurocent voor betalen. Ja echt, voor een paar pufjes, alleen maar om de banden op twee atmosfeer te krijgen. Die illusie van een flinke besparing was ik dus meteen weer kwijt.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

25 juli 2007

Onruststokers zijn het. Ze bellen je op om je te vertellen dat je niet goed bent verzekerd en dat je beter kunt bijverzekeren. Uiteraard bij een andere maatschappij die het veel beter doet. Of ze melden je dat je de verkeerde energie verbruikt. Het kan allemaal veel groener, natuurlijker, en bovenal goedkoper. Of ze bellen je op om je ongerust te maken over jouw telefoonrekening. Ze weten precies te melden met welk tarief je belt en dat je daarbij een veel te hoge rekening krijgt.

Ineens leef je in onzekerheid. Je bent onderverzekerd. Jouw begrafenispolis is niet toereikend. Pensioen is te laag. Jouw inboedelverzekering dekt eventuele schade aan de door jou zelf ingebouwde keuken niet, omdat die bij het huis hoort en de huisbaas slechts een eenvoudige keuken levert. Je telefoonrekening is te hoog en de energierekening kan aanmerkelijk lager. Vóór die telefoontjes was je gelukkig. Je leefde in de veronderstelling dat je alles prima voor elkaar had. Je hebt vrijwel altijd de beschikking over gas, elektriciteit en drinkwater. Als je de wc doortrekt, verdwijnt alles keurig in het riool. Dat sommige mensen de laatste tijd bij hevige regenval ook wel eens wat terug krijgen, doet daar verder niets aan af. Je koos voor kwaliteit en was zorgvuldig in het afsluiten van een polis bij de maatschappij die jou het beste leek. Vaak bleek deze keuze juist te zijn en werden schadegevalletjes naar tevredenheid afgehandeld. Maar één telefoontje kan aan dat geruststellende gevoel een einde maken. En altijd onder het eten. Stoor ik? En als ja zegt, maakt dat verder niets uit, ze ratelen gewoon door. Maar er is hoop. Je kunt je tegenwoordig op een lijst laten zetten, zodat dit soort telefoontjes voortaan uitblijven. Maar deze maatschappij kennende, zal er om de zoveel tijd worden gebeld met de vraag waarom u dat hebt gedaan. Of u wordt gebeld met de vraag of u dat nog steeds wilt.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

1 augustus 2007

Maandenlang zit je er op te wachten, en als het dan eindelijk zomer is, valt alles tegen. Het begint al met het weer. Velen vluchten daarom naar verre oorden, waar ze op mooi weer hopen. Maar ook daar zit het wel eens tegen. Bosbranden, wervelstormen en overstromingen komen vrijwel dagelijks in het nieuws. En toch komen er hele volksstammen thuis met schitterende verhalen over zonnige oorden met overvolle stranden. Je zou met gemak een rubriek kunnen beginnen met fantastische vakantieverhalen.

En dan kom je thuis in de hoop dat jouw huis niet is getroffen door een natuurramp in eigen land. Dat is niet altijd te voorkomen, want nat-uurrampen komen steeds vaker voor. Met de nadruk op nat. Maar zelfs door dagelijks op de website buienradar.nl te kijken, kun je een kleine overstroming in jouw huis niet voorkomen. “Zandzakken voor de deur”, zoals ze vroeger te pas en te onpas riepen, lijkt een beproefde methode.

En als je thuiskomt, blijkt de tuin een wildernis geworden te zijn. Dat is logisch, want je ging op vakantie terwijl de ‘natuur’ in jouw tuin op het hoogtepunt was. Maar als je thuis was gebleven, had je er slechts mondjesmaat van kunnen genieten, want echt mooi weer om tot laat in de avond in de tuin te zitten, is nog maar nauwelijks voorgekomen. Sommigen maakten van de gelegenheid gebruik om de ‘wildernis’ in de tuin fors aan te pakken, zodat de Gemeentewerf toch nog ‘klanten’ kreeg in deze stille periode. Maar ook binnenshuis blijkt nog aardig te worden geruimd en opgeknapt, hoe kan het ook anders met dit weer, en verdwijnt hierdoor ook het nodige aan grofvuil in de bakken aan de milieustraat.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

8 augustus 2007

Toen wij onlangs naar de Vlootdagen in Den Helder gingen, besloot ik om rustig aan te doen, en via de aloude weg langs het kanaal, van Alkmaar naar Den Helder te rijden. Keurig volgens de regels en netjes de snelheid aangehouden, als een zondagsrijder. Tenminste, dat dacht ik. Maar toen ik van de week de brief van justitie in de bus kreeg, kon ik mijn ogen haast niet geloven! Ik had maar liefst vier kilometer te hard gereden en ik moet zestien euro boete betalen. Ja, dat zal mij leren! Ineens schaar ik mijzelf in hetzelfde rijtje als notoire hardrijders die het met de regels niet zo nauw nemen. U weet wel, die mensen die nog steeds niet doorhebben dat er gebieden zijn waar je niet harder dan dertig kilometer per uur mag rijden. Of zoals op de Terweeweg, waar die snelheid zelfs verplicht is! Mijn rijstijl is ineens net zo verkeerd als die mensen die op de Lange Voort fietsers luid claxonnerend voorbij scheuren, omdat zij menen dat fietsers niet op het wegdek mogen rijden. Ineens loop ik het gevaar om misschien wel mijn rijbewijs kwijt te raken door onverantwoordelijk hard te rijden. En wat zonde van die zestien euro! Ik had daar maar liefst 32 keer mijn autobanden mee kunnen oppompen bij een benzinestation.

Ik moest bij het betalen toch een beetje een gevoel van onrecht bedwingen. Hetzelfde gevoel dat wijlen mijn oom had, toen hij jaren geleden op de Rhijngeesterstraatweg op dezelfde manier werd beboet (Het zit blijkbaar in de familie). Of het gevoel dat je krijgt als iemand die heel erg slecht ter been is, op de fiets op de stoep rijdt, en ook wordt bekeurd omdat dit verboden is. 

Vorige week zag ik een politieauto, gevolgd door een politiebusje, richting Haaswijk rijden. Daar moet heel wat aan de hand zijn, dacht ik toen. Ze waren inderdaad opgeroepen ter versterking. Het bleek te gaan om een paar jonge gasten die bloemen verkochten op het Boerhaaveplein. De onverbiddelijke agenten werden voor hun actie zwaar toegesproken door het winkelpersoneel en omstanders. Vooral toen de ‘handel’ van die jochies werd ingeladen in de politiebus. Ik ben benieuwd hoe zwaar deze jeugdige ‘handelaren in de dop’ worden gestraft. Zouden ze al weer vrij zijn? Gevoelens bij dit soort gebeurtenissen moeten blijkbaar worden onderdrukt; fout is immers fout.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

15 augustus 2007

De eerste en de beste, daar gaat het vaak om in de wereld. Bij tennissen wordt dat er nog extra ingewreven. ‘De nummer veertien van de wereld tegen de nummer 48’, roept de televisieverslaggeefster. Alsof ik dat wil weten. Maar wellicht zijn er mensen die dat thuis ook bijhouden. Maar het is slechts een momentopname, want bij winst zie je een tennisser als een komeet stijgen op de puntenladder. Maar als de ander wint, ja, dan ga je even zo hard de ladder weer af. Al bladerend in een fotografietijdschrift, lees ik over de snelste camera ter wereld. De prestaties liegen er niet om. Maar een paar pagina’s verder staat een afbeelding van de lichtste camera ter wereld. Het is maar waar je op zoek naar bent. Rode lantaarns worden zelden genoemd. Voor de body builder is het dus even zoeken naar de zwaarste camera ter wereld.

Het lijkt wel of alles sneller moet; sneller en goedkoper. Een wedloop die soms vernuftige ontdekkingen oplevert. Maar op het gebied van grasmaaien weet ik dat zo nog niet. Grotere stukken in één keer maaien, betekent grotere en zwaardere machines. Het gevolg is dat bermen en fietspaden worden kapotgereden. Het resultaat ziet er niet fraai uit. De plukken die worden overgeslagen zijn ook groter. Maar het maaien was wel snel klaar, dat wél. De bestuurder van een grasmaaimachine lijkt wel een formule 1 coureur die met ronkende motor over het gras scheurt. Hier en daar een kale plek achterlatend, en sporen van overgeslagen stukken gras staan als hanenkammen fier overeind tussen de banen die om de bomen slingeren. Snel is niet altijd beter of mooier. En de écht grote maaiers zitten vast aan een tractor, die met zijn grote achterwielen flinke voren trekt in de berm. Je herkent de plekken direct, ze blijven namelijk heel lang vol water staan na een regenbui. En een paar keer maaien in een jaar, betekent voor het fietspad, na een aantal jaren, het uiterlijk van een landweg. Wat het dan uiteindelijk kost, laat zich raden. Maar het beste fietspad van de wereld, dat wordt het dan uiteraard niet.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

22 augustus 2007

Pats. Met een harde klap knalde er iets in mijn mond en direct voelde ik een harde prik in mijn onderlip. Ik fietste in de vroege ochtend met een gangetje van bijna dertig kilometer per uur, op weg naar mijn werk, toen ik de onplezierige ontmoeting had met een flink uit de kluiten gewassen vliegbeest. Meer een steekbeest eigenlijk. Ik werkte dat vieze beest zo snel als ik kon uit mijn mond en probeerde het gif uit mijn lip te weren, met het plaatje van een doorpompende angel voor ogen. Vrijwel direct zwol mijn lip aan tot een formaat waar je jaloers op kunt zijn. Dat zo’n vliegbeest dat in enkele seconden kan veroorzaken. Het moet dan ook de Botoxvlieg geweest zijn, ook wel de Lippus Expandus genoemd.

Aan het einde van de dag was de lip weer geslonken tot normale proporties en bleef alleen het verhaal over om mee thuis te komen. Je hebt echter altijd baas boven baas. Zo ook bij de ‘aanvaringen’ van die dag. Mijn vrouw had namelijk een veel spannender verhaal. Zij was die dag naar Leiden geweest om wat inkopen te doen om haar garderobe aan te vullen, een noodzakelijke bezigheid die vrouwen nou eenmaal graag doen. Met al haar spulletjes in haar rugtas, had zij beide handen vrij om de rekken met kleding af te struinen, op zoek naar iets bruikbaars. En zoals altijd zat er iets tussen met de juiste pasvorm en kleur. Maar bij de kassa bleek haar portemonnee gestolen te zijn. Uit de rugtas gehaald, zonder dat zij er iets van heeft gemerkt. De rits van de tas was weer keurig gesloten. Geld weg, pasjes, foto’s en nog veel meer. Zij was die dag niet het enige slachtoffer, zo bleek later bij de aangifte op het politiebureau. Het kost nog heel wat moeite om alles te laten blokkeren en opnieuw aan te vragen. Nieuwe portemonnee, nieuw rijbewijs, nieuwe pasjes, het is een hele onderneming. En dan is deze ervaring een stuk onplezieriger dan een dikke lip, want dat was snel over en kostte niets.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

29 augustus 2007

Mijn oordopjes lagen al klaar. Uit ervaring weet ik dat als de Truckrun voorbij komt, je geen foto’s kunt maken met beide handen voor de oren. En verdorie, ik heb ze gemist. Nee, niet omdat ik ze niet kon horen door de doppen in mijn oren. Ik was gewoon met andere dingen bezig. Lekker klussen in huis aan Zweedse meubeltjes. Wel leuk om in zo’n grote winkel te vertoeven en te zien hoe de zuinige Hollanders die vernuftige Zweedse bouwpakketten in grote hoeveelheden inslaan. En inkopen doen maakt hongerig, daar waren ze in Zweden blijkbaar al jaren geleden achter gekomen. Maar dat nou net op die ene dag dat ik boodschappen kan doen de koffie niet gratis is, dat is apart, heel apart. Maar ja, drie ‘kwartjes’ voor een kopje koffie lijkt ook gratis, toch? Omgerekend 1 gulden 65, niet écht goedkoop. Net niet lekker genoeg om snel een tweede kopje gratis te nemen.

Toen we met de bouwpakketten thuiskwamen, was de luidruchtige optocht al voorbij. In alle rust lekker kunnen klussen. Zelfs geen oordopjes in hoeven te doen, want gereedschap komt er nauwelijks aan te pas. Heel slim hebben ze van de meubels een klein pakketje gemaakt, dat in de meeste auto’s zelf is mee te nemen. Wat een vernuft. Zelfs uitpakken is eenvoudig. En met een handleiding voor dummy’s, en voldoende onderdelen en onbeschadigde planken, is het monteren bijna kinderspel. Het past altijd perfect. Na een paar dezelfde kasten in elkaar gezet te hebben, geloof ik dat ik een nieuw wereldrecord heb gevestigd.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

5 september 2007

Ik zag u niet, ik keek eerst naar rechts, zei de geschrokken jongeman die ik bijna omverreed met mijn fiets. Ik was op weg naar de kunstmarkt op het dorpsplein in Warmond, toen ik vol in de ‘ankers’ moest. Als een duveltje uit een doosje kwam een fietser uit een brandgang zomaar de Kennedylaan opgereden. Wat doe je nou? Riep ik uit, met mijn achterwiel zeker een halve meter van de grond. Ik was bijna over de kop gegaan en stond stil op slechts een centimeter afstand van die jongen met zijn fiets die zo plotseling het fietspad blokkeerde. Hij was net zo geschrokken als ik. Terwijl ik vertelde dat je toch niet zomaar de weg op kunt rijden, stond een man goedkeurend te knikken. Hij was de stoep voor zijn deur aan het vegen en was het zichtbaar met mij eens; fietsen op het trottoir hoort niet. Met de wijze raad om voortaan maar eerst naar links te kijken, zoals iedereen dat heeft geleerd, liet ik de geschrokken jongen achter, in de hoop dat hij wat voorzichtiger wordt, dan leeft hij langer.

De jongen had geen excuus dat hij mij niet zag door overhangend groen, dat is daar keurig gesnoeid. In tegenstelling met veel andere plaatsen in Oegstgeest waar nodig de snoeischaar in de struiken moet worden gezet. Zoals in de omgeving van Woon- en Zorgcentrum Hofwijck, waar half op de stoep geparkeerde auto’s en overhangend groen de doorgang vrijwel onmogelijk maken. Je kunt er niet of nauwelijks doorheen met een rolstoel, merkte een mevrouw op die daar regelmatig wandelt met bewoners van Hofwijck. Hoewel ik een liefhebber ben van tuinen met een wilde begroeiing, vind ik lanen met strak gesnoeide hagen ook fraai om te zien. Uit de tijd van mijn krantenwijkje, heel lang geleden dus, kan ik mij het veelvuldig bukken en wegvegen van spinnenwebben uit mijn gezicht nog levendig voor de geest halen. Maar als je zelfs in een rolstoel al last hebt van overhangend groen, wordt het écht tijd om te snoeien.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

12 september 2007

Sassenheim heet tegenwoordig Teylingen. Waar een herverdeling van gemeenten goed voor is, want na de samenvoeging met Warmond en Voorhout, heeft Oegstgeest er een stukje mooi dorp bijgekregen. Oegstgeest? Ja, want de bewoners van de woningen langs de Haarlemmertrekvaart, en zelfs Roel Korbee met zijn manege, mogen voortaan belasting aan de gemeente Oegstgeest betalen. Ook de Klinkenbergerplas wordt voortaan onderhouden door Oegstgeest. Op het moment dat deze krant bij u in de bus ligt, is in het gemeentehuis een presentatie over de fantastische plannen om dit unieke recreatiegebied te exploiteren. Ik ben benieuwd, want dat gebied leent zich uitstekend om van alles te organiseren.

Nee, dan het Irispark. Zal daar ooit iets worden georganiseerd? Wellicht dat er rond de fluisteraar een beetje ruimte is om iets cultureels in te richten. Een paar kramen met kunst zouden daar toch wel lekker in de wind kunnen staan tijdens de jaarlijkse kunstmarkt? Een muziektent kon er niet vanaf, maar een (gratis) zomeravondconcert kan daar tot wel plaatsvinden? Wie weet krijgt organiserend Oegstgeest ooit nog eens een briljant idee.

Ja, Sassenheim. Ik was daar zaterdag voor de presentatie van het boek met wandelroutes langs de vele monumenten in Sassenheim, tevens de titel van het fraaie boekwerk (Uitgeverij Aprilis, ISBN 978 90 5994 183 0). De burgemeester van Teylingen kreeg amper de tijd om na zijn vakantie de ambtsketen om te doen. Iets later dan gepland nam hij het eerste exemplaar in ontvangst in het park Rusthoff dat zo fraai in het centrum van Sassenheim ligt. Als het een beetje weer is, komen er op een zondag heel veel bezoekers naar het park waar een kinderboerderijtje is en zelfs een podium voor optredens. Mogen we best een beetje jaloers op zijn.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

19 september 2007

Hoewel de Pelgrim Fathers vertrokken uit Leiden en in Amerika verder gingen, zijn Amerikanen van mening dat wij de ontwikkelingen op het gebied van geloven niet hebben gevolgd. Blijkbaar zijn ze er van overtuigd dat wij op dat gebied een ontwikkelingsland zijn, waar je hulp aan moet bieden. Twee Amerikaans jonge vrouwen van 21 jaar kwamen daarmee ongevraagd aan de deur. Zij noemen zich de ‘Zusters te Leiden’. Opgravingen in het verleden levert een profeet op met de naam Joseph Smith. Waarschijnlijk moet je een mormoon zijn om van hem te hebben gehoord. Voor mij was de naam in ieder geval nieuw.

Dezelfde dag was ik in Leiden en op de vrijwilligersmarkt trof ik een stand waar de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland achter stond. Ook daar ging het over ontwikkeling, maar dan van bouwprojecten. Maar al te vaak tref je daarbij sporen aan uit het verleden. Ons land heeft blijkbaar een oeroude geschiedenis. Zelfs in Oegstgeest worden er steeds vaker sporen gevonden van mensen die hier eeuwen geleden rondliepen. Een wetenswaardige zaak om dat tot op de bodem uit te zoeken; sterker nog, ze gaan zelfs tot diep in de bodem.

Toch is het voor velen op de bodem interessanter. Je moet er immers op leven. En zolang het er droog op blijft, moet je er ook overleven. Want het is best gevaarlijk hier. Niet meer door rondzwervende roofdieren, plunderende Noormannen of verstikkende moerassen, maar door ons zelf met het drukke verkeer van tegenwoordig. Een actie op scholen moet de ouders overhalen om hun kinderen met de fiets naar school toe te laten gaan, zodat er minder autoverkeer is. Een stuk veiliger wordt het daardoor. Maar krijgen de scholen dan ook ruimere fietsenstallingen? En die ouders, gaan die dan op de fiets weer snel naar huis, om snel de auto te pakken om naar hun werk te gaan? Scholen zouden beter vroeger open kunnen gaan, zodat een soort voorschoolse opvang ontstaat. Vele ouders moeten immers naar hun werk. We leven nou eenmaal in het tijdperk van tweeverdieners. Gelukkig mag ik vroeg beginnen, zodat ik geen last heb van al die auto’s. Kan ik zonder drukte fietsen, heerlijk.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

26 september 2007

Ik denk dat we maar beter het verkeersreglement kunnen aanpassen. Fietsers kun je blijkbaar niet of moeilijk opvoeden. Ze fietsen heel brutaal op het trottoir en zijn daar niet op aan te spreken. Als ze een bekeuring krijgen, zijn ze nog kwaad ook. Het helpt ook niet. De volgende dag rijden ze toch weer vrolijk door het winkelcentrum, en met hen nog vele anderen. Iemand laat nu onderzoeken om het winkelgebied maar te veranderen tot fietsgebied. Dan weet je als voetganger in ieder geval dat er fietsers aan kunnen komen.

Ook de rijlessen en rijexamens moeten worden aangepast. Er staan namelijk geen vragen tussen die betrekking hebben op het aangeven van richting door fietsers. Weet u hoe ze naar rechts gaan? En hoe je dat kunt zien? Het antwoord bij een examen zou kunnen zijn: Een fietser wijkt plotseling een stukje uit naar links, om daarna direct naar rechts te gaan. Ook hier mag je geen opmerkingen over maken. Maar dan moet je ook vertellen hoe ze naar links gaan. Dat is heel eenvoudig. Op dezelfde manier, maar dan blijven ze naar links gaan. Zonder te kijken, zonder waarschuwing gaan ze naar links. Daarbij maakt het niet uit of ze op dat moment worden ingehaald of niet. Ook al schik je je te pletter, je mag daarover geen aanmerking maken. Ze zijn koning op de weg, en denken alles mag. Hé, is dat niet een stukje tekst van Normaal? Ja, en dát verhaal liep niet goed af!

‘Gelukkig’ werkt de verkeersregelinstallatie bij de Kennedylaan weer. Nu staan er tenminste weer als vanouds lange rijen verkeer te wachten tot ze weer mogen rijden. En als je denkt de volgorde te snappen, komt er wel weer een bus aan die het ritme verstoort. De afgelopen week kon vrijwel iedereen direct doorrijden, en dat bleek bijzonder goed te werken. Ongetwijfeld zullen velen daar moeite mee hebben gehad. Zij misten de begeleiding bij het passeren van de kruising. Maar nu is dat weer in orde en kun je weer genoeglijk lang in de rij staan en soms krijg je de gelegenheid om twee of drie keer van het rode licht te genieten. Fijn hè?

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

3 oktober 2007

Weinig interesse voor mobiele televisie, zo gaat het nieuws. Toch komt het er, daar maak ik mij geen illusies over. Reclame wilden wij ook niet, we hadden Amerika als negatief voorbeeld, en nu worden de reclames op televisie hinderlijk onderbroken door programma’s die per gedeelte korter duren dan een reclameblok. Tegenhouden is onmogelijk. Ongetwijfeld zijn er fabrikanten die het niet zien zitten, maar als het straks een succes wordt, omdat een of andere wizz kidd het tot een kult uitbouwt, krijg je een overdonderende inhaalslag, waar de honden geen brood van lusten. Zal wel wat zijn voor notoire bellers in het verkeer die handsfree bellen nooit zullen leren. Kun je op je gemak naar de tv kijken tijdens het autorijden en kun je niet gestoord worden door hinderlijke telefoongesprekken. Je ziet steeds meer mensen met een ‘oortje’ lopen. Niet omdat ze wegens doofheid een gehoorapparaatje in hebben, maar omdat ze blijkbaar elk moment kunnen worden gebeld. Al zie je ook steeds meer draadloze apparaatjes waarmee muziek op het mobieltje mee kan worden beluisterd. Je hebt straks nog maar één apparaat op zak, waarmee je tv kunt kijken, radio en muziek kunt beluisteren, mee kunt bellen en gebeld worden, mee kunt betalen, toegang tot stations en openbaar vervoer kunt regelen, en wie weet ook mee kunt zwemmen, rolschaatsen en fietsen.

Zonder mobieltje gaat straks jouw fiets niet meer van het slot af, start jouw auto niet meer, moet je er een alcoholtest mee doen voordat je aan het verkeer kunt deelnemen, kun je er geld mee overmaken bij collectes – één verkeerde toets en jouw hele salaris verdwijnt in de collectebus – en wordt automatisch tol van jouw rekening afgeboekt bij rijden op tolwegen en door toltunnels. Ook routeplanners komen steeds meer op het kleine doch uiterst scherpe schermbeeld van het mobiele telefoontje. Maar dan wel eentje waarmee de baas jou helemaal kunt volgen van en naar jouw werk, of school als je nog studeert, zodat smoesjes over de brug die open stond direct on-line kunnen worden gecontroleerd.

Het meest enge wordt nog het draadloze. Als de telefoon rinkelt neem je op. Maar wat nu als een of andere slimme hacker jou belt en slechts een bevestiging nodig heeft, die wordt geactiveerd met de druk op een willekeurige knop, om jouw bankrekening te plunderen? Kun je dit dan ongedaan maken? Of krijg je dat pas later door? En denk nou niet dat dit onmogelijk is, want ze kunnen nu al traceren waar je bent, via jouw mobieltje, dus die grote broer is al volop aan het loeren. Die doet het wel stiekem, zodat je er nauwelijks iets van merkt.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

10 oktober 2007

Ik weet nu waar het lek zit. Het zit in onszelf. Onlangs bracht ik een routinebezoek aan de tandarts, en kreeg te horen dat een vulling lekte. Als de tandarts – een prima vakman – met zijn scherpe prikkertje in mijn mond tekeer gaat, denk ik wel eens: ja, snap ik dat ik ga lekken! Gelukkig is er altijd weer een verzekering die de hoge kosten dekt, zodat het lek snel gedicht wordt.

Nee, dan het probleem van op vakantie gaan naar bij voorbeeld Turkije. Als je vraagt aan de huisarts welke injecties je nog moet krijgen, dan is dat meteen een prijzig reisadvies. Je kunt beter zelf uitzoeken wat je nodig hebt aan antistoffen, dat scheelt een hoop geld. Daarna wordt je alsnog lek geprikt.

En dan kom je in Turkije een Nederlandse Turk tegen, althans, hij spreekt vloeiend Nederlands. Als je aan hem vraagt wat doe je voor werk, antwoordt hij: Ik ben herder. Ondertussen stappen groepjes toeristen de reisbus in, en snap ik direct wat hij bedoelt. Even later komt er een andere bus, met een andere herder, en stap ik met mijn gezin snel in, om maar niet de indruk te wekken dat ook wij bij een kudde horen. Het gekleurde bandje om mijn pols, om mij in het hotel te kunnen laten verwennen aan de bar, kan ik helaas niet verbergen. Gelukkig worden we als kuddedier slechts geprikt, en niet gebrandmerkt.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

17 oktober 2007

De een vindt dat toeval bestaat, en de ander vindt van niet. Je kunt toevallen krijgen, maar je kunt je ook verbazen over toevalligheden die soms jouw pad kruisen. Maandag kreeg ik een heel korte rondleiding over de begraafplaats van het Groene Kerkje. Een uitgebreide rondleiding houd ik te goed, want er is bijzonder veel te leren over die historische plek. Het is overigens een overvolle begraafplaats die dringend uitbreiding behoeft, maar daar wordt hard aan gewerkt. Ik was er getuige van dat een jonge vrouw het graf van haar overgrootouders bezocht. Even daarvoor wist zij niet eens dat zij daar lagen. Zij kwam daar voor haar werk en al pratende viel de naam van haar overgrootvader die ooit burgemeester was in Oegstgeest. “Die ligt hier begraven”, werd direct opgemerkt.

Al verder lopende langs de graven, werd het gezelschap gewezen op het graf van Jan van Gilse, een in de oorlog overleden musicus die in Oegstgeest was ondergedoken, waarnaar het fietspad langs Willibrords Erf is vernoemd, zoals de beheerder uitlegde. Het graf van Jan van Gilse, en zijn echtgenote Ada van Gilse – Hooijer, wordt gesierd met een kunstwerk van Mari Andriessen. Het boekje Oorlogsgraven in Oegstgeest beschrijft in het kost heel boeiend het levensverhaal van Van Gilse. Even later hield het gezelschap stil bij een van de nieuwe banken die er sinds een week staan. De bewoonster van het poortgebouw wees op het fraaie uitzicht op de poort, waarbij je je zo een aantal eeuwen terug in de tijd waant. Op dat moment wandelt een meneer het pad op en vraagt aan de beheerder: “Ik ben hier nog nooit geweest, maar kunt u vertellen waar Jan van Gilse begraven ligt?”

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

24 oktober 2007

Van den Ameele weg uit Oegstgeest. Dat kun je je toch haast niet voorstellen? Spontaan komen weer dromen op met wat je allemaal kunt doen met die gigantische ruimte. Eerst gaat de Détom garage er tijdelijk in, totdat de verbouwing gereed is. Maar dat bedrijf heeft eigenlijk maar een klein gedeelte nodig. De rest is dus nog te huur, maar daar gaat de eigenaar zelf over.

Oké, het is geen sportpaleis, dus al te hoogdravende plannen moet je niet hebben, want daar is geen laats voor in dit dorp. Nog voordat je het eerste geluid laat horen van wat je ook gaat organiseren, komen de eerste klachten al binnen. En voordat je het weet heb je een fikse boete te betalen. En jouw ‘buren’ hebben daar geen boodschap aan, als jij maar stil bent. Dus ondernemend Oegstgeest is lamgelegd en grote evenementen en feesten hoef je nooit meer te verwachten. Kleine volgens mij ook niet meer.

Maar een sportief evenement zou eigenlijk best nog kunnen. Ik kan mij zo voorstellen dat je er een rolschaatsgala organiseert of een skate boardfestijn. Verzin maar iets leuk, ik kom wel kijken. Modelbouwers kunnen er een tijdelijke ‘baan’ aanleggen voor een eenmalige race of demonstratie wat zij allemaal kunnen maken. Een indoor-kerstmarkt, een hobbymarkt, een rommelmarkt, allemaal evenementen waarvoor andere ruimten in Oegstgeest te klein zijn. Of is de ruimte van Van den Ameele ook te klein? Verder dromen dan maar weer.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

31 oktober 2007

Ik was afgelopen zaterdag druk in de weer met het slopen van een oud bureau. Ik was altijd trots op dat logge houten bureau. Achteraf bleek het gefineerde spaanplaat te zijn. Wel loeizwaar, dus was het zaak om zo weinig mogelijk aan elkaar te laten zitten. Toen ik op de Gemeentewerf de brokstukken vanuit de achterbak van mijn auto in de container gooide, vloog er naast mij een compleet konijnenhok over de rand, zo de bak in. Flappie, riep ik. Drama? Nee hoor, riep de man. Het konijn heeft het hok ‘opgevroten’.

Nou wordt er in Oegstgeest nog wel meer ‘opgevroten’ dan alleen maar konijnenhokken. Het gerucht gaat dat er in de nabije toekomst een probleem ontstaat met bomen. Veelal onder vermelding dat de boom ziek is, verdwijnen er links en rechts bomen die zijn meegegroeid met de wijk, en prominent bijdragen tot de sfeer in die buurt. Wel vervelend als een gevelde reus er nog gezond uitziet, uitzag in dit geval. Het is te hopen dat niet hele rijen bomen worden geveld, en vervangen worden door jonge exemplaren. Je hebt zelfs kans dat het eerst nog een poosje kaal blijft. De bewoners van de oudste Oegstgeester lanen zou ik willen adviseren om zo snel mogelijk foto’s te maken, en dan liefst een paar keer per jaar, om al de seizoenen vast te leggen. Kent u dat liedje: Nu hebben we alleen nog maar een fotootje…?

Vroeger konden wij ons prima vermaken op straat. Wij hadden in de Bloemenbuurt van alles te doen. Stoepranden, voetballen, touwtjespringen, rolschaatsen en rondscheuren met zelfgemaakt karren, waarvan de wielen ooit onder een kinderwagen zaten. Mijn overbuurjongen Wim had er zelfs een echt dashboard op. Dat rolschaatsen ging het beste op asfalt. Maar dat had je alleen bij het molentje in het Irispark. Als je over de ongelijke stoeptegels heelhuids zo ver kon komen, dan kon je daar heerlijk rondrijden en heel aardig aardige snelheden bereiken. In de zijstraten van de Terweeweg boffen ze maar. Het is er een dertig kilometer gebied en de straten zijn strak geasfalteerd. Het lijkt dus een eldorado voor rolschaatsende kinderen. Maar of dat zo verstandig is? Uit de reacties te horen van de bewoners, zijn ze echter niet zo blij met die strakke zwarte peklaag die als een sfeerloze slang door hun straat kruipt. Voorheen lag er een toplaag op van grint. Of zou het nog niet af zijn? Misschien wachten ze nog op een kabelboer, want die komt altijd de boel weer opengraven als het er weer strak bijligt. Een planningsprobleem waar de gemeente zelden iets aan kan doen, maar de gemeenschapsgelden worden wel ‘opgevroten’ op die manier.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

7 november 2007

O nee hè, de energiebedrijven gaan weer de boer op. Je herkent het al aan de kruisjes op het display van de telefoon, waarmee de nummerherkenning wordt omzeild. Een lieve, enigszins naïeve meisjesstem vraagt: Heeft u groene of grijze stroom meneer? Ik begin uitbundig te lachen, en vraag haar snikkend van de lach hoe ik dat kan zien. Heel geduldig probeert ze mij het verschil duidelijk te maken. Ze meldt na afloop van haar korte energiecursus dat ze een prachtige aanbieding heeft, van Uneco. De jonge dame meldt dat ik met Nuon echt een stuk duurder uit ben dan bij hen. In rap tempo noemt ze de tarieven van beide bedrijven, want ze wist precies te melden wat ik betaal voor energie, en haar bedrijf is een stuk voordeliger. Zal ik het voor u in orde maken? Vraagt ze me enthousiast. Nee? Waarom niet meneer? Wilt u niet minder betalen? Ik leg haar uit dat ik heel tevreden bent met de huidige leverancier. Vol onbegrip vraagt ze, nadat ze mij hun Internetadres heeft gegeven om alles nog eens rustig na te kunnen lezen: Mag ik u dan volgende week terugbellen? Toen ik haar vertelde dat ik dat liever niet heb, vroeg ze weer onnozel: Waarom niet meneer?

Ja hoor, een week later weer een paar kruisjes op het display, en niet als illustratie voor kusjes. Weer een jonge dame aan de lijn. Ze meldt dat ze belt namens de Nederlandse Energie Maatschappij. Nooit van gehoord. Het gaat over gas en elektriciteit, zegt ze. Maar ik heb al gas en stroom, vertel ik haar. Ik probeer zo onnozel mogelijk over te komen, en daar slaag ik uiteraard heel goed in. Ik was namelijk al goed op dreef. Na het oplepelen van de zeer lage tarieven: de laagste, zo beweert ze, zeg ik haar dat Uneco een stuk goedkoper is. Maar u heeft toch Nuon meneer? Ik leg haar uit dat ik eerder Uneco aan de lijn had. Maar die melden exclusieve bedragen, zonder BTW. En jullie? Bij komt er alleen nog energiebelasting bij. Dat blijkt dus net zo hoog te zijn. Maar wij garanderen de laagste prijs meneer. Als u ergens anders bijvoorbeeld honderd euro per jaar goedkoper uit zou zijn, dan vermenigvuldigen wij het verschil met het dubbele! De kranten hadden laatst gelijk, ze kunnen inderdaad niet goed rekenen. En nee, je mag me niet terugbellen. Waarom niet meneer?

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

14 november 2007

Wat zou het toch makkelijk zijn als er een soort boswachter door het dorp zou lopen, die met een speciale spuitbus bomen zou merken. Je zou dan dagelijks kunnen zien welke bomen op de nominatie staan om te verdwijnen. Als je nu een motorzaag hoort, is het te laat om te protesteren. Weg boom, weg uitzicht op een mooi stukje natuur. Hoewel, je krijgt dan wel meer uitzicht. Misschien wel op een andere boom die binnenkort wordt omgezaagd.

Ik bedenk mij dat het toch niet zo slim zal zijn. Kwaadwillenden zouden te pas en te onpas bomen kunnen merken, die een overijverige gemeentewerker als een waanzinnige zou gaan kappen. Dan zou de wijk er weer uitzien als op oude foto’s, van toen de wijk nog in aanbouw was. Kijk maar eens op de website van bijvoorbeeld De Grunerie. Heel verrassend hoe het er in begin uitzag. Eigenlijk zou er voor iedere wijk zo’n site moeten zijn.

Ik zou nog wel eens terug willen naar de tijd toen de Kleyn Proffijtlaan er nog niet was. Ik zou dan willen pleiten om ondanks de kosten, toch voor een brug te gaan. Als naam zou ik dan kiezen voor Groot Proffijtlaan. Nu moeten zwanen, die van het Oegstgeesterkanaal de sloot in zwemmen, de weg oversteken met gevaar voor hun leven. Want zo af en toe zit er een grote zwanenfamilie bij ons voor de deur; een prachtig gezicht. Heeft het toch geholpen om de sloot uit te baggeren. Hij is blijkbaar weer leefbaar geworden.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

21 november 2007

Onze sportverenigingen floreren als nooit tevoren. Niet zo vreemd, ons dorp groeit nog steeds en er komen steeds meer mensen bij. Die groei brengt niet alleen volle wegen met auto’s met zich mee, maar ook sportieve weggebruikers die willen sporten. Je ziet steeds meer racefietsers op de weg, een verschijnsel dat de fietsenhandelaars in de regio van harte toejuichen. Het duurt ongetwijfeld niet lang meer, of er wordt een wielerclub opgericht. De leden daarvan zullen ongetwijfeld hun kilometers buiten het dorp maken, want op een strak wielrenparcours in Oegstgeest hoeven ze niet te rekenen. Ook leuk om vast te stellen dat door de vele hardlopers de Loopgroep Oegstgeest een heuse sportclub is geworden. Hoewel deze sporters veel kilometers maken in Oegstgeest en omgeving, zie je de herkenbare shirts overal in de wereld, zelfs bij marathons.

Naast veel enthousiaste individuele sporters, telt Oegstgeest een groot aantal sportverenigingen. Deze verenigingen gaan goed met de tijd mee, en profileren zich steeds professioneler. De jaarlijks uitgegeven brochures presenteren in full colour trots de ambitieuze plannen. Goed onderbouwd, en goed georganiseerd. En dat voornamelijk door goedwillende amateurs, maar bovenal vrijwilligers. Maar ondanks al die harmonie in vrijetijdsbesteding, waar sommige bedrijven jaloers op kunnen zijn, wordt het steeds moeilijker om de top te bereiken. Je wordt blijkbaar niet meer zo vanzelfsprekend voorzitter, penningmeester of secretaris van een sportclub. Je moet naast bestuurservaring, in ieder geval over genoeg vrije tijd beschikken, én zin om een fantastische club vrijwilligers aan te willen sturen. Gelukkig telt ons dorp heel wat van die mensen. Dus zowel in de politiek als in de sport, zijn er meer dan genoeg talenten beschikbaar. Er komen er ook steeds meer bij; we groeien namelijk nog steeds. En toch zie je bij voorbeeld een florerende tennisvereniging, als de Oegstgeester Lawn Tennis Club (OLTC), tobben met het bestuur. Goede bestuurders hebben het vaak op hun werk ook erg druk, en willen na een aantal succesvolle bestuursjaren hun carrière bij de sportclub beëindigen. Ze geven het stokje graag over aan enthousiaste opvolgers. Maar bij al die schitterende trainingsprogramma’s, horen blijkbaar niet opleidingen voor bestuursfuncties. Ik heb nog wel een tip voor de tennisclub. Trek betaalde bestuurders aan, en verdubbel het abonnementsgeld. En anders stop je toch gewoon? Misschien wil de hockey het wel overnemen. Hoewel, bij de voetbal zie je juist het tegenovergestelde, kijk maar naar UDO Golf. En waarom zou je bestuurleden niet een vergoeding geven? Bestuurders van een gemeente krijgen toch ook een ‘onkostenvergoeding’? Leuk, een OZB voor sportverenigingen, want je moet het wel kunnen betalen.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

28 november 2007

Wat kun je als mens een boel meemaken in een weekend. En dan praat ik niet eens over de aankomst van Sint Nicolaas, die dit jaar zelfs over de brug kwam, en Haaswijk met een bezoekje vereerde. Althans, dat was aangekondigd, maar ik kon er niet bij zijn. Want ik liep rond in de Jaarbeurshallen in Utrecht. Het was de eerste keer dat daar de Zoom Experience werd gehouden, een heuse fotografiebeurs met de nadruk op digitale fotografie. De organisatie kreeg het voor elkaar om een aantal interessante partijen bijeen te brengen die twee dagen lang tienduizenden camera’s bijeen wisten te brengen. Eigenlijk moet ik zeggen bezoekers, want die waren opgeroepen om vooral hun camera mee te nemen. Een beetje sneu voor al die mensen die dachten met hun camera aan de workshop modellenfotografie mee te kunnen doen. Op een bijzonder krap hoekje probeerde een expert aan de belangstellenden uit te leggen hoe je moet handelen om mooie foto’s te maken van mooie mensen. Dat er twee mooie dames heel dicht tegen elkaar aan zaten in een krappe ruimte, maakte het dringen alleen maar erger. Maar er waren ook spectaculaire voertuigen te fotograferen en volop actie op een scatebaan vast te leggen op de gevoelige digitale plaat.

Eigenlijk is het best knap van de organisatie. Vooral als je bedenkt dat het blad Zoom pas vijf jaar bestaat en iets meer dan twee jaar geleden de uitgever IDG de opdracht gaf om ‘iets’ te ondernemen, omdat met minder dan tienduizend abonnees het snel afgelopen zou zijn. Een ware facelift van het blad zorgde voor een vervijfvoudiging van het aantal abonnees, en nu zelfs een échte beurs die ongetwijfeld vervolg krijgt, in een nog grotere opzet. Dit maakt het gemis van de HCC-Dagen meer dan goed.

Dichter bij huis was ook van alles te beleven. In de Leidse Groenoordhallen was er tegelijkertijd een rommelmarkt, een reptielenbeurs, een sieradenbeurs, én een paranormaalbeurs. Op één dag kon je gebruikte spullen kijken, sieraden passen, kralen kopen, muizen en ander terrariumgedierte bewonderen, én je kon jouw persoonlijkheid laten doorlichten, je lichaamsklachten laten verhelpen, voorraden genezend gesteente en spirituele geurstokjes aanvullen, en een boodschap van de andere zijde laten komen. Ik moest even denken aan al die geesten die er in het weekend werden opgeroepen. Zouden ze allemaal weer worden weggestuurd? Of bleven ze daar achter? Nee hoor, die worden netjes weggewerkt, vertelde een van de grootmeesters op healinggebied. Ik hoop dat hij gelijk heeft. Wanneer is het volgende evenement in die ruimte?

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

5 december 2007

Ondanks dat er zoveel weerstand was tegen het idee om een fietspad aan te leggen dwars door het Bos van Wijckerslooth, was het idee blijkbaar nog steeds niet van de baan. Hardnekkig werd het opnieuw ter tafel gebracht. Misschien wel om op een ander vlak te kunnen scoren. Politiek is namelijk net een atletiekwedstrijd waarbij voorgaan niet de kunst is, maar voorblijven. Waarschijnlijk is het ook een beetje onderhandelen dat ze doen. Ik niet mijn zin met een fietspad in het bos, dan wil ik dat het er omheen veiliger wordt. En wat leuk, dan scoor je nog veel meer vierkante meters! Knap hoor! Als het maar wel veiliger op wordt, en er niet van die ongelukkige bulten en kronkels worden verzonnen, want daar hebben we meer dan genoeg van.

Dat werd tijd, zei ik tegen de bloemenman op het Winkelcentrum Lange Voort. Hij keek mij raar aan. Ik dacht namelijk dat hij het had over de bouw van een openbaar toilet in de portiek waar hij zijn bloemen al jarenlang aan de man brengt. Hij was er die week uitgezet en moest midden op het pleintje gaan staan. En dat was vreemd, en niet alleen voor hem. Hij had het dus over een pinautomaat en een hokje voor de beheerder die worden gebouwd in ‘zijn’ portiek. En er komt een nieuwe ruimte met brievenbussen. De woningen boven het winkelcentrum zijn geen huurwoningen meer, maar koopwoningen. En huiseigenaren hebben zo hun eigen aardigheden. Een daarvan was de bloemenman een brief in zijn hand duwen met de tekst dat hij vanaf heden maar ergens anders moet gaan staan. De bouw is stilgelegd, mompelde hij. Iets met een vergunning of zo.

Het is net of het overal misgaat. Draadloos Oegstgeest is ook al geen succes. Dat komt niet door de enthousiaste vrijwilligers. Nee, want die doen hun uiterste best om het voor de minder draagkrachtigen mogelijk te maken om draadloos te kunnen internetten. Je zou maar een prachtige computer hebben gekregen met financiële steun van de gemeente, en niet kunnen internetten omdat je daar geen geld voor hebt. Gelukkig is er een draadloos netwerk in Oegstgeest. Hoewel, dan moet er wel weer een voorziening op het dak komen van de Lijtwegflat. Twaalf verdiepingen hoog, een ideale plek voor antennes. Alleen staan ze er volgens mij nog steeds niet. Ook hier verschillende belangen die er hard aan trekken. Misschien wel een beetje te hard. De overheid is niet de enige die iets aan vertragende bureaucratie moet doen.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

12 december 2007

Een vriendelijk knikje, een glimlach of een hartelijke groet, dat is wat je in Oegstgeest doorgaans krijgt als je iemand tegenkomt. Je wordt zelfs begroet door mensen die je nog nooit in je leven eerder hebt gezien. Behalve als ze in een auto zitten, dan moet je voor ze uitkijken, want voor je het weet drukken ze je van de weg af. Ze roepen je ook iets toe als je met de fiets op het voetpad rijdt, zoals bij het winkelcentrum. Wat een hartelijkheid in ons gezellige dorp.

Maar van de week was ik zeer verbaasd. Bij de bushalte bij het winkelcentrum stond iemand te wachten op de bus naar Leiden. Er komt een andere persoon aanlopen, ziet die man staan, loopt naar hem toe en geeft hem een ontzettende dreun op het hoofd. Het slachtoffer stond te tollen op zijn benen. Wat doe je nou? Vroeg ik verbaasd. Hij heeft mij vorige week uitgescholden met goeje moggel, zei de man boos. Nou ja, en dan geef je hem nu pas een dreun? Vroeg ik, verbaasd om de onnozelheid waarmee de nieuwe groet werd beantwoord. Ja, zei de man, nog steeds boos. Ik heb er vanmorgen een gezien.

Eigenlijk is het vreemd. Een reclameboodschap is voldoende om taalgenootschappen in beweging te zetten. Maar een normaal woord als Oegstgeestigheid zien ze over het hoofd. Misschien dat ik te hoge eisen stel? Net als van onze winkelcentra? Ik hoop dat de komende feestdagen toch iets meer gaan brengen dan alleen maar lichtjes en knallen.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

19 december 2007

Bij de ontwerpafdeling van het openbaar vervoer moet het aan het einde van ieder jaar een chaos zijn, dat kan niet anders. Waarschijnlijk gedwongen door financiële impulsen, moeten de daar werkende architecten plannen verzinnen om het goedkoper te maken. Iets anders kan ik niet verzinnen. Waarom zou je anders de reizigers zo willen treiteren? Ook bij die afdeling moet het toch bekend zijn dat reizigers na een jaar gewend zijn aan de routes en rittijden? Alleen de wachttijden, daar raken ze nooit aan gewend, zeker niet als het zo koud is als nu. Je hoeft alleen al lijn 145 als voorbeeld te nemen. Het is als inwoner van Nieuw-Vennep een lijdensweg om naar Oegstgeest of Leiden te reizen. Eerst moet je vanuit jouw nieuwbouwwijk bij een bushalte zien te komen. Dan moet je maar afwachten of er een bus komt, of dat je een alternatieve verbinding moet zien te vinden. En in het weekend gaan ze niet verder dan Sassenheim en moet je overstappen op lijn 51. Als je werkt in bij voorbeeld Lisse, kom je al helemaal bedrogen uit. Lijnen vervallen, haltes verplaatst, tijden anders, dus twintig minuten lopen en te laat op het werk. Zou er dan toch een kern van waarheid in schuilen dat schoolverlaters tegenwoordig zo slecht zijn in rekenen? Maar ja, na een tijdje went ook de chaos. Wie herinnert zich lijn een en twee, elf en twaalf of lijn dertig nog? Lijn zestig? De tram? Trekschuit?

Maar het openbaar vervoer is niet het enige waar een stevige wind doorheen waait. Ook in het energiebedrijf staat een stevige bries. Windmolens moeten het gaan doen in de toekomst. En molens hebben recht op windvang, anders werken ze niet. Vandaar zeker dat bij de vijver aan de Admiraal de Ruyterlaan alle bomen zijn gekapt. Op die plek kunnen ze nu mooi twee windmolens plaatsen waarvoor de gemeente forse huur kan vangen. En wij profiteren daar weer van, omdat er schone energie wordt gewonnen, ondanks de luchtvervuiling die ook nog eens erger wordt door de kap van de bomen. Wel zijn er flinke masten nodig om boven de flats uit te komen. Voor de honden uit die buurt ook best een probleem, want er staat niet zo veel meer om tegen aan te piesen. Het is dus beter om maar weer nieuwe bomen te plaatsen. Misschien is het voor hondenbezitters iets om zich te verenigen, net als in Teylingen; zie www.hondenvriendenteylingen.nl. Dan kun je bij de gemeente eisen dat er genoeg bomen moeten zijn. Nu heb je geen poot om op te staan, laat staan om op te tillen bij een boom. Aan de andere kant hebben we nog bijna twaalfduizend bomen in Oegstgeest om tegen aan te piesen. Dat zou genoeg moeten zijn.

Wil van Elk

Oegstgeestigheid

28 december 2007

Zo, weer een jaar om. In deze krant kun je in het jaaroverzicht zien wat er allemaal gebeurt in Oegstgeest. Dat dit een greep is uit een hele stapel foto’s en onderwerpen, moge duidelijk zijn. We hebben namelijk een bloeiend verenigingsleven. Maar toch begint dat vrijwilligerslegertje, dat het allemaal mogelijk maakt, te slinken. Het is voor de verenigingen steeds moeilijker om aan bestuursleden te komen. Zonder bestuur lukt het nu eenmaal niet. Zelfs bij de IJsclub Oegstgeest staan ze niet te trappelen om een opengevallen plek op te vullen. Maar nu het in de laatste weken van het jaar ineens is gaan vriezen, is er weer kans op een enthousiaste schaatser die zich beschikbaar stelt.

Zelfs in het o zo drukbevolkte Noord-Oegstgeest heeft de buurtvereniging het moeilijk. Eerst pakt de gemeenteraad het buurthuis af, het Groot Proffijt is al jaren dicht, en nu zijn er geen vrijwilligers die de vereniging willen helpen te besturen. Het kan toch niet zo zijn dat we straks geen Pleintjesfeest meer hebben. Of Kindertheater. Of een Rommelmarkt. Of een PaasHaaswijkloop. Of een Avondvierdaagse. Wat de voorgaande jaren zoveel plezier betekende voor heel veel kinderen, ouders en grootouders, lijkt verloren te gaan. Maar goed, zonder bestuur geen Buurtvereniging Haaswijk en de Morsebel, dat is duidelijk. Ze hebben het nog lang uitgezongen. Zelfs zonder clubhuis gingen ze door, de vrijwilligers. Maar ze worden wel zeldzaam, zelfs in Oegstgeest.

Wil van Elk



Terug naar begin van deze pagina.
Terug naar hoofdpagina.